VLISSINGSCHE COURANT No. 75. Zondag1 30 Juni 1889. 27ste Jaargang. LEVEN. Binnenland. HL 't Kan niet anders of zulke teleurstellingen maken dikwijls een onderwerp van gesprek uit. De een trekt het zich sterk aan en zegt ach het leven is eene aaneenschakeling van teleurstellingen en als men den eindpaal heeft bereikt en op de afgelegde baan terug ziet, dan ziet men eene geheele reeks van in rook vervlogene verwachtingen. Zij, die op deze wijze redeneeren, zijn degenen, die de aarde geheel als een tranendal beschouwen en zoover zouden kunnen komen om te wenscheu, dat ze maar niet geboren waren. Werkelijk aangename menschau in de samen leving Zoo denkt er gelukkig mijne oude nicht niet over, bij wie ik dan ook dol graag een uurtje wat ga babbelen, vooral wanneer ik iets op mijn hart heb, dat er af moet. Nog geheel vervuld van die rupseugeschiedenis bezocht ik haar en stortte al mijne veront waardiging uit, al was ik er bijna zeker van, dat ik wel weer een lesje of een vermaning zou opioopen. Gedurende mijn verhaal breide ze onver moeid door, maar toen ik aan het einde van mijn grieven-relaas was gekomen, legde zij haar breiwerk neer, nam den bril af en legde dien voorzichtig op do tafel, ging in eene rechte houding in haren armstoel zitten, zag mij met hare nog zoo heldere oogen ferm aan en daar begon het Hoor eens, neef Antonius, (nicht noemt me altijd zoo, omdat ik naar haar eenigeu broe der beu genoemd anderen zeggen Anton of Toon) nu wou ik je waarlijk toch wijzer hebben Is me dat aangaan tegen die rupsen en lamenteeren over de weinige appels enz. Je moest je schamen Je bent nu toch waar lijk geeu kind meer en kunt au moest weten, dat dit de loop van 't leven is. Zijn alle boomen kaal geworden F Is er niet hooi in overvloed Staan de aardappelen niet prachtig mooi Heb je geen overvloed van groenten Of die peppels nu al blader loos staan, daarbij zal niemand veel schade hebben en als we St. Jan beleven, dan heb ben ze weer andere bladers. En nu zeg je bij je zeiven heel mooi, nicht 1 maar komen er dan ook nieuwe appelen aan de boomen Neennatuurlijk niet, maar AutoniusAn tonius I nog eens, je moest je schamen I Waarom Dat zal ik je zeggeD. Heel toeval lig ben ik er achter gekomen, dat jij die Casacara bent, die in de Vlissingsche Courant zoo heeft geschreven over de schoonmaak. Ik zal nu maar niet zeggen, dat jij je tijd misschien nuttiger kondet besteden dat zijn jou zaken. Enfinik heb de laatste stukjes met genoegen gelezen en tante Betja ook, omdat je daarin vertelt, dat er toch nut zit in 't schoonmaken. Maar als je dat nu zelf erkent en de menschen aanspoort tot het uitroeien van vuil en verkeerdheid, dan vraag ik je, waarom heb jij dan niet vooraf die rupsennesten laten uitroeien, die broeinesten van roovers en dieven, waartegen je nu zoo aangaat? Als jij dan zoo prijsstelde op je boomgaard, dan hadt je de boomen nauw- keurig moeten laten nazien. Maar neen dat laat je maar aan de natuur over. Die het doel wil, isoet de middelen aangrijpen, Antonius Als je dat hadt gedaan, dan kon je met recht zeggen let niet alleen op mijn woorden, maar ook op mijn daden, maar nu moet je zwijgen Eu ik zweeg, verbluft als ik was door zoo'n "troon) van woorden maar nog des te meer, omdat ik moest erkennen, dat nicht in den grond der zaak gelijk had. Door behoorlijke voorzorg hacj mjj werkelijk voor veel schade kunnen vrijwaren I Ik dacht evenwel nog meer. Door de rupsen te bestrijden, had ik 't kwaad kunnen voor komen. Ik had dus tegen den vijand moeten strijden. Het aangename, datgene wat het leven zoo bekoorlijk maakt, wordt aangeval len en moet