VMSSIMISOIE COURANT.
m
lekom.
gronje.
>e.
igen.
n.
No 54.
Woensdag 8 Mei 1889.
27ste Jaargang.
Bi""1'e l l'aó
Gemeentebestuur.
PUBLICATIE.
Een algemeen Belang.
PllDLLITON1,
Verkeerd Begrepen.
Binnenland.
3rovinciale
tot Candi-
te onafhankelijke,
van District en
lereenigmg
belang"
NGEN
Voorzitter.
IURG.
I BILT.
KELAAR, Secretaris.
ACHT»
VRE
Voorzitter.
retaris.
;cn mannen
:henonhekroonde
bevolen van
iicalo gonozing.
n 60 cent in post-
ïdor couvort,
Brauii6cliweig.
A M W I F. N 8 T
en Middelburg vv.
6, 6.30, 8, 9,30, II, nm.
10.15.
«.ssiugeu fit. 5,30, 7,15, 8,15
4,15, 5,45, 7,15, 8,45, II.
va» VÜBsingen en 5,30 ven
op werkdagen.
«GEOIEN8T
ire eu Vlisaingeu v v
m 6,20f, 8,—, 9,15t 10—
40+, '2,30, 8,80+, 5,—, 6,30+,
8,—9,10,H.—
lOf, 3,30, 4,30+, 6,—, 7,80+
xan de Keersluis «tan,
le vertrekurcu met eeo zijn
'itnaaclieuBtations slilgthoude*
IIOTDlENST
ascfcen
lburg en Rotterdam
iggende plaatsen
E I.
van Middelb,
vm. 9,45
9.45
9,45
9,45
KtlOTlHENST
urg en Zierikzee v.v.
|l E l
van zierikzke:
Maandag 6 vm. 6.—
Dinsdag 7 nm. M"
W.tn.Jag 8
Donderdag 9 8,80
Vrijdag 10
Zaterdag 11
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels ƒ0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag1- en Zaterdag-avond.
Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland
Frankrijk 1,65 per drie maanden.
De BURGEMEESTER eu WET
HOUDERS van Vlissingen;
maken bekend
dat, ter heugelijke en dankbare
berinnering aan Zijner Majesteits
Veertigjarige Regeering en gezegend
Bestuur, op aanstaanden ZONDAG
en MAANDAG 12 en 13 dezer maand,
van de Openbare Gebouwen Neêr-
iands Vlag zal wapperen, terwijl op
MAANDAG AVOND bovendien het
Raadhuis zal woideu geïllumineerd.
Zij noodigen de iugezetenen uit,
op gelijke wijze van hunne vreugde
daarover blijk te geven.
Vlissingen, 4 Mei 1889.
De Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
Th. VAN UIJE PIETERSE, L. B.
De Secretaris,
F. N. VAN DER BILT.
(Ingezonden.)
TTet is een kenmerk van eeD beschaafd
dat het de ruwe zeden van weleer heeft
,;gd en zich door zachtere zeden onder-
;dt.
aar al mag een volk eene beschaafde
heeten, daaruit volgt Dog niet, dat
leden dier natie zich door beschaving
«erken. Hoe algemeener de beschaving
n een volk verspreid is, des te hooger
fc dat volk.
_lep behoeft zich maar weinig moeite te
geven om te bespeuren, dat, wat den een
tl i maak geeft, den ander onaangenaam aan
doet. En vooral de keuze der vermaken is
afhankelijk van den hoogeren of lageren
graad, dien de beschaving bereikt heeft. We
Uit het Duitsch,
van W. HEIMBURG.
En plechtig klonk het van hare lippen
,Zoo leerden wij elkander op deze aarde,
Vaat de zou slechts zoo kott haar stralen verspreidt,
Slechts voor eene poos kennen. Maar als
Eenmaal alle tranen goweoud zijn, vindon
Wij elkander weder om nooit weer to scholden."
Toen wendde zij zich schielijk van mij af.
//Heel mooi, Frieda, raaai mij dunkt dat
dit nu juist geen grafschrift op een jager is.
//Ge kont wel gelijk hebben" zeide zij en
brak een paar takjes klimop af eu toen
?ohre©d zij mij weder vooruit langi het
zien dan ook vermaken, die voorheen vrij
algemeen wareD, zooals katknuppelen, paling
trekken, cdz. tengevolge van het toenemen
der beschaving gelukkig niet meer. Mogen
er ook al menschen zijn, die zich ook thans
nog met zulke barbaarsehe uitspanningen
zouden willen bezighouden, zij zullen toch
wel niet talrijk zijn en zeker allengs minder
in aantal wordenwant de wet verbiedt
dergelijke wreedheden, en slechts het zien
van het vreeselijke kan den mensch er mee
vertrouwd maken, en eerst als hij er mee
vertrouwd is, kan hij er vermaak in vinden.
Hoewel we moeten erkennen dat we thans
een tijd beleven, waarin de mensch in het
algemeen veel menschelijker is dau weleer,
zou men zich bedriegen door te meenen reeds
ver genoeg te zijn. Er valt integendeel nog
veel te doeD.
