VLISSINGSCHE COURANT. /rus. Pilatus." olgende Tijdschriften m. \ontwikkd/iiig x Oz., Pred. to H'arrega dat in Nederland wordt u minstens 32 bladzijden &NEN, Hoogl.te Leiden. flzijden, die geregeld den ranco per post f 2-10. LEVEN als op ONZE gaarschen Kunstschilder meesterstuk van kunst in c/ioone schilderij o. a. ook het voorrecht hadden haar op zoo hoogst voo rtrejfe- i in de gelegenheid gesteld lemaalcle teekening, zelf te papier van, 48 bij 64 cM ÏOOTDIENST schen ilburg en Botterdam 'iggende plaatsen BTKEK IN FEBBUAEI. Middelburg van ltutterdum vm. 9.— ia. 8,30 9.— p 8.30 9.— 8.80 9.— OOTD1ENST Lrg en Zierikzee v. v. van zierikzeb: Douderd 3 vm 6.30 Vrijdag 4 6.30 Zaterdag 5 7 30 Zondag 6 7.30 Maandag 7 7.30 Dinsdag 8 6.30 Woensdag Woensdag 9 6.30 9 nw. 2.30 Dooderd. 10 2. 50 nam 1,8, 20 1,30 8,30 Woensdag en Zaterdag, voorm. 7,30 nam, 10,80 11,— 2,20 2,50 12,80 door üldig voor dlei» dng l 6 40 I 7 23 *9 25 10 121', |*8 13 1 151 915 1 20 9 22 IS o. 11. Zondag 6 Februari 1887, 25ate Jaargang, BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1,Franco per post f 1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande laren en Postdirecteuren. UITGEVER F4VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ABVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE S Co.. te Parijs. Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND. Abonnementen voor België, Duitschland, Engelanden Frankrijk f 1,65 per drie maanden. bcteckcnt dat op hot -teduide gedeelte van het tre- ;uigctt 1ste eu 2de klasai m s. II. Een vreemd denkbeeld zoo'n ijsopper- vlakte. Gij weet, dat er water onder stroomt, dat er liier ey^daar zwakke plaatsen zijn eu toch gaat gij er op en honderden gaan er me# u op, zonder te bedenken, dat die korst duizende en duizende kilo's zal moeten dragen. Nu en dan doet het ijs eenA waarschuwend gekraak hooren en men ziet eenige menschen verschrikt uit elkander stuwen en naar. den vasten wal gaan? Och, neen! ze blijven er op en eenige minuten later staan of loopen ze andermaal op diezelfde plek, even onnadenkend en roekeloos als wa ren ze onbekend met het dreigend ge- .ar. De woorden //wij dansen op een vul kaan l" zijn, zooals 'bekend is, historisch geworden, maar wat zouden we wel veel beter en duidelijker kunnen zeggen dan ,/wij vermaken ons boven een af grond," terwijl daarbij nog dit verschil bestaat, dat men van de waarheid van 't- laatsto overtuigd is. Toch gaat men voort met zich te verma ken en men geeft er zich aan over met eene hartstochtelijkheid, die alleen door 't dansen nog eenigennate wordt geëve naard en met eeue volharding, eene betere zaak waardig. Elke mogelijke lichaamsoefening kan eene nuttige zijde hebben. Terecht heeft men het toegejuicht, dat ouze holland- sche jeugd alles aanwendt, om ferm en krachtig te worden. Van onze engelsche buren hebben we in den laatsten tijd veel overg-enomen, wat daartoe kan die nen. Was het geen ferme, gezonde be weging, om eenigen tijd aan het kolf- en kegelspel te wijden, waarhij spier kracht en juiste blik werden gewonnen en men bij zoo'n spel krachtige mannen zag' werken, die heel wat verschilden van onze hedendaag-sche, meer week op gevoede heertjes? 