VLISSIVUSCUË COURANT.
No. 99.
Zondag 25 Augustus 1889.
27ste Jaargang.
ill
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden ƒ1,Franco per post 1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande-
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1 tot 4 regels 0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE
fc Co., te Parijs.
Abonnementen voor België, Duiischland, Engeland
Frankrijk 1,65 per drie maanden.
II.
Iedereen in Zeeburg kent den heer Ver-
Jinde. '/lijn apotheek staat op den hoek van
de groote straat en is zeer gunstig gelegeu,
want dc brugstraat en de groote straat loopeu
beide op het marktplein uit, en het huis,
waarin hij woout, vormt als 't ware een voor
uitstekende punt en valt daardoor bizonder
in 't oog. 't ls in zoo verre nog ouderwetsch,
omdat er boven de deur een vervaarlijk
groote maoskop prijkt, zoo'n kop van een
Jupiter of Herkules met fraaie krullen. Stelt
u voor dat dit hoofJ geheel verguld, zwaar
verguld is, dan zult gij kunnen begrijpen,
waarom zoovete kinderen met eene zekere
soort van verrukking 't hoofd naar boven
richtten en dien scbooDeD kop aanstaarden.
Zoo'n tweede kop was er in de geheele stad
niet. Onder dien kop was een tamelijk breede
lijst aangebracht, waarop met duidelijk zicht
bare letters te lezen stond „In den gouden
kop" en daaronder weer Apotheek.
De vele boeren, die op marktdagen de
stad met een bezoek vereerden, kenden die
apotheek zeer goed en menige boerenjongen
deed ijecn haar beter dan wij stadsjongens,
maar stond met open mond naar den kop te
kijken en wist zelf niet, dat hij op dat oogen-
blik iets voorstelde, dat van oudsher als een
uithangbord voor een apotheek heeft ge
golden. Zoo groot was zelfs de bekendheid,
dat men zelden den naam van den apotheker
noemde, maar gewoonlijk zeide er moet nog
een recept naar den gouden kop gebracht
worden en er stellig menigeen vooral onder
de buitenlui was, die niet eens wist, dat de
eigenaar Verlindo heette.
Vroeger was de heer Moerman apotheker
in den gouden kop. Mijnheer Moerman was
een man van den ouden stempel, keurig net,
zoodat hij altijd als door een ringetje kon
gehaald worden en zijn geheele apotheek was
een toonbeeld van netheid. Alle flesschen
glommen als een spiegel, en hoe druk het
er ook was, altijd was alles opgeruimd en
waarlijk, men zou voor zijn genoegen een
drankje uit die apotheek hebben genomen en
poeder en pillendoosjes waren altijd een be
geerlijk voorwerp voor de kinderen. Zijn
vrouw had hij vroeg verloren. Ze had hem
slechts ééne dochter nagelaten en Doortje
Moerman was de oogappel haars vaders en
werd, zooals men dat meer ziet gebeuren, een
zoogenaamd bedorven kind. 't Was hem on
mogelijk haar iets te weigeren en daar de
apotheek eene zeer winstgevende zaak was,
kon elk barer wenschen ingewilligd worden.
Toen Doortje achttien jaar was, kwam er
een nieuwe apothekers-bediende, namelijk de
jonge Verliude. Hij had een knap voorkomen,
een mooier», zwarten krullebol, een paar
levendige kijkers, kon aardig praten en was
al zeer spoedig in de gunst der klanten.
Altijd een grap of een kwinkslag, wanneer
er een aardig dienstmeisje kwam, altijd wat
drop of iets anders, als een kind een recept
bracht, zeer gemeenzaam met de boerenin
één woord zou men met een afgezaagde uit
drukking kunnen zeggen //de rechte man
op de rechte plaats." De oude heer Moer
man was vrijwel tevreden over zijn bediende,
al vond hij hem dikwijls niet ernstig genoeg
en betrapte hij hem nu en dan op eeD viek
°P de toonbank of een etiquette, dat wat
slordig geschreven of niet geheel naar den
eisch aan 't fieschje was vastgehecht.