beschermd, verdedigd worden en wie het einde wil, moot, zooals nicht zeide, ook de middelen willen. Er moet dus jn één woord in 't leven strijd gevoerd wor den. Die strijd is bij Dadeie beschouwing al zeer ongelijk. Neemt een paar kinderen, die op denzelf den dag geboren worden en die gij jaren lang bij hunne ontwikkeling kunt volgen, wat al verschil zal huu verdere levensloop niet op leveren We willen nu nog zelfs niet eens spreken van verschil in geldelijke omstandig heden. Aangenomen, dat die dezelfde zijn en daarbij betrekkelijk vrij gunstig, ook dan nog loopen de wegen, die zij inslaan, menig- malen zoo geheel anders. Ze hebben beiden 't levenslicht aanschouwd en hu zal het er maar van af hangen-, wat zij in lateren tijd verstaan door leven. Is leven alleen ademen, dus niet dood zijD, of is 't nog meer Van sommigen kan men den geheelen levensloop samenvatten in deze weinige woor den hij of zij werd geboren, at, dronk, en stierf. Of nog anders Bekend is 't verhaal omtrent dien hoogwelgeboren heer, die op een groot landgoed leefde, dat wil zeggen, woonde, en nog al benijders had wegens zijne rijkdommen. Eukelen dier benijders gaven na zijn dood zijne levensbeschrijving uit. Op den titel stoud het vermeld, wat men te wachten had. 't Boekje was in gesloten enve loppe en de koopers vonden daarin bij de opening niets anders dan een schoon blad wit papier, geheel onbeschreven. Hij had dus eenvoudig geleefd, geademd, zonder meer. Juist dat mee r, dat is 't. Ou) nu op de twee kinderen terug te komen, kan zich immers 't geval voordoen, dat de een bijna geen strijd te voeren heeft. Zijne mid delen zijn van dien aard, dat hij onbezorgd kan leven en zich volstrekt niet behoeft in te spannen. Hij komt er toch en 't ontbreekt hem nergens aan. De ander daarentegen ver loor vroeg zijne ouders, die hem al zeer weinig nalieten. Hij was er evenwel de man niet naar, om zich daardoor te laten ont» moedigen. Integendeelhij beseft ten volle, dat de oorlog begint, dat de strijd om 't be staan een aanvang heeft genomen, 't Leven heeft hem den handschoen toegeworpenbij heeft dien opgeraapt en zich schrap gezet. Wal al teleurstellingen, wat al nederlagen gedurig op 't punt, om te bezwijken, richt hij zich telkenmale weder op en hernieuwt den strijd. Hij stoort zich niet aan de spot ternij van heD, die hem zien vallen hij hoort alleen de stem van zijn geweten, dat hem aanmoedigt, om vol te houden en bij iedere overwinning, hoe gering ook, hem toejuicht en nieuwe kracht verleeut. En al eindigt het met hem Diet zooals iu vele romans, waar de held van 't verhaal ten slotte de overwin niDg behaaltal moet hij toch bezwijken en onderdoen in den strijddit staat vast, dat hij in den werkelijken zin van 't woord heeft geleefd. Oneindig vele ziju de nuauces van 't leven zelf en van den strijd, die daarin gevoerd wordt. Een paar voorbeelden zullen dit onder scheid duidelijk kunnen aantoonen. Vlissingen, 29 Juni. Naar wij vernemen i6 gisteren avond laat het bericht ontvangen, dat de Shah van Perzie, zich op Zondag e. k. niet hier zal inschepen, maar van Antwerpen de reis naar Engeland zal aanvaarden. Daartoe zal het koninklijk jacht niet ,op de haven komen, zooals is gemeld, doch is dit heden morgen deze stad reeds gepasseerd, met bestemming naar Antwerpen. Van 22 tot SS Juni zijn alhier uit Queeuboro met de mailbooten der stoomvaart maatschappij //Zeeland" aangekomen, met de nachtbooten 590 en met de dagbooten S3S, daarheen vertrokken met de nachtbooten 577 met de dagbooten 359, alzoo samen aangeko men 822 en vertrokken 986 passagiers. Omtrent de alhier gevatte thans in