VLISSINGSCDE COURANT. No. 10. Woensdag 23 Januari 1889. 27ste Jaargang. Gemeentebestuur. PUBLICATIE. Zuster Carmen. BinnenTaiTdr BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1,—. Franco per post ƒ1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekbande laren en Postdirecteuren. UITGEVER F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE 5 Co., te Parijs. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdag-avond. Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland en Frankrijk 1,65 per drie maanden. Opening van den dienst op Zuid-Afrika. De burgemeester en wethouders van Vlis singen maken bekend dat op Donderdag 24 Januari e. k. de nieuwen stoomvaartlijn op Zuid-Afrika zal worden geopend en dat ten dien einde het stoomschip W" arwick Castl e," behoo- rende aan de CASTLE-LINE, voor het eerst van uit deze haven de reis zal aanvaarden en noodigen de ingezetenen beleefdelyk uit, om door het uitsteken der vlaggen san hunne iugenomenheid met deze voor de belangen van Vlissingen zoo hoogst ge wichtige gebeurtenis, te doen blijken. Vlissingen, 22 Januari 1889. Burgemeester en wethouders voornoemd, TUTEIN NOLTHENIUS. De secretaris, F. N. VAN DER BILT. Menige lezer van ons blad zal wellicht gaarne vernemen, wat de naam beteekent van bet mailstoomschip, waarvan een paar dagen geleden op de werf van de kou. maatsch. „de Schelde" de kiel is gelegd. „Merapi" is een woord uit de Maleische taal, en beteekent, letterlijk vertaald, „ver delgend vuur". Nu zijn er in Ned.-Indië twee aanzien lijke vulkanen of vuurspuwende bergen, die beide dezen naam drageu. Een dezer vulkanen ligt op bet eilaDd Java en wel ten Oosten van de residentie Kadoe, op de grens van laatstgenoemde en de residentie Soerakarta. De andere vulkaan is op Sumatra's westkust gelegen en is een der hoogste top pen van het Boeket-Barisan gebergte. Aan den voet van deze laatste ligt Fort de Koek, bij vele militairen wel bekend. Uit een onzer beste vaderlandsche tijd schriften Eigen Haard ontleenen wij een en FIE/UTLlLtETOIT. UIT HET LEVEN EENEfl Suttsche Ïïerrahutters-Koloaie. VIII. Brooder Mauer was met zijn dochter alleen het was stil en ook duister geworden om hen zware wolken hingen aan de lnclib en wierpon hunne schaduw door het venster. Nu en dan beroerde vluchtig een Btïau.1 de glas ruiten en wierp voor een oogenblik een scbel licht op vader en dochtor, terwijl oen donder slag hun zijne dreigende waarschuwing toe riep, als wilde hij hen uit hunne gevoelloos heid doen ontwaken zjj bewogen zich ech ter niet, Buiten viel do regen met stroomen ander van den „Merapi" op Sumatra, het welk wij bier verkort doen volgen De top van dezen vulkaan heeft eene ellips vormige gedaante, waarvan de groote as van het Noorden naar het Zuiden is ge richt. Het schijnt, dat er vroeger twee kraters in dezen berg zijn geweest. De berg toont thans nog twee toppen, de eigenlijke „Merapi"-top, op bet Noord-Oostelijk ge deelte van den berg, die 2892 meter hoog is, eir den kratertop, op het Zuid-Westelijk gedeelte, welke 2730 meter hoog is. Van bovengenoemd Fort de Koek zijn beide top pen duidelijk te herkenneD. Van PadaDg- Pandjang gezien, bedekken beiden eikander en schijnt bet of de berg slechts één top vertoont, die zeer spits is. De top, die naar de zijde van Padang-Pandjaug gekeerd is, vertoont twee kraters, den Pakoendan-Mati of uitgewerkten krater, en den Pakoedan- Gedang of grooten krater. Beiden zijn ge scheiden door eene vlakte, gevormd door de uitwerpselen van den Pakoedan-Gedang, die uit bijna horizontale zandlagen bestaat en daardoor onder den naam van Zandzee be kend is. Na eenigen tijd van rust trad'in 1876 een tijdperp van verhoogde werkzaamheid van dezen vulkaan iu. De ingenieur Faber was niet ver van den top, toen den 4 April 1876, onder een geweldigen slag, een zware rookkolom werd uitgeworpen. Genoemde ingenieur nam met de koelies, welke hij bij zich had, de vlucht naar Soen- gei Poea, doch keerde den volgenden morgen terug en vond onder meer op den rand van den krater een steeu