't Was dus eene heer lijke schrede van vooruitgang op den weg van krachtsontwikkelingtoen onze jongelingen meer lust in zwemmen en andere lichaamsoefeningen toonden en uit dit oogpunt beschouwd, heb ik dan ook vrede met de kunst van schaatsen rijden. Blaar zoodra oefening en uitspan ning eene te groote inspanning worden, dan gaat het nut verloren en de welda dige gevolgen moeten voor schadelijke plaats maken. We hebben in den laatsten tijd tot oververzadigens toe genoten van wed rennen, zelfs zoo, dat bij vele toeschou wers de animo begint te verflauwen. Wanneer men dan twee beroemde ren paarden den strijd tegen elkander ziet volhouden, wanneer de jockeys, zonder &og eigen voordeel en eer te rekenen, rik" krachten inspannen, om hunne lossen tot den uitersten spoed aan te drijven, dan rennen we in onze verbeel ding met 't een of ander paard meê, dat door vorm of weergalooze snelheid onze sympathie heeft gaande gemaakt; dan zijn we geen leden van de dierenbe scherming en we vragen niet, hoe dood raoe zoo'n paard, dat met den prijs gaat strijken, na afloop van zoo'n hard- nekkigen kamp moet zijn; wanneer hij °Qgeluk zoo'n paard struikelt en zijn foot breekt, dan vinden we 't jammer voor den eigenaar en voor 't paard, dat nu naar den vilder gaat, maar verder gaat het ook niet met het gevoel, want 't is immers maar een paard en als het sterft, is er geen bloedverwant, die er een enkele traan om zal storten. Zoo verre, wat het paard aangaat. Wanneer we lezen, dat er, hoewel verboden, in Engeland en andere landen nog hanengevechten plaats hebben, waar hij 't geld alweer een groote rol speelt; waarhij dwaze weddingschappen worden aangegaan,- waarbij de toeschouwers 't met de grootste koelbloedigheid aanzien, hoe die dieren elkander als 't ware, trachten te vermoorden, dan behoeven we al wederom geen leden der dieren bescherming' te zijn, om een gevoel van afkeer, van afgrijzen, van walging te ondervinden en luide drukken we onze verontwaardiging uit. Wanneer we dan eindelijk nog denken aan de stierengevechten en wij, die min der opgewonden van aard zijn dan onze zuidelijke huren, ons niet kunnen voor stellen, hoe men een bizonder groot'ge noegen kan scheppen in zulke tooneelen, waarbij menschenleveris op 't spel wor den gezet; wanneer we dat alles beden ken, dan komt bij de beschouwing hier van, wel eens de vraag bij ons op, of we zoo geheel en ai kunnen instemmen met de geestdrift, die zoo'n hardrijderij door menschen bij zeer velen opwekt. Wanneer eene uitspanning zoo overdre ven wordt, dat men niet meer vraagt naar gevaar voor gezondheid of leven, dan houdt ze op, een vermaak te zijn Zoo menigmalen is de opmerking ge maakt, die voor weinige dagen nog in de nieuwsbladen werd herhaald, dat de zoo genaamde hardrijders van beroep nooit ja ren achtereen op de haan blijven en telkens door anderen vervangen worden, omdat -de buitengewone lichaamsinspan ning hun hunne beste krachten ontrooft. Zij, die ooit zulk een hardnekkigen strijd hebben bijgewoond, zullen dit moeten beamen. Het schaatsenrijden is op zich zelf beschouwd, een lichaamsbeweging, die alle aanprijzing' verdient, maar de over- drevene, geforceerde inspanning, uit gaande van 't motief winst of jagen naar eer, zal hij de meesten, voor de gezondheid hoogst verderfelijk zijn Zoo'n ijsveld levert stof voor velerlei beschouwingen. Elk, die behoorlijk goed wil rijden, zal zorgen dat alles goed in orde zij. En wat neemt daarbij eene hoogei'e plaats in dan de schaats. Wat is er menig krabbelaar', die maar niet vooruit kan komen. Hoe komt het? Zijn lichaam is goed gevormd, hij ziet