IfZljl.
VLISSINGSCHE COllANT.
at
ÖES.
Aanbieding.
r Deel.
MAGAZIJN,
BELINFANTE,
No. 17.
Donderdag 26 Februari 1885.
23ste Jaargang
Eene herinnering.
UOW-COCES, fijn ge-
e brandstof, geeft meer
iiscolces en zijn minder
haard.
G. DE HEER.
'en een billijk rabat.
■zoele heeft de onderge-
wekelijksohe, 15- daag-
ihe aflet.ilingen ie ver-
Meubelen, Schil-
Bedden, Matrassen,
irdijnen, en alles wat
L, tegen .concurveeiende
ieder die voor de .som
bij de helft der beta-
3ij enveloppe waarin op
vonden wordt' een Bon
>ct, 6 Stoelen, 1 Spie-
De goederen zijn allen
dichtingen worden ver-
lA.LHUIJZEN,
■Kerkstraat Ylissingen.
it TJ ft
het
S verscheen liet 3e
an den Herdruk
'iet Stuivers-Ma-
ti'lël van
Iviei'van ia totdal uilrér-
i dia do Uitgevera nog
j tot den Herdruk,
alle Verhalen, Novcl-
eu, oni de lectuur aan-
s elk stuk ioorloopead
gazijn lieoft zich steeds
coope en degelijke
e duizenden lezers aan
van ecüige godsdien-
gegeren in vellen druks
everingeu il 0.25, per
1/ 1.— De uitgave ziet
met duidelijke Jet-
Deel 1, 2 en 3 van liet
na ontvangst van post-
i' post door geheel He-
ar geen Boekhandelaar
r vcrkrijplinar a f I,
u h a
jEDlENST
en Vlissingen yy
J5.30+. 8.—, 9.10f 10.—
if 2.30, 3.30,+ o.6.30,
I—A 9,-, io.—t n,_
3,30, 4,3(1+ 0,—, 7,'30,f
s vertrekuren metee»
3 tuseche-nstutione Abeel*
IjDIENST
t Middelburg y.v
|0 (.Remise) 8,— (Zcilm
3.30, 5,-, 6.30, 8.=
PiO, (Groote Harkt) 8.45
4.15, 5.46, 7.15,
Scdcren morgen een Ar-
5,15.
iNST
de Buiten sluis,
6.10, 6.35 (ïmnr keciv-
|459.15 (via kcerslnia)
15. Namiddags 1.30 1.52,
|-:0, 3.55.4.20,4.55 (via
!"a keersluis),'7.45 8.45,
6.20, 7.20, 7.46, 9.0
1 30. Namiddag 12.05.
4.05, 4,,85 5.10, 6.40,
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,16. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER
F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen.
PRIJS DER ADYERTENTIENVan 1 tot 4 regelt f 0.40.
Elfee regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden be
rekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. BAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND.
Abonnementen voor België, Duitschland, Engeland en
Frankrijk f 1,65 per drie maanden.
GEMEESTBBESTUIjli.
BEKENDMAKING.
Afsluiting van een weg in Vlissingen.
De burgemeester en wethouders van Vlis
singen, brengen ter algemeene kennis, dat
blijkens ontvangen bericht van heeren ged.
staten van Zeeland dd. 20 dezer no. 87, de
afsluiting van rij- en voertuigen van eeu ge
deelte Singelweg in die gemeente, zal voort
duren tot 30 Mei e. k.:
de gemeenschap tusschen den Koudekerk-
schenVlissingscben straatweg en den Ko
ningsweg, kan geschieden over den Bosclijes-
weg.
Vlissingen, 23 Februari 1885.
De burg. en wetli. voornoemd,
A. SMIT.
De secretaris,
F. N. VAN DER BILT, L. S.
KENNISGEVING.