van 10 h 12 kub. meter inhoud liggen. In 1878 begaf zich de mijn-ingenieur Van Schelle naar den krater met den officier der infanterie KeUermau. Van Schelle kon toen, door op den grond te gaan lig gen, over den kraterrand heen zien ih de verticale pijp en nam daarin een dikke brijachtige massa waar, waarin groote brok ken slakken ronddreven. Terwijl hij bezig was met deze waarneming, schoot op eens de krater een zware rookzuil naar omboog, steenen met zich voerende, teu grootte van een kiukerhoofd, die rondom hem, tot op 200 M. afstand van den krater neervielen. In 1879 bezocht de mijn-ingenieur Ver beek den krater en vond toen geen vloeien de stof meer in de genoemde pijp aanwezig. Den 19 Februari 1888 werd te Fort de Koek vroolijk het feest van 's konings ver jaardag gevierd, toen 's morgens zeer vroeg neder en beukte de wiud huilend de kleine woning, het was alsof de bewoners er niets van gevoelden. Eindelijk tastte Mauer met zijne band naar het hoofd van het meisje en streek er teeder en vol liefde over heen. Zij greep naar zijne hand, alsof deze haar weder loven schonk, en, hot gelaat opheffend, zocht zy hem met haar brandende droge oogen en zeide, hem onuit sprekelijk treurig aanziende, tot hem Vader, waurom hebt gij uw kind in den nood verlutdn i-Omdat ik tegenover hem machteloos ben, Caraieu", fluisterde hp. 'y Machteloos vroeg ze. »Maar wie kan macht over u uitoefenen, als gg niet wilt? Hoe kan een vriend dat tegenover een vriend doen »Ack, Carmen, antwoordde de oude man, zacht klagend, >dat hij zijne macht nog niet over mij uitgooefeod heeft, is juist het grootste bewijs zyoer vriendschap jegens mij, maar als hp haar gebruiken wil kao ik het niet beletten, maar moet het duldeu. Ik zeg u, het is een groot ODgeluk, dat hp u liefheeft van den 2üen, terwijl vele officieren en bur gers met hunne dames op de sociëteit op het gebruikelijke bal waren,de vroolijke stem ming plotseliug werd gestoord door een he vige» knal, als van een reuzenkanon, waar door ieder werd opgeschrikt, en het socië teitsgebouw dreunde. Het bleek alstoen, dat een tijdperk van rust voor den Merapi, dat eenige jaren had geduurd, weder ten einde was. Zij die buiten waren, zagen bliksemstra len om den top en gloeiende steenen om den kraterrand nêervallen. Dagen daarna zag men telkens rook uit den berg opstijgen, en velen meenden 's avonds gloeiende stee non gezien te hebben, die werden uitge worpen. Gloeiende lava, zooals bijv. uit den Vesuvius stroomt, komt bij geen enke len vulkaan in Ned-Indië voor. Op Zaterdag 25 Febr. 1888 begaf zich de ingenieur Delprat met den officier van gezondheid Pollak, naar Soengei-Poea, om van daar uit eene bestijging van den Merapi te beginnen. Nadat de bestijging een paar uren was aangevaugen, begon, zonder eenige vooraf gaande waarschuwing, eene nieuwe uitbTaking, daar opeens een ontzettende rookkolom uit den krater opsteeg, die boven de hoofden der reizigers met hunne koelies eene dikke wol achtige massa uitspreidde, welke langsaam in de richting van Tauak-Dator afdreef. Hoe wel de koelies dit ontrieden, waren de moedige reizigers verlangend om den tocht voort te zetten, teneinde thans bij die verhoogde werking den krater te zien. Tegen den avond, na omstreeks de helft van den weg te heb ben bereikt, kwam men bij eene kleine hut, waarin besloten werd den nacht zoo goed mogelijk door te brengen. Hier waren de rei zigers tegen de koude beschut, dewijl dicht bij eene bron ligt, waaruit helder water vloeit, dat eene zeldzaamheid van den Merapi is. Des avonds en 's nachts werd het al kouder en daalde de thermometer tot 14 graden Celsius. Des morgeus zeer vroeg werd de reis verder voortgezet. Eene moeielijk en steile weg moest beklommen worden, terwijl alles met asoh was overdekt, dat het gaan zeer be- moeielijkte. Intusschen brak het daglicht aan, terwijl de reizigers den uitersten boschrand bereikt hadden, kwamen zij op het bovenste gedeelte van den beïg, waar alle plantengroei op houdt en niets dan steenen en asch den bodem bedekken. Die steenmassa