Gemengd Nieuws. den Zieke, hoofd van school B, werd door een der onderwijzers namens een 160 tal meisjes, die door eene reorganisatie van het schoolwezen naar eene andere school worden overgeplaatst, aangenaam verrast met een cadeau, bestaaude in eenen prachtigen inktkoker van zwart ebbenhout, rustende op vier metalen leeuwen en in het midden ver sierd met een beeld uit de Grieksche goden leer. De onderwijzers boden hem, aan zijne woning, eene mooie hanglamp en een prachtig lederen album aan. Moet men aan een schrijven aan de Amst. Ct. van iemand, die de reis van Engeland naar het vasteland maakt, geloof slaan, dan zou de stoomvaartliju VlissingenQueenboro nog al aan verscheidene euvels .mank gaan. Niettegenstaande de pertinente verklaring der directie, dat er van verminderiug van passa giers- en goederenvervoer hoegenaamd geen sprake is, discht boveugenoemde inzender het volgende op „De reden, dat het aantal passagiers langs de lijn VlissingenQueenboro in den laatsten tijd zeer verminderde, in vergelijking van het aantal reizigers langs de lijn OstendeDover, is voornamelijk deze, dat de Ostende-lijn, door stoomers iu de vaart te brengen, die zeer snel loopen, de reis in bijna twee uur mioder doet dan vroeger. Het reizend publiek kiest nu de Ostende-lijn, waarlangs de prijzen even hoog zijn als langs do lijn Vlissingen Queenboro, te meer daar men van de meeste stedeu op het vasteland langer op reis is naar Vlissingen dan naar Ostende. Wil de Vlissingsche lijn met succes concurreeren, dan moet de maatschappij //Zeeland" sneller varende booten in de vaart brengen moeten de Duitsche treinen niet langer stoppeu op plaatsen als Tilburg,Boxtel en Eindhoven, waar doorgaande reizigers niet nooilig hebben te stoppen te Vlissingen een haveustatioi: bou wen aan de landingsplaats, in plaats van het tegenwoordige statioD, vanwaar men vijf minuten moet loopen, om aan de booten te komen, of de maatschappij moet hare prijzen verminderen. Doet zij dit laatste, dau komt zij in directe concurrentie met de Harwich- lijn, eene concurrentie, dio toch noodig wordt, zoodra de spoorweg Maassluis—Rotterdam gereed is. Nog op een ander punt wil ik even uwe aandacht vestigen. De maatschappij/Zeeland" heeft te Londen geene enkele tabel van vertrek uren hangeD, noch aan de stations, nog ergens anders, terwijl men die van de Osteude-lijn overal ziet. Zelfs de kleine advertentie in de Londensche dagbladen verwijst den lezer voor meer inlichtingen naar de directie van deD LondonChathamDover spoorweg. Er waren vroeger tabellen aangeplakt, doch ze verdwenen opeens, toen verleden jaar de dag dienst werd gewijzigd cn kwamen nooit weer terug. Eene dergelijke zedigheid is eene be tere zaak waardig." De toenemende uitbreiding en verineerde- ring van het aantal korpsen van het //Leger des Heils" in ons land, waardoor het voor het hoofdkwartier te Amsterdam ondoenlijk wordt de zaken op de tot dusver gevolgde eenvoudige wijze te besturen en te behar tigen, heeft bet noodig gemaakt het land te verdeelen in districten. Zoodanige districten worden gevormd door verschillende binnen een zeker rayon gelegen korpsen ouder de leiding van eenen zoogenaamden divisie-officier te plaalseD, die jegens het hoofdkwartier rechtstreeks ver antwoordelijk is voor zijn onderhebbend district. Een van de leger-districten in Nederland is het district Zeeland, dat voorloopig omvat ten zal de korpsen: Vlissingen, Middelburg, Dordrecht, Retranchement en Yzendijke. Het districts-hoofdkwartier zal gevestigd zijn te Vlissingen. In verband met deze uitbreiding en ook voornamelijk met bet oog op de ongeschikt heid van het tegenwoordige bijeenkomstlokaal, worden er plannen beraamd tot bet bouwen van eene nieuwe, groote zaal met ongeveer 500 zitplaatsen en annex officiereu-kwartier te Vlissingen De onderhandelingen, welke dienaangaande worden gevoerd, moeten reeds vor gevor derd zijn. Gisterenavond vertrok van hier het stoom schip ,/Dunrobin Castle" met bestemming naar Zuid-Afrika, met volle lading en 214 passagiers aan boord. Bij kon. besluit zijn benoemd tot dijkgraaf van den polder Karei, J. Krijgertot lid van het bestuur der waterkeering van de calam - teuse Margaretha-, Kleine ïïuissens- eD