No 53. Zondag 5 Mei 1889. Gemeenteraad. 2 6 ste Jaargang. mjssi\i;si:iic courant in. Mevrouw was zoo verstandig om bij de terugkomst van haren gemaal het vorige on derwerp niet op het tapijt te brengen. Hij moest in dezen een weinig aan zijn eigene overdenkingen overgelaten wordeD, en dan zou hij er van zelf wel over beginnen. Ter loops zij aangemerkt, dat de vrouwen deze taktiek dikwijls met het meeste succes aan wenden. Het gevolg bleef niet uit. 's Avonds begon mijnheer van Brenk uit eigen beweging over de zaak te praten, toen men aan de thee tafel zat. Voor hem was nu de strijd in zooverre minder gunstig, daar de strijdkrach ten van mevrouw aanmerkelijk vermeerderd waren, want was zij 's morgens alleen, nu zaten ook de beide dochters in deü kring eu om het nu vau drie dames te wiunen, dat is bepaald odmogelijk. Na een paar malen zijn keel geschraapt te hebben bij wijze vau inleiding zei hij „Je hebt van morgen over een nieuw kleed gesproken, vrouw 1 alsof dat maar zoo'n bagatel was, maar me dunkt, dat het oude nog zeer goed kon worden opgelapt. Zoo'n groote uitgaaf maakte ik nu liever niet." //Dat gaat niet 1" was 't antwoord. //Je be grijpt toch wel, dat ik het eerst nauwkeurig heb onderzocht, maar de behanger ziet er geen kans op." z/Ja die levert natuurlijk liever een nieuw Die meuschen denken, geloof ik, dat iemand 't geld op den rug groeit. Waarom heeft hij dan geen beter waar geleverd ,/Dat ligt aan de fabriek. Hij zit er ook niet in. 't Is voor hem ook niet prettig." „Maar wat komt bet er bier in deze kamer 'joolc op aan 't Is de huiskamer maar De hulptroepen rukken aan.) //Maar pa!" zegt Lize. ,/Dat meent gij niet 1 Deze kamer is altijd voor u en voor ons de prettigste kamer. zit altijd 't liefste hier. Komt er bezoek, dan moet ieder hier gebracht worden en menigeen heeft u reeds verzekerd, dat men hier veel prettiger en gezelliger zit dan in 't deftige salon. En dan dat heerlijk uitzicht op den tuin. Niet ieder een heeft zoo'n achterkamer 1" „Neeu l dat zal waar zijuIk zou ze ten minste met menig andere van onze kennissen niet willeu ruilen z/Weet u nog wel," zeide nu de andere dochter, „hoe mooi mijnheer Verburg ze vond eu die woont toch iD een prachtige villa." „Ja I dat weet ik zeer goed, maar jij be grijpt niet, dat al die aardigheden een hand met geld kosten. Toch heb je gelijk, er komt nog al eens iemand maar, hm dat goed van dien behanger is dan toch slecht geweest." „We zouden wel een ander k*3Utoor kunnen opzoeken," liet mevrouw zich hooreu, die wel begreep, dat de zaak vooruitging. „Wan neer je zelf eens aan die firma schreef, dan kon je 't zoo direct vau de fabriek krijgen. Dat doen ze wel voor u." „Ik ben ton minste nog al bekend met die firma. Mij zullen ze 't wel niet weigeren 1" „Wie weet, welke muoie patronen ze u zenden, pa 1" juichte Lize. „Voor pa zullen ze wel wat degelijks uit zoeken I" zei Betsy. „Ze weten wel, dat je bij pa met geen vod- dengoed moet aankomen 1" sprak mevrouw. 't Einde van den strijd was de overwinning der dames. Mijnbeer gaf zich over, maar be hield zich het recht voor, om er zelf voor te zorgen, wat gereedelijk werd toegestaan. Mevrouw had gerekend op eene kwaliteit vaa een gulden de el, en mijnheer Van Brenk, die zich eerst zoo stellig tegen den aankoop verklaard had, schreef nu niet alleen stalen, maar toeu die er eenmaal wareD, hoos hij er een uit van 1.40 de el, terwijl de ondeugende dames in haar vuistje lachten. Voor dat het nieuwe kleed gelegd was, deed men nog een andere ontdekking, die hier alleen als een waarschuwend voorbeeld wordt bekend gemaakt. Po dames vonden het kleed zeer mooi, 't patroon beelderig en de kleuren zoo frisch, maar weinig