VLISSINGSCHE COURANT.
No. 27.
Donderdag 2 April 1885.
23'te Jaargang,
GEMEENTEBIiSTl'llR.
YesartseïMii Staatstoezicht.
L L f T N.
Eene herinnering.
BINNENLAND.
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post f 1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letten vrorden be
rekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE
r Co., te Parijs.
Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND.
Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland en
Frankrijk f 1,65 per drie maanden.
VERKIEZINGEN.
Sluiting lijsten der Hesbevoegden.
De burgemeester van Vlissingen;
brengt bij deze ter kennis van belangheb
benden
dat de lijsten der personen, binnen die ge
meente bevoegd, tot het kiezen van de leden
van de tweede kamer der staten-generaal,van
de provinciale staten van Zeeland en van den
gemeenteraad op heden zijn gesloten; in de
beneden voorzaal van het gemeentehuis aan
geplakt en op de gemeente-secretarie voor
een ieder ter inzage nedergelegd.
Vlissingen, den 30 Maart 1.385.
De burgemeester voornoemd,
A. SMIT.
De burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van belanghebbenden de
bij hem ontvangen kennisgeving van de minis
ters van binnenlandsche zaken en van finan
ciën, van den navolgenden inhoud:
MINISTERIËN VAN BINNENLAND
SCHE ZAKEN EN VAN FINANCIËN.
De ministers van binnenlandsche zaken en
van financiën;
Gezien de ingekomen ambtsberichten,waar
uit blijkt dat besmettelijke ziekten onder het
vee in verschillende naburige rijken worden
waargenomen;
Gelet op den gunstigen gezondheidstoe
stand van den Nederlandschen veestapel, en
op de belangen van handel en nijverheid;
Gelet op artt. 1 en 3 van het koninklijk be
sluit van 8December 1870(staatsblad no. 194)
en op artt. 1 en 2 van het koninklijk besluit
van 9 April 1884 (staatsblad no. 48);
Brengen ter kennis van belanghebbenden;
lo. dat geenerlei dispensatiën van het ver
bod van in- en doorvoer van runderen, scha
pen, bokken, geiten en varkens vaD buiten
slands kunnen worden verleend, dan bij hooge
uitzondering, ter beoordeeling van den mir.is-
ster-van binnenlandsche zaken;
2o. dat, aan te vangen met 15 Maart as,
e commissarissen des konings in de verschil
lende provinciën gemachtigd zijn dispensatie
te verleenen van het verbod van in- en door
voer van versche huiden, versch en gezouten
vleescb, ongesmolten vet, mest, onbewerkte
wol, onbewerkt haar, klauwen, horens en van
UIT HET DülTSCH.
12.)
Wie van beiden aan dien toestand de grootste
schulu bad, bleef altijd onopgelost. Er waren
gtacutneu genoeg die het uitspraken dat geene
vrouw met generaal Reicbenbach gelukkig bad
kunnen zijn, on, wezenlijk, bij was geen ge
duldig of toegevend echtgenoot geweest. Zelfs
zijoe kinderen badden hem slechts als den
strengen, nooit als den liefhebbenden vader
leuren kennen en waren bem dus nooit met
liefde, doch slechts met gehoorzaamheid, uit
vrees geboren, genaderd. Eo dié gehoorzaam
heid duurde slechts zoo lang a's de vader in
do nabijheid was; dit bleek toen de onder-
allen afval van rundvee, schapen, bokken
en geiten, op de volgende bij den in- en door
voer na te leven voorwaarden:
a. dat bij de aanvrage vermeld worde den
aard en de hoeveelheid der in- en door te voe
ren artikelen ea de plaatsen van herkomst en
bestemming;
b. dot bij de aanvrage worde overgelegd een
bewijs, waaruit genoegzaam blijkt, dat de in-
of door te voeren artikelen komen uit eene door
besmettelijke veeziekten niet bezochte plaats;
c. dat de goederen behoorlijk zijn verpakt
of gedekt en bij het vervoer buiten aanraking
blijven van vee, en in de voer— of vaartuigen
in afzonderlijke bergplaatsen, niet voor vee-
vervoer bestemd, worde geplaatst;
d. alles onverminderd zoodanige voorzor
gen van bijzonderen aard,als in het belang van
het weren vau besmetting voor elk geval in
het bijzonder, wegens lokale of andere omstan
digheden, door 's konings commissaris bij het
vervoeren, opleggen en behandelen der in- of
door te voeren artikelen bovendien zullen
worden voorgeschreve n
's Gravenhage, 11 Maart 1885.
De minister van binnenlandsche zaken,
(get.) HEEMSKERK.
