viJssi\t;s<:iiE courant No. 111. Zondag 22 September 1889. 27s!e Jaargang. BERICHT. IMUMIUViiêk „HEETOS ADOLF." HULP IN NOOD. Binnenland. Gemengd Nieuws. Zij, die zich met het volgend kwar taal, aanvangende 1 October a. s., op de VLlSSiyOSCBE COURA.V T" abonneerenontvangen de tol dien datum verschijnende nummers gratis. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht, dat ook voor MEDE-LEZERS op de „Vlissingsche Courant,'' dus voor hen, die niet als abonne's bij ons te boek staan, bij den Uitgever dezes de gelegen heid is opengesteld op bovenstaand Pre- miewerk in te teekenen. Beleefd verzoeken wij met de inleve ring der Bon of met de inteekening niet den uitersten termijn af te wachten, dooh dit zoo spoedig mogelijk te doen, daar nabestellingen niet kunnen worden uit gevoerd. Ter kennis van de ingezetenen wordt gebracht, dat de collecte voor de Dagolaten betrekkingen van heD, die bij de ramp te Antwerpen om het leven kwamen, zal ge houden worden op a. S. Maandag en zoo noodig Dinsdag den 2.3 en 2-1 dezer. ixot bestuur van //Hulp in Nood" heeft zich van den bijstand vau een tieDtal heeren verzekerd, waardoor het mogelijk w«rd de ingezetenen door onderscheidene sub-com missies te doen bezoeken. Na loting werden voor de verschillende wijken de volgende heeren aangewezen "Voor de wijken A., B. en C., de heeien F. J. Blij en A. van Prielen. Voor de wijk D. de heeren J. C. Houbaer en J. le Sage van Hoeve. Voor de wijken E. en E. de heeren M. P. Troelstra en Pu. de Leef Jr. Voor de wijken G. en I. de heeren E. M. Chevalier en H. A. J. Klijberg. Voor de wijk H. de heeren A. F. Krahmer en L. T. Ouwerkerk. Voor de wijk IC. de heeren D. Oüwehand en H. Loois. Voor de wijken L. en N. de heeren F. Delvoije en A. J. van Ockenburq, en voor de wijk M. de heeren I. Harder en J, Krul. Mogen de bijdragen mild vloeien en de Flissingers het bewijs leveren, dat zij hunne ongelukkigeVlaamsche broeders niet vergeten! Vlissingen, 21 September 1889. De Secretaris van „H u 1 p in Nood," A.L.A.VAN UN EN. IV. Met dien stroom voer Verlinde raeê. Er ligt iets zeer aangenaams in, om dat te doen. Vaar maar eens tegen den stroom in wat een ontzettend zwaar, vermoeiend werk, niet waar Stel daar tegenover, dat de stroom uw vaartuig voortstuwt, zoodat gij om zoo te zeggen geen riem behoeft uit te steken en geene moeite aan te wenden, hoe aange naam gevoelt gij u dan en schooner en lachender komt het omringende landschap u voor. Ja zelfs kunt gij. als gij wat dichter lijk van aard zijt, u aan uwe bespiegelingen en droomerijen overgeven, zoodat gij gevaar loopt, om tijd en uur te vergeten. Juist dat verschijnsel doet zich in beeld spraak voor bij heD, die, eenmaal in den stroom der vermakeu meegevoerd, door dien itraom worden voortgedreven, zonder dat zij zich daarvan bewast zijn. Wordt men even wel daardoor onwillekeurig meegesleept en let men niet op hetgeen ons omgeeft, dan raakt men koers en spoor bijster en op den zoo aangenamen droom volgt een ontwaken, waarin men den toestand voor 't eerst duide lijk en helder ziet, maar dan ook tevens den afgrond ontwaart, aan welks rand men door dien stroom is gebracht. Dun wil men ijlings omkeeren, maar belaas alle moeite is dan vergeefsche inspanning; dan is't te laat Verlinde stortte zich hoe langer hoe verder in den stroom der vermaken, en, hoe goed 't anders moge zijn, wanneer echtgunooten dezelfde lijn trekken, hier zou 't een zegen geweest zijn, wanneer de een den moed en de kracht had bezeten, om den ander in zijne vaart te stuiten en voor den ondergang te behoeden. Man