overeenkomend met de kleuren van 't behangsel. Het laatste was daarenboven al drie jaar oud en 't viel niet te ontkennen, dat het uieuw er totaal' af was. Vroeger had eD dit niet zoo duidelijk opgemerkt, want toen waren kleed en behangsel meer rnet elkander in overeenstemming. Nu echter deed het werkelijk mooie kleed het onoogelijke van het behangsel des te sterken uitkomen. Die arme mijnheer van Brenk Hij bevond zich in den toestand van iemand, die tegen zijn zin a heeft gezegd, en zich daardoor in de onvormijdelijke noodzakelijkheid bevindt, om b te zeggen. Er was toch waarlijk niets aan te doen Hij zag het zelfdat nieuwe kleed was, zonder 't nieuwe behangsel, een vlag op een modderschuit. Kunnen wij in ge- moede het den goeden mau ten kwade duiden, dat hij in de eenzaamheid zittende en na denkende over de gemaakte kosten, de ver zuchting slaakte1: „Was dat ongelukkige schoonmaken maar uitgebleven, dan hadden ze mij Diet zooveel geld uit den zak geklopt, 't Is wouder, dat de stoelen nog goed genoeg waren. Dat ont brak er nog maar aaD Ik zou kunnen voortgaan met bet schilde ren van slachtoffers, zonder waarlijk te sterk te kleuren en dan zouden die slachtoffers niet alleen manneD, maar ook wel degelijk vrouwen zijn. Wanneer we in dezen oDzaligen tijd hier en daar een kijkje konden nemen, dan zagen we nog wel een wanhopigen maD, die zoekende is in zijn studeerkamer, waut hoe nadrukkelijk hij ook heeft gewaarschuwd, ja gebeden en gesmeekt heeft, om zijne pa pieren en boeken toch onaangeroerd te laten, 't heeft hem niet geholpende schoonmaakster heeft netjes alles op elkander gestapeld, maar juist daardoor sommige papieren bedekt en onzichtbaar gemaakt, zoodat de goede man geruimen tijd vorgeefsche moeite aanwendt, om iets te vinden, dat hij boog noodig heeft, want natuurlijk zal bij bij zoo'n zoekerij wel gedurig in handen nemen, wat hij niet zoekt, terwijl 't papiertje, waaraan hij zoo dringende behoefte beeft, zich verscholen houdt. De ijver van de personen, belast met hetrei- nigings-proces gaan dikwijls zelfs te ver in hunnen ijver, zooals'l bijvoorb. ging met den man, die een groot liefhebber van muziek was en een prachtige violoncel bezat, die hem veel geld had gekost en waarop hij trotsch was. Gedurende de gevreesde periode der schooumaak was hij een paar dagen van huis gegaan, om de heerschende drukte te ont- loopen en van die zoo gewenschte afwezigheid had zijne vrouw gebruik gemaakt, om ook mijnheer's kamer eene ferme en waarlijk, zoo boog noodige beurt te geven. De schoon maakster kreeg strenge orders om de papie ren en boeken wel af te stoffeD, maar vooral weer goed op hunne plaats te zetten. Verder liepen de aanwijzingen juist niet. En wat gebeurde er? De schoonmaakster vond ouder meer andere meubeleu ook de violoncel en nog een viool, en volgens haar bescheiden meening moesten ook deze wel ter dege ge reinigd en gezuiverd worden, maar dat groote diug eischte nog al moeite en om 't nu vooral goed schoon te makeD, nam zij 't mede naar een ander vertrek, waar ze ruimer plassen kon en daar werd noch water noch moeite gespaard. Terwijl ze daarmede juist bezig is, komt onverwachts de eigenaar terug en als door een geheimzinnige angst voortgedreven, ijlt hij naar zijn kamer, waar zijn lieveling is. Helaas hij vindt ze niet en verder zoe kende, bereikt hij de kamer, waar zij aldus vermoord wordt. ZaL ik trachten, zijn wauhoop te beschrijven Dat waag ik niet. Maar laat ieder zich uu eens zoo'n toestand voorstellen, zonder aangegrepen te worden door hevige ergernis tegen de schoonmaak casacaea. Zitting van Vrijdag3 Mei. Voorzitter, de heer Van Uije Pieterse» waarnemend burgemeester. Afwezig de heer W. L. Winkelman, met