VLISSSNGSÖH I III H VM.
No. 18.
Zondag 10 Februari 1889.
27ste Jaargang.
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post ƒ1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekbande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels 0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdag-avond.
Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland i
Frankrijk 1,65 per drie maanden.
TE VEEL VERWACHT.
XIII.
Zooals men ziet, is de ster van Stalman
rijzende. Lid van 't bestuur van Thalia 1 Ge
kozen met meerderheid var: stemmen, waar
door dus 't bewijs is geleverd, dat men zijn
meerderheid erkent
Veroordeel bem niet, omdat hij trotsch is
op die eer. Bedenk, dat bij jong is en daarom
nog een geopend oor heeft voor de stem van
eerzucht. Hoeveel ouderen van jaren hebben
't nog zoo verre niet gebracht, dat zij er
doof voor bleven
Met dat al bevond Willem zich in eene
lastige positie, toen dc vacantie aankwam en
bij eenige dagen thuis doorbracht. Lang was
bij de oprechte, openhartige jongen geweest,
die voor zijne ouders geen geheimen had,
maar nu aarzelde hij toch om voor den dag
te komen roet iets, dat de ouderlijke goed
keuring niet zou wegdragen. Vooral van de
zijde zijns vaders vreesde hij hevigen tegen
stand. Nadat bij een paar dagen thuis was,
deelde hij de gewichtige zaak in een ver
trouwelijk onderhoud aan zijne moeder mede,
zorgende, dat hij alles van de lichtzijde liet
zien, en de moeder, zoo trotsch op baren
-veoigen jongen, gevoelde zich gestreeld en
verheerlijkt door de eer, haren zoon te beurt
gevallen, en nam op zich, om het gebeurde
op het geschikte oogenblik aan haren man
mee te deelen.
ZeeT toevallig deed zich de gelegenheid
als van zelve voor. De oude meester kwam
ter eere van Willem een praatje makeu en
als van zeiven kwam het gesprek op al het-
gene er in diens nieuwe woonplaats te ge
nieten viel, Willem vond nu gereede aan
leiding om te gewagen van het bestaan eener
letterkundige vereeniging, Thalia genaamd,
die een grooteu opgang maakte en in den
winter druk werd bezocht. De oude meester
vond dit heerlijk en verhaalde, hoe hij in
vorige jaren ook lid was geweest van eene
dergelijke vereeniging en hoe hij zich nog de
aangename avonden herinnerde, welke hij
daar had doorgebracht. De goede man was
evenwel nooit werkend lid geweest, daar hij
allen aanleg miste om iets voor te dragen.
Dit groot verschil werd evenwel niet ge
rekend.
n't Is waarlijk niet kwaad voor een jong-
mensch," zeide meester, vom zich op de be
oefening der moedertaal toe te leggen te
meer, daar men tegenwoordig voor de hoofd
akte wel degelijk let op bekendheid met
vroegere en hedeudaagsche schrijvers."
„Ik zal u dan ook maar zeggen,'1 begon
Willem, „dat ik eindelijk lid geworden ben
de contributie is zeer gering en ik zal daar
door mijne studie niet verzuimen, integendeel
word ik door en door bekend met de meester
stukken der beroemde schrijvers, waarvan
menigeen bij zijn examen niets afweet."
„En hoe gaat bet met de voordrachten
vroeg meester. [s dat nog al goed P"
„Wat zal ik er van zeggen antwoordde
Willem, er zijn enkelen, die nog al aardig
reciteeren, maar de meesten zijn er niet sterk
inze hebben geen geheugen.'1
„Daarin zou jij ze nog wel een lesje kun
nen geven," liet de vader zich outvallen.
„Als ik nog denk aan dat vers voor den
„Ja," zeide de meester, dat is waarDat
heeft Willem prachtig gedaan en iedereen
had er den mond vol van. Zeg, heb je in
die vereeoigiug ook al eens een vers voor
gedragen Me dunkt, dat was juist iets voor
jou I"
Willem legde nu de bekentenis af, dat hij
een paar malen met uitstekend gevolg iets
had gereciteerd en dit in den loop van den
winter nog wel eens meer zou gebeuren, om
dat hij
Hier hield hij een oogenblik stil, als wei
felde hij, om verder te gaan en wierp eoD
vragenden blik op zijne moeder. Toen deze
hem toeknikte, ging hij voort
„En ik zal 't nu ook maar zeggen ik
ben onlangs tot lid van 't bestuur gekozen,
hoewel ik er niet de minste moeite voor
bad gedaan."