Een- drachtpolders, W. de Klerk Sr.tot lid van hot bestuur der waterkeering vau den calamiteuseo polder Anna Friso, D. de Regt Mz.tot lid van het bestuur der waterkeering van het calami- teuse waterschap Ellevvoutsdijk en den cala- miteusen polder Borssele, G. Minderhoud Pz. tot lid van het bestuur der waterkeering van het calainiteuse waterschap Oud en Jong Bres- kens, J. B. Beou Sr. De Minister van Oorlog wenscht de proef neming met de vrijwillige oefeningen in den wapenhandel, laatstelijk geregeld bij min. be schikking van 12 Aug. 1888, te doen voort zetten, en voor zooveel het mogelijk is de gelegenheid tot deelneming aan zoodanige oefeniDgen uit te breiden tot enkele plaat sen, waar geen garnizoen ligt. Iu verband daarmede bevat de Staats- Courant nieuwe bepalingen, waaruit blijkt, dat de bedoelde gelegenheid behalve daar waar garnizoen ligt, ook wordt aangeboden in gemeenten, waar voor de oefeningen der schntterijen instructeurs van het leger beschikbaar wor den gesteld, voor zooveel zich in die gemeen ten bij den commandant der schutterij een genoegzaam aantal jongelieden tot deelneming aanmeldt en voor dia oefeningen door de zorg vau het gemeentebestuur over eene bruikbare localiteit eu over wapenen van de schutterij ter plaatse kan worden beschikt. De regeling der cursussen heeft plaats in overleg met den commandant dier schutterij. In de gisteren gehouden zitting der Tweede Kamer is op art. 45 (rijksuitkeering aan gemeenten) het amendemeut-Hartogh behan deld, om de bijdragen te verhoogen, nl. 50 pet. van de minima der jaarwedden met toelagen voor onderwijzers van meer bevolkte scholen, doch nooit meer dan de helft der werkelijke jaarwedden, liet artikel werd be streden door de heereu Smidt en Rntgers, doch verdedigd door den Minister van Finan ciën als voor de gemeenten bijna drukken der. Bij aanneming van bet artikel zal geen belastingverhooging noodig worden. De Mi nister is bereid aan nooddruftige gemeenten eene extra-uitkeering te verzekeren. Ook minister Mackay ontkende de nadeelen van dit artikel. Omtrent het gevecht bij Kotta-Pohama (Atjeh) is aan een schrijven van een Indisch officier het volgende ontleend Nadat, zooals gemeld is, Kotta-Pohama hevig door den vijand was beschoten, rukten le-luit. Veerman met 84 man infanterie en le-luit. Hagemnn met 12 man genietroepen uit, om te trachten, den vijand te verdrijven. Eene eerste benting werd zonder moeite genomen daarna sluitlen echter onze troepen op eene daarachtergelegcne versterking, die Diet dadelijk te forceeren bleek. Onze soldaten moesten tot aao de knieën door het moeras waden, en werden elk oogenblik door ijzer- draad-versperringen tegengehouden, terwijl aan de zijde van den vijand zelfs vrouwen en kinderen het vuur op onze troepen onder hielden. Luitenant Veerman werd door een kogel in het hoofd getroffen en stortte Deer. Een paar minuten later viel ook luitenant Hageman, die het commando had overge nomen. Aan allo zijden vielen doodon en gewonden, en ons kleine troepje, dat held haftig vocht, was nu wel genoodzaakt lang zaam terug te trekken. Later kreeg men versterking en werd, zooals bekend is, de noodlottige benting in Tjadé Kedjoeroeau genomen, niet dan ten koste van nieuwe verliezen onzerzijds. De gewonden en de lijken der gesneuvelden werden medegevoerdalleen het lijk van luit. Hageman en dat van een onderofficier kouden nog niet teruggevonden worden. Kerk- en Schoolnieuws. Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor het be roep naar Middelburg, door den heer J. Ver meer Az. pred. te Zwolle. Aangenomen het beroep naar Nieuwerkcrk in Duiveland door den heer G. B. Fijnvau- draat G. Az,, pred. te Stavenisse, (cl. Zierik- zee.) Een passagier der Castlebool, die zich jl. Donderdagmiddag in een roeibootje met spele varen in de buileuhavcn wat zou vermaken, kwam van een slechte en natte reis. Zijn bootje sloeg om en hij viel in het ruime sop, uit welke netelige positie hij, dank zij den bijstand van den heer J. P. L., spoedig werd gered. Gisteren morgen kwam de mailboot //Willem Prins van Oranje" binnen met het bericht, dat to Queenboro-Pier, een treuiig ongeluk had plaats gehad. De jongeling G. van Hoofdplaat, is namelijk op de Theems voor de