kennisgeving. Alvorens tot de behandeling der punten op de agenda voorkomende, over te gaan, zegt de voorzitter het volgende Voor dat we onze werkzaamheden aanvan gen Mijne heeren, willen wij onze dankbaarheid uitspreken, dat Z. M onze geëerbiedigde Koning, gelukkig is hersteld en daardoor de wetgevende macht, in vereenigde zitting, het voorrecht bad te kunnen verklaren, dat bet geval, bedoeld in art. 38 der grondwet, heeft opgehouden te bestaan dat alzoo Z. M. de waarneming zijner regeering weder heeft kunnen hernemen. »Dit is voor het Nederlandsche volk eene heugelijke tijding, waarvoor wij Gode dank baar zijn 1 •Moge Zr. Ms. dierbaar leven nog vele jaren, in gezondheid, woeden gespaard, zijne regeering nog langen tijd door Hem worden waargenomen, tot heil van Nederland, tot geluk van onze geliefde Koningin en het het beminde Prinsesje. Gij zult zeker, Mijne beeren, uwe instemming daarmede wel willen bevestigen, door met mij uit te roepen: sLeve de Koning," waaraan door de leden van den raad staande werd voldaan. De voorzitter stelt hierop voor de geluk- wenschen van den Raad aan Z. M. aan te bieden in het navolgende telegram, dat bij acclamatie werd aangenomen Aan zijne Majesteit den Koning De gemeenteraad van Vlissingen, in openbare zitting bijeen, biedt U. M. zijne oprechte geluk' wenschen aan met D. M. gelukkig herstel en de herneming uwer regeering. •Moge die nog vele jaren door U. M orlder Gods zegen worden waargenomen, tot heil van Nederland, tot gelulc van Nederlands Koningin en tan het dierbaar vorstenkind Be notulen der vorige zitting worden ge- ie2r£)en 'goodgekeurd. De voorzitter deelt mede de verkregen goedkeuring van Ged. staten op de raads besluiten betreffende bet beschikken over deu post van onvoorziene uitgaven der begroo ting 1889 en het af- en overschrijven van posten op de begrooting 1888 Wijders dat was goedgekeurd de ge meenterekening over 1S87, bedragende in ontvang ƒ221132.73, in uitgaaf ƒ214897.03, alzoo met een goed slot van ƒ6235.70, welke mededeeliugen voor kennisgeving wor den aangenomen. Worden overgelegd Het 23a verslag over 188S van de ver- eeniging tot het verleeneu vau hulp aan minvermogende ooglijders voor Zuid-Holland, gevestigd te Rotterdam hot ingekomen ver slag der gemeente Delft en de inventaris van het oud-archief te Tholeu, benevens de 135e rekening vau het fonds der Zeemans- cn Visschersbeursmet daarbij ge voegd verslag van genoemd fonds, over '88, sluitende voornoemde rekening in outvang met 97277,95", in uitgaaf met 96077,03, alzoo met eeu batig saldo van 1200,92". Als leden van het stembureau voor de verkiezing van leden der Provinciale staten van Zeeland op 14 Mei a. worden aange wezen de heeren F. H. J. Wibaut en C. A. Kalbfleischals plaatsvervangende leden, de heeren dr. J. v. d. Beke Callen- fels en Job. van Kaalte. Op het daartoe strekkende verzoek wordt aan den heer J. W. C. Bosman, benoemd hoofd eener openbare school te 'e Graven- hage, met ingang van 1 September a. onder dankbetuiging voor de door hem inzake van het onderwijs aan de gemeente bewezen diensten, eervol ontslag verleend als le onderwijzer aan school E. Wordt overgegaan tot de uitloting van zes aandeelen uit de geldleening, groot 400.000 a 3 en daarvoor bij trekking aangewezen de nos. 66, 209, 325, 338, 281 en 16. Ter voldoening aan bet verlangen van Ged. statöD wordt aan burg. en weth. een crediet toegestaan van hoogstens 1000 voor het gedeeltelijk vernieuwen en herstellen van den klinkerweg (westelijke bermweg) naar Oost- en West-Souburg. Overeenkomstig het advies der commissie voor de badplaats, stellen burg. en weth. voor eenige wijzigingen te brengen in het tarief voor den bediening