VLISSINGSCHE COtMNT.
No. 13.
Woensdag 30 Januari 1889.
27ste Jaargang.
EINDELIJK ONTDEKT.
Gemeentebestuur.
Onveiliitó van liet Harinpliet.
Binnenland.
FEUII'XiETOEr.
luster Carmen.
AN Z1ERIKZEK
7.80
7.80
7.—
12,80
12.50
zeni 6 50
12 20
5 20
C -
12 29
5 29
ne 6 8
12 37
5 86
ent 0 18
12 46
5 45
G40
1 8
6 5
7 30
54
6 55
S 34
1215
8 20
9 20
1 20
9 20
9 35
1 30
9 35
9 43
1 40
9 43
9 52
1 50
9 62
10-
2-
10-
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1,Eranco per post ƒ1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar
plaatsruimte berekend.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdag-avond.
Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland i
Frankrijk 1,65 per drie maanden.
Aan onze Abonné's en Medelezers.
Tot 15 Februari a. S. wordt door ons de inteekening opengesteld op den
prachtigen, rijk geïllustreerden Premie-Roman:
Deze premie zal ditmaal worden afgeleverd, gebonden in keurig linnen
stempelband, met zwart en goud. In het gewone geval kost zulk een boek
3.Uitsluitend voor onze geabonneerden stellen wij het verkrijgbaar voor slechts
"V IJ" FTIG CENTS.
Gelieve zoo spoedig mogelijk achterstaande BON uit to knippen en met bijvoe
ging van 50 Cents aan ons Bureau in te zenden. Abonné's buiten de stad ontvangen
het boek franco per post tegen inzending van een postwissel van 65 Cents.
itóP Begin Maart a. s. wordt deze premie aan alle inteekenaren
verzonden.
DE UITGEVER.
De burgemeester van Vlissingen,
gelet op de mededeeling van den beer com-
misaatis des koniugs in dit gewest, d.d. 26
Januari 1889, A no. 199, 8de afdeeling,
maakt bekend
dat de bij zijne bekendmakingen van den 9
en 24 Januari 1889 bedoelde proeven met
schok-torpedo's in het Haringvliet, weder
worden voortgezet.
VlissiDgen, 29 JaDuari 1S89.
De burgemeester voornoemd,
TUTEIN NOLTHENIUS.
Vlissingen, 29 Januari.
Toestand van Z. M. den Koning.
Blijkens het officieel bulletin heelt de ko
ning gisteren een goeden dag en eeD rnstigen
nacht doorgebracht. De toestand blijft bevre
digend.
Voorloopig zullen er geen bulletins meer
worden uitgegeven.
Naar de N. R. Ct. verneemt, heeft prof.
Rosensteiu uit Leiden jl. Zondag Z. M. den
loning bezocht en met Zr. Ms. geneesheeren
UIT II ET LEVEN EBNKR
Duitaohs Herrnhutters-Kolonie.
s>Waar zijn de droppels, gopf zo bier!* riep
i zieke, met steeds zwakker wordende stem;
lij nam de lepel nit mijne hand, waarna ik
mijn gezicht van haar afwendde. Daarna
Week ook mijn goede geest, van mjj.*
Mauer verberg zuchtende zijn gelaat in zijne
banden.
Carmen hijgde naar adem zij durfde haar
oogen niet op te slaau, om huur vader niet
k mooten aauzienzij had den moed niet
lich te bewegen of na te don kon.
»De zieke,* aldus begon Maner weder, na
Koe laDge poos gezwegen te hebben, >was
Ultigor goworden, men kon haar by na niet
Men schrijft aan het U. D.
Hoewel het niet officieel geconstateerd is,
vernomen wij met leedwezen, dat de toestand
van Z. M. don koning niet zoo gunstig is, als
men uit de berichten zou opmaken. Wel lijdt
Z. M minder smarteD, maar de geneesheeren
voorkomen alle onhoudbare pijnen door mor-
phine-iuspuitingen. Over het algemeen neemt
Z. M. bijua geen voedsel tot zich, hoe en op
welke wijze hierop ook wordt gewerkt. In den
regel ongevoelig voor eenigen indruk, welken
ook, is Z.M. geheel oor voor II.M. de koningin
en H. K. H. de prinses. Staatsstukken, die
geeu uitstel kunnen lijden, worden dan ook
steeds door H. M. aan den Hoogen lijder voor
gelezen, en dan, zij het ook somwijlen met
eenige inspanning, geteekend.
Dr. Vlaanderen, de hof-medicus te Apel
doorn, bracht den nacht van Donderdag geheel
in Zr. Ms. nabijheid door.
De toestand geeft echter nog geen onmiddel
lijke zorg, hoewel alles mogelijk blijft.
Uit Apeldoorn schrijft men aan het Hbl.
Zaterdag heeft dr. Vinkhnizen aan den hoo
gen lijder weder een bezoek gebracht en ver
volgens den -nacht op het Loo doorgebracht.