en vrouw waren 't in dit opzicht vol komen eens. Wanneer er sprake was van uitgaan en somwijlen de stem van 't gezond verstand zich nog eens trachtte te doen hooren en bedenkingen te opperen, dan losten deze zich op in de machtspreuk We dienen toch wel mee te doen wo kunn- n niet weigeren en weet gij waarom niet Hoort maar hoe vindingrijk in dit opzicht het vernuft is. «We zijn verleden week bij den heer A. geweest, alwaar wij de familie C. ontmoet hebben. Die menschen waren zoo aardig en voorkomend en toen is er reeds half eu half afgesproken, dat we een avondje bij hen zouden komen. Wanneer we nu bedankten, zouden we bepaald kwade vrienden maken eri dat zou ik volstrekt niet graag willen." z/Op die inteekenlijst voor T concert moet ik wel teekenen. Zie maar, van wien T uit gaat. Wat zou mijnheer D. wel zeggen, wanneer bij mijn naam niet op de lijst vond T Is nog al duur en voor minder dan drie plaatsen kan ik niet iuteekenen, maar enfin 1 men moet het een doen om 't andere. Dat geld brengt zijn voordeel wel op.-" z/Ik kan niet anders doen dan de benoe ming tot commissaris van de sociëteit aan nemen. Ze willen er mij met alle geweld in hebben en als ik bedank, zou mijnheer E. van louter pleizier in zijn handen wrijven. Je weet niet, hoe die zijn best doet, om er zich in te dringen. t Is wel wat lastig voor me, om daarvoor olke week nog een extra avond te moeten besteden, maar dat heb ik er voor over. Zit men eenmaal in 't bestuur, dan is't voor je vrouw ook veel aangenamer eu is er wat te doen, dan heeft men den voorraDg." Ziedaar eenige der overdenkingen, die Ver linde met zichzelven houdt. Ik geloof zelfs niet, dat ze dien Daam verdienen. Liever zou ik ze drogredenen noemen, die moeten die nen, om eeue vermanende stem tot zwijgen te brengen. Zoo'n vermanende stem klinkt zoo vervelend en zoo geheel anders als die van T genot, die steeds aanspoort, om vol te houden en met den stroom mee te gaan. Nu treedt de zaak langzamerhand een ander tijdperk in. Geen mensch leeft er, of hij heeft zijn vijanden, het zij openlijke, het zij verborgene. Leef zoo goed mogelijk, doe niemand eenig leed, benadeel niemand en houd u maar overtuigd, dat alle menschen uwe vrienden zijn. Gij hebt bet mis. Wel degelijk hebt ook gij vijanden, al zijn 't juist nog geen doodelijke of onverzoenlijke. In Teerste gelid staan uwe benijders. Wanneer gij vooruitkomt in 't geldelijke of naam ver krijgt in letterkundige of muzikale wereld of op welk gebied ook, T komt er niet op aaD, de wangunst tracht uwe verdiensten, uwen ijver, in een onguustig daglicht te plaatsen en u te benadeelen. Al werpt gij al die beschuldigingen ver van u, toch zijn eu blijven er nog altijd menschen, die er eenig geloof aan slaan en zoo onschuldig het ge zegde aanhalen //men noemt geene koe bout, of er is wel ben vlek aan." Maar wanneer zelfs een onschuldige daar voor niet gevrijwaard is, hoe moet het dan gaan met iemand, die er werkelijk aanleiding toe geeft P 'i Spreekt vanzelve, dat Verlinde met al zijn menigvuldig uitgaan, hoe langer hoe meer 't werk aau onderhourigen moest overlaten, en toen nu op zekereu dag 't on geluk wilde, dat een der beide bedienden door haast een geheel verkeerd poeder in een drank mengde, werd de vrouw, die 't ge bruikte, zoo ziek, dat ze met de grootste moeite nog herstelde. De zaak maakte na tuurlijk groote sensatie Wat een welkome gelegenheid voor de benijders om breed uit te meten over de zware verplichting, die er op den apotheker rust, over gebrek aau 'i noodige toezicht, waarbij niet zonder rideu d»; opmerking werd