der zeebaden aan de badplaats VlissingeD, door in plaats van 1.50, eene belooning toe te keDnen van 2 voor de bediening der abonnenten ad 6 en van 1,50 voor de verminderde kinder-abonnementen, nu gesteld op 1.50, en zulks uitsluitend ten opzichte van bet in zee rijden der badkoetsen en dus niet toepasselijk op bet daarvoor te verstrekken badlinnen c. a. waarvoor bet bestaande tarief blijkt gehandhaafd. De voorgestelde ver andering komt burg. en weth. billijk voor, aangezien de vastgestelde vergoeding niet in verhouding staat met de belooniDg voor de gewone badkaarten, en uit den aard der zaak bij abonnement daarvan soms meer dan eens per dag wordt gebruikt gemaakt. Alzoo wordt besloten. Op bet reeds vroeger door J. van de Vrie ingediend verzoek om hem als pachter der zeebaden ontslag ta verkenen, wordt thans op het advies van de commissie voor de badplaats besloten de met adressant ge sloten overeenkomst, dato 20 Januari 1888 in zijn geheel te ontbinden. Tevens wensebt deze commissie in be schikking op de iDgekomen adressen van H. de Wagemaker Huibregtse en G. Boogaart, en naar aanleiding van het besluit van deu raad van 30 Maart 1889 voor te stellen, op gelijke voorwaarden, de bediening der zeeba den, tijdens den duur van het vigee- reDde contract, toe te vertrouwen aan H. de Wagemaker Huibregtse alhier, met dien ver stande evenwel, dat aan hem, iD plaats van 1.50, eene som van 2 zal worden betaald voor de bediening der abonnenteD ad 6 en 1.50 voor de kinder-abonnementen. Be houdens laatstgenoemde bepaling zal adres sant zich derhalve moeten verbinden om,onder behoorlijke borgstelling de overeenkomst als boven bedoeld eD met J. van de Vrie gesloteD, met alle baten en lasten, tot aan den tijd van de expiratie der overeenkomst over te nemen. Alleen en uitsluitend met het oog op de controle der badgelden heeft de inwilliging van het verzoek van Huibregtse bij de com missie de voorkeur boven die van G. Boo gaart, pachter van het stedelijk badhuis, tevens belast met het verstrekken van het benoo- digde badlinnen. Naar aanleiding van een ingekomen adres van de wed. C. P. Kuijper, geb. Koole, hou dende verzoek om ontbinding der overeen komst tot afstand van plantrecbt, dato 17 Maart 1882, wordt besloten aan adressante ontheffing te verkenen aan het verder be talen eener jaarlijksche som van 1 als herkenning van het eigendomsrecht op een gedeelte plantsoen, wassende op den openbaren weg in de gemeente Vlissingen, ingaande met 1 Januari 1S89. Op voorstel van burg. en weth. wordt dat college machtiging verleend tot het onder hands verpachten van gemeentegrond ter ge zamenlijke grootte van pl. m. 1 hectare, te weten gedeeltelijk aan J. v. d. Vrie voor 35 gedeeltelijk aan C. van Tatenhoven voor 10. Geschiedt voorlezing van het adres vaD de uitvoerders vaD het pacbtcontract, betreffende den beer, houdende mededeeling, dat door den tegenwoordigen toestand der ladingplaats tot het leveren van den beer, zij genood zaakt zijn door hunne afnemers een einde aan dien onhoudbaren toestand te maken, tengevolge waarvan zij vooratellen den ver zamelden beer, zoolang het pacht-contract duurt, af te nemen onder de volgende voor waarde Den beer in den put te nemen zonder eenige kosten of verantwoordelijkheid der ge meente tegen den prijs van 1.50 per M3 voor zoolang er in de bestaaude ladingplaats of haven geene verandering door uitbaggeren van de haven is geschied. Eu in geval van uitbaggering der haven het aangegaaD pacht- contract weder iD zijn voormaligen staat te doen treden. Naar aanleiding van dien, stellen burg. en weth./ na gehoord te hebben de commissiëq

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1889 | | pagina 1