Verschillende uitwerking op bet gelaat der
aanwezigen.
Moeder en de meester keken opgetogen j
vader niet.
De meester sprong op en zeideik heb
't altijd wel gezegd, dat die drommclsche
jongen 't nog ver zou brengen! No, wat
blief-jep Lid van 't bestuur? Ze hebben wel
bemerkt, dat Willem Stalman een knappe
jongen is
„'t Is alias mooi en wel," zoo nam de vader
5t woord, „maar ik heb er maar half zin in.
Dat uitgaan deugt niet voor jongeluinoch
voor de beurs, noch voor de studie. Ik kan
best begrijpen, dat Willem daar eeD bol zal
wezen, maar
„Maak u maar niet ongerust, vaderriep
Willem, die blijde was, dat de kogel door
de kerk was, ik zal wel oppassen. Ik houd
nog tijd genoeg over, om te stndeeren. Eens
in de veertien dagen vergadering!"
De oude Stalman wist niet veel meer in
te brengen. Hij was immers ook de zwakste
partij en als meester, die zooveel ondervin
ding had, er geen kwaad in vond, dan moest
hij zich wel onderwerpen.
Hij wist niet dat èn bij moeder èn bij den
meester trots en ijdelheid het hoogste woord
voerden en de stem van 't verstand deden
zwijgen
Men moest algemeen erkenneD, dat er se
dert eenigen tijd in Thalia geheel Dieuw
leven scheen te komen. Er werd meer zorg
aan de repetitie, aan de keuze van stukken
en aan de voordracht zelve besteed. Duide
lijk was dit gebleken bij eene der openbare
vergaderingeu of uitvoeriugen en een dec
weekblaadjes had zelfs eene zeer aanprijzende
critiek daaromtrent geleverd, waarin de naam
van Stalman meer dan eens genoemd werd.
Zooals we reeds meer gezegd hebbeD, be
zat Willem inderdaad verdienste. Wanneer
hij wat voordroeg, was hij werkelijk de per-
sood, die hij moest voorstellen en verplaatste
zich geheel in diens toestand. Zoodoende
werd zijn spel natuurlijk en 't kon niet mis
sen, of hij moest een goeden indruk maken.
Daarin ligt juist het groote geheim. Door
onnatuurlijk te zijn, op al te theatïalen toon
en in opgeschroefde bewoordingen te spreken,
denken de meesten succes te behalen, maar
zelfs de minst ontwikkelden worden altijd
getroffen door eenvoudige, ongekunstelde
voordracht, waaruit het gevoel spreekt. Wie
met gevoel voordraagt, zal bij de hoorders
gevoelige snaren treffen. Daarenboven stel
len vele dergelijke vereenigingen er eene eer
in, om groote, zware stukken op te voeren,
terwijl iu den regel kleine, vroolijke stukjes
't meest bevallen.
Thalia ging onder de leiding van Stalman
dus wel vooruit en op zekeren dag kwam er
uit eene naburige st3d eene uitnoodiging, orn
een voordracht te houden. De groote raad
werd bijeengeroepen eu er werd een viertal
uitgezocht, waaronder natuurlijk Willem be
hoorde, dat de reis aanvaarden en den goe
den naam van Thalia op waardige wijze zou
ophouden. oasacaka,
Binnenland.
Vlissingen, 9 Februari.
Ondanks den hevigen storm, die in den af-
geloopen nacht woedde, kwam de mailboot
van Queenboro heden ochtend intijds voor de
gewone aansluiting hier aan.
De uitgaande dagmailboot vertrok heden
iets later dan gewoonlijk, wegens late aan
komst van den sneltrein, die reeds te VbdIo
vertraging had.
Naar men zegt, moet nabij het atelier der
staatsspoorwegen alhier, een viertal ledige
spoorwegwaggons door den hevigen wind van
de rails en omver geworpen zijn.
Voorts is op den Oostberm der buitenhaven,
bij hoogwater, een vischsloep blijven zitten,
die nog niet is afgebracht.
1)8 tierigste winddruk t
is, is 80 orkaan.
110. Zooals bekend
Gisteren middag arriveerde alhier met den
mailtrein uit Duitschlaud, H. D. H. de her
togin-weduwe van Albany, bij zich hebbende
hare beide kinderen, een jongetje en een meis
je, twee hofdames, alsmede twee vrouwelijke-
eu twee mannelijke bedienden.
