VLISSINGSCHE (OlllWT.
No. 58.
Zondag 19 Juli 1885,
23ste Jaargang.
EEN PRAATJE OVER SCHOENEN.
BUREAU:
Kleine Markt I N9. 187.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post f 1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en 'groote lettere worden be
rekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Eenig agent voor Erankrijk, de firma G. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND.
Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland
Frankrijk f 1,65 per drie maanden.
Na eenige weken over liet zien ge
sproken te liebhen, zal het niemand
verwonderen, wanneer ik zeg, dat ik
gaarne zoo hier en daar eens rondkijk.
In de tegenwoordige, heerlijke zomer
dagen heeft men bijna niet genoeg aan
twee oogen. Waar men den blik ook
wendt, overal het prachtgewaad der
natuur in allerlei vormen, kleuren en
schakeeringen, dat ons stemt tot vreug
de en dankbaarheid, dat getuigt van
die alles besturende hand, dat spreekt
van 't nieuwe leven, waarvan wij in de
lente de geboorte aanschouwden, en dat
zich nu in zijn vólle kracht vertoont.
Men kan zich bijna niet voorstellen,
dat na verloop van slechts weinige we
ken die hladrentooi zal verwelken,' ver
flensen, verdorren, geel worden, afvallen,
verrotten. Zooveel kracht, zoo'n rijk le
ven Aanschouw dat alles in den liel-
dersten zonneglans, terwijl een in-
sekteuwereld in 't volle leven zich be
weegt, de vogel zijn lied uitschatert,
do jougii~axoli "vorluetigt e» danst en
joelt en sehreeuwt en de grootere kin
deren aan de echte, kleine kinderen al
heel weinig toegeven en de vrije, fris-
sche, heerlijke lucht met volle teugen
inademen; aanschouw dat alles, dan ont
neemt deze werkelijkheid aan uwe ver
beelding de mogelijkheid van de ver
nietiging, totdat de ernstige stem der
vergankelijkheid u wijst op bewijzen
en gij genezen zijt van uwe, ja, toch
gelukkige dwaling
Op zekeren dag zag ik eenige kin
deren, die aan den kant van een beekje
dolle pret badden. Zij amuseerden zich
op hunne manier met eene kleinigheid,
want een kinderhand is spoedig gevuld
en een kinderhart is met weinig
tevreden. Hun schat bestond in een
ouden schoen, waarvan ze in hunne
verbeelding een scheepje hadden ge
maakt, dat door den stroom met vrij
groote snelheid onder eene plank, die
tot brug diende, doorvoer, vervolgens
een eind verder bij een hoek door ee
nige struiken werd tegengehouden, dan
door de kinderen weer opgevischt en
naar het eerste station hoogerop werd
teruggebracht.
Ik bekeek het voorwerp nauwkeuri
ger en zag, dat het een dameslaarsje was
met hoogen hak. 't Was eigenlijk zonde
en jammer, want het was, wat zool en
hak betrof, volstrekt niet versleten.
Daarom vroeg ik aan een der kinderen,
een meisje, of zij 't nog niet kon dra
gen. Het kind lachte en de twee ande
re jongens ook. Toevallig keek ik daar
bij naar hun schoeisel. Och I ze droegen
}t schoeisel, hun door de natuur ge
schonken. Hunne voeten konden zich
vrij bewegen en waren niet gekneld
in een onnatuurlijken vorm, die de tee-
nen wringt en platdrukt of likdoorns
veroorzaakt. De kinderen plasten in 't
heerlijk frissche water zooveel ze wilden.
Het meisje beantwoordde mijne vraag
door te zeggen, dat er maar één laarsje
was en daarbij voor-baar nog veel te
groot. Bij nader nadenken vond ik zelf
mijne vraag dwaas, want zulk een
laarsje bad toch zonderling af
bij de armelijke plunje die 't kind droeg.
Een der jongens vertelde me nog, dat
er verderop, bij een grooten hoop puin
nog een heelehoel oude schoenen en
stukken van laarzen lagen.
Oppervlakkig beschouwd is er zeer
weinig te zien aan zoo'n weggeworpen
laarsje en kinderen met bloote voeten
en toch, want een mensch is zoo'n zon
derling wezen, toch kan 't gebeuren,
dat als eenmaal onze aandacht ergens
op valt, we daarover gaan doordenken
en als de gedachten aan 't vliegen en
werken zijn, dan weet men niet, waar
't hij blijft.
Zoo ging 't ook mij. Ik liep door en
passeerde toevallig dien lioop puin, waar
over 't knaapje had gesproken en waar
lijk, daar lag eene groöte verzameling
in bonte mengeling dooreen, zoodat on
willekeurig bij mij de vraag opkwam,
of men daarmeê niets kon uitvoeren,
en of niet menig weggeworpen schoen
en laars nog hadden kannen gebruikt wor
den, daar zoo menig bedelaar bij mij
aan de deur naar een schoen of laars
vroeg, als hebbende hij, naar zijn zeg
gen, niets om aan de voeten te doen.