't Kon bijna niet anders, of Doortje merkte
ook de aaDgename maniereu van den nieuwen
op en zijn gezellige omgaDg was
een groote aanwinst in de anders nog al
stille huishouding. Wanneer ik een roman
schreef, was dit eene uitgezochte gelegenheid,
om allerlei tooneelen te schetseD, die gewoon
lijk daarop uitloopen, dat twee menschen,
na velerlei tegenspoed en tegenwerking elkan
der eindelijk toch krijgen. Nu moet ik mij
tot de zeer eenvoudige mededeeling bepalen,
dat zich spoedig het verschijnsel voordeed,
dat zij hem, en hij haar niet onverschillig
was, en zoo kwam er, natuurlijk geheel in
stille, een verbond tusschen die twee tot stand.
Toen Veiliude drie jaar in zijne betrekking
werkzaam en inmiddels in de gunst van
zijnen patroon gestegen was, begon de heer
Moerman te sukkelen en zijne verzwakking
nam zoodanig toe, dat de apotheek geheel
aan de zorg van zijn bediende motst worden
overgelaten, die, gesteund door de liefde voor
Doortje, zich uitstekend van zijn taak kweet.
De hoop, dat de oude beer nog zou her-
stelleu, moest eindelijk geheel worden opge
geven, en de toestand werd zoo ernstig, dat
hij er aan moest denken, om de noodige be
schikkingen te maken.
Toen openbaarde Doortje aan haren vader,
hoe de zaak tusschen haar en Yerlinde stond
en de oude, zieke man, die in gewone om
standigheden zeer zeker niet zoo gereedelijk
zijne toestemming zoo gegeven hebben, ge
voelde nu eene soort van verlichting, toeD
bij wist, dat zijn eenig kind bij zijnen dood
niet alleen achter zon blijven en een steun
zou vinden in iemand, dien hij alleen van
eene gunstige zijde had leeren kennen en
die de gouden kop in eere zou houden.
De toestemming werd dus gegeven. Niet
lang daarna stierf de oude man eD Verlinde
trad als zijn opvolger op en werd later de
echtgenoot van de overgeblevene dochter.
Zooals we gezegd hebben, was 't een mooie
zaak, die een ferm bestaan opleverde en de
voormalige bediende had zich in zijn lang
durig verblijf de gunst van 't publiek in ruime
mate verworven. Hij ging das een scboone
toekomst tegemoet en niet zonder reden werd
hij door zijne minder gelukkige collega's be
nijd. Alles giug in den eersten tijd naar
wensch. 't Spreekwoord leert bet ons, dat
nieuwe bezems schoon vegen en zoo was er
dan ook nog geen wolkje aan den echtelijken
hemel te bespeuren. Wanneer een jongmensch
aan 't hoofd zijner eigene zaak is geplaatst
en die zaak daarbij eene winstgevende is,
kan 't niet missen, of hij zal daarvoor al
zijne krachten inspannen en zoo lang man
en vrouw ééne lijn spannen en hun gezamen
lijk streven op dat eene en zelfde doel is ge
richt, om namelijk iü de wereld vooruit te
komen, dan moet er al heel wat gebeuren,
wanneer dit doel niet bereikt wordt.
Zoo gaat dikwijls het voertuig van ons
leven als op een effen weg eeDigen tijd voort
en we lachen om de menschen, die ons ver
tellen, dat er op dien weg zoovele kuilen
en steenen des aanstoots zijn, totdat we op
onze beurt tot de ervaring moeteu komeD,
dat die menschen toch werkelijk geen ODge-
lijk hadden en wij de genoemde hindernissen
zeer onverwachts ontdekken. Ze vertoonden
zich ook op 't levenspad van Verlinde.
casacara.