Ik heb volwassen menschen zich zien
vermaken met den angst van een paar kippen.
De dieren zaten in een kippenmand om ver
zonden te worden. Eenige mannen (I) lieten
een grooten hond, dien ze bij zich hadden,
de mand langzaam naderende beesten (ik
bedoel de kippen) vreezende voor hun
leveD en niet wetende dat de mensch, het
evenbeeld Gods, zich slechts wat wenschte
te vermaken, fladderden al kakelend door
de mand, wanhopig uitkomst zoekende, zon
der die te vinden. De mannen (siclach
ten natuurlijk dat zij schnd'den.
Zoo iets moest in onze hedendaagsche
maatschappij niet voorkomen, maar hot komt
voorwe mogen het betreuren, maar het is
niet anders
Wie zich hiermede van de zaak denkt af
te maken, verzuimt zijn plichtimmers als
iets niet goed is, behoort men niet zich met
eene verzuchting van alle inmenging ont
heven te achten, maar men is verplicht naar
middelen te zoeken om toestanden, die niet
goed zijn, ten minste goed te doen worden.
Deze laatste overwoging is het, die mij er
toe brengt het volgende op te merken en
onder de aandacht van de lezers der VLis-
singsche Courant te brengen misschien wordt
dan ook de aandacht van hen er op geves
tigd, die de macht bezitten verbeteringen
aan to brengeD.
Slechts het zien van het vreeselijke, maakt
den mensch er mee vertrouwd, verhardt zijn
gemoed en brengt hem tot daden, waartoe
donkere bosebpad.
Toen ik met mijne moeder de vacanlie
bij oom den opperhoutvester in het Hartsge
bergte doorbracht, zal wel menig woordje in
den vertrouwolijken familiekring gewisseld
zijn over den omstreeks bet midden der
vorige eeuw gestorvenen overgrootvader. En
als nu mijne grootmoeder of mijne oude
tante Ricke, die anders een door en door
prozaïsch mensch was, van hem vertelde en
mijn oom of de stokoude kastelein van het
hertogelijke kasteel, die nu en dan in zijn
slaaprok en pantoffels naar de houtvesterij
kwam om eeu uurtje te praten, berichten van
hem mededeelde, altijd kwam zijne gestalte
met, een waas van eGhte poëzie, als een geu
rige groene dennenboom, uit de lijst van
het verhaal te voorschijn. Want van de
toenmaals nog in leven zijnde leden der
familie had bem natuurlijk niemand gekend,
en slechts mijne hoogbejaarde overgroot
moeder herinnerde zich hem eenmaal gezion
te hebben, toen hij als kluizenaar met een
ouden factotum tot bediende, die te gelijk
tfa funotiën van keukeumeid eu gezelsohaps-
hij anders niet zou gekomen zijn. Vandaar
dat oorlogen zoo verderfelijk werken. Het
zien van gewonden, van stervenden, van
lijken op en over elkander liggende; het
zien van bloed, het verandert zelfs den
zachtmoedige in een bloeddorstige 11 tijger.
Zij, die bij den aanvang van den strijd het
hart onrustig voelden kloppen bij de ge
dachte, dat zij straks menschen, als zij zelf
zijn, zouden moeten neerschieten, voelen na
korten tijd van dergelijke gewaarwordingen
niets meer. Ze weten dan niet beter of het
behoort zoo. En naderhand zullen zij een
menschenleven, zoowel dat van anderen als
van zich zelf, veel minder achten dan beta
melijk is. Daaraan zal het dan ook wel
toegeschreven moeten worden, dat in Frank
rijk en Duitschland het aantal moorden en
zelfmoorden in 1872, dus één jaar na den
Fransch-üuitscben oorlog, zoo onevenredig
veel grooter was dan in 1869, het jaar, dat
aan dien Reuzenstrijd vooraf ging. Het
bloedige slagveld had de beschaving vele
schreden terug doen gaan.
Waar we du toestemmen, dat het zien
van het vreeselijke, vreeselijke eigenschappen
'kweekt, tot vreeselijke handelingen voert,
is het de roeping vaD ieder die werkelijk
het volk, waartoe hij behoort, lief heeft en
h f daarom zedelijk verheffen wil, al wat,
hij verkeerds ziet, al wat als schadelijk voor
de beschaving moet aangemerkt wordeD, te
bestrijden met al de kracht die in hem is.
Onder de zaken die schadelijken invloed
uitoefenen, behooren de slachtplaatsen, althans
wanneer het slachten daarin door de voorbij -
gangers gezien kan worden. Wie meenen
mocht, dat dit niet veel beteekent, bedenke,
dat de toeschouwers meerendeels kinderen
zijn, en dat de kinderziel als was is, waarin
licht diepe indrukken ontstaan. \Yie een
volk wil verheffen, beginne met de kinderen
wie den mensch afkeerig wil maken van het
wreedaardige en het ruwe, beginne met al
wat aanleiding tot wreedheid en ruwheid
geeft, van de jeugd verwijderd te houden.
