VLISSINGSCHE C0Ö1ANÏ. No. 35. Donderdag 30 April 1885. 23ste Jaargang, PldtLLiTQ) BINNENLAND. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande laren en Postdirecteuren. UITGEVER F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden be rekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE Co., te Parijs. Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND. Abonnementen voor België, Dnitsehland, Engeland en Frankrijk f 1,65 per drie maanden. OYER 'T GEZICHTSVERMOGEN. Er zijn weinig toestandefi in liet leven, die ik zoo diep ongelukkig noem als blind te zijnHoezeer wekt niet een blinde ons medelijden op! Zie dien arme daar voort strompelen, geleid door een kind of een bond, een beroep doende op de liefdadig heid zijner medemensclien en terwijl ge een anderen bedelaar zult afwijzen, tast ge nu in uwen zak, want gij gevoelt u daar toe als gedrongen en is 't daarenboven een dag, waarop bet vriendelijke, vroolijke zon licht aan alles om u heen leven en vreugde en bezieling schenkt, dan slaat ge eenen blik om u op 't landschap, dat zich daar voor uwe blikken uitstrekt en rechts en en links ontwaart ge Gods schoone schep ping en gij juicht en verheugt u in uw be staan, maar nog oneindig meer verheug't gij u, dat u 't vermog'en is geschonken, om dat alles te zien en daardoor in zijn volle waarde te genieten. En als gij mdan om keert, daar gij achter u eene zoo klagende stem hoort, die u toeroept op zoo smeeken den toon «een centje voor den armen blin den man!" dan aanschouwt gij den man, die dat alles niet kan zien, die verstoken is van dat heerlijk genot en als ge niet van steen of metaal zijt, dan hebt g-ij innig me delijden met zoo'n ongelukkige en uwe hand is de tolk van uw dankbaar gemoed. Gij tast in den zak en misschien voegt grj bij uwe g'ave nog'de woorden:arme man!" en waarlijk, als gij dat zegt, dan komen die woorden als opwellende uit het diepst uwer ziel en wat gij misschien vroeger nooit hebt overwogen, waaraan gij vroeger misschien niet hebt gedacht, dat staat nu in zonneklaarheid voor u, en ge hoort het als met luide klanken weergalmen, wat uw eig-en hart uitspreekt, en die stem zegt: wat zijt gij gelukkig I Zulk een blinde stelt u dien toestand zoo ongelukkig mogelijk voor. Laat ons een ander voorbeeld nemen. Daar in die kamer zie ik eene vrouw, met een breikous in de hand. Met alle be drijvigheid gaan de vingers heen en weer en gij hoort dat eigenaardig geluid, dat breipennen kunnen maken. Gij zijt nader bij gekomen en nu ontwaart gij eerst, dat die oogen wel is waar niet gesloten zijn, maar toch alle uitdrukking missen. Gij spreekt tot haar en zij, het geluid uwer stem opvangende, wendt als 't ware haar EEN DOORN AAN HYMEN'S ROSENKRANS, TJIT HET DÜITSCH. ï'O De Krimoorlog Was ten einde. Keizer Alexander van Rusland vierde zijn plechtig kroningsfeest om de kroon van Peter den Groote, welke, toon zij van het trotsche hoofd van keizer Nicolaas afviel, oeuige hurer schoonste edelsteenen verloren had, zich op het jeugdig, droomerig, zwaarmoedig hoofd te zetten. Kei zer Napoleon had het glanspunt zijner macht bereikt en daar het steeds tot zijne staatkunde behoorde, degenen, welke hij een gevoelige nederlaag had toegebracht, later tot zijne vrienden te maken oen staatkunde, welke hij later tegenover keizer Franz Joseph met blik tot u en antwoordt, alsof ze u zag. Op dat gelaat is eene vriendelijkheid verspreid die u verbaast. Gij hadt daarop den stem pel van diepe zwaarmoedigheid, van on uitsprekelijke neerslachtigheid gezocht. Die vrouw is reeds jaren lang blind.Maar zij heeft zich verzoend met haren toestand en met gelatenheid draagt zij het lot, dat haar door eene wijze Vaderhand is opge legd. Toen ze nog zien kon, was zij werk zaam en die uitstekende hoedanigheid heeft haar met het verlies van haar gezicht niet hegeven. Ze heeft het zoo verre ger bracht, dat ze al menige kous en al menig- nog fijner werk heeft vervaardigd. Ze heeft daarenboven door hare onwrikbare overtuiging-, dat het wel goed zal zijn, wat haar is beschoren, eene kalmte, eene ziels rust, die menigeen met uitstekende oogen haar zou kunnen benijden. Ze is de vraag baak in den liuiselijken kring en de liefde, de stille vereering-, waarvan ze het voor werp is, maakt haren toestand dragelijk. Jadaar