Binnenland.
Vlissingen, 24 Augustus.
De 2e luitenant der infanterie M. D. A.
Forbes Wels, van het 4e bataljon 3e regi
ment alhier, is op 1 October a. s. overge
plaatst by het 6e regiment infanterie te
Breda.
V^n 17 tot 23 Augustus zijn alhier uit
Queenboro inetde mailbooten der stoomvaart
maatschappij //Zeeland" aangekomen, met de
nachtbooteu 664 en met de dagbooteD 215,
daarheen vertrokken met de nachtbooten 643,
met de dagbooten 276, alzoo samen aangeko
men 879 en vertrokken 919 passagiers.
Bij de Sociëteit Gaai- en Doelschieting „De
Eendracht" alhier werd jl. Donderdag de prijs,
bestaande uit een zilveren suikerstrooier (ge
schenk van mevrouw TuteinNolthenius) welke
bij de onlangs gehouden prijsschieting was
blijven staan, afgeschoten door den heer J.
Daalhuijzen, welke prijs hem door den vice-
president den heer H. A. J. Klijbcrg werd
ler hand gesteld.
Een Belgisch blad deelt mede, dat de
Nederlandsche regeering, met het oog op den
verbeterden Belgischen dienst tusschen
Ostende en Dover en op het (nota bené)
afnemend verkeer tusschen Vlissingen en
Queenboro een samenkomst wil beleggen te
Brussel, waar onderzocht zullen worden de
maatregelen, te nemen tot toeneming van het
verkeer tusschen het vasteland en Engeland.
Men schrijft uit Ierseke
Id de maanden Mei en Juui dezes jaars
groeideD de oesters op de Ierseke bank bij
zonder goed. De eer3te broedaanslag werd
dit jaar reeds begin Juni gezien. Het zoo
genaamd melken of zaadgeveu der oesters,
vroeg begonnen, is nu ook vroeger dan an
dere jaren geëindigd. De leverbare voor de
comsumtie in dit seizoen bestemde oesters
zijn nu reeds bet6r van viscb dan het vorige
in November.
De Frausche oesters, die vooral in den
herfst gewoonlijk den Zeenwschen oester van
de Eugelsche markt drongen, zijn thans min
der goed. Daarom worden nu reeds in
Augustus veel Zeeuwsche oesters naar Enge
land verzonden.
Daar alle oesterhandelaars nog niet gere
geld verzenden is de prijs nog zeer veel ver
schillend. Voor lo soort van 35 tot f 48.
2e soort f 24 tot 30 per duizend. Indien
September (voor oestergroei de be9te maand)
de gewenschte weersgesteldheid oplevert,
kan de Zeeuwsche oe9ter met den aanstaan
den winter zijn oude vermaardheid terug
krijgen.
Domburg, oudtijds vooral slechts bekend
om de veleputteD, die er, volgens het kinder
liedje, te vinden zijn, loopt gevaar" eene
groote badplaats te worden.
//Loopt gevaar," zeggen wij, op grond van
hetgeen het Domburgsch Badnienws schrijft.
Melding makende van de vele hooggeplaatste
personen, welke er vertoeven, tegelijk met
dr. Mezger, zegt bet, dat alle hotels cn alle
kamers in het dorp bezet zijn eD uit de vrees,
dat het //kalme en eenvoudige Dombnrgzijn
karakter zal verliezen," waarom het te kennen
geeft, dat er genoeg badplaatsen zijn van
anderen aard.
Deze onbaatzuchtigheid is merkwaardig,
vooral van een blad, dat, als Domburgsch
Badnieuiostoch in de allereerste plaats be
lang moet hebbeu bij de vermeerdering van
het aantal bezoekers. (Arnh. Crt.)