In vele plaatsen is men reeds sedert
jaren van deze waarheden overtuigd, blijkens
de bepalingen, die daar op de inrichting
van slachtplaatsen bestaan, en bevreemdend
mag het hoeten, dat slechts in de grootere
steden van ons land op die zaken schijnt
dame vervulde, in bet Roode Huis
had.
z/Ik weet het nog zoo goed alsof het van
daag gebeurd is," placht zij te zeggen, „ik
zat op den tuinmuur en at druiveD ik kon
toen zoo wat een ding van acht of negen
jaar geweest zijn het was een Octoberdag
wij hadden reeds nachtvorsten gehad en de
druiven waren door de vossen gelikt
daarom smaakten zij zoo zoet. Daar kwam
een man uit de tuinpoort van het kasteel
langzaam en peinzend aangetreden hij zag
er wonderlijk uitzijne kleederen waren
ouderwetsch, doch goed onderhouden, en zijn
haard en haar zilverwit. Verbaasd keek ik
hem aan toeu hij naderbij kwam hij liep
onzen muur langs, eu juist toen hij op de
plaats was, waar ik mij nieuwsgierig voor
overboog, keek hij naar boven en ik
weet niet meer hoe hij er uitzag, slechts
dat weet ik nog dat in zijne oogen tranen
stonden en dat ik onwillekeurig en met
diepen eerbied //goeden dag 1" tot hem zeide.
01 hij mijn groet beantwoordde, herinner ik
mij niet meer, Een half uur later ging
gelet te worden, vooral als men bedenkt dat
eene bepaling, die verbetering kan aanbren
gen, geene kosten vraagt van ben, voor wie
die bepaling zou gelden; waüt ze behoeft
slechts het voorschrift te bevatteD, dat
geen dier geslacht mag worden,
of de slachtplaats moei door
eene deur van de straat afge
sloten zijn, zoodat het slachten
voor de voorb ij gangers niet
zichtbaar ia.
Mocht dit schrijven er iets toe bijbragen
om de aandacht der bevoegde macht te
vestigen op de wenschelijkheid van eenige
verordening op het slachten van vee, dan
zou het doel er van bereikt zijn.
VlissiDgen, 1 Mei J89. Z.
Vlissingen, 7 Mei.
Gisteren avond arriveerde alhier met den
sneltrein uit Duitscbtand, Z. D. H. prins Chris-
tiaan van Sieeswijk-HolsteiD, die, met de aan
sluitende mailboot //Prinses Elisabeth," over
Queeuboro naar Londen reisde.
Een van de le klasse passagiers der gisteren
ochtend van Quocnboro alhior aangekomen
mailboot „Prins Hendrik," commandant D.
W. van Boven, sprong in den vroegen morgen,
ter hoogte van Blankenberghe, in zee.
Gelukkig werd hij aan boord opgemerkt, de
boot onmiddellijk gestopt, eene sloep gestreken
en bemand en de drenkeling door deze opge
nomen en in bewusteloozen toestand weder op
de mailboot gebracht, waar men, door zorg
vuldige behandeling en door het toepassen der
bekende voorschriften, er in slaagde de levens
geesten weder in hem op te wekken.
Na aankomst der mailboot werd de geredde,
die verdere verpleging behoefde, per rader-
brancard naar het gasthuis gebracht.
De R. Kath. kiesvereeuiging te Middelburg
heeft, in zijn Vrijdagavond gehouden verg. be
sloten bij do a. 8. verkiezing voor de Prov.
staten geen kandidaten te stellen, die der anti-
revol. niet te steunen en aan de verkiezing
geen deel te nemen.
Aan het Provinciaal bestuur is een request
echter bet gerucht door de stad, dat prins
Christiaan dood wae, dat de vriend uit zijn
jeugd, met wien hij zoo lang in vijandschap
verkeerd had, aan zijn sterfbed gestaan
en hem, nadat zij met elkander verzoend
waren, de oogen had toegedrukt,
Aldus luidde het verhaal van grootmoeder.
En nu kwamen er nog geheimvolle gissingen
bij en kwelde men zich vergeefs het hoofd
om de oorzaak te ontdekken waarom beiden,
die in hunne jeugd door de gloeiendste
vriendschap verbonden, zoo op eens van
elkander gescheiden waren. Na en dan werd
er een vrouweDnaatn tusschengeworpen, maar
niemand wist iets meer, en slechts dit feit
stoud vast, dat de onderdaan aan deu prins
de vriendschap had opgezegd en dat, hoe
dikwijls deze hem ook de vorstelijke hand
der verzoening bood, zij met een aan ver
achting grenzende koelheid werd terugge-
stooten, zonder dat de vorst zijn geduld of
langmoedigheid verloor. Toen echter de
opperhoutvester oud en grijs geworden was
en zijn ambt wilde nederleggeD, werd hem
het //Roode Huis" als eigendom toegewezen