gevoegd, dat Verluide to vèel aan anderen overliet en te weinig in zijn zaak was. En hadden zij ronduit ge zegd, ongelijk In geeuen deele, en ware Verlinde nog niet zoo ver been geweest, dan zou dit vo ir- val eene uitstekende les voor hem geweest zijn en hij zou den dag hebben moeten ze genen, waarop 't voorviel en waarop hein de oogen werden geopend voor de toekomst, die hem wachtte. Dat was een van die waar schuwende stemmen, die in elk menschenloven worden gehoord en waarvoor, helaas de meeaten de ooren sluiten. Zoo menigmaal heeft iemand later met tranen in de oogen moeten erkennen, dat hij moedwillig doof is geweest, omdat die stem zoo onaangenaam klonk. Met geheel ongescheurde kleeren kwam Verlinde er niet af. Is eenmaal 't zaad van wantrouwen gestrooid, dan is er zoo licht een plekje, waar het een vruchtbaren bodem vindt cn opschiet en vruchten draagt. Kan 't dan nog als onkruid vroegtijdig worden uitgeroeid, dan komt alles nog terecht, maar minacht en het en laat men het daarom staau, dan hcefi het zich zoo verspreid en zulke ver- uitstrekkende wortels geschoten, dat er aan geen uitroeien meer te denkeu valt. Verlinde moest ondervinden, dat zijne benijders niet 8til haddeu gezeten en een paar klanten hem ontrouw werden en spoedig door nog een paar gevolgd werdeD. casacara. nog konden melden, luidt in haar geheel als volgt „Mijne Heeren I Wederom heeft het Z. M. our.cn geerbiedigden Kuniog behaagd mij op uwe vereerendo voordracht te benoemen tot voorziller van de Twiede Kamer der Stuten-Geoeraal. De ervaring van de mede werking, die ik in. de vorige zitting heb mogen onder- viudeu, is mij eene bemoediging tot het wedcropvnlten van deze gewichtige taak. 13ij de betuiging van mijne bijzondere eikcnlelijklieid voor uw groot eu zeer gewaar deerd vertrouwen, zij het mij vergund een hernieuwd beroep te doeu op uw aller wulwillendh-id, op uw aller toegevendheid. floogsl aangenaam is liet mij al dadelijk onzen alge meen geachten tijdelijken voorzitter, thans tevenr mijn plaatsvervanger dank Ie mogen bieden voor zijne zoo vrieadelijkc toespraak Hij zij verzekerd dat de woorden, door hem uit het hart gesproken, tot het hort zijn gegaan. Aan arbeid zal het der Kamer niet ontbreken. Komen er ouder de te behaudcleu onderwerpen ook zoodanige voor, die tot ver uiteeuloopcnde oordeelvellingen kuu- ucu ieideu, ik houd mij overtuigd dat do richtïge be handeling daarvan zal worden bevorderd door dieu geest van onderlinge waurdeeriug on van eerbied voor elkan ders gevoelen, Waardoor de Nederlandsche volksvertcgen- voordigiug zich steeds heeft onderscheiden on waarop .ij terecht lier inag zijn. De geschiedenis gewaagt van staatslieden, die bij uitstek de eigenschap bezateu van te verstaan te geven ook datgene wot zij niet uitspraken, o« die bij hunne hoorders het btsel wisten te wekken, dot hunne over tuigingen sterker waren dan de woorden waarvan zij zich bedienden. Eeu heuijdenwaardige eigenschap voor zeker, waardoor het zachtste woord den diepsleu indruk mankt, eu waardoor reeds eene sobere aanduiding groots uitwerking kan hebben. Moge ook ons, mijne heeren, die kostelijke gave ia ruime mate gcschouken worden, cn mogo hel gebruik van die gave onder 's Ileuren zegen ertoe medewerken, dat deze nieuwe ziltiug rijke vruchten drage voor het Welzijn vau dat vaderland, dat ons zoo na aan het harte ligt. Jk verklaar het voorzitterschap van de Tweede Kam r te aanvaarden. Vlissingen, 21 September. Van 14 tot 2Q September zijn alhier uit Queenboro inetde mailbooteu der Stoomvaart maatschappij //Zeelaud" aangekomen, met