De hertogin, die er zeer goed uitzag, in het
zwart gekleed was en een prachtige bloemrui
ker met zich droeg, kwam van Arolsen, waar
zij sedert den dood van hare moeder, de vorstin
van Waldeck-Pyr mout vertoefde, en was op
reis naar Londen.
De heer P. L. de Bruijne, vice-consul van
Engeland alhier, wachtte haar aan den trein
op en bracht haar aan boord van de dagraail-
boot „Nederland", waarmede zij spoedig daar
op naar Queenboro vertrok.
Van 2 tot 8 Februari zijn alhier uit
Queenboro met de mailbooten der stoomvaart
maatschappij „Zeeland" aangekomen, met de
nachtbooten 460 en met de dagbooten 45;
daarheen vertrokken met de nachtbooteD 365,
met de dagbooten 98, alzoo samen aangeko
men 505 en vertrokken 463 passagiers.
Asd Zr. Ms. stoomschip „Atjeh" is eene
reparatie aau deu voorsteven te doen, wegens
schade bij het ten anker gaan te Nienwediep
gekregen, waarvoor eeu paar dagen tijd zullen
uoodig zijn.De regeling der kompassen is giste
ren aangevangen.
Z.M. beeft bij de dd. schutterijen,op verzoek,
eervol ontslag verleend bij die te Goes, als
auditeur bij den schuttersraad aau ror. C. de
Witt Hamer, wieu hierbij mede eervol ontslag
wordt verleeenö als auditeur bij den schutters
raad van het 3e bataljon rustende schutterij in
Zeeland.
In eene gisteren-avond te Amsterdam ge-
honden vergadering van den >Militiébond"
werd door den heer H. W. Groeneveld (leer-
aar m. o.) gesproken overde persoon
lijke i e n s tp li c h t en d e M i li t i e-
b o n d. Zijn gehoor bestond uit meer dan 200
personen, jong en oud, onder welke onder
scheidene hooiden van inrichtingen van onder
wijs en militaire autoriteiten.
Met het oog op het belang der zaak, hetwelk
zoovele hoofden en harten in de laatste dagen
in beweging heeft gebracht, laten wij hier
volgen, wat de verslaggever der xV. li. Ct.
dienaangaande schrijft
l)e hoer GroëneVdld begon te zeggen, dat hy aan
gaande zijn oudeiwerp geen nieuwe gezichtspunten had
vermogen te ontdekken, en dat hij alzoo niet iu her
halingen van hetgeen reeds zoo vaak door andoren ge
zegd en betoogd weid, zou treden.
Hij wil liever tot de leden van den militioboud
„Dieoatpliohtband" zou hij hem liever genoemd hebban
een vaderlandslievend woord «preken, eon woord van
harttot hart, hot woord van iemand die 20 jaren van
zijn leven te midden der vaderJandsche jeugd heeft
doorgebracht. Eu daarloe achtte hij het nuodig a3n dc
Juli-d&geo van 1870 te herinnereneen tijd waarin
het bleek dat ons leger niet voor zijne taak berekend
was. De les, deslijds opgedaan, moet ter harte genonjen.
Het leger behoort te allen tijde in don best mogelijken
staat gehouden tc worden. Het woord van Stieltjes ver
dient behartiging, dat een goed verdcdigingsstelsel den
oorlog moet voorkomen j om dat te bereiken is noodig
eca weluitgewst leger en doelmatige doode weermidde
len, beide te verkrijgen door fiuancieele opofferingen.
Maar geheel voldoende zijn zij niet: persoonlijke dienst
plicht is onmisbaar
Nu ging spr. kortelijk de geschiedenis van het onti-
dienstvervaugingjboud en zijn streven na, waaraan door
Van Limburg Stirum de eerste stoot werd gegeven;
bracht hij in herinnering de vele en krachtige pogingen,
door onderscheidene verdienstelijke en vaderlandslievende
mannen in die richting gedaan, en wees bij met inge
nomenheid er op, dat de geest van ons volk zich meer
en meer met het deukberld van den persoonlijken dienst
plicht verccnigt.
Voor eene „vermilitariseer!tig" van ons volk behoeft
geen vree? to bestuan. Het leger behoeft geenc uitbrei
ding te ondergaan, bet geldt slechts de eigen vervulling
van den plicht, die op elk Nederlander ten deze rast.
De tegenkanting zijner katholieke laadgcnoote» verklaart
spreker niet te kunnen hegrijpen. Voor de bedienaren
van den godsdienst, die rou bet dragen der wapenen
zijn vrij te stellen, is eene hun passende taak wegge
legd in tijd van oorlog.