er niet zwak uit en de baanvegers hebben im mers voor eene geschikte, eflene haan gezorgd. Toch gaat het niet goed; zijn schaats deiigt niet. Hij komt niet - goed beslagen ten ijs! Hoe menigeen is er niet, op wien dit gezegde, zoo geheel naar recht, kan worden toegepast? Wie 't er maar op waagt, of het gelukken zal en 't voor naamste over 't hoofd ziet, die zal, die kan immers niet slagen. Daar worden zoovele jammerklachten aangeheven over mislukking, over teleurstellingen; daar worden zoovele beschuldig'ingen geslin gerd tegen de wereld, tegen medemen sehen, tegen onrechtvaardige behande ling', terwijl men niet verkiest te be-* kennen, dat de hoofdoorzaak alleen ge legen is in 't niet beslagen ten ijs ko men. Halve, middelmatige kennis staat gelijk met schaatsen, die niet in orde zijn en op de levenshaan laten ze ons in den steek en we hereiken ons doel niet dooreigen schuld Wanneer gij nog geen matador in de edele kunst zijt, blijf dan maar op 't baantje en waag u niet op 't gladde ijs, waar gij al zeer spoedig op den grond zult liggen. Wie zich op glad ijs waagt, terwijl zijn schaatsen niet zeer scherp zijn, zal 't zich beklagen. Koe juist geeft ook dit den toestand terug* van die vele on- voorziclitig'en, die niet genoeg' voorbe reid, zich in gevaar hegeven en zich in zaken wagen, die voor hen niet geschikt zijn. En nu neem ik afscheid van 't ijs. 't Zijn niet meer de ouderwetsclie win ters, zoo als de ouden van dagen zeggen. We zullen ons nu maar verheugen in 't vooruitzicht op 't voorjaar en uitzien naar de lenteboden. Men heeft in alle gevallen zijn hart kunnen ophalen aan 't. rijden. Toch hond ik mij bij de spreuk wat gij geniet, geniet dat met mate; uitfts. schaadt zoo zeer als overdrijving! CAS ACARA. BIN Nfi MA Nil. Vlissingen, 5 Februari. MYisrini os 's Wis wjaaiti. Woensdag jl. had de aangekondigde inza meling der bijdragen plaats door de commissie voor de feestviering op 's konings verjaardag. De stad was daartoe in 8 deelen gesplitst en meende men 's middags te 4 uren gereed te zullen zijn. De commissie op dien tijd de uit komst opnemende, ontdekte dat de ontvangst reeds bijna f 800 beliep, doch vernam dat nog eenige straten moesten bezocht wor den, terwijl aan de woning van hen. die zich niet thuis bevonden, een biljet ter invul ling werd achtergelaten, met verzoek dit inge vuld bij den penningmeester te doen bezorgen. Thans zijn de bedragen na afloop der geheele collecte en met bijtelling der reeds ingekomen inschrijvingsbiljetten tot circa f 940 geklom men, zoodat men veronderstelt, als alles, wat toegezegd is en alle biljetten,die achter werden gelaten, zullen zijn ingekomen, de som van f 1000 wel zal kunnen bereikt worden. Onder de inschrijvingen bevinden zich ook een aantal broodeu ter uitdeeling aan de armen. In de op 2 Februari 's avonds door de re- gelings-commissie gehouden vergadering, is besloten, tot de uitvoering der vroeger opge noemde plannen over te gaan. Alles wordt nu voorbereid om definitieve voorstellen aan de geheele commissie te kunnen doen. Op de eerste vergadering, vóór of na 10 Februari te houden, denkt men bepaald alles vast te stel len en bij een programma voor de geheele feestviering alles te regelen. De hoofdschakel van alles zal eene exlra-bedeeliug aan de min vermogenden en oDthaal van de verpleegden in alle gestichten zijn. Ook de optocht belooft, naar men zegt, zeer belangrijk