VMSSIMISCIIE COI KAM. a n ge n. iSSiM: In DOR T, met beste' SLKOLEN, voor reke- n DUUREN BHTILÏÏ. C. TIMMERMAN. ter-Schelde. No. 89. Zondag 6 November 1887. 253te Jaargang. SMOTE;'! OMZET en eerste kwaliteit Ossen- h 60 Cent per kilogram, Kerkstraat, Vlissingen. driana," schipper G. J. 'EENKOLEN, voor re- G. H. DOMMISSE. Vit," met prima Kachel-, ekolen. WJBAUT& ZOON, V e RUHRKACHEL- r en SALONCOAKS- bih»ieii§i jen en Middelburg v v, r Middelburg vm. 5 (Remise) L 9 30, 11, um. 12 30, 2. 3 30 r Vlissiugcu (Zeilraarkt) voorni, 5, 11 45. nm 1 15, 2 45, 4 15. iur van Vlissingen en 5,30 van lts op werkdagen IRGËDIEJNST jurg en Vlissingen vv orm 6, 2Of, 8.—. 9,lót 10— l(40f, 2,30, S,30f, 6,— MOf lim, 8,-t, 9,—, 10,—f, 11,—, 2,30f, 3,30, 4,30f, 6 7,30+ i aan de Keersluis aan waarvan de vertrekuren meteen q de Abeelv en Souburg N SU E ai 8 T gen en de Buitensluis L 6 6 20 (viaKeersluis), 6 40, 8 40 99 20 (naar keersluis) 1 1—, 11 20, 1140 Namiddag Keersluis), 2 2 20, 2 40, 2\>, 5 5 20, 5 40, 6 6 20 luis) 8—, 8 20, 8 40, 9 6 10, G 30, G50, 710, 7,30, 9 30 (via keersluis) 9,50, 10,10 J 30, 11,50, Namiddag 12,10, 1,30 fe.IO, 3,30, 3,50, 4,10, 4,80, 5,10, i 6,50, 7,10, 7.30,8,10,8,80, 8,50 SUOTUIEKST tusscben lelburg en Rotterdam nliggende plaatsen erïrek in November. au Middelburg van Rotterdam, vm. 8.15 8.15 8.15 8.16 I 8.15 80UTIIIEMST urg en Zieriknee v.v MB ER. VAN Z1ERIKZEE Donderd. 8 vm, G,8l Vrijdag 4 0 6.31 Zaterdag 5 w 7.3' Zondag 6 7.31 Maandag 7 7.3 Dinsdag 8 B 7.— Woensdag 9 6.- Woensdag 9 nm. 1.— Douderd. 10 l.Si 'EMBER 1887. Iio,nam 12,30 en 3,45 10,30 I,— .4,15 Woeüsdag en Zaterdag. vin 7.30 nm 2,45 8,— R 3,15 10 30 II,— o,— 12,30 U 6,80 1.— BUREAU: Kleine Markt I N*. 187. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande laren en Postdirecteuren. UITGEVER F. VAN DE VELDE Jr. te Vlfsèingen. PRIJS DER ADVERTENTlENVan 1 tot 4 regels ƒ0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE Co., te Parijs. Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND. Abonnementen voor België, Duitscbland, Engeland i Frankrijk 1,65 per drie maanden. relkc ook geldig zijn Wat onze gids vertelde. EENE REISHERINNERING. (Slot.) Toen Lize ft wild in huis zag bren gen, trok ze haren man weg van de wieg van 't kind, waarbij hij was gaan staan, bracht hem in een hoek der ka mer en zeide „Fransonze jongen mag ft niet hooren. Frans, je bent een strooper een dief!" Zij liet hem staan, vloog weg en viel bij de wieg van ft kind neer. „En jij/' riep Frans, „jij overdrijft alles. Er zijn er zooveel, die 't doen. Zouden dat dan daarom allemaal dieven moeten zijn Onze lieve Heer heeft de dieren van ft woud immers voor alle menschen geschapen „En jij wil ft laatste woord hebben antwoordde de vrouw. „Je weet even goed als ik, dat je ft niet moogt doen." Een paar oogenblikken daarna kwam de liefde weer boven. Zij ging naar bem toe, vouwde hare handen en zei -Frans, ik meen ft zoo kwaad niet. kaar als. je dan niet kunt of wilt in zien, dat je zonde doet, bedenk dan toch, dat je ons allen ongelukkig kunt ma ken, Toe, beste manlaat dat stroopen toch „Ik weet het wel," hernam hij ge melijk, „je gunt me ook geen genoegen Toen wist ze niets meer te zeggen, maar ze stortte tranen, die op 't bedje van den kleinen jongen neervielen. „Hij heeft geen genoegenHeeft hij zijn kind niet en heeft hij zijn vrouw niet? Moet hij dan juist het bosch ingaan, om