raderkasten bezig zijnde met een eind touw, over boord geslagen en jammerlijk verdronken. Hij ging onder de raderkasten door; de boot stopte dadelijk en een sloep werd over boord gezet. Nog ééuraaal werd hij gezien en verdween toen in de diepte, zoodat er geen redden aan was. Hij was nog maar zestien jaar oud en deed pas zijn tweede of derde reis. Bij de volkstelling vau 1880 bleek het, dat de bevolking der gemeente IJzen- dijke boven de 3000 was geklommen en toen moest de gemeenteraad met 4 leden worden vermeerderd. Nu is met bet oog op de aanstaande volks telling eene voorloopige opneming der be volking gedaan en daaruit bleek, dat die thans bedraagt 2893. De Raad zal dus na de volkstelling weer met 4 leden moeten wor den verminderd. Een kleine jongen, iu een gezin in de Piet-Heinstraat te Utrecht, heeft zijn twee jarig zusje, bij vergissing, loog in plaats van melk doeu drinken. Ofschoon dadelijk ge neeskundige hulp werd ingeroepen, en het kind een braakmiddel werd toegediend, is het eergisteren middag aan de gevolgen overleden. D.) To Oranjedorp sprong een jougmensch, in drift ontstoken over ecu berisping zijns vaders, in het kanaal. De vader, die hem waarschijnlijk de behulpzame hand wilde bieden, kwam ook in bet kanaal terecht. Het treurig gevolg was, dat beiden ver dronken. Een meisje van 21 en een jonkman van 26 jaren (zuster en broer) waren te Rossurn bij Bommel op de Waal aan het roeien. Zij hadden bet ongeluk met bun bootje in aanvaring'te komen met een voorbijvarende stoomboot. Het bootje sloeg om en beide verdwenen in dc diepte. Te Jutfaas viel het kind van een voorbij- vareuden schipper over boord. De vader, die aan de lijn liep, sprong het snel zinkende kind nazijne pogingen tot redding waren echter te vergeefs. Eenige lieden redden deu in gevaar verkeerenden vader. Eenige oogen- blikken later werd het lijk van het kind op- haald. Het springen van een kruit magazijn te Antwerpen. Eene ontzet tende ramp, waarvan de geheele uitgestrekt heid nog niet gekend wordt, heeft gisteren te Antwerpen plaats gehad. Te twee ure des namiddags hoorde men heel de stad door een geweldigen slag, gevolgd door een schudden en ratelen als viel de toren der hoofdkerk iu. Iedereen liep naar buiten en naar de Schelde-kade, van waar het geluid kwam. Zoo deed ook ik, schrijft de corres pondent der N. R. Ct. Langs de kaden wareu al de groote vensterruiten op eene mijl afstand van het tooDeel der ramp uil- geslagen. Al de straten der stad ziju bezaaid "met glasscherven. Dichter bij de plaats naderende, werden wij teruggedreven door het volk, dat naar de stad terugkeerde, vreezende dat eene tweede ontploffing zou volgen bij de dokken ontmoetten wij een ooggetuige der ramp; een buskruitmagazijn vau den staat, gelegen tegen het Noorder- kasteel wa9 in de lucht gesprongen vele huizen waren in de nabijheid ingestort, dooden en gekwetsten werden weggedragen. De schrik in de stad was onbeschrijfelijk. Vele personeD zijn gekwetst of in onmacht geval len door het verbrijzelen der groote spiegel ruiten. Van de twee honderd meisjes die op het kruitmagazijn werkten, zijn slechts iwee gered, van sommigen huizen zijn de daken afgerukt, duizendeu patronen zijn overal heeu geslingerd en liggen op dc kade ver spreid. Men vreest voor meer ongelukken. Een petroleummagazijn van de firma Rieth brandt vreeselijk. Nadere volgende bijzonderheden ontleenen wij aan de N. R. Ct. De ontploffing to Antwerpen bad plaats in eeno bewaarplaats van patronen en kruit, voor uitvoer bestemd. De 126 in de fabriek werk zame arbeiders en arbeidsters zijn allen dood. Do ontploffing deed brand ontstaan in twee groote bergplaatsen van Russische petroleum, en ook op nog andere loodsen dreigt het vuur over te slaan. De in do lucht gesprongen buskruilfabriek, waar men bezig was met patronen te ledigen, behoorde toe aan Corvilain. In die fabriek be vonden zich een paar honderd werklieden, meest jonge meisjes. Men haalt dezen op dit oogenblik gekwetst of dood onder het puin van daan. Draagbaren,ambufance-wagens, rijtuigen alles wat bij do hind is, doorkruist de stad. De buskruitfabriek lag achter de dokken bij Austruweel. Naar den kant der 9tad bevindt zich de onmetelijke stapelplaats