komen nog' wel van die oogen- hliklcen, waarin ze strijd heeft te voeren Toen haar eerste kleinkind was geboren, toen ze daar om haar heen hoorde praten en uitroepen, hoe lief dat kind er uit zag, en al die beschrijvingen, welke bij zulk een merkwaardige gebeurtenis uit den aard der zaak voortvloeien, toen overviel baar zoo'n vreemde gewaarwording. Ze vergat voor een oogenblik, dat ze blind was. Ze stond op en ook zij wilde dat genot sma- ken, zoo rein, zoo zuiver, zoo heilig en de gelaatstrekken aanschouwen van dat kind van haar kind, van haar eerste kleinkind Maar wreede teleurstelling! Nuttelooze inspanningZe stond weer voor die grie vende onmogelijkheid, voor die vreeselijke werkelijkheid ze was immers blind! En uit die oog-en, waaruit het licht was gewe ken, waarin de gezichtsbron- niet meer vloeide, welden tranen op die wel niet meer in staat waren, om haar gezicht te verduisteren, maar als tolken van hare smart langs de wangen rolden. En zulke oogenblikken van zwakheid zijn toch im mers wel te vergeven Nog een ander. Hoort ge daar die too- nen der welluidende muziek, 't Is een ern stig- lied en hij, die zingt, gevoelt wat hij voordraagt. Stil sluipt gij 't vertrek bin nen en gij ziet daar een man zitten met den rug naar u toegekeerd. Naar de richting van 't hoofd te oordeelen,slaat hij de oogen naar hoven, 't Is een aangrijpend lied, zulk eeu goed gevolg iu toepassing bracht deed hij zijn best om den Russiscbeu auto craat, door zich op eene bijzonder luisterrijke wijze bij de kroning te doen vertegenwoordi gen, op voorkomende wijze alle opmerkzaam heid te bewijzen. Hij had den schranderen graaf de Morny. zoon van koningin Hortenso en van graaf Flahault, tot zijn gezant bij de kroningsplechtigheid benoemd, want de graaf de Morny verstond de kunst om als do Grands seigneurs van hot ancien regime do meest bui tensporige pracht, waartoe de keizer bem met milde band de middelen verschafte, met den fijnsteu smaak en de beminnelijkste elegance te vereenigen; bovendien was niemand zoo ge schikt als bij om zich 'persoonlijk bij den keizer in te dringen en bij hem de overtuiging te vestigen, dat Napoleou zijn beste vriend was en Rusland, door de Heilige Alliantie in den steek gelaten, geen trouworen en botoren bond* maar dat daarom vooral zoo'n indruk maakt, omdat het met zoo'n diep, zoo'n in nig gevoel wordt gezongen. Gij hoort hem zingen «God is de liefdeHet starren- geftonker" enz., en g-ij zijt overtuigd, dat die man menigmaal zijne blikken opwaarts Leeft geslagen naar 't hemeldak, waar zoo vele schitterende lichten om niet hun nen glans voor de menschenkinderen ten toon spreiden en och zoo dikwijls geheel ondankbaar, want zoo menigeen gaat dat alles onopgemerkt voorhij en wijdt zijn aandacht aan de lichten en den glans door zijne natuurgenooten g-emaakt en ver spreid, maar wanneer hij daar met eene stem die van aandoening trilt, zingt„het starrengefionker meldt ons Zijn liefde dan begrijpt gij,dat hij daar meer dan eens zijn troost, zijn hulp heeft gezocht, wan neer die bij de menschen niet te vinden was. Het lied is uit. Gij maakt eenige bewe- g'ing en de man, die eerst hij 't wegsterven der tonen nog onbewegelijk was blijven zitten, als waren zijne gedachten nog niet daar, waar zijn persoon zich bevond, heeft zich eindelijk omgekeerd en hij zegt zacht: «is daar iemand Verbaast u reeds die vraag, daar hij,zich omkeerende u toch moest zien, nog meer verbaasd zijt gij, wanneer g-ij nader treedt en bemerkt, dat die man blind'is. Hij vertelt u, dat hij reeds jaren lang blind is. Reeds als kind was hij 't. Hij is opgenomen in die uitstekende inrichting, het blinden-instituut, waar die ongeluk- kigen onderwijs ontvangen en 'teen of an der handwerk leeren. Hij vertelt u dat alles zoo natuurlijk en g'ij bemerkt, dat hij met zijn toestand tevreden is. Gij begrijpt nu, hoe hij die tonen aan 't instrument heeft kunnen ontlokken, hoe hij met zoo veel gevoel kon zingen. En nadat gij u nog eenigen tijd met hem hebt onderhouden slaat hij andermaal de vingers op de toet sen en door zijn gesprek in een andere, vroolijker stemming- gebracht, speelt hij een vroolijk air en gij verlaat liern met de overtuiging-, dat ook blinden tevreden en g-eluklcig kunnen zijn. Maar toch blijft uw medelijden bestaan en 't