genoegen te zoeken?" Weer is er eenige tijd verloopen. Op zekeren dag zegt Frans„Nu is er vol strekt geen gevaar! De jager is ziek en zijn plaatsvervanger is nog niet ge komen. Mooier kan ft nooit uitkomen." Hij sloeg zijn mantel om, nam ft geweer en wilde weer uit stroopen gaan. Nogmaals smeekte Lize hem, om thuis te blijven. Zij nam 't kind uit de wieg, hield het haren man voor en zei jFransje, kind I bid jij je vader, om niet te gaanToesteek je handjes uit en pak hem eens't Is je goede, beste vader en hij zal toch wel hij zijn jongentje willen blijven 1" ft Knaapje lachte zoo vriendelijk en trok Frans aan zijn haard en wou hem niet loslaten. „Nu, nu," zei Frans. „Ik kom spoedig weerom. Ik wil alleen dien akeligen havik doodschieten, die gedurig een on zer kippen steelt. Die roofvogels moeten uitgeroeid worden." En fluitende ging hij de deur uit en zoo naar ft woud, dat zijn herfstkleed had aangetrokken. Hij keek niet om. Dat durfde hij niet, want hij wist heel goed, dat Lize nog in de deur stond Het het kind op haren arm en hem zeker weenend nakeek, Toen hij in ft wond kwam en zijn jagersoog hier en daar wat wild ont dekte, toen dacht hij niet meer aan vrouw noch kind, noch aan de welge meende vermaningen, die hij ontvang*en had, maar de oude bp<*,eerte kwam met nieuwe kracht weer hem op. Jjize was met den jongen naar't veld gegaan, om aardappelen te rooien. Ijve rig was ze bezig. Ach, als men leed heeftis hard werken ft allerbeste geneesmiddel. Maar heden kon ze haar verdriet maar niet verzetten, ft Wou niet; een onverklaarbare, hevige angst beklemde haar gemoed. Die arme vrouw! Ze bad in gedachten als om bescherming' voor haren man. En dan dacht ze toch ook weermaar hoe kan ik voor een dief aan onzen lieven Heer om bescherming bidden? 't Is evenwel zoo jammer, hij is anders zoo'n beste man Ze snikte en groef daarbij den grond om en zelfs nog dieper dan de aard appelen lagen, want ze groef maar werktuigelijk door. De kleine jongen, die nu een half jaar oud was, schreeuwde luid en verlangde naar de moederborst. Ze lette er nauwelijks op en ging maar voort met haar werk. Toen ze eindelijk de spade liet rusten en naar 't kind toeg'ing, was ft in slaap gevallen. 't Liep reeds naar den avond. De vogels hielden op met zingen en de kippen waren reeds op stok gegaan. Nog was Frans niet terug. Lize tuurde al maar in de verte, en zoo'n onrust als heden had ze nog nooit gevoeld. En toen het later in den avond werd, toen kon zij ft niet langer uithouden. Ze nam het sluimerende kind op haren arm, wikkelde het in vaders bruine buis, sloot het huis en begaf zich naar ft woud. Geen takje bewoog zich. Daar lagen de schaduwen als de jonge kinderen van den nacht. Na eenigeu tijd kwam ze aan eene bergkloof en daar naast viel het water met kracht naar beneden. Dat geluid van 't water hinderde haar, ft klonk zoo akelig; ft was haar als mpest ze die ruischende stemmen ver staan en toch verstond zij ze niet. Ze klom hooger op, om rust en stilte te hebben en liep zoo voorzichtig mogelijk, om 't kind niet wakker te maken. Ein delijk bereikte ze eene plek, waar een overvloed van gentiaan groeide. Daar ging ze op een grooten steen zitten en luisterde met gespannen aandacht. O wat een heilige stilte heerschte daar ft kloppen van een hart, vooral zoo onrustig als ft hare, moest men hebben kunnen hooren. De blauwe klokjes van de gentiaan