De burgemeester en wethouders van Vlis
singen;
gezien de artt. 6 en 7 der wet van 2 Juni
1875 (staatsblad no. 95,) tot regeling van het
toezicht bij het oprichten van inrichtingen,
welke gevaar, schade of hinder kunnen veroor
zaken;
geven bij deze tenuis dat bij hen ia ingeko
men een verzoek van H. de Pagter, te Vlis
singen, om verganning tot het oprichten eener
slachterij van varkens met vetsmelterij in per
ceel E no. 1168, Vrouwenslop;
dat dit verzoek met de bijlagen, gedurende
veertien dagen, te beginnen met Zaterdag den
28 Februari 1885 op de gemeente-secretarie
tor visie zal worden gelegd en dat den 14 Maart
1885, ten raadhuize, des namiddags te twee
uren, gelegenheid zal worden gegeven om be
zwaren tegen het oprichten der inrichting in
te brengen, terwijl gedurende drie dagen vóór
dat tijdstip, ter gemeente-secretarie van de ter
zake ingekomon schrifturen kennis kan wor
den genomen.
Vlissingen, den 25 Februari 18S5.
Burgemeester en weth. van Vlissingen,
A. SMIT.
De secretaris.
F. N. VAN DER BILT, L. S.
BINNENLAND.
Vlissingen, 25 Februari.
Dezer dagen circuleert in deze gemeente
een adres, waarop reeds vele der voornaamst©
handteekeningen voorkomen, en waarbij met
LllT
TUT HET DutTSCH.
4.)
™,Do generaal stelde don noef aan zijne doch*
ter voor.
»Uw neef Felix Reich enbach<r, zoide hij en
het scheen alsof hij er nog wat wilde bij
voegen, maar Felix spaarde hem de moeite
vau eene verdere voorstelling en trad snel op
het jonge meisje toe.
»Ilc mag toch niet gelooven dat ik mijn
nicht volslagen vreemd ben geworden*, zoide
hij levendig. Mogen wij elkander ook in
vele jaren niet gezien hebben, dau mag ik
Wol aanspraak maken op hot recht van vroa-
ernst bij Z. M. deu koning wordt aangedron
gen op gelijkstelling van de fabriek der kon.
maatschappij de Schelde met andere inrichtiu-
tingen van dien aard, opdat door grootere
bestellingen voor rekening van den staat, het
voortbestaan dier fabriek mogelijk worde ge
maakt.
In dat adres wordt met nadruk gewezen op
het verband, dat bestaat tusschen den bloei
dier fabriek en de opkomst van Vlissingen, en
worden de vooi'deelen aangewezen, die met
een eventueelen val dier fabriek voor de ge
meente noodwendig móeten verloren gaan.
Ieder, die het wel meent met de plaats zij
ner inwoning en de be vordering barer wel vaart,
zal zeker gaarne medewerken om laugs dezen
weg te trachten eene inrichting te behouden,
wier verlies van onrekenbare gevolgen zou
zijn, en daarom niet achterblijven om op dat
adres alsnog zijne handteekening te stellen.
De gelegenheid zal daartoe worden gegeven
door het ter teekening te leggen op Vrijdag
den 27 dezer bij den boekhandelaar Mestdagh.
Dezer dagen is van de pers verschenen de
catalogus der tentoonstelling van boekeu,
handschriften, portretten enz., betrekking
hebbende op Elisabeth Wolff, geb. Bokker en
-Agatha Deken, gehouden to Vlissingen bij de
onthulling van het gedenkteeken op 23, 24 en
25 Juli 1884, door den samensteller uit hoog
achting en vriendschap opgedragen aan dr.
Johs. Dyserinck, die het denkbeeld om deze
tentoonstelling te verbinden aan de onthul
ling van het monument opgevat en vooral
heeft uitgevoerd.
In het voorbericht vau dezen catalogus, die
niet in den handelis, schrijft de heer Nagtglas
het volgende
„Op de tentoonstelling te Vlissingen, bij
gelegenheid der onthulling van het gedenk-
teeken ter eere van Elisabeth Wolff, geb. Bek-
ker en hare onafscheidelijke vriendin Agnth'a
Deken, op den 23 Juli 1884, stelde miju
vriend dr. Johs. Dyserinck mij een jong menscli
voor, wiens hart, gelijk mij terstond bleek,
warm klopte van geestdrift en liefde voor de
stad zijner geboorte.