is zeer en gij hem niet lyden kunt." Vader, daar staat mijn verstand bij stil, ik versta u niet, ik kau u niet begrijpen. >Hou kan een meusch zulk een macht over een ander uitoefenen, dat een vader daarom zyn kiud onbeschermd leut?" Mauer loosde een diepe zucht. Carmen stond op en liep de kamer onrustig op en neder. Daarbuiten woedden storm en on we der in rusteloozen strijd, hierbinnen zocht het arme kind haar stormachtig bewogen hart tot rust te brengeo, en in de hevig woelende ge dachten orde en helderheid te brengen. Vader," aldus brak zij eindelijk het zwij gen af, terwijl zij zich op een stoel naast don ouden man neder zette, Spreek, laat mij hooren, hoe en waurmode Jonathan u leed kan óood, als hij de macht, waarvan gij spreekt, tegen u mocht keeren Hoe woodeD wij dit gevaar af Carmen", antwoordde hij zacht en schroom vallig, szoudt gij het kuuueu verdragon, in uwea vader een schuldig mao, ja, een groot zondaar te zien Hg zag er zoo gebroken door leed eu zoo pijnlijk voor de voeten en maakte bet loo- pen zeer moeilijk. Bij zonsopgang was de temperatuur 9 graden Celsius, dat voor Indië nog vrij koud is. Het was een buitengewoon schouw spel de strakke nevel, de bijna witte bodem, niets dan asoh en steen en 'de totale afwe zigheid van eiken plantengroei. De hoogte, die alstoen bereikt werd, was 2730 meter. De reizigers trachtten nu de krater- openening te naderen en ontdekten, dat na elke werking van den vulkaan, ringen ont staan, die gedeeltelijk blijven, gedeeltelijk instorten. Zoo werdeu dan duidelijk vier kra- terringen onderscheiden. Van de buitenste kraterriug werd de lengte op ongeveer 1S00 meter geschat. Er werd alstoen, zoo kort mogelijk aan den rand, een gezicht van de krateropening met een pllotografietoestel genomen. Des voormiddags te 10 uren werd de terugtocht aangenomen, terwijl intusschen de zou hoog aan den hemel was geklommen en hare warmte deed gevoelen. Het afdalen door het bosch, dat met asch was overdekt, was nog onaangenamer dan bij de beklim ming. Aan den buitensten boschrand geko men, werd een beekje ontdekt, waar de rei zigers zich van het stof konden reinigen. Des namiddags te half twee waren zij weder te Soengei-Boea terug, om 1 lL uur later te Fort de Koek aan te komen. Vlissingen, 22 Januari. Toestand van Z. M. den Koning. Het officieel bericht van Het Loo van gisteren luidde 's Konings toestand blijft voor het oogen blik bevredigend. De krachten komen lang- zaam bij, ofschoon de laatste 24 uren de hooge lijder minder rustig is geweest. 's Konings geneesheer, dr. Vinkhuijzen, is Zaterdagavond weder van Den Haag naar Het Loo vertrokken. De Staatscourant meldt Ofschoon zijne majesteit de koning de laatste 48 uren minder rustig heeft doorge bracht, blijft volgens verklaring der geuees- heeren de toestand des konings voor het oogenblik bevredigend. De voeding verbetert iets, en de krachten gaan langzaam vooruit. {Zie verder laatste berichten.) nameloos ellendig uit, dat haar goed en lief hebbend hart van medelijden eu erbarming overvloeide. In het dierbare aangezicht haara vadurB te zien, daarin schuld en zelfbe schuldiging te lezen, dat deed haar hart pjjn- lijk iueenkrimpen, en heeto tranen stroomden haar uit de oogen. Zij sloeg hare armen om zijn hals en zeide teeder: »Voor uwe dochter kunt gjj geen schuld hebben, al mocht gij ze ook voor de wereld hebben en geloof mij, ik zal u des niettegenstaande liefhebben en uw leed helpen dragon, vader. Hij snikte hevig en drukte bet meisje tegen zich aan. >M.ogo het Gods barmhartigheid en genade zyn, die door den mond mijns kiDds tot mp spreken. Moge Hy u zegeueu en om uweulwiile mij, grooten zondaar, die reeds zoo zwaar geboet heb, vergeven. Het is eene oude gescbiedeuis van ellende en schuld, waar van ik het gewicht reeds negentien jaar ge dragen beb. Luister nu, Carmen.* Broeder Mauer zweeg eeD oogeoblik, als zocht bij in ziju geheugen uan de reeds half ver bleekte kleuren van lang geleden gebeurte*

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1889 | | pagina 1