Zondagmiddag is prof. Rosenstein uit Leiden
overgekomen. Noch deze beide bezoeken,
noch het feit, dat II. M. de koningin Zondag
niet ter kerk is gegaan of haar dagelijkschen
rijtoer heeft gemaakt, verontrusten de be
woners van Apeldoorn, daar het algemeen
bekend is, dat de toestand van Z. M. zoo
gunstig is als men te nauwernood had durven
verwachten. Dat de beide geneesheeren elkaar
Zondag ontmoet hebben, wordt hier dan ook
hooron ademhalen. Of zjj sliep Io mijn
binnenstu klonk bet»God, barmhartige Vader,
laat baar slapen maar niet sterven teo
minsto nu nietMaar de moed ontbrak mij
haar aan te zien en naar haar ademhaling te
luisteren. Ik was op mijn legerstedo neerge
zonken en in de dni&tornis, waarin mijn ziel
verzonken was, had ik de dekens over mij
getrokken. D.< tijd ging voorbijeentonig
klouk het getik van de pendule ik wist
niet of hot kort of lang duurde. Daar hoorde
ik op eeos hot geluid van paardehoeven voor
de haciondaik stond op om open te doen,
want de bedienden sliepen. Hut was pas drie
uren in den morgen. Hij, die zoo vroeg kwam,
was, tot mijne verbazing, broeder Jonathan.
»Hoe gaat betlc vroeg bij haastig, terwijl
bij van het paard sprong. Ik antwoordde
flu'stereud
»Zij slaapt.*
Hjj ging naar baar bed, liet het licht van
de lamp op haar valloo, bekeek haar en zeido:
»J», om niet weder te ontwakon ik wist
dat zij niet te redden was.*
»Ik kon geen antwoord geven, mjjn tong
weigerde my den dienst. Was zjj gestorven,
toegoschreven aan vroegergemaakte afspraken,
buiten eenig verband met den tegenwoordigen
toestand des konings.
De Staatscourant bevat het volgende be
richt
Zijne Majesteit de koning heeft de laatste
nachten goed doorgebrachtvolgens verkla
ring van professor Rosenstein en van de ge
neesheeren des koDiugs is de toestand der
krachten van Zijne Majesteit bevredigend. Di/]
geringe vcrschijuselen van hardzwakte, die
zich verleden week voordeden, zijn gelukkig
weder geweken. Iudien zich geene ongunstige
verschijnselen voordoen, zal het eerstvolgende
bulletin in de Staatscourant van 5 Februari
1889 geplaatst worden.
Een onzer correspondenten maakt ons de
opmerking, dat wij niet ten onrechte in ons
laatste nooimer gewaagden van de miskenning,
waaraan ons blad van Vlissingsche, dus niet
verwacht wordende zijde, zoo dikwijls bloot
staat. Volgens zijne bewering staan wij echter
in deze niet alleen, daar ook de Vlissingsche
handelsstand telkens op gelijke wijze met het
exclusivisme, van Vlissingsche zijde, heeft
kennis gemaakt. Enkele voorbeelden uit ve
len Bij het afloopeu van het stoomschip //Ba
tavia" was de tribune breed bezet, waaronder
meerendeels dames en heeren, die tot de maat
schappij „deScbelde" in geenerlei relatie staan.
De scheepsmakelaars te Vlissingen mochten
zich met een staanplaatsje vergenoegen Bij
de opening van den dagdienst der stoomvaart
maatschappij //Zeeland" werden allerwege in-
vitatieu gezonden tot bijwoning van de proef-
tpcht van het stoomschip //Duitschland" en
het daarop gevolgde diner in het Grand Hotel
des Bains. Onder de genoodigdon werden ver
scheidene expediteurs uit Duitschland opge
merkt, doch de Vlissingsche expediteurs liet
men eenvoudig allen thuis, zelfs de vertegen
woordigers van twee der grootste buiteuland-
sche expeditiehuizen, die te VlissiDgen sedert
jaren een filiale hebben opgericht. Ook bij de
opening van de Castle-line kon men dezelfde
opmerking weder maken.
Wat van dit alles de drijfveer eigenlijk is,
valt slechts te gissen,doch zeker werkt dit alles
niet bijster mede tot de onderlioge goede ver
standhouding, zoo noodig onder mannen, die
dagelijks met elkaar in aanrakiDg komeD,
doch bovenal zóó noodig, in eono havenplaats
als Vlissingen. In havenplaatsen van den eer
sten rang, als Rotterdam en Antwerpen is men
van zoo'n ongemotiveerd exclusivisme niet al
leen wars, doch zou men het in praktijk bren
gen er van eenvoudig belachelijk vinden. Juist
in die havenplaatsen nemeu de chefs of ver
tegenwoordigers van handelshuizen de eerste
plaatsen in
Majoor H. C. Hodder en stafkapitein C.