Toen ik daar dien hoop schoenen zag
liggen, kwam mij de herinnering op
aan 't verhaal van Uilenspiegel, die op
zekeren dag eene menigte schoenen
wist machtig te worden, ze daarna alle
door elkander wierp en toen iedereen
uitnoodigde, om de zijnen uit te zoeken,
en dadelijk kwam ik aan 't spreek
woord: „Wien de schoen past, die trek-
ke hem aan."
In één woorder kwam zooveel bij
mij op, dat op schoenen betrekking had,
dat ik beslootdaarover een praatje
te houden, in de meening, dat er mis
schien nog wel 't een en ander bruik
baars en nuttigs over te zeggen viel.
Schoenen! "Waarom heeft de mensch
zijn voeten toch dien dwang aangedaan?
Onze voorouders wisten er weinig van
en nu? Alleen de arme menschen en
kinderen en de bewoners der stranden
doen 't er zonder, ook uit zuinigheid,
maar anders zal juist tegenwoordig een
net schoeisel vereenigd met eene nette
bedekking der handen, een punt van
groote zorg zijn! Wat heeft die vorm
al enorm veel veranderingen ondergaan.
Ziet afbeeldingen uit de middeleeuwen
van die schoenen met een zeer langen,
spitsen punt uitloopend en denk daarbij
aan 't gezegde: op een grooten voet
levendan begrijpt gij, dat juist de
voornamen zich daardoor onderscheidden.
En ziet dan die der edelvrouwen met
zeer hooge hakken, en terwijl men
daarover vroeger lachend de schouders
optrok, heeft men door den omwente
lingsgeest, die al 't oude weer oprakelt
en in nieuw verandert, die hooge hakken
weder ingevoerd, al brengen de genees-
lieeren er ook protest tegen uit en ver-
oordeelen zij ze, als schadelijk voor de
gezondheid. Wanneer men nu een ma
gazijn van den eersten rang passeert,
staat men verbaasd over de luxe, die
er nu in dat artikel heersckt; alle mo
gelijke ornamenten zijn er aangebracht
en met de arme voeten en teenen heeft
men geen medelijden. Een kleine voet
is een sieraad, al wil men gaarne op zeer
grooten voet leven. En dan die verschil
lende soorten! Hoeveel millioenen zijn
er niet noodig hij zoo'n alledaagsch ge
bruik Waarlijkmen zou lust krijgen,
om schoenmaker te worden!
Casacara.
IIINlHiHAND.
Vlissingen, 18 Juli.
Van 11 tot 17 Juli zijn alhier uit Queen-
boro met de mailbooten aangekomen 898
en daarheen vertrokken 915 passagiers.
Heden namiddag te twee uren werd door
eene commissie uit de ingezetenen dezer ge
meente, bet volgende adres, geteekend door
'700 hoofden van huisgezinnen, den heer Arie
Smit aangeboden:
Aan onzen hooggeachten oud-burgemeester,
den heer Arie Smit.
Hooggeachte lieer,
„De on derge teek enden allen ingezetenen
van Vlissingen, de stad onzer inwoning, die
ons dierbaar is.
„Allen dankbaar en erkentelijk voor bet
geen door u in benarde tijden voor bet welzijn
dezer gemeente tijdens uw bestuur als burge
meester is gedaan.
//Wij komen allen tot u met bet eerbiedig
doch ook dringend verzoek, dat u moge kun
nen besluiten, na bet treurig overlijden van
den beer Diemont, u opnieuw candidaat te
willen stellen als hoofd der gemeente.
//Ofschoon bet ons bekend is, dat u reeds
eene buitenplaats bij Rotterdam hebt aange
kocht,en uwe familie u zeker in bare nabijheid
zou wenscheu te hebben, zoo richten wij tot
u, zoowel als tot mevrouw uwe eebtgenoote,
bet dringend verzoek, zelfs ten koste van op
offeringen uwerzijds, de betrekking weder te
aanvaarden als burgemeester van de stad onzer
inwoning.
„Gij en al de uwen zult daarvoor ten allen
tijde den dank inoogslen der burgerij,die u zoo
zeer genegen is.
„Wij hopen dat de verandering der toestan
den in deze gemeente ook voor u eene reden
te meer zal zijn, om te besluiten op ons zoo
dringend verzoek gunstig te beslissen.
„Alleen met uwe bekende en door ons zoo
zeer gewaardeerde energie, kan de gemeente
Vlissingen in bloei en welvaart toenemen.
„Help ons dus om die te bevorderen door
opuieuw als burgemeester op te treden, en de
gelieele bevolking zal u daarvoor steeds innig
dankbaar zijn.