De minister van financiën,
(get.) GROBBÉE.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort, den 30 Maart 1885.
De burgemeester voornoemd,
Th. VAN UIJE PIETERSE, L. B.
Vlissingen, 1 April.
Gisterenmiddag werd de gemeenteraad tot
eene buitengewone zitting opgeroepen, die des
avonds te 6 uren heeft plaats gehad.
Onmiddellijk nadat de vergadering was ge
opend werd voorgesteld om tot eene besloten
vergadering over te gaan. Dit geschiedde en
tot het einde toe was de vergadering niet
openbaar.
Wij veronderstellen dat er weder een groote
onbescheidenheid is gepleegd door eene voor
barige publiciteit, die nimmer uit te leggen is,
om die tot eenig belang voor onze stad nood
zakelijk te doep zijn.
De berichtgever moet men veronderstellen
genoeg gezond verstand to kunnen ontwikke
len,dat deze mededeeling de vijanden vanVlia-
singen met alle kracht zal doen opspringen,
om te beletten wat zoo zeer wordt gewenscht.
tusschen volwassen zoon zich id zijn verwij
derd garnizoen aan zulk een leven overgaf
dat zelfs de vaderlijke langmoedigbeid op eene
harde proef werd gesteld. De generaal verloo
chende nu ook zija karakter nietbij behan
delde, wat in het begin misschien slechts
dwaasheid en lichtzinnigheid was, met eene
grenzelooze hardvochtigheid en bereikte daar
mede het tegenovergestelde van zijue bedoe
ling. Ook hier ontbrak alle liefde en alle ver
trouwen ten tweeden male Btaken bitterheid
en tweespalt in den engen kring van het ge
zin hot hoofd op en ook ditmaal zwegen zij
slechts voor het geoponde graf.
Ditmaaf leed echter de generaal daaronder
meer.De dood van den erfgenaam en stamhouder
van zijn geslacht bracht, zij hot al niet aan
zjjn hart, toch aan rijno trots eene diepe wonde
toe en de omstandigheden, waarmede dit over
lijden gepaard ging, strekten niet om den va-
Is hij dan door deze mededeeling nog geen
vijand onzer stad, een vriend is hij stellig niet
en stelt hij 't karig loontje van berichtenschrij-
ver boven het algemeen belang.
Het bedoelde bericht, eerst in de Goeaclie
Ct. thans ook in de Rieuwe Rotterdamsche
Courant en wie weet verder overgenomen,
luidt
<(De heeren Arie Smit, burgemeester, J.
van Raalte, directeur der maatschappij tot ex
ploitatie der havenwerken te Vlissingen, en de
Bruijue uit Middelburg, Duitsch vice-consul
voor Zeeland, hebben zich gisteren morgen
naar Berlijn begeven, naar men zegt om Vlis
singen a3n te bevelen voor transatlantische
stoomvaartlijnen, door de Duitsche regeering
De Middelb. Courant, diï verzocht was als
er iets over de reis dier hoeren werd gemeld,
dit niet te plaatsen, heeft daaraan voldaan,
dcch is nu en te reebt gansch ontevredeu over
den loop van deze geschiedenis, terwijl zij bij
herhaling op dergelijke wijze voor geheimhou
ding verzocht te zijn,steeds werd beloond door
het lezen dier berichten in andere dagbladen.
Wij voegen daarbij dat het, vreemd genoeg,
altijd de Goesche Courant is, die met deze
ontijdige berichten,altijd wat onze stad betreft,
hetjmbliek. tracht te verrassen, zonder daarbij
eenigo rekening met de algemeene belangen
te houden.
De gemeenteraad van IJzendijko heeft aan
de tweede kamer een adres gezonden betref
fende het wetsontwerp tot bet verleenen van
een rijkssubsidie Tan f 400,000 voor den
stoomtram BreskensMaldegheni.
Zonder dat de raad geacht wil worden, de
aanneming van het wetsontwerp te willen te
genwerken, acht hij zieh nogtans in het alge
meen belang verplicht, te verzoeken dat onder
de voorwaarden, waarop het subsidie worde
verleend, moge worden opgenomen dat ook de
liju Schoondijke, IJzendijke, Watervliet of
Waterland-Oudeman moet worden uitgevoerd,
te meer daar de nieuwe concessionarissen bij
het verkrijgen van subsidiën en het behouden
der reeds door de polders en gemeenten ver
leende bijdragen, meer dan noodzakelijk in
staat zullen gesteld zijn om beide lijnen aan ta
leggen zoodoende niet alleen een gedeelte,
maar het geheela 4e district uit den nood te
helpen.
