\I,ISSI\I,SIIII< ClllltlYi No. 93. Zondag- 11 Augustus 1889. 273te Jaargang. Binnenland. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187 Prijs per drie maanden 1,Franco per 1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande laren en Postdirecteuren. UITGEVER: F. VATÏ DE VELDE Jr. te Vïissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1 tot 4 regel» 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekent. Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE fc Co., te Parijs. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdag-avoncl Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland en Frankrijk f 1,65 pet drie maanden. Wanneer een kind anderen ziet spelen, zal hij eeue onbedwingbare begeerte gevoelen, om zich in dat spel te mengen hij zal be ginnen met te vragen, om mee te doen. Niet zelden gebeurt het, dat hem dit geweigerd wordt, want onder het jonge volkje heerscht niet alleen vaak een zekere kastengeest, maar daarenboven nemen sympathie en antipathie ook bij kinderen eene voorname plaats in. Zulk eene weigering boezemt verschillende gevoelens in. Bij deu een ontstaat e.r een gevoel vso droefheid en neerslachtigheid, dat niet zelden de waterlanders doet te voorschijn komen. Wanneer gij daar een vroolijk troepje spelende kinders ziet en daar dichtbij een individu met de hand voor de oogen, om de tranen te verbergen, en gij vraagt naar de oorzaak van dat leed, dan zult gij zeker tot antwoord bekomen„omdat ik niet mag Die andere kinderen waren grooter en ouder, en wilden in hunnen eigenwaan en trots zich niet bemoeien met iemand, die zooveel jonger of kleiner was, al is dit verschil in werkelijkheid zelfs niet groot. Die andere kinderen waren voornamer en reeds vroeg tijdig vit het er in, om zich niet te enca- nailleeren of op zijn goed Hollandsch met anderen om te gaan, die niet zoo voornaam zijn, hoewel het niet ontkend kan worden, dat er kinderen zijn van rijke ouders, die bij voorkeur met minderen omgaanmaar men vergete niet, dat dit gewoonlijk op zeer jeug digen leeftijd plaats grijpt en ze dan later des le trotscher worden. Bij anderen zal een gevoel van wrok of wrevel worden opgewekt, dat t)f aanleiding geeft tot haat en ontevredenheid, bf eene aan sporing zal worden, om den afstand, die er bestaat, te doen wegvallen en eene gelijkheid in het leven te roepen, dat evenwel zeer dik wijls mislukt en alsdan nog aangenamer ge volgen heeft. De kinderen worden grooter. In oDzen tegenwoordigeu tijd, waarin alles met stoom gaat, worden kinderen ontzettend spoedig groot, minder nog zoozeer in lichamelijke lengte, dan wel in hun eigen gevoel. Ieder die het tegendeel mocht willen staande hou den, bezoeke maar eens zoogenaamde koffie huizen of openbare plaatsen van uitspanning en aanschouwe daar opgeschoten knapen, die reeds eene verbazende vaardigheid op het billard verloonen, en met een air van een groot mensch hunne bestellingen doen aan kellners op een toon zóó gebiedend, dat men wanen zou met werkelijke mannen te doen t& hebben, zoo niet die fletse he wangen en baardelooze gezichten den jeugdigen leeftijd verrieden. Ziet die jonge dametjes, die men in Duitsch- j. land backfisch heeft genoemd, ik weet niet, dit woord bij ons reeds een burgerrecht heeft gekregen die onophoudelijk blikken weipen naar de voorbijgaande jongebeeren en zich natuurlijk inbeelden, dat zij voor dezen een vootfferp van bewondering en groote aantrekkelijkheid zijn, en als gij hare ge sprekken kondet opvangen, zondt gij u ver bazen, en hoogstwaarschijnlijk ook bodroeven over den toon, die daar wordt aangeslagen, wanneer ze over dieustbodeD, over ouders eu Dog heiliger zaken spreken en zeker zoudt gij vragen, welke echtgenooten en huismoeders van zulke vroegrijpe schepseltjes moeten groeien. Voor zulke jongelieden is de tijd gekomen, waarop zij de vraag, in hunne kindsheid ge daan, de vraag namelijk //mag ik meedoen ?a moeten herhalen, met dit onderscheid even wel, dat ze die vraag niet tot anderen, maar tot zichzelven zullen behooren te doen. Ik bedoel dit niet zoozeer in den algemeenen zin van de vraag, die ieder aan zijn geweten moet doen, alvorens eene daad te verrichten niet zoozeer bijvoorbeeld als wanneer iemand wordt aangezocht, om zijne hulp te verleenon tot het volbrengen van een misdaad en dan aan zijn geweten die vraag voorlegtdit be doel ik niet. Ik heb veel meer het