VLISSINGSMIE COIRAN
No. 73.
Woensdag 26 Juni 1889.
27ste Jaargan
Gemeentebestuur.
Binnenland.
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187
Prijs per drie maanden 1,Franco per 1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich. bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
U1ÏGBYEB:
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels 0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar
plaatsruimte berekent.
ft,"bSk' de G' L' DAUBE j Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- Zaterdag-avond.
Abonnementen voor België, Duitschland Engeland en
Frankrijk 1,65 per drie maanden.
Zij, die zich met hel volgend hoartaal, aanvangende 1° Juli
op de VLISS1NGSCHE COURANT abonneeren, ontvangen
de van heden tot dien datum verschijnende nummers gratis.
Burgemeester en Wethouders van Vlis-
overwegende dat er in de laatste tijden in
deze gemeente herhaaldelijk allerlei baldadig
heden worden gepleegd, zooals door het
inwerpen van glasruiten, beschadiging van
houtgewas, (zoowel in als buiten de stad,)
bekladden en beschrijven van muren, gedenk-
teekenen enz.
noodigen de ingezetenen uit, om ter voor
koming van dien, in het algemeen belang,
daartegen te helpen waken en hunne kinde
ren daarvan terug te houden en
achten het voorts niet overbodig er op te
•wijzen dat, ongeacht de nog van kracht
zijnde bepaling van art 6 der verordening
van Algemeene Plaatselijke Politie, strafbaar
met drie gulden, volgens artikel 424 van
het Wetboek van Strafrecht, alle baldadig
heden of straatschenderijen tegen personen
of goederen, waardoor gevaar of nadeel kan
worden teweeggebracht, worden gestraft met
eene geldboete van ten hoogste vijftien
solden, terwijl volgens artikel 14=03 van
het Burgerlijk Wetboek de ouders verant
woordelijk zijn voor de schaden dooi" hunne
minderjarige kinderen veroorzaakt
brengen ter kennis van wien het aangaat,
dat de noodige orders zijn gegeven aan de
Politie om op de overtreding der bovenge
melde strafbepalingen ten strengste te letten
en daarvan proces-verbaal op te maken, ten
einde door den strafrechter te kunnen worden
vervolgd.
Vlissingen, 22 Juni 1889.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
Hoofden en bestuurders van Fabrieken
en Werkplaatsen, worden opgeroepen véor
of op Maandag den 15 Juli e. k. ter Se
cretarie opgave te doen van het aantal
kaarten, dat door hen verlangd wordt, om
personen beneden zestien jaren in of voor
F1 BUIL: LET OW.
hunne inrichtingen arbeid le doen verrich
ten in den zin van art. 1 der wet van 5
Mei 1889 (Staatsblad no. 48,) houdende
bepalingen tot het tegengaan van overma
tige» en gevaarlijken arbeid van jeugdige
personen en vrouwen.
Vlissingen, 24 Juni 1889.
Burgcin. en Wetb. voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
De Secretaris,
F. N. VAN DDR BILT.
PERSONEELE BELASTING,
Afkondiging van het kohi&- der personeels
belasting no 1, dienst 1889/90.
De Burgemeester van Vlissingen,
maakt bekend
dat op beden bij hem ontvangen en aan
den rijks-oDtvanger is gezonden het execu
toir verklaarde kohier wegens de personeele
belasting no. 1, dienstjaar 1889/90
dat de daarop voorkomende belasting
schuldigen worden uitgenoodigd, om hunne
aanslagen op den bepaalden tijd aan te zui
veren, ook ter voorkoming van vervolgingen
en herinnert
dat de bezwaarschriften binnen drie maan
den na heden behooren te worden ingediend,
terwijl de aangifien ter bekoming van ont
heffing. ingeval van verhuizing, op grond
van art. 27 2, der personeele wet, moeten
worden gedaan bij den rijks-ontvanger, bin
nen ééne maand, volgende op die, waarin
het perceel is ontruimd.
En is hiervan afkondiging geschied waar
bet behoort, den 25 Juni 1889.
De Burgemeester voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
Uk het Duitsch.
3.) -
Een wonderlijke verhouding tusschon oom
en neef, dacht ik in het eerste oogenblik, zoo
geheel anders dan gisteren avond. Plotseling
kwam de gedachte bij mij op, dat er achter
dat alles een geheim moest verborgen zijn,
dat ik te vergeefs bij mijzei ven poogde op
te lossen. Ik kon den lust niet bedwingen
in den tuin af te dalen om mij te over
tuigen, of oom en neef ook in mijn bijzijn
deze eigenaardige familieverhouding zouden
bewaren. Ik ging, een liedje neuriënde,
den weg langs, toen de beide Italianen van
achter het boschje gearmd te voorschijn
kwameD. Zij begroetten mij allerhartelijkst
en waren verbaasd, dat ik na het ver
moeiende tochtje van gisteren reeds zoo
vroeg op was.