de nachtbooteu 638 en met de dagbooten 199, daarheen vertrokken met de nachtbooten S60, met de dagbooten 364, alzoo samen aangeko men 832 en vertrokkeu 1224 passagiers. Naar wij vernemen is de heer A. L. A. van Unen heden namiddag door het college van Burg. eu Weth. tegeu 1 October a. a. benoemd tot controleur der bevolking alhier. De kapitein B. van Bekum van het 4e bat. 8e reg. inf. alhier, wordt op den 15 October a. s. op zijn verzoek overgeplaatst bij het 2c bataljon te Middelburg en belast met het bevel over de 4e compagüie van dat bataljon. Bij de deze week te Utrecbt gehouden exameDs voor surnumerair bij de Staatsspoor wegen is voor de beide gedeelten A. en B. geslaagd de heer J. M. Sla, leerling der school voor m. u. 1. ouderwijs voor jongens alhier. Diezelfde school had voor eenigen tijd het geluk een harer leerlingen geplaatst te zien aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam,jen een ander aan de Machinisten- school te Hellevoetsluis. Benoemd tot ontvanger der belastingen te Hengeloo de heer M. P. Troelstra, thans te Vlissingen tot ontvanger der invoerrechten en kauaalgelden op Walcheren te Vlissingen, de beer A. van Wieringen, thans ontvanger te Simpelveld. Opnieuw is te Goes trichinenziekte bij een varkeD, na slachting, geconstateerd nu reeds de vierde maal sedert 1887. Naar de N. R. Ct. verneemt, is bij bet departement van waterstaat een wetsontwerp in bewerking, strekkende om kleine riviereu in beteren toestand te breDgen. Deze zullen bf van rijkswege verbeterd wordeu, bf door de betrokken besturen met rijkssubsidie. De verbeteringen-zullen zich ecblér bepalen tot bet hoog noodige voor scheepvaart en afwatering. Volgens de Amst. Crt. is de benoeming van den heer Cluysenaar tot directeur der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoor wegen zoo goed als zeker. Voor de 10-jaarlijksche volkstelling (188990) zal, naar men weet, door ieder lid van een huisgezin eene afzonderlijke kaart moeten worden ingevuld, terwijl vroeger biljetten werden afgegeven, waarop betgebeele gezin in volgorde werd vermeld. Er zijn niet minder dan 11 verschillende modellen ontworpen, nl. model A (wit), kaart voor eenen man model B (bruin), kaart voor eene vrouw model C (groen), kaart voor eenen tijde lijk aanwezigen man model D (rood), kaart voor eene tijdelijke aanwezige vrouw model E, verzamelkaart voor bet boofd van een gezin model F, verzamelkaart voor een afzonder lijk levond persoon model G, verzamelkaart voor bestuurders van gebouwen, gestichten, instellingen of scbepeD, bedoeld bij kon. besluit van 27 Juli 1887 (S/bl. No. 140) en van 27 Juli 1887 (S/W. No. 142) model H, ODtvaugbewijs voor schippers model I, biljet voor opgave van het aantal personen in gebouwen, gestichten, of schepeD, vermeld in art. 1 van het kon. besluit van 27 Juli 1887 [Stbl. No. 142); model K, register van eiken volksteller, bevattende tevens zijne instructie, eu model L, staat van buizen en schepen. De rede, bij de aanvaarding van het voor zitterschap der Tweede Kamer, door den beer Beelaerts vau Blokland uilgesproken en waarvan wij in ons laatste nummer onder de telegrafische berichten den verkorten inhoud Kerk- en Sehoolnieuws. Ned. Herv. kerk. Beroepen te Nieuw- vliet de heer W. Hulsbergen, cand. te Hattem; idem te Wilhelminadorp de beer A. M. Kuottnerus, cand. te Driebergen idem te Kattendijke de beer D. Jacobsen, cand. te 's-Gravenhagc. Het rooien der aardappels, zoo meldt men, ia op Zuid-Beveland in vollen gang.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1889 | | pagina 1