oog op schijnbaar zeer onbeduidende zaken en die toch verdienen, in 't oog gehouden te worden met betrekking tot de vraag //mag ik mee doen Ben zoon van knappe burgermeDSchen met een helder hoofd en een vlug oordeel beeft bet zoover weten te brengen, dat hij met aller lof de vereisebte examens achter den rag heeft en in den aanvang van een loop baan wordt geplaatst, die op den keper be schouwd, wel wat boven zijn stand is. Toch blijft het eervol, wanneer men door inspanning zulk eene hoogte heeft bereikt. Heeft men niet het voorbeeld van den beroemden De Ruyter voor oogen Roept dat niet eiken jongeling toe, om in zijne voetstappen te treden en staat gelukkig niet voor iedereen de gelegenheid open, om door vlijt en vol harding te worden, wat hij geweest is Tot zooverre gaat dus alles goed en is hij op den goeden weg. Hij treedt in die carrière met den rang, verkregen ten koste van zoo veel inspanning en zijn uitwendig voorkomen laat het mij uniform noemen duidt aan, dat hij werkelijk zoover is gekomen. Daarop staat evenwel niet vermeld, wie zijn oudet9 zijn en hoe het met zijn of hun ver mogen is gesteld. Hij is door de natuur met een knap voorkomen bedeeld, heeft een mooie stem en kan aardig praten. Het een, gevoegd bij 't ander maakt, dat men bem niet links laat liggen, maar hij integendeel zeer gezocht is en in menigeo kring wordt toegelaten en genoodigd. 't Is waarlijk niet te verwonderen, als hij 3Is jongmenseh dit aangenaam vindt maar nu beginnen juist de zwarigheden. Zijne ouders hebben voor hem 't mogelijke gedaan, en geholpen door een paar goede vrienden heeft hij zijn positie verkregen. Hij weet evenwel, dat hij nu geheel en al zich zelven zal moeten redden en dat daarenboven zijn kinderplicht van bem eischt, om die ouders, desgevorderd, bij te staan, zooveel hij kan. Wanneer hij nu door dien omgang in toestanden geraken kan, waarbij zijn beurs niet gespaard kan worden en dat alleen voor zijn genoegen, dan zal bij de vraag moeten doen Mag ik meedoen Nu begint de zelfstrijd. Da valsche schaamte staat aan den eenen kant en flui stert hem in, dat hij al zijn goede vrienden zal verliezen, door te bekennen, dat het hem niet past, om mee te doen, dat zijne midder len hem zulks niet veroorloven, terwijl een andere stem hem zegt, dat hij er eerlijk mee voor den dag moet komen dat ware vrien-^ den hem nog te meer zullen achten. Behaalt de laatste de overwinning en heeft hij den zedelijken moed er voor uit te komen, dan is hij gered zoo niet, dan volgen groot houden, schulden maken met al de ramp zalige gevolgen daarvan, elkander op en zijn toekomst is weg. Laat mij nu een kijkje in de maatschappij nemen. Vïissingen, 10 Augustus. Jl. Donderdag-avond werd het kunstmin nend pnbliek van Vïissingen en Middelburg wederom in de gelegenheid gesteld zich een genotvollen avond te verschaffen bij het Grand Hotel, alwaar het muziekkorps van het 3e reg. infanterie uitvoering gaf aan een pro gramma, welke, als bij vernieuwing de hoop verlevendigde dit verdienstelijk muziekkorps nog meermalen te dier plaatse te hooren. Ditmaal werkte in geen geringe mate tot een aangenaam verblijf op de duinen inzon derheid ook mede, het schoone weder, waarin wij ons in de laatste dagen mochten ver beugen. Geen wonder dan ook, dat van de aange boden gelegenheid een tamelijk druk gebruik werd gemaakt eu zich een ieder naar harte lust kon amuseeren en niet dan noode na afloop van het concert huiswaarts keerde. Van 3 tot 9 Augustus zijn alhier uit Queenboro metde mailbooten der stoomvaart maatschappij „Zeeland" aangekomen, met de nachtbooten 960 en met de dagbooten 328, dnrheen vertrokken met de U3chtbooten 603, met de dagbooten 333, alzoo samen aangeko men 1288 en vertrokken 936 passagiers. Voor den goedkoopeu trein, die morgen (Zondag) van Zeeland naar Rotterdam enz. vertrekt, zijn alhier genomen 10 le lel., 60 2e kl. en 317 3e kl. kaarten. (M. Ct.) Men schrijft uit Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen De oogst is reeds voor een groot gedeelte geborgen en zal, in tegenstelling met 't vorige jaar, in weinig tijds geheel binnen zijn. Hij beantwoordt niet aan de verwachting. Te welig opgegroeid, bezat het graan de kracht, om zich na windvlagen eD regenbuien weder op te richten, niet volkomen eu werd aldus de geregelde toevoer naar ft vrucht dragende gedeelte van den stengel min of meer belemmerd. Niettegenstaande