F. Schoch van het „Leger dos Heils," brach
ten nu pas geleden hun reeds vroeger aange
kondigde bezoek aan de alhier gevestigde af
deeling van het Heilsleger.
Dit bezoek had hoofdzakelijk ten doel, de
vormiDg van het korps te Vlissingen, de over
handiging van het korpsvaandel eu de inzege
ning van heilssoldaten.
De majoor en zijn stafkapitein arriveerden
Donderdagmiddag en leiddeu 's avonds de ge
wone bijeenkomst in het lokaal Tivoli, die, uit
hoofde van den terzelfder tijd woedenden brand
in de wasch-iürichting „Maria Jacoba," niet
druk bezocht was.
Vrijdag bezochten de heeren het korps te
Relranchement en Zaterdag keerden zij van
daar hier terug.
De plechtigheid van de vorming van het
korps, enz. enz., kenmerkte zich door eenvoud
en ernst.
Zij had plaats in de groote zaal van den heer
Kuijpers, die met een zeer talrijk publiek,waar
onder velen uit Middelburg, was bezet.
Na eenige voorafgaande mededceÜDgen van
Majoor Hodder,werden de zoogenaamde krijgs
artikelen door stafkapitein Schoch voorge
lezen, waarna de majoor diegenen, die bereid
waren die te onderteekenen od als soldaat in het
heilsleger te dienen, uitnoodigde daarvan te
doen blijken door op te staan. Verscheidene
personen, uitsluitend bekeerlingen van het
Leger, voldeden aan die uitnoodiging.
Daarna werd de korpsvGg door den majoor
aan de dienstdoende officieren overhandigd en
door deze aanvaard, Datuurlijk met toepasse
lijke bewoordingen.
Deze korpsvlag is als volgteen gele ster,
waarin de woorden „bloed en vuur" en het
nummer 16 (van het korps,) in een rood veld
met een rand van blauw in het vierkant en in
den bovenhoek de Nederlandsche kleuren. De
beteekeuis vau een en ander werd door den
majoor duidelijk verklaard.
Zondag hadden drie van de vier gehouden
bijeenkomsten wederom plaats in het lokaal
Kuijpers, onder leiding van majoor Hodder.
omdat zy niet meer te redden was, of omdat
ik haar het dubbele aantal verdoovende drop
pels iugegeven had Het noodlottige flescbju
stond daar nog op de tafel voor bet bed, waar
ik bet snel gezet bad ik huiverde om het
weder aan te raken. Jonathan uam het op on
het bekijkende, zeide hij losweg
»Hebt gij haar nog voor de tweede maal
iugegeven Ik zie dat cr meer dan vjjftien
droppels uit zijn.*
la knikte met hut hoofd.
»Twee uur later?* vroeg hjj nogmaals en
zotte het fl 'acbje weder weg ik kuikte weder
bovustigend. Hij bekeek de doodu nogmaals
met aauduebt, bevoelde haar eu lichtte bare
oogleden op. »Zouderling< begon hy weder.
»Gry hebt naar Ouj twaalf uur ongeveer de
eerste vijftien droppels en twee uur later de
audere ingegeven; thaus is het pas drie uur
en dit lyk is reeds verscheidene uren koud.
Uw vrouw moet op zjju minst reeds twee uur
geledeu gestorven zijn hoe heeft zich dat
toegedragen
»Hij zag my verbaasd aan; ik gevoelde dat
ik ouder zjjoe blikken steeds bleeker werd,
ik kon niet langer op myue beeoen blyven
staan en zonk bewusteloos neder.
De doode was begraven. Ik was ziek ge
worden en weder hersteld. Er waren drie weken
verloopeu, toen er een bode kwam, die mjj
verzocht dadeljjk by Don Manuel te komen,
die mij dringend Bpreken moest. Hy was onder
het rjjden van zyu paard gevallen, was inwen
dig erustig gekneusd, eu men verwachtte elk
oogenblik zijn dood. Ik word aan zijn bed ge
bracht, aan welks hoofdeinde Inez knielde,
met het gezicht op bet kussen van den vader
gedrukt. Aau het voeteinde stond de arts,
broeder Jouatbao. Don Manuel wenkte mjj
naderby te komen.
Don Mauer,* zeidde hij met zwakke stem;»ik
moet sterven, maar zou uietguurue uiija kiud,
dut reeds moederloos is, onverzorgd uebter-
luteu. Gij hebt haar ouiaogs in den storm
gered, eu zy heeft mij bekend, dat zij u lief
heeft eu zij gelooft, dat ook gij haar liefhebt.
Daarom viaag ik, nu de dood oubij is, kunt
gij haar liefbebbeu en wilt gij haar als uwe
vrouw aan uw hart drukken en haar eereu
eu hoogachten? Zij was my steeds eenegoede
dochter, zjj zul u ook eene goede vrouwzijn.*
>Duarop bief Inez haar hoofd op, en hare