//Mijn goede oom is al een paar uur aan
het wandelen geweest/' zeide de marchese
singon werd gisteren door eene Commissie
uit huu midden, den heer en mevrouw Tuteiu
Noltheuius, naar aanleiding van hun onlangs
voltrokken huwelijk aangebodeneen fraai
zilveren rond schenkblad, vervaardigd in de
Kou. Ned. fabriek van gouden en zilveren
werken van J. M. van Kempen en Zonen te
Voorschoten, met de inscriptie
Aandenken
van
de leden van den Gcmeentei-aad
en den Secretaris
van
Vlissingen
18 25/4 - 89,
wolk onverwacht bewijs van hulde aan het
achtbaar hoofd dezer gemeente en zijne
g;.4e, door ben ouder de hartelijkste bewoor
dingen van erkentelijkheid werd aanvaard.
Vlissingen, 25 Juni.
Namens en vanwege de leden van den
Gemeenteraad en den Secretaris van Viis-
lacheud. //Hij wil volstrekt zelf de brieven
en couranten van de post halen. Daarom
ziet gij mij nu ook reed9 met allerlei depê
ches co couranten beladen."
Thans kwam het mij voor alsof de toon,
waarop deze woorden gesproken werden,
een weinig gemaakt was en alsof de wijze,
waarop de jonge man den oude vertrouwe
lijk glimlachend Op den schouder klopte,
iets gedwongens had. Ongetwijfeld speelden
zij, volgens mijn gevoelen, komedie. Spoedig
namen wij afscheid. Ik ging weg om te
zien, of alles voor de afreis in orde was,
terwijl de Italianen het huis binnentraden.
Een uur later reden mijne dames en ik
heeD, Dadat wij van graaf F. en zijne gemalin,
zoowel als van den marchese od zijn oom,
die aan het rijtuig kwamen, hartelijk afscheid
hadden genomen.
Veertien dagen later wareu wij in Ischia,
dat ons zoo beviel, dat wij besloten daar
eene week in plaats van een dag te blijven.
Op den derden dag waren wij zeer ver
baasd den graaf F. en zijne vrouw ons
hotel te zien binnentreden. Van weerszijden
veroorzaakte dit groote blijdschap. Zij deel
den ons mode dat zij hier tot het einde van
Mei dachten te blijven, om dan naar Zweden
terug te keeren. De gravin was zeer ver
moeid door de lange reis, en dus bad bij
Zaterdag 29 dezer wordt alhier op de rcede
verwacht het koninklijk jacht „Victoria and
A'bert," en Zondag ochtend komt het op de
haven, om den Shah van Perzië aan boord
te nemen, ter voortzetting zijner reis naar
Engeland.
- De le. luit. G. van Munster wordt van den
Helder naar Vlissingen overgeplaatst.
Bij kon. besluit is P. Verburg Jz. ont
slagen als 2e luit. bij het le bataljon rustende
schutterij in Zeeland.
Voorts zijn bij de rustende schutterijen be
noemd in de prov. Zeeland, le bat., tot le
luit.-adj. A. Maas tot off. van gezondheid
2e kl. J. J. Dekkerstot kapt. H. A. Boo-
gaert, jhr. mr. J. W. C. de Jonge van Elle-
meet, beideu thans le luit.en A. Keiser,
thans 2e luit.; tot le luit. G. Braam, thans
2e luit.J. P. van den Heuvel en J. F.
Fokker, thans schutter; tot 2e luit. P. J.
ter Woert, M. de Kan, J. D. A. Tjebbes,
M. C. Koole, J. Kooyman, de beide laatste
thans schutter, en P. S. Buteux.
Bij kon. besluit is de schout-bij-nacht J. B.
A. de Josselin de Jong bevorderd tot vice.
admiraal, roet bepaling dat hij voorloopig in
het genot zal blijven van zijne tegenwoordige
inkomsten van schout-bij-nacbt.
Op verzoek van den Minister van Marine
beeft ziju ambtgenoot van binnenl. zaken,
door tusschenkomst van de Commissarissen de3
Konings, tde gemeentebesturen uitgenoodigd,
de aanwerving van jeugdig scheepsvolk bij
's lands vloot zooveel mogelijk te bevorderen,
eu aan de voorwaarden van iridiensttredén
meer algemeen bekendheid te geveD. Daartoe
zijn aun die besturen circulaires gezonden,
ten einde die mede ter keunis to breugen van
de hoofden der voornaamste scholen voor open
baar lager onderwijs.
besloten in Casamicciola eenige weken
rustig en ongestoord door te brengen.