het huis van bewaring te Middelburg vertoe vende Eogelsche zakkenrollers verneemt de Midd. Ct. het volgendeDe oudste geeft voor te zijn James Phillips, 65 jaar oud, geboren en wonende te Stratford de jongste Charles Hoare, 60 jaar oud, geboren en wonende te Enfield. Wat de toedracht der zaak betreft is het volgende bekend geworden. Een Amsterdamsch handelaar miste bij het vertrek van de //Prinses Marie" van Queenboro ziju diamanten doekspeld, en of schoon hij eerst dacht aan de mogelijkheid van die te hebben verloren, kwam hij weldra tot een ander gevoelen, toen het hem bekend werd dat een Duitscher, die voor zaken naar Frankfort op reis was, zijn portefeuille miste met een zeer groot bedrag aan waarde. Hij opperde tegen een bekende het ver moeden dat er zakkenrollers aan boord koD- den zijn en .beiden besloten een oog in bet zeil te houden. Bij aankomst van de mailboot te Vlissin gen bemerkten beide heeren hoe een En- gelsch gentleman, Hoara, aan een passagier een zakboekje ontrolde en dat aan eeu ander, Phillips, overgaf. De persoon, die zijn speld kwijt was, volgde den man wien het boekje was over gegeven zag dat deze naar de retirade ging en overtuigde zich dat daar het zakboekje, dat geen waarde bevatte, was weggeworpco. Hij ging toen tiaar de wachtkamer, zette zich dicht bij Phillips, pakte dezen eens klaps beet en gaf den aanwezigen kennis dat hij een zakkenroller gevat had. P. ver dedigde zich, maar moest weldra voor de overmacht bukken, daar allen zich tegen hem keerden. De politie kwam tusschen beiden en nam hem en twee andere verdachte personen in arrest j allen werden scherp in het oog ge houden en öm te voorkomen dat zij iets van hetgeen zij bij zich hadden, wegmoffel den, werden zij per rijtuig naar het politie bureau overgebracht. Alvorens gefouilleerd zijn, trachtte P. nog een rolletje papier, dat bij nader onderzoek een deel van het gestolene bleek te zijn, te vermoffelen, wat hem echter niet gelukte. Phillips toonde zich in kleeding en ma nieren, zoowel voor als -tijdens zijne arresta tie, een gentleman, waartoe zijn eerbied waardig uiterlijk niet weinig bijdroeg. Zijn collega was, ofschoon fijn gekleed, ruwer in zijne manieren. Op den laatste werd eenvoudig reisgeld gevonden, maar in het bezit van den eerste was de doekspeld en de gestolen gelds waarde. Die was nogal aanzienlijk, want in cheques en geldswaardig papier vertegen woordigde zij een bedrag van niet minder dan ongeveer f 32,000. Natuurlijk ontkenden beiden alle schuld. De bezitter van do speld en het papier be weerde niet te weten hoe dat in zijn bezit kwam, hoewel de plaats, waar hij het ver borgen had, allen twijfel daaromtrent wegnam. Eene opmerkelijke bijzonderheid is dat de drie personen die aangebonden zijn een i9 er, zooals men weet, op vrije voeten ge steld in het bezit waren van plaats kaartjes naar Rotterdam en alle drie gelijke zakdoeken en gelijke petten bezateD. Uitgemaakt is dat de thans gearresteerden uiterst slimme kerels zijn, die verklaren elkander volstrekt niet te kennen maar toch op alle eventualiteiten bedacht schijnen. De Vlissingsche politie heeft door hunne aanhouding een grooten dienst aaD het alge meen bewezen. Aan den beroofden Duitscher, die te Lon den sedert gemimed tijd woont, is de aan zienlijke waarde in cheques teruggegeven, nadat de officier van justitie te Middelburg daartoe het noodige verlof had verleend en afschrift der cheques had doen vervaardigen. hun verblijf aldaar, eenige hunner liederen voor te dragen, tengevolge waarvan een druk bezoek onzer schoone badaangelegenheid op morgen wordt aanbevolen. Naar wij vernemen