te zullen zijn evenwel zijn van de meeste corporation nog geeue antwoorden op de gedane uituoodigingen ingekomen. Met zekerheid vernemen wij thans, dat de heer J. A. E. Musquetier, ingenieur bij 's rijks waterstaat, met l Mei e, k, naar Utrecht is Ouder toezicht van deu heer J. A. E. Mus quetier, ingenieur van 's rijks waterstaat, en in overleg met den heer J. Wilkens, inspecteur der kon. maatsch. „Zeeland", werden Vrijdag namiddag aan de buitenhaven opnemingen gedaan,betreffende de veranderingen en nieuwe inrichtingen, welke hoofdzakelijk ten behoeve van de aanstaande uitbreiding var. den dienst dier maatsch. aldaar moeten worden gemaakt. N overgeplaatst, terwijl in diens plaats alhier is benoemd de heer C. A. Jolles, thans te Assen. Vrijdagnamiddag vertrok het stoomschip Mercurius, gezagvoerder P. van Dijk Blok, weder van hier naar Londen (Deptford) met eene lading vee, bestaande ditmaal uit circa 2400 stuks levende en 5 stuks geslachte scha pen, zijnde dit het grootste, sedert de opening dezer lijn door die boot vervoerde aantal. Woensdagavond is van Amsterdam hier aangekomen het stoomschip Minerva van de koninklijke Nederlandsche stoomboot-maat schappij aldaar, welke boot bestemd is en in gericht wordt om, evenals thans de Mercurius, voor het vervoeren van schapen van hier naar Engeland te dienen. Van 29 Jan. t< Queenboro uiet 495 en daarheen v De burgervereeniging „Amicitia" en de sociëteit //Excelsior" alhier hebben besloten om geen deel te nemen aan den bij gelegen heid van 's konings 70n verjaardag te houden optocht. De zangvereenigiDg „Vlissing's Mannen koor" daarentegen zal op passende wijze daar bij vertegenwoordigd zijn en in den optocht haar prachtig vaandel doen prijken. 's Heer-Hbndrikskinduren, 5 Febr. Voor het thans weer bezette baantje van „kan- tenier" of wegwerker alhier, boden zich voor eenigen tijd honderd vijftig sollicitanten aan. Het inkomen bedraagt acht galden per week. Verder commentaar overbodig. De werkzaamheden aan den Vlietorpolder (N.-Bev.), die door den vorst eenigen tijd moesten gestaakt worden en anders reeds ge ëindigd zouden zijn, worden thans weer met kracht hervat. Een aantal vreemde arbeiders kregen gedaan, terwijl het werk nu ten einde gebracht zal worden door de overblijvende 200 man, allen Noordbevelauders. Weldra zal ook het werk aan den Leendert-Abrahampolder ter hand genomen woiden, tot herstel van de schade, door den jongs ten dijkval veroorzaakt. Uit onderzoekingen en peilingen aan de zuidkust van Zuid-Beveland, onder Borssele, is gebleken, dat op verscheiden punten groote herstellingen moeten geschieden. De Wester- Schelde zet daar voortdurend met kracht haar ondermijning voort. Men leest in het DgbU v. Z.-Ii. De herbouw van het Kurhaus gaat s teeds voort, zijn geregelde snelle vorderingen te maken. Met voldoende zekerheid kau nu aan genomen worden, dat de inrichting omstreeks deu lu Juni e. k. uit haar asch zal herrezen zijn en in de helft dier maand voor het publiek heropend zal kunnen worden. Naar wij verueme-D, zal de maatschappij, ongerekend de groote indirecte verliezen,welke zij door de ramp van den ln September gele den heeft, ook van den herbouw niet geheel zonder kleerscheuren afkomen. Bij de assu- rantie-peuniugen zal waarschijnlijk nog wel iets bijgepast moeten worden, eer alles voor de

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1887 | | pagina 1