Omtrent de gezondheidstoestand van Z.
M. den koning meldt de N. GCt. dat sints
dor het verlies dragelijker te makeu. Thans
bleef hem slechts zijne dochtor over en was
hut zijn innig streven aan zijn thans eonig
kind de erfgoedoren te verzekeren, welke vol
gens de wetten op het majoraat op de jongere
lijn van bet geslacht moesten overgaan. Hij
voerde dit plan met zijne gewone energie
uitdat daarbij twee jonge harten zonder
liefde, misschien zelfs tegen hun wil aan
elkander geketend werden, dat ook hun eene
troostelooze, liefdelooz6 toekomst, eene onge
lukkige rampzalige echt tegengrijusde, daaraan
had Reichenbach tot dasver niet gedacht en
ook thaDs wierp bij die gedachten ongeduldig
van zich af. Het was hier eene geheel andere
zaak en wat hij vroeger gezegd had, was zijne
volle overtuiging geweest. In dezon echt wa-
ron geone stormen te vreezen, want Felix had
hard karakter en Stephanie bezat eene
i, meegaande natuur eo beiden badden
het diner, onlangs aan prinses Hendrik en haar
aanstaande, gegeven, deze er niet op vooruit
gegaan is. Den avond van het diner zelf was
Z M. zeer ernstig ongesteld; te 11 uren
werd de lijfarts ontboden en deze verliet den
koning niet voor drie uren in den nacht. Z.
M. gezondheid is geknakt.
7 April begeren de koning en de koningin
zich naar Amsterdam.
Z. M. de Keizer van Oostenrijk heeft dr.
Joh. G. Mezger te Amsterdam benoemd tot
grootofficier met de ster in de orde van Fians
Joseph.
De raming bij de indiening der staatsbegro
ting voor 1885, bedroeg f 136,172,740,37.
Na de schriftelijke en mondelinge gedachten-
wisselins is de begrooting thans vastgesteld op
f 135,220,555,87 Va. zoodat er totaal ver
minderd is met f 952,184,49'/j. De raming
der middelen voor het dienstjaar 1885 be
droeg f 120,764,176,00, zoodat het tekort
f 14,456,379,877a bedraagt.
De wetsontwerpiug tot aanvulling der rijks
middelen voor 1885 strekken om lo het
getal rijks-opcenten op de personecle belasting
van 20 op 30 te brengen 2o de regeering te
machtigen tot uitgifte van schatkistbiljetten
of promessen tot een bedrag van f 14,400,000.
In het Mail-overzicht van de Java-Bode
leest men:
Op het gebied van oorlogszaken en expedi-
tien is weinig nieuws mede te deelen.
In Atjeh nadert de inkrimping hare vol
tooiing. Roemrijk is onze terugtocht daar niet
en zij kost telkens eenige verliezen aan man
schappen, onlangs uog de officieren Buyskes en
van Rijen,beiden vrij ernstiggewond.Of men iu
Maart geheel gereed zal komen, wordt betwij
feld, omdat voor de geheele uitvoering van het
plan ondanks de groots energie waarmede
vooral de genie gewerkt heeft,nog veel te doen
overblijft.
En wat eyger is, men betwijfelt of men niet
naderhand, door den nood gedrongen, weder
zal moeten oprichten wat men nu sloopt. De
zuiver defensieve stelling,waarvan men droomt
als het ideaal, dat ons van de Atjeh-ellende
moet redden is, gelijk de geschiedenis leert,
tegenover stoutmoedige, rustelooze en van
buiten ondersteunende vijanden, op,den duur
niet vol te houden.
Vooral die hulp van buitenaf, door de wa
pen- en ammunitie-versterkiugen uit deStraits
mot geen verleden te kampen.
Geen verleden 1 Reichenbach trad aan het
venster en opende het als wilde hij zich los
scheuren van de gedachten, die met dat woord
hem als het ware bestormden. Do korte herfst
dag begon reeds te wijken voor de avond
schemering, waarvan de eerste schaduwen
droevig en grauw op de landstreek neder-
zonken, terwijl het verschiet zich in een dichten
nevel verloor. De wind was tegen dea avond
eenigszins gaan leggen, maar de hemel was
nog dicht bezaaid met onstuimig jagende wol
keu, die rusteloos voortgezweopt werden en
de even opgekomen maan verduisterden. Alles
in de rondte zag er zoo herfstachtig somber
uit; geen groen meer op de velden, geen loof
meer aan de boomen, alle leven verstomd en
gestorven. De treurende aarde verloor het
eene sieraad na het andere, eer zjj zieh aau
dea winter gevangen gaf.