zullen zich onder het aantal pleizierreizigers, die morgen alhier worden verwacht, ook bevinden de leden van de Duitsche Liedertafel van Antwerpen, die zich bereid verklaard hebben in de zaal van het //Grand Hotel des Bains1', gedurende Op de agenda der zomerzitting van de Prov- Staten vau Zeeland komt o. m. voor een voor stel van Ged. tot het aangaan van een nieuwe leening van 4-90,000 a 8*/s pCt., ter aflos sing van de tot dat bedrag loopende geldlee- ningen a pCt. Verder zulleD in behandeling komen ver schillende adressen van inwoners vaD Borsele c. a. en van Ellewoutsdijk c. beide inhou dende verzoek tot oprichting van een aanleg steiger, bij voorkeur voor hunne gemeenten. Door de gemeente Goes is de hulp der Prov. St. ingeroepen in de kosten voor den bouw eenor nieuwe sluis aan bet einde der baveD,het z. g. Goesche Sas. Het voorstel van Gedep. Staten luidt om aan de gemeente Goe9 een renteloos voorschot te verstrekken vaD hoogstens f 120.000, (de kosten voor het geheele werk zijn geraamd op 175.000.) De gewestelijke commissie van het Onder steuningsfonds van het Nederlandsch Onder wijzersgenootschap in de prov. Zeeland heeft tot haren voorzitter gekozen den heer J. Kou— seroaker, hoofd der school te Nisse en tot secretaris den heer M. Walraven van de Garde, hoofd der school te Noordgouwe. Den 2 Juli worden 29 korporaals van het instructie-bataljon overgeplaatst bij de verschillende regimenten infanterie en bij het reg, gren, en jagerstegeu den volgenden dag zijn 52 jongelieden opgeroepen om, na aan de eischen van toelating te hebben voldaan, bij het bataljon in dienst te wor den gesteld. "Van de pupillenschool te Nienwersluis zijn gisteren te Kampen aangekomen 11 jongelingen, om bij het instr. bat. hunne verdere opleiding te ontvangen. Naar men verneemt is de Tweede Kamer tegen Dinsdag 9 Juli a. s. bijeengeroepen. De Minister van waterstaat, handel en nij verheid brengt ter algemeene kennis, dat bij koninklijke besluiten van 2é Mei 1889 (Staats blad no9. 67 en 68) het port der brieven en verdere stukken,die gewisseld worden tusschen het rijk en zijne koloniën en bezittingen in Oost- en West-Inaië, nader is geregeld en vast gesteld aldus a. Bij verzending langs den rechtstreek- schen zeeweg voor brieven op 10 cent gefrankeerd en 20 cent ongefrankeerd voor elk gewicht van 15 gram of gedeelte van 15 gram, voor briefkaar ten onveranderd voor papieren en bescheiden, gedrukte stuk ken en monsters op 2 cent, voor elk gewicht van 15 gram of gedeelte van 50 gram, met een minimum van 10 cent voor de papieren en be scheiden en van 5 cent voor de monsters. b. Bij verzending anders dan langs den rechtstreekschen zeeweg voor brieven en briefkaarten onveranderd voor papieren en bescheiden, gedrukte stukken 6D monsters op 8 cent voor elk gewicht van 50 gram, of gedeelte van 50 gram, met een mini mum van 15 cent wat de papieren en beschei den en van 5 cent wat de monsters betreft. De bovenvermelde port verminderingen zijn voor de verzendingen uit Nederland, te reke nen van 1 Juli aanstaande, van kracht. De rederijkerskamer //Aurora" te Zwolle heeft in hare jongste vergadering besloten tot het houden van een tooneelwedstrijd op een nader te bepalen dag in de maand. No vember 1889. De uitgeloofde prijzen zijn Voor het blijspel, le prijs gonden medaille en vijf en zeventig galden, 2e prijs zilveren medaille bd vijf en twintig gulden. En als personeels prijzen zullen worden toegekendvoor de beste tooueelspeelïter, zilveren medaillevoor den besten tooneel-» speler, zilveren medaille,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1889 | | pagina 2