Deze jeugdige Vlissinger, een uitzondering
in onzen tijd, waarin de uil admirari" geest
bij het aankomend geslacht maar al te dikwerf
den toon geeft, had reeds sedert jaren moeite
noch kosten ontzien, om te verzamelen wat
hem voor de geschiedenis zijner geboorteplaats
merkwaardig scheen, en met lofwaardigen
ijver zijne vrije uren aan die uitnemende lief—
hebberijstudie gewijd. Toen het denkbeeld ee-
ger in uwe vreugde en uw spel gedeeld te
hebben.*
Met deze woorden bood hij baar mot on
geveinsde hartelijkheid de hand. Een oogen-
blik was het alsof Stephane de hare wilde
weigeren, toen bedacht zij zich eohtor en
legde hfcre vingers even in de zijno, echter
om ze iu het volgende oogenblik weder terug
te trekken. Felix scheen dit niet te bemer
ken, de generaal wilde het oogeuschijnlijk
ook öiet bemerken en aldus begonnen de
gewone vragen en antwoorden, waarmede een
gesprok gewoonlijk ingeleid wordt. Het wao
nauwelijks aan den gang, toen de generaal
voor dienstzaken Weggeroepen word. Hij stond
op om zich te verwijderen, maar wierp eerst
een strengen, bevelenden blik op zijoo dochter,
welken zij slechts al te wel scheen te ver
staan, want zij sloeg bare oogen neder. ïoon
werd de deur gesloten en het jonge paar
ner tentoonstelling door den heer Dyserinck
werd geopperd, was onze jonge vriend, tijdens
de vakantie in Vlissingen, terstond bereid om
de goede zaak te bevorderen, ook door zijne
aanmerkelijke verzameling boeken voor dat
doel af to staan; en het welslagen was zeker
in geen geringe mate aan zijne onvermoeide
medewerking te danken.
„Nadat men dien rijken schat te Vlissingen
had bijéén gezien, kwam als van zelf het denk
beeld voor den geest, om daarvan eene nauw
keurige lijst te doen drukken, als toevoegsel
op de uitnemende hulde, door Dyserinck aan
Betje "VVolff en Aagtje Deken gebracht. (Mid
delburg bij J. C. W. Altorffer 18S4-.)
„De jongman, van wien ik sprak, nam de
taak der beschrijving welwillend op zich, en
wensclite tevens de kosten van het drukken
voor zijne rekening te nemen.
„Met ij ver in tusschenureu begonnen,kwam
de lijst dezer dagen gereed. Oppervlakkig
schijnt zulk een arbeid misschien sommigen
van geringe beteekenis te zijn; maar wie er
zich ooit mede bezighield, kent de bezwaren
verbonden aan het maken van dergelijke lijs
ten, dikwerf uit saamgebonden brochures ont
leend. Het gaat daarmede als met drukfouten
waarvan er, hoe ook nagespoord, altijd nog
aan het zoekend oog ontsnappen. Een nuttig
werk blijft het echter; want hoeveel er in de
laatste jaren oyer Betje Wolff en hare tijdge-
nooten is gezegd, toch zal men pas een juist
oordeel vellen, nadat alles bekend is, wat zij
voor de pers hebben geleverd.
„Dr. Dyserinck, door zijn vertrek naar Rot
terdam verhinderd om zijne krachtige hulp
aan dit goede werk naar wensch to verleeneu,
verzocht mij, onzen vriend, tegenwoordig ook
mijn stadgenoot, bij zijnen arbeid ter zijde te
staan. Met genoegen heb ik dat gedaan en be
langstellend zijn arbeid gevolgd. Dergelijke
liefhebberijen hebben voor jonge menschen
een dubbel nut, daar zij ook den lust en de
geschiktheid tot andere studiën voeden en
ontwikkelen.
„Wanneer mijn vriend op den ingeslagen
weg voortgaat en aan werklust blakende liefde
voor het groote en goede uit Vlissingen voort
gekomen blijft pareD, zal hij wellicht zelf nog
eenmaal een eervolle plaats kunnen innemen on
der „de wakkere mannen in 't gewichtig stads-
bewind" van zijne roemrijke geboortestad."
Met genoegen maakten wij kennis met den
uitgegeven catalogus en klonken de woor
den van den heer Nagtglas, ter eere van zijn
jongen vriend uitgesproken, ons aangenaam in
de ooren.
was alleen.
Er ontstond eene pijnlijke stiltebeiden
zaten zwijgend tegenover elkanderhet was
of zij plotseling den draad des geapreks ver
loren hadden. Op Stephanies gelaat vertoonde
zich eene uitdrukking van vrees en trots
tevens, terwijl zij zijdoliugs baar Deef opnam.