Spreker is er van overtuigd, dat dc nieuwe militiewet
welke ons eerlang te wachten slaat, zoodanig zal zijn
ingericht, dat elk waar Nederlander er zich gaarne
mede zal kunnen vereenigen Onweerlegbaar is het, dat
eeue militiewet diep in het volksleven ingrijpt; maar
daarom jnist ia bet noodig, dat de plichten, cr in om
schreven, gelijkelijk en zonder aanzien de.» persoon»
verdeeld worden.
Hierna giog spreker de verschilleade voorrechten na,
welke voor aanstaande Joteliugen door het kon. besluit
van 16 Dec. 'ü7, de beschikking van 13 Augustus
1 888, enz. zijn te verkrijgen, eeue schrede door het
legerbestuur gedaan op deu weg om te geraken tot de
invoering van den persoonlijken dienstplicht.
Spreker deed hierbij de vraag, of het niet nog een
maal mogelijk zal zijn bet benoodigd aantal (it'OO)
reserve-otticieren uit üe jongelieden aan tc vullen, die
krachtcus de beschikking van 13 Aug. '88 in do gele
genheid gesteld wordeu de lagere rangen met vrucht
te doorloopen.
Amsterdam het zij met eere gezegd heeft het
land een schoon voorbeeld gegevenniet minder dan
600 jongeliedeu toch meldden zich onmiddellijk tot
deelnemiug aan den militairen cursus aan. Aan otüeieren
en kader van de alhier in garnizoen liggende atdeeiingen
infanterie eu vesting-artillerie komt hulde toe voor den
door hen outwikkelden tset en ijver, waardoor het
mogelijk werd om allen aan de oefeningeu te doen
deelnemen. Ook aan den heer Tiudal en de door hem
opgelichte „Vereeniging tot ontwikkeling van militie—
piichtïgen bracht de heer Groeueveld een woord van
dank voor hunne poging om de belangen van het volk
te behartigen evenzeer aan hoofden van verschillende
inriebtingeu van ouderwijs, voor den steun aan de va-
derlandsche zaak bewezen Tevens mankte spreker ge
wag van het morgenavond tot uitvoering te breugen
plan tot oprichting van een „dieiistplichtbond", dat zich
over het guusche land zal moeten uitbreiden en waar
toe reeds velen hier ter stede zijn toegetreden. Spreker
wekte zijn gehoor in warme bewoordingen op, tot dien
bond, welke persoonlijken dienstplicht beoogt, toe to
Weden. Uvj spieker staar het vaat dat ous Joug-Holloml
zich gaarne onder de vaderland>che vanen zal scharen
hu heeft altijd in onze jongelingschap geloofd en is
niet bevreesd üat ziju gelooi /al beschaamd worden.
Na de pauze, gedureude welke gelegenheid was gc-
geveu de lijsten tot deelneming aau deu dieUótplichtbond
te teeltenen, deelde de heer Groeneveld mede, dat, dank
zij de vele ouderteekcniugeu, deze bond tc Amsterdam
nu reeds ruim .(JU leden lelt. Thans wees spr. nog op
het feit, dat allerwege in den lande stemmen ten gunste
van den persoonlijken dienstplicht opgaan, en sprak hij
de hoop uit, dat het beginsel in de toekomstige militie
wet gehuldigd word». Vooral uit het oogpunt van recht
vaardigheid, die nief wil dat langer 1 jb ouzer lotelin-
gea deu plicht, die luuchteus de grondwet op hen rust,
op anderer schouders wentelen. De eisch dat elk naar
zijn vermogen bijdrage tot verdediging van bet vader—
landsche erf, is ecu van ouds geheiligde plicht, dien
geen eerlijk man verzaken wil. Ook uit verschillende
andere oogpunten is persoonlijke dienstplicht eischzoo
ten aanzien van het nut van lichaamsoefening en har
ding, zoo tor wille van do samenleving van jongelieden
uit allerlei rang en stand, maar zonen van hetzelfde
vadcrlaud; onafhankelijkheid naar builen eu handhaviug
van rust binnenslands moeten toevertrouwd zijn aan eeu
leger, dat iu het hart eu de ziel der natie zit.
Met een krachtig beroep op de deelneming van zijn
gehoor aan de pogingen ter verkrijging van datgeDowat
allen hier samenbracht, en met eene warme peroratie
op Nederland co Oranje besloot de heer Groeueveld zijne
rede, die met daverende toejuiohiDgen beantwoord word.
De Haagsche Courant verwacht niets an
ders dan dat Nederland weldra aau dezj