is u als sloegt g-ij met eene grootere vreug-de, en 't is te hopen ook met een gevoel van dankbaar heid een blik om u heen, om u te overtui gen, dat gij ziet. CAS ACARA. genoot voor tie toekomst kon vinden dan het Napoleontische Frankrijk. Graaf Morny had zijue beuoeming aangenomen en in een lang gesprek met den koizer de gewichtigste in- structiëu omtrent zijn gedrag aan het hof te St. Petersburg ontvangen. Napoleon had hem alle berichten van zijne mannelijke en vrou welijke agenten medegedoeld, zoodat de graaf al de personen,, die het Russische bof uit maakten, als in een camera obscura voor zich zag en zoo nauwkeurig omtrent bet tooneel zijner toekomstige werkzaamheden ingelicht was alsof bij jaren lang aan het hof van St. Petersburg had geleefd. Zijne equipages en be dienden waren in gereedheid hij moest den volgenden morgeu afreizen. Toen hij den koizer verliet, reed hij in zijn kleine coupé zonder wapens of livrei naar de Barrière de VEtoilewaar het fiere ros, dat ïjjn rjjtuig in pijlsnelle naart naar da Chrnpi Vlissingen, 29 April. Wie vroeger den zoo onoogelijken, zooge - naamdeu Westdijk in zijn meestal ongeniet- baren toestand gekend heeft en toen we] eens droomde van een goeden weg langs dezen dijk naar het badhuis, maar schouderophalend dien droom naar het rijk der onbereikbare idealen verwees, zal thans een gedeelte van zijn ideaal verwezenlijkt vinden, want werkelijk is oen goed begin gemaakt met hetgeen wij hopen eenmaal Vlissingen tot trots en voordeel zal strekken den Zeeboulevard. Eene schoone, met hekwerk afgesloten oprit, aan de hellin gen met frisch groen gras begroeid, voert ons op den dijk, waar een solide bestrating, aan vankelijk tot aan het huis van den heer Benier den wandelaar in staat stelt het schoone, door op- of afvarende schepen verlevendigd rivier en zeegezicht te genieten. De zeemuur is ver hoogd en daarboven zal een ijzeren hek veilig heid voor hen aanbieden, die met kinderen van de wandeling gebruik willen maken, doch dit vroeger niet dan met vreezen en beven konden doen. Een aantal banken zullen het genot stellig verhoogen en' het is te hopen, dat de Vlissingsche jeugd van hare zijde zal mede - werken om hetgeen van stadszijde met zooveel onkosten, ook tot haar genoegen is tot stand gebracht, in goeden staat te houden. Het derde gebouw langs den begonnen Zee- boule-vnrd belooft.als het voltooid zal zijn, een sieraad van bouwkunst te zijn. Terwijl wij spreken over den Zeeboulevard, mogen wij niet vergeten de aandacht te vesti gen op den weg, welke van het Betje Wolffs- plein naar het badhuis voert.Reeds is een groot deel van den 20 meter breeden weg aan de eeDe zijde van een 5 meter breede trottoir voor zien. Als die weg binnen korten tijd tot het badhuis in eene rechte lijn zal loopen, door het pas aangelegde park, dat zijn eerste groen reeds begint te vertoonen,zal iemand, die Vlis singen slechts van vroeger kende, moeite heb ben zich den vroegeren heideachtigen toestand te herinneren. De werkzaamheden aan de brug over do wa terleiding, welke ook een deel van den nieuwen badhuisweg uitmaakt, vorderen good. Men is nu bezig de fundeering van het tweede brug- gehoofd aan te brengen. Met genoegen vernemen wij, dat de werk zaamheden aan den tramweg in deze week nog een aanvang zullen nemen. Het rollend matriëel wordt morgen naar Elysées getrokken had, den weg naar een be - vallig, op den fijnst aristocratischen voet in gericht hotel insloeg. Zonder een woord te spreken ging de graaf door de vestibule voor- by den zich diep buigenden lakei en trad in een rijk en smaakvol gestoffeerden SHlon, waarin eene dame in een leuningstoel rustte en bjj het binnenkomen van den graaf opstond. Bij het gedempte licht der lamp, dat da kamer vervulde, maakte deze dame, welke een eenvoudig buistoilot van donkere zijde droeg een nog bijna jeugdigen indruk baar ge laat was schoon en regelmatig, bare gestalte nog vol en buigzaam, maar de scherpe lijnen om deu mond en de eenigszins harde en strenge uitdrukking in de oogen bewezen dat haar jeugd reeds lang voorbij was, en inder daad was gravin Lehon stellig reeds vijftig jaar oud, hoe goed zij ook de kunst kende om door alle hulpmiddelen van het toilet en door

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1885 | | pagina 1