van petroleum, Deze werd door de patronen, die als een regen neervielen, in brand gestoken, en is op dit oogenblik een vuurzee. Dikke rook stijgt in eene ontzaglijke kolom boven de stad en ver duistert het zonnelicht. Wild slaan de vlam men er door. Het is een ontzettend en ijs él ijk' schouwspel, Ruiten, dakpannen en vensters zijn in ontel bare menigte iDgeslageD. Het gebouw van da pomp der droge dokken is ingestormde schepen in de droge dokken op eenige schreden afstand van het tooneel der ramp kunnen niet te water gelaten worden en loopen gevaar. Heel de voorraad petroleum is verloren. Op het oogenblik van het afzenden van het telegram, 's avonds te 6 u. waren in de drie gasthuizen der stad 58 dooden en 140 gekwet sten binnengebracht. Een gedeelte daarvan komt voort uit het dorp Austruweel alwau huizen zijn ingestort. De ontploffing heeft plaatsgehad in de werk plaats voor het ledigen van oude patronen. Daarvan waren er 50 millioen stuks de helft daarvan was reeds afgedaan. Hot aantnl dooden bedraagt ongevper 150. Do meeste slachtoffers zijn werklieden. De brand is overgeslagen op de groote lood sen, waarin nagenoeg uitsluitend petroleum ligt opgeslagen. De oppervlakte, waar thans alles in gloed staat, heeft de grootte van onge- veer een hectare. De vlammen slaan ter hoogte van meer dan 200 meters op. Men hoort ook thans nog gedurig ontplol- fingen, naar men vermoedt van pakken patro nen, die bij de groote uitbarsting naar alle kanten zijn weggeslagen. Het dakwerk vau het beursgebouw is gedeel telijk beschadigd, maar niet ingestort. Do brand woedt voort. Op dit oogenblik staan er ongeveer 60 000 vaatjes petroleum in vlam. Te Ciney, in de provincie Namen, is zekere Joseph Meuoier overleden in den ouderdom van 108 jaar. Meunier heeft onder Napoleon I gediend bij de huzaren, is in den Russischen veldtocht half bevroren en in den slag bij Leipzig gewoDd, ter herin nering waarvan prins Victor Bonaparte hem vóór drie jaren, op zijn OOste» vorJaaTdag, zijn portret met handteekem'ng toegezonden heeft. Joseph Meunier was een zwaar rooker, de tabakspijp was nauwelijks uitzijneb mond, en hij dronk dagelijks zijn 15 h 20 bor reltjes. Zwaar te rooken en te drinken, op .20jarigen leeftijd eerst half te bevriezen en vervolgens zwaar gewond te worden, en daarbij 103 jaar oud te worden, bet is wel een bewijs van een ijzersterk gestel. Zekere Effelak, een welgesteld landbou wer uit de provincie, kwam dezer dagen te Parijs aan om de tentoonstelling te bezoeken; hij buurde een kamer iu een logement, ging toen een kijkje nemen op de tentoonstelling en rustte ten slotte in een der vele koffie huizen op het terrein er van uit. Toen hij een poosje zat, kwam een heer, die er heel deitig uitzag, bij bem zitten en vertelde dat hij ook naar Parijs was gekomen om de tentoonstelling te zien on zeide, dat bij zich in zijn eentje, doodelijk verveelde. Effelak bekende, dat hij het alleenzijn ook niet aangenaam vond en na een poosje waren beide de beste vrienden van de wereld. De vreemdeling deelde mede, dat hij van zijn verblijf in de wereldstad gebruik had gemaakt om eene erfenis in ontvangst te nemen. „Ik heb tienduizend gulden bij mij", zeide hij, „en zit dnar erg in angst over. Het wemelt in Parijs van zakkenrol lers. Ik ben bang dat men mij mijne por tefeuille zal ontstelen en toch zou ik die niet graag in mijn logement afgeven. Ik moet mijn bankbiljetten verbergen en zal ze iD de nabijheid van Parijs in den grond begraven. Als ge wilt kunt ge meegaan". De twee vrienden gingen den volgenden dag werkelijk naar bet plaatsje Meudon, ontbeten smakelijk, bij welke gelegenheid de vriend papieren liet zien, die sprekend op bankjes geleken en begaven zich toen boschwaarts. Nadat onder een boom een kuil was>ge- graven en de vreemdeling er zijn bankjes bad ingestopt, voegde bij Elfelak toe: //Hebt gij ook niet wat te verbergen?// De land bouwer antwoordde bevestigend en legde vierhonderd guldeD aan bankbiljetten, twaalf tien-guldenstukken en zijn goudon horloge en ketting in bet gat, waarop de vrienden heel vergenoegd naar Parijs terugkeerden en jb avonds laat van elkander afscheid namen,

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1886 | | pagina 89