No. 87.
Zondag 28 Juli 1889.
27,te Jaargang.
Gemeentebestuur.
KMMelin Sterken Draal
Binnenland.
vlissingschfi courant
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187
Prijs per drie maanden 1,—Franco per 1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen,
PRIJS DER ADVERTENTEËN Van 1 tot 4 regel» 0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar
plaatsruimte berekent.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE
5 Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdag-avond.
Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland en
Frankrijk f 1,65 per drie maanden.
it i: li t: 11
Ter lezing liggen der gemeente rekening voor
het jaar 1888.
De Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen,
maken bekend
dat, ter voldoening aan de voorschriften
van art. 219 der gemeentewet, de rekening
van de inkomsten en uitgaven der gemeente,
over het dienstjaar 1888 op de secretarie
der gemeente, voor ieder ter lezing is neder-
gelegd en tegen betaling der kosten alge
meen verkrijgbaar gesteld.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den 26 Juli 1889.
De Burgem. en Weth. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
Verzoek om vergunning tot verkoop van sterken
drank in H klein.
De Burgemeester en Wethouders van Vlis-
gelet op art. 5 der wet van 28 Juni 1881
(Staatsblad no. 97,) zooafs die is gewijzigd
bij de wetten van 23 April 1884 (Staatsblad
no. 54 en 16 April 1885 (Staatsbi. no. 78);
doen te weten
dat bij hen is ingekomen een verzoek
schrift van PIETER VAN BEERS, wonende
alhier, om vergunning tot verkoop van ster
keu drank in 't klein, in perceel N. no. 236
Aagje Dekenstraat.
VlissiDgen, den 27 Juli 1S89,
De Burgem. en Weth. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT,
LEVEN.
VI.
Boven den kruidenier op den hoek van
't Steegje woont de oude Hanna. Ieder kind
in de buurt keDt haar en geen wonder,
want de ouders en grootouders dier kinde
ren hebben baar gekend en ze is, om zoo
te zeggeD, een curiositeit in de buurt ge
worden, en de buurt is trotsch op haar.
Trotsch wat beeft ze dan verricht Door
welke roemrijke daden heeft ze zich zoo
bekend gemaakt Als ik dit moest op
geven, j]j. inderdaad verlegen staan,
want bizoiideie feiten uit haar leven zijn
rue niet bekend en ik geloof ook niet, dat
ze veet merkwaardigs heeft uitgevoerd. Ik
zal u zeggen, waarom de buurt trotsch op
haar is. Ze is namelijk de oudBte vrouw
uit ons dorp. Men gaat de kermissen rond
met menschen, die opmerkelijk zijn door
grootte of kleinte, maar met haar zou men
kunnen rondtrekken om haar hoogen ouder
dom, om haar Jaag leven!
Een veertien dagen geleden was er groote
opschudding in 't Steegje en men kon zien,
dat er toebereidselen werden gemaakt voor
een groot feest. Op den hoek prijkte een
eeroboog en 't hoekhuis was met slingers
versierd, 't Was nu wel niet zoo mooi als
met het Koningsfeest, maar toch heerschte
er algemeene deelneming, bijua zon ik zeg
gen geestdrift. Wat was er te doen? Wel,
de oude Hanna zou haar honderdsteu ver
jaardag vieren en dat was dan ook zoo'n
bizonderheid en de gebeele buurt beschouwde
het als zulk een eer, die als 't ware de buurt
te beurt viel, dat men zich beijverde, om
dit openlijk te toonen. Alles, alles tereere
van de oude Hanna, van de honderdjarige
vrouw, die voor een wonder doorging
Wonderen maken de nieuwsgierigheid
gaande en geen wonder derhalve, dat ik
begeerte gevoelde, om dat wonder te zien.
Iemand van honderd jaar ziet men niet alle
dagen. Ik begaf mij naar 't Steegje en
naar 't versierde huis. Dat gedeelte, wat de
oude Hanna bewoonde, was klein en bestond
uit een drietal kamertjes. Ia 't voorste werd
ik gelaten en vond daar een oude vrouw,
die met een stokje voortstrompelde. Op
mijne vraag of ik hier bij de oude Hanna
was, antwoordde zg
,/Ja mijnheerde oude Hanna is mijn
moeder. Ik ben haar eenige dochter.*
z/Maar hoe oud zijt gij dan
„Ik word iü 't najaar vier en zeventig
en zoo ab mijnheer gehoord zal hebben is
moeder vandaag honderd geworden. De buren
en de andere goede menschen hebben van
daag wel aan ons gedacht. Kijk u maar
eens hierDaar zijn de ruikers en de
taarten, die moeder gekregen heeft, 't Goede
mensch is er kapot vanVan de taarten
zal ze weinig gebruiken, want ze eet bijna
niets meer, maar 't is toch aardig, dat ze
zoo om haar gedacht hebben. Gaat n maar
meê Daar 't achterkamertje, want moeder
ligt nog te bad."