Deze legde zichzelven weinig dwang op j zijne
blikkou rustten vrij, met onmiskenbaar wel
behagen, op de liefelijke verschijniug van het
jonge meisje. Ondertusschen mislukteu al zijne
pogingen om het gesprek voort te zetten en
kreeg bij slechts verlegeno nit eon onkel
woord bestaande antwoorden en eindelijk bleef
het gesprek geheel steken.
»Het komt mjj voor*, begon de jonge
officier eindelijk weder »alsof wij beidon bang
zjjn om don rechten toon te viudeu eu in
den toestand, waarin wjj ons bevinden, is dit
heel natuurlijk.*
Het zal wel niet behoeven gezegd te worden
dat wij mede de beste wensehen blijven koes
teren voor de verdere ontwikkeling van onzen
jeugdigen stadgenoot, die, geen onbekende in
ons midden, eenmaal eene eereplaats moge
innemen ouder hen, die zijne „roemrijke" ge
boortestad een warm hart toedragen.
Zaterdag overleed te Antwerpen in den ou
derdom van 70 jaren, de heer Charles Jacques
de Boninge, permamente commissaris van toe
zicht op de Scheldevaart en oud-inspecteur
van het Belgische loodswezen. Van af 30 Mei
1853 tot 30 November 1866 als onder-inspec
teur over voornoemd loodswezen in ons mid
den, bracht hij niet alleen in ruime mate het
zijne toe om degoede verstandhoudingtusschen
het Nederlandsche en het Belgische loods
wezen te handhaven en bevorderlijk te zijn,
maar wist hij ook, ondanks zijn stipten dienst
ijver, door zijue humaniteit en zijnen minza-
men omgang met ieder, die met hem in aanra
king kwam, veler hoogachting en toegenegen
heid te verwerven.
Geen wonder dan ook, dat hij, behalve door
de Leopoldsorde en gouden medaille voor be
wezen diensten aan de Fransche marine, ver
eerd was geworden met het gouden ridderkruis
van de orde van den Nederlandschen leeuw.
Zijne nagedachtenis blijye onder ons in eere.
De heer J. A. van Puffelen Lwz., stations
chef bij de staatsspoorwegen te Kruiuingen,
is met ingang van 1 Maart bevorderd tot sta
tionschef 2e klasse.
De koningin en het prinsesje rullen tijdens
de koning te Carlsbad is, vertoeven te Töplitz,
en niet te Mariënbad.
De keizerin van Oostenrijk en gevolg wordt
a. s. Donderdag te Amsterdam verwacht, en
zal haar intrek nemen in Brack's Doelen Hotel.
Uit het thans in druk verschenen wetsont
werp tot wijziging van de drankwet blijkt, dat
de regeering na het hooren van ged. staten der
verschillende provinciën en de ambtenaren van
het O. M., versterkt is in de meening,dat voor
alsnog van wijziging van de hoofdbeginselen
der drankwet geen sprake behoort te zijn. Het
wetsontwerp betoogt, met behoud der aange
nomen beginselen, de toepassing daarvan beter
te regelen. Voor zooveel het repressieve deel
der wet betreft, zijn deze wijzigingen over het
algemeen in den geest van verscherping. Ver
der strekt het tot verzachting van de te strenge
Stephanie verschrikte bjj deze zeer begrij
pelijke toespeling en schoof snel haar stoel,
nog een schrede terug, terwijl zij bedeesd on
angstig vraagde
*Wat bedoelt gij, mijnheer de luitenant?*
i-Mijnheer de luitenant?* herhaalde Felix
half lachend eu half verstoord. »Ik moet do
freule doen opmorkou dat het niet past als
wij elkander op die wijze toespreken. Ton
eerste, omdat wij naaste bloedverwanten zijn
en ton tweede welnu, gij weet even good
waarom ik eigenlijk hier ben omdat wij
met elkander trouwen moeten,*
fljj kon onmogelijk oprechter spreken, maar
Stephanie was, naar het bleek, daarover ver
stoord. Zij vond deze manier om de zaak aan
te vatten boven alle beschrijving oneerbiedig
en een toornige blik trof den zich opdrin-
genden minnaar, die het niet eens de moeita
waardig vond om eene toenadering of iulei-