wiegelden zachtkens heen en weer, al voelde men ook geen zuchtje wind. De klokjes luidden, als ware ft een plechtige avonddienst, als was 't het eeuwige geluid der stilte. Daar werd de jongen wakker. De moeder gaf hem de borst en gretig ge noot hij ft welkome voedsel. De vrouw luisterde nog sterker en 't was haar, als hoorde zij den stap van haar man. En tochneenze had zich alweêr vergist Dan keek ze weer naar die blauwe klokjes, en ft was, alsof ze schitterden. Zouden ft dwaallichtjes wezen, want die zijn ook blauw? Maar bloemen zijn g'een dwaallichten, want haar moeder had haar geleerd, dat de bloemen Gods oogen zijn. Nu zagen die bloempjes haar zoo vriendelijk aan. Gods oog Dat oog zou ook waken over haren man en over dat lieve kind. Hij Een knal 't was alsof een bliksemstraal den boezem der vrouw had getroffen 1 Ze gaf een luiden gil en drukte het arme wicht aan haar hart. Frans Slager had den gil gehoord, nadat hij den kogel had afgeschoten naar de plek, waar zich iets bruins bewoog tusschen de gentiaanstruiken aan de andere zijde van de kloof, en meende eene door hem opgejaagde ree te zullen treffen. Hij hoorde den gil, den gil van een mensch, en sprong óver takken en steenen naar de diepte én ijlde toen aan den anderen kant naar boven en vondzijne stervende vrouwI Met een woesten kreet van vertwij feling viel Frans naast haar neder en met bevende handen hief hij haar hoofd op. Zij sloeg nog eens de oogen op en stamelde Frans I ft stroopen ^ult ge ft nu laten Hij kon niets meer zegg'en danver geef mij Zij zeide niets meer. Nog een blik op haar kind eefi trillende druppel in haar oog en toen was alles onbe wegelijk en stijf op dat lieve, bleeke De gentiaan bewoog de klokjes in den stillen nacht. Op aarde werd ft niet gehoord, maar daar hoven in den he mel zal dat doodsklokje wel geklonken hebben. De gids zweeg. De forsche man had een traan in zijn oogen en keek met weemoed naar ft vervallen huisje. Er heerschte een diepe stilte, want ook wij waren getroffen door het een voudige maar treffende verhaal. En gij lezer? casacara. Binnenland. Vlissingen, 5 November. Donderdagavond te ruim 10 uren arriveerde alhier met den gewonen exprestrein, waarin te haren behoeve een doorgaand salonrijtuig der staatsspoorwegen was geplaatst, H. K. II. de hertogin-weduwe van Albany, zuster van onze koningin, met hare twee kinderen en gevolg, zijnde op reis van Beutheim naar Londen. Deze vorstelijke reizigers moesten zich hier inschepen op het koninklijk Eugelsche stoom jacht Victoria and Albert, dat reeds Woens dagmiddag van PoTtsmoutb alhier aangekomen en op de reede, védr de buitenhaven geankerd was. Bijzondere omstandigheden wareD oor zaak, dat het jacht ditmaal niet, zooals anders, in de haven was gekomen. De hertogin en de haren, werden aan den trein opgewacht door commandant Fullertou van het koninklijke jacht, alsmede door den Britschen vice-consul, deu heer P. L. De Bruijne. Nadat de mailboot der maatschappij „Zee land" uit de haven naar Queenboro was ver trokken, verliet de hertogin, onder geleide van genoemden commandant den trein, zich bege vende naar de zuideraaulegponton, waar, naast de provinciale stoomboot Walcheren, de red dingsloep van het Eugelsche jacht in gereed heid lag om, gesleept door eene stoombarkas eveneens van het jacht de reizigers naar dit laatste over te brengen. Dit geschiedde, daDk zij de goede regeling