Een vreemd gevoel beving mij, toen ik
dat kamertje inging. Waarom kwam ik
daar? Alleen om iemand te zien, die
lang geleefd bad. Ik wist niets van dat
lange leven. Was het goed, welbesteed,
nuttig geweest? Ik wist alleen dat het
lang was geweest. Dus louter nieuws
gierigheid. Enfin 1 ik trad nader en daar
in eene bedstede lag of liever zat eeDe
menschelijke gedaante, door kussens gesteund.
De oogen waren diep ingezonken, maar
haddon toch nog flikkering. De kin stak
ver en scherp vooruit. De lippen waren
samengetrokken. Een paar grijze haren
kwamen van uit het netto mutsje te voorschijn.
Eene hand, die niets dan vel en beende
ren vertoonde, lag op het laken en in de
andere hield ze een ruiker, dien ze bij her
haling aan haar neus bracht.
Waarlijk 1 ik wist niet, wat ik zeggen
moest. Zou ik haar in gemoede geluk wen-
schep, dat haar leven zoo lang was gespaard
En toch, als ik naar die bejaarde dochter
zag, die met kinderlijke liefde de moeder
beschouwde, en op wier gelaat een glans
van tevredenheid lag, dan kon ik bemerken,
dat er in 't gemoed van die dochter nog
een gevoel van dankbaarheid sprak voordat
lange behoud. Daarom richtte ik een paar
woorden tot de jarige bij wijze van geiuk-
wensch, waarvan ze toch den zin nog wel
begreep, want ze stak mij hare gerimpelde
hand toe, als om mij te danken en ook de
dochter verzekerde mij, dat moeder er nog
wel besef van had, maar dat ze moe was,
want de naaste buren waren ook al bij baar
geweest en daarom was ze dan ook maar
blijven liggen. Met den ruiker had zij
blijkbaar veel op, want ik boorde duidelijk,
dat ze haar dochter opdroeg, om de bloemen
vooral in 't water te zeiten.
Toen ik thuis kwam, moest ik mij zeiven
meer dan eens afvragen, of ik nu over dat
bezoek voldaan was. Groot was de vol
doening niet. Ja, ik zou lafer als er over
oude menschen gesproken werd, mij kunnen
beroemen, dat ik een vrouw van honderd
jaar bad gekend en gezien en dat zou me
nigeen niet kunneD zeggen, maar ander»
bleef er mij niet veel opwekkelijks van bij.
Twee dagen later kwam de meid binnen
mét bet bericht, dat de oude Hanna een
soort van beroerte had en de dokter, die
nog al eens ruw kon uitvallen zeidewel
ze hebben 't mensch vermoord Die drukte
kon zoo'n oud mensch niet uithouden. Mis
schien leetde ze anders nog wat, maar nu
zal ze deD avond niet balen.
Zijne voorspelling kwam uit. Den vol
genden morgen ontvingen we 'l bericht van
haar overlijden. Ze had een deftige begra
fenis en in de nieuwsbladen werd het ver
meld dat bij ons eene vrouw den hoogen
leeftijd van honderd jaar had bereikt. Haar
vier en zeventig jarige dochter trok zich
bet verlies zoo sterk aan, dat ze kort
daarna bezweek.
Wat wordt ons niet menigmaal een lang
leven toegewenscht en de meesten oDzer
verlangen er naar en toch, wanneer we zoo
verre zijn gekomeD, wat we gewoonlijk de
grens des levens noemenwanneer onze
krachten langzamerhand verminderd zijn en
ons gevoel is verstompt, zoodat we aan den
eenen kant vrij ongevoelig zijn voor de
smarten des levens, maar aan den anderen
kant ook niet deelen in de vreugde, die
t kan opleverenwanneer we zoodoende
jaf"- laven, d. i. ademen en gelijk, of liever
nog minder worden dan de plantdan is
ons lot toch niet benijdenswaardig en al ligt
er voor sommigen of voor hunne betrek
kingen eene zekere eer iD, om zoo'n hoogen
leeftijd te bereikeD, in deD grond dor zaak
is 't mijns inziens minder gewenscht en tel
kens wanneer ik mij bet beeld van de oude
Hanna voor den geest breng, zooals ze daar
op dien gedenkwaardigen dag een totaal
afgeleefd meDschelijk lichaam vertoonde met
niets bekoorlijks, niets aantrekkelijks, dan
begrijp ik, dat er eenmaal eeD tijd komt,
waarop datgene, wat ik onder leven versta,
een einde heeft genomen, en men, al is men
nog niet in de registers als overleden op
geschreven, veilig als zoodanig beschouwd
kan worden. Voorwaarzulk een lang leven
kan door iemand, die er goed over nadenkt,
niet als begeerlijk beschouwd worden.