dat, ziet men nog hier en da3r schoone partijen, en kan de oogst over 't algemeen nog middel matig genoemd worden. Door de laatste regens hebben de aard appelen veel geleden. Ze zijn nog keurig te noemen; de ziekte is echter weder alge meen. Uit 's-Gravenhage werd gisteren, 9 Augustus, het volgende aan de N. R. Ct. gemeld Eenige minnten vóór den aangekondigden tijd, reed heden ochtend do koninklijke trein bet Rijnspoorstation binnen. H. M. de Koningin, gekleed in een zwart kanten toilet, en H. K. EL. prinses Wifhelmiua in een licht zomerkleedje bevonden zich op het voorbalkon van den salonwagen en werden door het publiek, dat op het perron was verzameld, levendig toegejuicht. Ter ontvangst waren aan het station ver- eenigd de heeren graaf Schimmelpenninck, grootmeester van het Huis van HH. MM., luit.-gen. Verspijck, adjudant-generaal, vice- admiraal jhr. Van Cap el len, chef vau's Ko- niDgs militaire huis, de ministers van biu- neDlandsche zaken en van justitie, de heer jhr. Van Reenen, vice-president van den Raad van State, de commissaris des Konings, de burgemeester der residentie eu de tijde lijk waarnemende gouverneur der residentie, kolonel jhr. Teding van Berkhout, benevens de stalmeester des Konings A. C. baron Suouckaert van Schouburg en de thesaurier G. C. baron Snouckaert van Scbouburg. Nadat H. M. en de Prinses het hofsalon waren binnengeleid, onderhielden zij zich daar geruimen tijd met de aanwezige auto- riteiteu. Toen H. M. zich naar het gereod- staande rijtuig in de Rijnstraat begaf, werden zij en hare dochter door het daar verzamelde publiek luidkeels met hoera's begroet, die herhaald werden toen het rijtuig wegreed door de rijen, die laDgs den weg waren geschaard. Het deed blijkbaar het publiek genoegen, de leden der Koninklijke familie na eeDe zoo langdurige afwezigheid in welstand te mogen begroeteD. Een bruine jachthond van zeldzaam raa was door de Prinses medegenomen eu bleef, na behoorlijk gemuilkorfd te zijn, in bet koninklijk rijtuig trouw de jonge meesteres ter zijde, die het fraaie dier aan een lederen band vasthield. De Koningin begaf zich het eerst met de Prinses naar den hofphotograaf Eameke, in de Javastraat. Verschillende bewoners hadden de vlag ontplooid. Na afloop van een déjeuner ten hove reden de Koningin en de Prinses langs den ouden weg r,aar Scheveninges, onderweg hartelijk toegejuicht door de samengestroomde menigte. H. M. Koningin met Prinses Wilhelmina keerden te ongeveer 4 uren weder naar het Loo terug. Zoowel bij het uitstappen nit het rijtuig, als bij het instijgen van den salonwagen ging er een algemeen gejuich op ter eere der vorstelijke personen. Bij het vertrek werd H. M. door dezelfde autori teiten uitgeleide gedaan, die haar des och tends hadden begroet. Thans werd ook dr. Viokhnyzen opgemerkt. H. M. en de Prinses bleven op het achterbalkon van den salon- wagen staan, met de hand de menigte toe wuivende, totdat het station uit het gezicht was. In sommige buitenlandsche bladen vindt men het bericht, dat de gezondheidstoestand vac Z. M. den Koning weer ongunstig zou zijn, In ons land is daarvan gelukkig niets bekend. Dezer dagen is van de pers te Rotterdam verschenen „Des Landverhuizers El Dorado", een beknopt handboek voor reizigers naar Znid- Afrika met de stoombooten der Union steam ship company door H. Tiedeman. De schrijver van dat geïllustreerd boekske, dat echter niet in den baDdel is, maar wel verkregen zal kunnen worden bij de „Neder- landsche Zuid-Afrikaaasche Vereenigiag" te Amsterdam (bureel van informatiëu, War moesstraat no. 244) deelt daarin vluchtig mede, wat voor reizigers, die bnn geluk wenschen te beproeven in de Kaapkolonie, in Natal, in den Oranje-Vrijstraat, of in de Transvaal,eene onmisbare behoefte is te weten. Hij heeft zich zooveel mogelijk geplaatst, of trachten te plaatsen, op het standpunt van den modernen reiziger en landverhuizer, menschen, die in den regel hoegenaamd geen belang stellen in hetgeen een staat vijftig of honderd jaren geleden geweest is, noch ook in het cijfer der bergen en stroo men, kapen en kreken, welke men er in aantreffen kan op dit oogenbiik, doch die eenvoudig vragen waar kan ik iets nieuws, iets wetenswaardigs zien Of ook - en dit is dc vraag der meesten waar kan ik geld verdienen, een nieuw bestaan vinden o

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1889 | | pagina 1