VLISSINGSCHE COURANT. §S|\ Zondag 29 Maarl 1885. Een praatje over Maskerade. Eens herinnering. No. 26. 23ste Jaargang BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1,Franco per post f 1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande laren en Postdirecteuren. 'lltlli UITGEVER F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTEMTENVin 1 tot 4 regels f 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden be rekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE Co., te Parijs. Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND. Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland en Frankrijk f 1,65 per drie maanden. Zij, die zich voor het vol gend kwartaal, aanvangende 1° April a. s., op de Vlissingsche Courant abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende num mers gratis. V. In zekeren nacht waakte de heer Wa ring niet. De zieke was zeer, zeer onrustig en sprak allerlei woorden zonder samen hang. Waring! testament! veranderen 't kan niet rust Tegen den morgen werd hij bedaarder en toen hij zijne oogen opsloeg en zijne getrouwe nicht aan zijne legerstede be merkte, toen streek hij een paar malen met de hand over 't hoofd en zei Ik heb verkeerd gedaanje bent altijd goed voor mij geweest: maar 'tis de schuld van Waring! Ik zal alles goedmaken." Nicht begreep het toen nog niet. Oom zou 't dienzelfden dag weer goed maken. Oom was om negen uur een lijk. Mijnheer Waring was universeele erf genaam'. Toen de begrafenis was afgeloopen, toen mijnheer Waring van alles bezit nam, toen ze die woning moest verlaten, waarin ze zoovele jaren had gewoond, toen de weldadige mijnheer Waring haar eene plaats in een hofje had gekocht en de we reld vond, dat hij goed had gedaan, toen heeft die goede nicht eerst leeren hegrij pen, wat ze verloren had. Maar hoe meer ze dat begreep, hoe duidelijker haar 't ver lies werd, des te vreemder werd het in haar; 't was, of haar de oogen werden geopend, en wonderlijk was 't, maar zij, die vroeger nooit om geld had gegeven; en die nu,daar naar g-erekend, tevreden met haar lot had kunnen zijn, zij herinnerde zich nu onop houdelijk die laatste woorden van den overledene; ze begon zicb voorstellingen te maken van 't geen ze had kunnen zijn en bezitten. En als eenmaal dat licht is ontstoken, dan neemt het ook toe in omvang en in helderheid. Ze begon nu den waren mijn heer Waring te onderscheiden van den ge- maskerden huisvriend. Het masker viel af en de egoïst stond daar zóó duidelijk voor haar. In haar gemoed kwam een LUTON. uit het düitsch. li.) »En ik Zal ook hun lot deelen 1" zeide Ste phanie zacht. >Wenscht u my dit werkelijk toe, papa?" Zwijg l" riep de generaal en trad daarbij met zulke vreeselijke en dreigende blikken op zijne dochter toe, dat zij schuw terugweek. Het scheen dat hier een suaar getroffen was, die het beter geweest was Diet aan te roeren. De moeder was reeds sedert jaren dood, maar in de herinnering van het meisje leefden nog al die stormachtige, bittere tooueelen voort, welke het kind reeds hadden doen vermoe den hoe ongelukkig het huwelijk harer ouders was. >Dat zijn zaken, die gij nog niet kunt be- oordeelen," ging Reicbenbacb met gedffongeu gevoel op, dat ze vroeger nooit had gekendeen gevoel van bitterheid en wrok. Wat zou ze doen? De publieke opinie was en bleef de beschermengel van mijn heer Waring. Voor haar droeg hij nog altijd zijn masker van oprechtheid en wel dadigheid. Zoo gemaskerd vertoefde hij nog immer op dat groote bal, dat voort durend wordt gegeven in die uitgestrekte balzaal, die wij de wereld noemen, en on gestoord kon hij daar nog geacht en ge- eerd rondwandelen, want het uur was nog niet daar, waarop het woord: démas qués" werd uitgesproken. Diezelfde publieke opinie, die altijd meent, dat ze zoo scherp ziet, alles zoo juist opneemt, zulk een juist oordeel velt, zoo vlug is in 't uitspreken van haar oor deel, en toch menigmaal zoo jammerlijk met blindheid is geslagen, hoorde de zotte praat van de nicht aan, haalde de schou ders op en wees op 't feit, dat mijnheer Waring behoorlijk voor haar hadgezorgd. Bij haar kon de arme dus geeu troost vinden. Ze deed er ook geen moeite meer toe. Zij zocht anderen