van een en ander,in de beste orde. Eene derge lijke wijze om vorstelijke personen en voorna melijk dames en kinderen, aan boord van een ter reede liggend vaartuig te brengen, kan anders niet bijzonder geriefelijk heeten, vooral wanneer, zooals nu het geval was, dit moet plaats hebben bij avond en vrij woelig water. Nadat de inscheping was afgeloopen en de bagage, door eene sleepboot naar het jacht was overgebracht, vertrok de h'ctoria and Albert van de reede naar zee, met bestemming naar Port-Victoria, aan den ingang der Thames. Van 29 Oct. tot 4 Nov. zijn alhier uit Queenboro met de mail booten aangekomen 580 en daarheen vertrokken 571 passagiers. Naar wij vernemen, zijn tot de, vereeniging Hulp in Nood''' reeds 190 personen als lid Naar men verneemt, staat het thans vast dat alle postpakketten van Engeland naar Ne derland, voortaan niet meer te Vlissingen in geklaard en door de douanen gevisiteerd zullen worden, maar te Roozeudaal. Deze maatregel zal thans hoogstwaarschijnlijk 1 December a.s. aanvangen en wordt in het belang-vau het al gemeen verkeer van geheel Nederland beter geacht. Het aantal postpakketten van Enge land, voor de provincie Zeeland bestemd, is zeer gering. Daar de afstand tusschen het post kantoor te 'Vlissingen""eri het "havenstation aldaar waar de inklaring moet plaats heb ben zoo groot is en de weg, vooral bij slecht weder en in warme zomerdagen, alles behalve aangenaam, veroorzaakt dit veel moeite aan het personeel, terwijl te Roozeudaal de inkla ring beter kan plaats hebben, daar aldaar reeds een kantoor op groote schaal bestaat expressie- velijk voor het inklaren van postpakketten uit vreemde landen en in de nabijheid van post, douane en station. MCt.) De minister van marine brengt ter kennis van zeevarenden, dat op de Wester-Scbelde, de due d'alve met kegel, staande op den hoek van Valkeuisse, gedurende den jongsten storm is omgevallen, en nu buiten dat omgevallen baken eene ton zal worden gelegd zullende de diepte en peilingen later worden bekend gemaakt. De vereeniging „De Unie" hield Woensdag avond in Maison Stroucken te Amsterdam eene openbare vergadering. De heer W. E. Willink Ketjen besprak op die vergadering zijne bekende wederwaardighe den, in Indie zoowel als hier te lande,en lichtte er zijn dezer dagen gedaan „Beroep op het rechtvaardigheidsgevoel van het Nederlandsche volk" toe. De spr. begon met te verwijzen naar den in het Vad. door hem geschreven open brief aan het Nederlandsche volk, waarop, zei hij, in de pers,zoowel als bij het publiek zekere reser ve was gevolgd,waarschijnlijk omdat men eerst het antwoord van don aangeklaagde wilde af wachten.Dat antwoord zou dan gegeven moeten zijn in den vorm van een strafvervolging, wel ke evenwel niet kwam.Nu deed spr. een beroep, opdat hem, tegenover den hem aangedanen „roof, vvetscheunis en fraude," recht zal wor den gedaan en hij gerechtelijk zal worden ver volgd eu gestraft of gerechtvaardigd. De heer Ketjen ging daarop in bijzonderhe den zijne geschiedenis na. Op de vraag waarom men hem in Indie riep voor een onbevoegde rechtbank (i. c. den raad van onderzoek), wanneer zijne handelin gen aanleiding gaven tot de tegeD hem inge brachte beschuldigingen eu terwijl de bevoegde rechtbank was aangewezen, antwoordde spr.: men rekende er op, hem na de vrijspraak doof

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1887 | | pagina 1