Bij de ingezetenen van Veere circuleert een
adres aan den Minister van Justitie om te
verzoeken bij opheffing van de militaire straf
gevangenis te Leiden deze over te plaatsen
naar Veere, waarvoor zich dan in het voor
malige hospitaal een zeergeschikte gelegen
heid aanbiedt. Daar genoemde minister
onlangs bedoeld gebouw in oogenschouw heeft
geDomeD, vleien de|iDgezeteDen zich, dat hun
verzoek in gunstige overweging zal worden
genomen.
Z. M. heeft benoemd tot lid van het be
stuur der waterkeering van den calamiteuzen
Burgh- en Westlaudpolder, I. van Zuijen
tot lid van het bestuur der waterkeering van
het calamiteuze waterschap Nieuw-Bomme-
Dede, C. J. H. Hoogenboora.
In de gisteren gehouden zitting der Tweede
Kamer heeft de Minister van Marine pertinent
tegengesproken het gerucht omtrent het af-
loopen der marinesloep op Edi.
Bij devoortzetting v.b. schoolwetdebat schets
te dbr.Vermeulen het ontwerp als de uiterste
concessie der rechterzijde, die veel prijs geeft
alleen wegens de kans op meer concurrentie
met de openbare school. Leerplicht kan niet
dan bij speciale wet worden voorgesteld. De
heer Rutgers zou vdor het ontwefp kunDen
zijn als de verplichte schoolgeldbeffing werd
prijsgegeven en het dogma der rechtsgelijk
heid hij verweet de rechterzijde 6lechts
voorgewende grieven tegen het openbaar on
derwijs te hebbeu. De heeren Roëll en Smidt
wezen op de schaduwzijde van het ontwerp
voor het openb. onderw. Laatstgenoemde ont
kende, dat de schoolstrijd uit zou zijn. De
heer Lieftinck betoogde, dat dit ontw erpde
volkseenheid aantastte. De heer Lohman be
streed tal van argumenten en betoogde dat
zoowel uit een paedagogisch als uit een po
litiek en fiuanciëel oogpunt het ontwerp tot
vrede zal leiden.
De hoer Ilenry Tindal heeft zich gewend
tot de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
met het eerbiedig verzoek, dat zij bij den
Minister van Oorlog aandringe, dat hij on
middellijk overga tot het nemen van maat
regelen, om Nederland tegen verrassende
aanvallen te vrijwaren.
Mocht de Minister van Oorlog om de eene
of andere reden niet geDegen bevonden wor
den onmiddellijk over te gaan om de noodige
maatregelen biertoe te nemen, dan verzoekt
adressant eerbiedig, maar zeer driügend, dat
de Tweede Kamer der Staten-Generaal duide
lijk te kennen geve, dat zij in dit geval geen
vertrouwen heeft in het beleid van dien
Mmister, wiens aanblijven aan het hoofd van
het departement van oorlog alsdan een gevaar
is voor Nederland.
In den ongelukkigen Atjeh-oorlog is het
ongelijk bepaald aan onze zijde. Niemand
zal het den Atjehueezen kwalijk nemen dat
zij hun vaderlaDdschen grond zoo lang mo
gelijk verdedigen en hun leven zoo duur
mogelijk verkoopeD. Ook onze vaderen deden
alzoo in de oorlogen tegen Spaansche, Fran-
sche en andere vijandelijke indringers. Op
dit punt zijn alle partijen het eens. Maar
om nu zoo ver te gaan als de socialisten,
die openlijk den raad geven met de Atjeh-
neezen te gaan heulen, daartoe dient men of
dwaas te zijn, of alle liefde voor het eigen
vaderland verloren te hebbeD. De Haagsche
aldeeling van den Sociaal-democratischen bond
heeft namelijk een motie daartoe strekkende
aangenomen. (Z.)
Blijkens een telegram, van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indié* van 21
Augustus 1889 wordt de gouvernements-
koffie-oogst op Java voor dit jaar thans ge
raamd op 540,000 pikols.
Bij den uitgever W. H. J. van Nooten tg