troost. Gedurig ging ze naar mijnheer Waring, om met hem over dat bewuste testament te spre ken, om hem te vragen, op zijn geweten af te vragen, of hij eerlijk had gehandeld, of hij nog wilde goedmaken, wat de oude oom had willen goedmaken; maar die goede mijnheer Waring had zoo'n zonder ling, zoo'n heel ruim geweten en zei, dat hij haar fatsoenlijk en goed had behandeld. In den beginne gaf hij zijne antwoorden op vrij vriendelijken, zoetsappigen toon, maar die toon was ook al gemaskerd. Dat masker ging er langzamerhand af, geheel af; de toon werd dreigend enbarsch toen was 't de ongemaskerde en ein delijk was hij voor haar niet thuis. Na dien middag zijn er weder eenige maanden verloopen. Die vreemde vrouw zal geene bezoeken meer bij mijnheer Wa ring afleggen. Ze heeft geene ondersteu ning meer noodig, want ze heeft rust ge vonden; ze rust op dien stillen Godsakker, waar geene maskers worden gedragen, waar rijken en armen, ver van 't gewoel der wereld, vereenigd zijn. Terwijl ik zoo in mijn schetsboek blader, neem ik onwillekeurig mijn pen en krab bel daarin en 't worden ruwe omtrekken, die voorstellen: een kistje sigaren van zeer middelma- koelbeid voort, »ou dio ia het minst geen betrekking hebben op uwe eigene toekomst. In uw huwelijk zullen er geen stormen zyn, want gij bezit in weerwil van al uwe harts tochtelijkheid, een week, toegeeflijk karakter en Felix ia over het geheel genomeu niet hard. Gij bezit beiden geen aard otu elkander bet leven moeilijk te maken en wat de hoofdzaak is, gij hebt nog geen verledeu te over winnen.1' Die laatste woorden werden op oen eigen- aardigen toon, met iet3 wat naar bedwongen toorn of smart geleek, uitgesproken. Stepha nie wilde antwoorden, doch de vader viel haar reeds bij de eerste woorden in do reden Genoeg, ik wil niets meer hoovent Ik heb Felix uwe hand toegezegd on ben gewoon mijn woord te houden. Hot besluit is genomen na rijpe overweging en tot uw welzijn, want daar door alleen wordt uw toekomst verzekerd eu kunt gy op denzelfden voet als tot heden blijven voortleveu, Geen tegenspraak, Stepha nie» gij keut mjj en weet dat ik m|jn wil zal tige qualiteit, maar voorzien van 't eti quetteHavanna; een beer, die eene porte-monnaie uit den zak haalt, en aan een armen drommel, die door eene menigte nieuwsgierigen is om ringd, een' gulden geeft; een man, zittende bij 't ziekbed van een oud man, het hoofd zoo bezorgd over den kranke gebogen, en op den achtergrond i een notaris, met een papier in de hand. En onwillekeurig krabbelt mijn pen het woordschijn. Maar terwijl ik daar zit fluistert mij eene stem toe: Wat een bittere levensbe schouwing, Casacara! Alles ten kwade? Alles egoïsme Als gij toch aan 't schet sen zijt, voeg er dan nog bij De vrouw, die daar nog laat in den nacht zich met haren arbeid onledig houdt. Ze heeft haren man uit liefde gehuwd. Langzamerhand is hun huwelijkshemel bewolkt. Wat ze ook deed, hij is haar on tvouw geworden. Wat ze geleden heeft, dat is God alleen bekend, maar voor 't oog van de wereld verbergt ze hare grievende, hare innige smart. De publieke opinie .noemt haar nog gelukkig Die moeder, zittende aan 't ziekbed van hare dochter. Ochl de geneesheer heeft geen hoop meer gegeven. Toch heeft zij nog hoop, want ze heeft haar vertrouwen nog niet verloren. Ze zal de zieke zooveel mogelijk nog opbeuren, nog moed inspre ken Zij maskeert zich. De zieke mag haar ware gelaat niet zien. Daar moet nog een glimlach om hare lippen spelen. En ze doet, wat ze kan, al is de strijd zwaar en al wendt ze zich wel eens om, want daar kwam een verduistering in dat oog, en er mag geen traan langs haar wang rollen! Teeken. dien oppassenden man, achter uitgegaan huiten zijn schuld en strijdende, om toch voor 't oog der wereld 't fatsoen op te houden. Alleen met die strijders zoudt ge een album kunnen vullen! Teeken dan Maar! riep ik eensklaps, 'tzij, hoe 'twil, maar 't zijn dan toch maskers Is dan de geheele wereld ééne groote maskerade Ik ontving geen antwoord. En nog altijd, hetzij in den tijd van vas tenavond, hetzij in elke andere maand des jaars, herhaal ik diezelfde vraag, op welke ik tot nu toe nog geen bepaald antwoord kreeg: Is dan de wereld één groot ge maskerd