CA.SACARA.
Vlissingen, 27 Juli.
Van 20 tot 26 Juli zijn alhier uit
Queenboro met de mailbooten der stoomvaart
maatschappij //Zeeland* aangekomen, met de
nachtbooten 782 en met de dagbooten 214,
daarheen vertrokken met de nachtbooten 554,
met de dagbooten 342, alzoo samen aangeko
men 996 en vertrokken 896 passagiers.
De heer C. Veldheer aanvaardde gisteren
vóór 25 jaren de betrekking van directeur
aan bet rijkstelegraafkantoor alhier. Vele
blijken vcd belangstelling mocht de algemeen
geachte jubilaris van alle zijden ontvangen.
Gisteren middag precie9 te U/a uur i9
met het beste gevolg, van onder een der
kappen op de werf der Kon. Maatsch. „De
Schelde" alhier te waler gelaten de 2e hou
ten loodsschoeDer, bestemd voor het Neder-
landsche loodswezen en gebouwd voor reke
ning van het departement van Marine.
Volgens een alhier bij bet loodswezen
ontvangen telegram is te 's Hage overleden
de vice-admiraal-titulair jhr. H. P. de Koek,
den len dezer maand afgetreden als inspec
teur-generaal over het loodswezen, de be
tonning, bebakening en verlichting.
Benoemd bij de belastingen en het kadaster
tot controleur te 's Hertogenbosch de heer
J. W. Houwing, thans te Middelburg.
Belast met de controle Middelburg de
heer J. A. O. H. G. Mijkamp, adjunct
controleur te Arnhem.
Jbr. mr. J. W. C. De Jonge van Elle-
meet, laatstelijk kantonrechter te Schoon
hoven, is voor het gerechtshof te 's-Graven-
hage b^ëedigd als rechter in de arrond.-
rechtbank te Zierikzee.
Op verzoek is ingetrokken de aanstelling
tot rijksveldwachter der 3e klasse (jachtop
ziener) te Oudvosmeer F. Boone te Ierseke j
eu aangesteld tot rijks-veldwachter in zija
plaats J. Poulusse te Tholen.
Bij kon. besluit zijn benoemd bij het
wapen der infanterie tot 2e luitenants bij
het 3e regiment, de cadets G. W. Fris, R.
H. Latnan Eyssonius Wichers, J. Dorré,
G. J. P. A. Thomson, H. C. van der Panl,
J. Buy en W. C. T. Ter Beek.
Dc N. R. Ct. verneemt, dat aan do
Departementen van marine en oorlog een
wetsontwerp in gereedheid is gebracht voor
de toekenning van peDsioeu a3D mindere
geëmploicerden, werklieden en bedienden, op
daggeld werkzaam op 's rijks werkinrichtingen
van leger en vloot.
Omtrent het aanstaande verblijf van
de weduwe van kroonprins Rudolf van Oos
tenrijk te Zandvoort, verneemt men nader,
dat vanwege de Oostenrijksche ambassade
in de vorige week elf appartementen in bötel
Kaufmann besteld zijn. Deze vertrekken
zijn gelegen op de eerste en tweede étage,
zoowel aan den zeekant als aan de landzijde.
Hoe groot het gevolg der vorstiD zal zijn,
is nog onbekend, doch vermoedelijk bestaat
het geh&eie gezelschap, met inbegrip der
dienstboden, uit hoogstens vijftien personen.
De badkuur is bepaald op vier weken, zoo
dat Zandvoort gedurende een geheele maand
Augustus zijne vorstelijke gasten zal herber
gen en al reizen deze in het strengst incog
nito, eene aantrekkelijkheid meer zal hebben,
die het aantal logé's toch reeds groo-
ter dan in 1888 nog aanmerkelijk zal
doen stijgen.
Naar de Scheepvaart verneemt, zal de
stoomvaartmaatschappij „Holland" eerlang
ophouden te bestaan.
Het geheele materieel, benevens dat der
Ned. Ind. Stoombootmaatschappij, totaal 20
stoombooten, is door verkoop in andere
banden overgegaan, en zal zeer waarschijn
lijk bij reeds bestaande maatschappijen op
Indië worden ingesmolten.
Nog een petroleumbron
Naar aanleiding van het bericht, dat eene
petroleumbron te Rentum (gem. Tubbergen)
zou gevonden zijn, wordt bet volgende
medegedeeld: In eene stad in Zuid-Holland
werd aan eene firma vergunning verleend
een pakhuis te bouwen tot berging van
vaten petroleum. Deze vergunning had plaat»
volgens de gemeente-verordeningbehoor
lijke ventilatie, eenige uitgraving beneden
den beganen grond, en de verplichting de
vaten op ribben in het zand te leggen.
Enkele huizen verder in dezelfde straat was
een slachterij, waarin een pomp voor wel-