Vlissingen, 18 Juli 1885.
Volgen dc onderteekeningen)
Opmerking verdient dat dit adres niet ter
teekening werd aangeboden aan ben,die tot de
maatsch. de Schelde in betrekking staan,even
min aan de leden van den raad, de leden van
de kamer van koophandel en de stedelijke
ambtenaren.
Met belangstelling zien wij den uitslag te
gemoet.
Op uitnoodiging vnn'het bestuur van Oefe
ning en Genoegenzal op aanstaanden Woens
dag, des avonds te 7 uren, door de leerlingeu
van den zangcursus van l lissing's Mannen
koor eu eenige anderen, ten getale van 80 kin
deren, eene zanguitvoering, onder begeleiding
van het muziekkorps der schutterij gegeven
worden.
Naar wij verder met genoegen vernemen,
zal men bij die gelegenheid de fontein op bet
Betje Wolffsplein doen springen.
Onder de gisteren ochtend met de mailboot
Prins Hendrik der maatschappij Zeeland van
Engeland hier aangebrachte reizigers bevonden
zich HH. DD. HR. de hertog en de hertogin
van Wellington en Z. D. H. groothertog Paul
van Mecklenburg, die t.e 7 u. 20 m. per aan-
sluitenden exprestrein de reis voortzetten naar
Hannover.
De druiven zijn zuurzeide de vos.
De Gentsche Bien Public is een schoon
blad dat terecht hooge achting waardig is.
Waar het een zaak verdedigt of afkeurt, ge
schiedt dit flink, bondig, correct; zéé, dat men
dit blad, als men het eenigeu tijd gelezen heeft,
niet tot een onhandigheid in staat zou rekenen.
De volgende beoordeeling, die wij aantreffen in
het nummer vau 11. Zondag, is er echter een,
en geen kleintje ook.
„Vlissingen, aldus schrijft de Bien Public,
is door prins von Bismarck defiuitief aange
wezen als laad- en losplaats voor detrans-atlnn-
tische stoomschepen des Duitschen rijks.
„Antwerpen trachtte het te worden,eu scheen
uit een zuiver economisch en handelsoogpunt
er ook meer aanspraak op te hebben. Dit was
bovendien de meening van de meest vertrouw
bare organen der Duitsche pers zelve.
„Waarom heeft //de ijzeren kanselier" dan de
voorkeur gegeven aan de haven van Vlissingen?
Dit kan slecht uit politieke bewc gredeuen ge
schied zijn.
„Vlissingen heeft zonder twijfel havenwerken
van den eersten raDg, maar zijne dokken hoe
goed ingericht, zijn nagenoeg ledig, terwijl die
van Antwerpen zeer dikwijls geheel vol zijn.En
zie, juist omdat de beweging er minder en na
genoeg gelijk nul is, leent de Nederlandsche
haven zich beter om herschapen te worden in
een Duitsche en om eene nieuwe bevestiging
te geven aan het spreekwoord
Wiens brood men eet,
Wiens woord men spreekt
„In dit opzicht heeft de teleurstelling der stad
Antwerpen hare goede zijde. De Antwerpe
naars verliezen, wel is waar, het vooruitzicht
eener schoone handelsoperalie, maar zij ont
snappen aan den anderen kant aan de mogelijk
heid om een voorpost te betvekkpn op het poli
tieke schaakbord van den prins von Bismarck,
en aan het gevaar aldus een rol te spelen, die
niet zeer vereenigbaar is met de onafhankelijk
heid van ons land (België) en met de rechtma
tige fierheid van bet Belgische patriotisme. De
overweging schijnt ons zeer geschikt om de
ondervonden teleurstelling aanzienlijk te ver
zwakken." -
Aldus de Bien Public. Zoo ook nagenoeg
de vos, toen de heerlijke druiven hom te hoog
hingen. (Ons Hoorden).
Blijkens achterstaande advertentie geeft de
heer Einesté Joung, prestidigitateur, anti
spiritist en gedachtcnlezer, alhier Maandag
avond eene seance.
Aangaande de werkzaamheden van genoem
den heer, laten we hier volgen, wat de Breda—
sche Courantvan 2 Juli jl. dienaangaande
schrijft:
„Verleden Zaterdag avond gaf deheerErnesté
Joung prestidigitateur, anti-spiritist en gedach-
tenlezer een seance in de sociëteit „Burger
trouw."
Het zeer afwisselend programma werd met
eene gemakkelijkheid en juistheid, die ieders
bewondering wekte,uitgevoerd. Toonde de heer
Joung als prestidigitateur do stoutste eischen
te kunnen bevredigen, waarvan de meeste zon
der toestellen en om zoo te zeggen midden ou
der het aanwezige publiek, werden uitgevoerd j