bal, waarop in de stervensure doen eerbiedigen; dus richt u daarnaar. Die bijna dreigende vermaning miste haar indruk niet op bet jonge meisje, dat klaar blijkelijk er niet tegen opgewassen was om aan den vader ernstig weerstand te bieden. De vastberadenheid verdween in hare gelaats trekkeu en hare oogen vulden zich weder met boete tranon, terwijl zij verslagen het hoofd liet zakken zonder een verder antwoord te wagen. De generaal wachtte dit ook in bet geheel niet af, maar verliet het vertrek en liep snel door do beide aangrenzende kamers waar bij zijn neef even verstoord en opge wonden en met een donker uitzicht ontmoette. >U komt van Stephanie, oom," aldus be- gou Felix op een met moeite bedwongen toon. Zij zal u wel medegedeeld hebben, wat gij reeds lang bndt moeten zien, dat bet ons beiden onmogelijk is uwe wenschen op te vol gen. Ik kan mijzelven on u dus de moeite sparen van eene verdere verklaring." >Wat overkomt ui" riep de generaal ver stoord. Noemt gy misschien de kinder- 't woord démasquez luide wordt uitgesproken casacara. BINNKKLÜÏÜt Vlissingen, 28 Maart. Van 21 tot 27 Maart zijn alhier uit Queen- boro met de mailbooten aangekomen 474 en daarheen vertrokken 53S passagiers. In de zitting der tweede kamer van gisteren is ingekomen de volgende nota van inlichtin gen van den minister van marine op het adres van de kamer van koophandel alhier, betrek kelijk de maatschappij de Schelde ,/Ten aanzien der klacht dat de toezeggin gen, voor de oprichting van de Schelde gedaan, door marine niet zouden zijn nagekomen,geeft de minister afschrift van de briefwisseling, in 1874 daarover met binnenl. zaken gevoerd de eenige door marine gedane toezeggingen bevattende. Dat de fabriek, ingevolge die belofte, nie t is buitengesloten, waar bleek dat zij de uoodige waarborgen gaf, toont de minister aan door overlegging van een opgaaf van de opdrachten en leveringen, samen ad f 1.978.496, haar in 187684 gedaan. Daartoe behooren dether stellingen van de loodsvaartuigen en licht schepen van bet 6e district; de belangrijke her stellingen aan die van bet 4e en 5e district werden bij nader inzien niet aan de Schelde toevertrouwd, omdat gevreesd werd dat, door den grooteren afstand van hun stations, die vaartuigen langer dan noodig voor den dienst zouden worden gemist. WelkeD steun heeft de Schelde alsnog vau marine te wachten Bij het opdragen van wer ken aan particulieren meent de minister uit sluitend te rade te moeten gaan met 's lauds belang met betrekking tot bet zeewezen. Dit nu vordert z. i. de vervaardiging van oorlogs- materieel van aanbelang Diet op te dragen aan fabrieken buiten de defensieliniën; voorts moet worden gelet op de stabiliteit en soliditeit der betrokken firma's, alsook op baar arbeids kracht; ten derde moet de regeering zich, in tijden van werkschaarschte, afvragen, bij de instandhouding van welke fabrieken zij, in de eerste plaats, het meeste belang heeft, en dat zijn voor marine ontegenzeggelijk die binnen de defensie-liniërt. Op grond van die overwegingen werden in het begin van dit jaar de voor den Indischen dienst bestemde schepen bij voorkeur opge dragen aan de kon. fabriek te Amsterdam en de Ned. stoombootmaatschappij te Rotterdam. achtige luimen van h6t jonge meisje voor ernst op? Overigeus begrijp ik u'niet. Gy moet uw liefde aan baar op een zeer eigen aardige en zeer ongeschikte wijze verklaard bebbeD, want anders zou Stephanie zoo niet buiten zichzelve geraakt zijn over eene zaak, die zij reeds lang wist." De jonge officier beet zich op de lippen. »De verklaringen, die wij tegenover elkan der aflegden, waren altijd eenigszins eigen aardig," antwoordde bij vol bitterheid. »In ieder geval zijn wij eebter tot de overtuiging gekomen, dut bet het beste is, het reeds ge maakte plan op te geven. Ik van mijne zijde zie ten volle van een verloving af, die op zulk eene wijze opgenomen en afgewezen werd. U staat mij toch toe dat ik morgen vroeg vertrek en naar mijn garnizoen terug keer." Eene dreigende uitdrukking vertoonde zich op het gelaat vau Reicbenbacb en een trotsche koude blik trof den neef, Zooals bet u gelieft! Daar het de hand

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1885 | | pagina 1