Dat de dames naar den beminnelijken
marchese en den zwijgenden oom vroegen,
behoef ik niet te zeggen.
Graaf F. deelde ons mede dat de beide
beeren in Napels zich van ben gescheiden
baddeD, daar de cavaliere zaken te verrich
ten bad op een landgoed in de nabijheid en
de marchese naar Rome wilde gaan om daar
eene betrekking bij de diplomatie te zoeken.
Wij maakten dikwijls tochtjes op bel heer
lijke eiland en zagen onze bekenden slechts
bij de maaltijden. De graaf roemde er op,
dat zijne vrouw zoo ijverig teekeude en hem
bereidwillig toegestaan had aan zijn harts
tocht tot hengelen bot te vieren.
„Hoe kon ik anders doen zeide de
gravin met een schalksch lachje. „Mijn goede
man heeft, sedert hij getrouwd is, geen heu
gel in de hand genome», en ik heb opge
merkt dat hij hem steeds met melancho
lieke blikken aankijkt. Ik mocht dus uiet
onbarmhartig zijn. Bovendien kan ik niet
verdragen dat men mij bij bet teekenen op
de handen ziet. Ik moet alleen zijn om ge
ïnspireerd te worden."
„Hoe jammer," zeide gravin Bogen, „an
ders zou ik u verzoeken mijne jongste nicht,
die waarlijk talent voor hel teekensn heeft,
Aan de Commissarissen des Konings ia door
den Minister van Binnenlandsche Zaken ver
zocht, de aandacht van de gemeentebesturen
te vestigen op het kon. besluit van 22 Mei
jl. (Staatsblad no. 66), betreffende vervroegde
betaling van koloniale pensioenen, en hen uit
te uoodigeu om, te beginnen met bet derde
kwartaal van dit jaar, dienovereenkomstig aan
de gepensioneerde koloniale landsdienaren en
gepensioneerde Indische weduwen de door hen
tot de ontvangst van hun pensioen benoodigde
attestaties de vita af te geven in de eerste da
gen der laatste maand van het kwartaal, waar
over de betaling loopt. Daarmede worden in-
tu8scben alléén bedoeld pensioenen en onder
standen. De afgifte van attestaties de vitla
wegens gagementen, toegekend aan gewezen
koloniale militairen beneden den rang van
officier, blijft dus bestendigd op of na den eer
sten dag V3n het kwartaal, waarover de beta
ling loopt.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft van Gedep. Staten nadere opgaven
gevraagd, uitsluitend de openbare scholen
betreffende, ten dienste der herziening van
de wet op het lager onderwijs. Inzonderheid
verlangt de Minister opgaaf van de op 30
Juni werkelijk ter schoolgaande kinderen.
Neemt men nu in aanmerking, dat de Mi
nister op dit oogenblik reeds in het bezit
is van het getal schoolgaande kinderen op
op uwe zwerftochten mede te nemen."
„Ik zou dat gaarne doen," antwoorde de
gravin, „maar dan moet ik er bepaaldelijk
van afzien zelf te werkeD. Ik kan er niets
aan doen. Cest plus fort que moi."
De gravin deed eiken morgen vroeg een
nauwkeurig onderzoek naar de plaats, waar
heen wij oDze schreden richten zouden, en
liet ons daarbij altijd hopen haar te ont
moeten. Wij zagen haar echter nooit, zoo
dat wij schertsend tot haar zeiden, dat zij
onze plannen slecht6 wenschte te weten, om
die plaatsen uit te kiezen, waar zij zeker
was ons niet te ontmoeten, waarover zij
hartelijk lachte. Haar gemaal nam echter
de scherts ernstiger op en verzekerde dat
zij hem dikwijls betuigd had, hoe innig het
haar speet dat zij ons niet ontmoette, en
werkelijk dikwijls het hotel met het voor
nemen verlaten had, ons op te zoeken.
Daags voor ons vertrek, dat ons veel te
spoedig toescheen, hadden wij plan nog een
maal den Epomeo te bestijgen. Aan da
tuinpoort stond als gewoonlijk de geheele
schaar van paard- en ezeldrijvers, die met
groote bekwaamheid hunne dieren aanprezen.
Ieder beroemde er zich op, dat niemand
dan hem de eer toekwam ons te bedienen,
daar ziju paard het beste was en wij hem
zoo goed als beloofd hadden slechts met