VLISSIXGSCHË COURANT. No. 14. Zondag 15 Februari 1885. 23ste Jaargang s&sesbs. r Eens herinnering. BINNENLAND. BUREAU: Kleine Markt I N°. 187. Prijs per drie maanden 1,Franco per post 1,15. Afzon derlijke nummers 10 cent. Men abonneert zich bij alle Boekhande laren en Postdirecteuren. UITGEVER F. VAN DE VELDE Jr. te Vlissingen. PRIJS DER ADVERTENTIENVin 1 tot 4 regels f 0.40. Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden be rekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Eenig'agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE Co., te Parijs. Verschijnt WOENSDAG- en ZATERDAG-AVOND. Abonnementen voor België, Duitscbland, Engeland e Frankrijk 1,65 per drie maanden. GEME5ÏTËBESTIII) II. BEKENDMAKING. AFSLUITING GEDEELTE SINGELWEG, De burgemeester en wethouders van Vlis singen. Brengen ter algemeene kennis, dat het ver bs langs een gedeelte Slilgelweg, in deze ;emeeute, van af den Koudekerkschen straatweg tot aan den Boschjesweg, ?an af heden, len gevolge van de werk- ianmheden voor een brug, tot nadere aan- soTidiging voor rij- en voertuigen is ge- loten. Vlissingen, 12 Februari 18S5. l)e burg. en weth, voornoemd, A. SMIT. De secretaris, F. N. VAN DER BILT L. S. 'tValt toch zoo bizonder moeielijk niet, m voor het kind liet artikel te bepalen, at hij zich van zijn zakgeld moet aan- cllalfen. Kiest men bijv. dé sch'rijfbehoet- 5)},die hij, öf in de school,bivoor zijnhuis- erk noodigheeft, dan heeft men daardoor ivens een middel gevonden, en daarbij :n middel, dat krachtiger werkt dan ieder nder om de verregaande verkwisting i vermorsing van papier, potlood en pen- jn tegen te g-aan, die aan zoovele kinde- n eigen is. Wanneer men bemerkt, dat m kind geneigdheid heeft tot slordigheid verkwisting, zou men hem juist door ;t zakgeld op die wijze aan te wenden, innen leeren, dat, wanneer we macht of idwang' over ons zeiven weten uit te oe nen, dit ruime renten kan opleveren. Zuinig zijn, opdat men lang wat geld in anden heeft, voorzichtig en met overleg' ikoopeü, om de volle waarde voor zijn eld te bekomen, op zelfstandige wijze hun eld besteden, dat alles kunnen de kinde in op eene dood natuurlijke wijze leeren, anneer zij voor een gedeelte van hun ikgeld in eene gedurig wederlceerende ehoefte moeten voorzien. Maar het over- hot moeten ze kunnen gebruiken, zooals willen; al koopen ze daarvoor zaken,die et noodzakelijk, die overtollig zijn, wel- i, laat hen begaan. We weten immers m den grooten, praktischen Franklin, dat UIT HET DÜITSCH. »Een vi'ee8elijk voorval!* zeido Weidenau, op don generaal wel een overweldigenden huk moet gemaakt hebben.* Ongetwijfeld moet mijn oom daaronder ceselijk geleden hebben.* Ik heb, toen bij het vernemen der Jobstijding naar ons inizoen ijlde, hem wèl ontvangen en toen 'vergeefs beproefd hem [te bewegen recht 1 doen of slechts naar de ware toedracht o het voorval, te luisteren. Hij hoorde :®ts, wilde naar niets hooren dan van zijn Redenden haat tegen den moordenaar van hij hemel en aarde bewoog, om een fluitje te koopen,dat hij volstrekt niet noodig had, alleen om aan eene oogenblikkelijke begeer te te voldoen. De gevolgen bleven niet uit. Dat fluitje verveelde zoo spoedig al de huis- genooten en eindelijk daardoor ook den jeugdigen kooper, dat hij weldra berouw gevoelde over zijnen koop en zulks zijn ge- heele leven lang niet vergat. En hoeveel groote kinderen zijn er niet, die elke opko mende behoefte dadelijk moeten bevredi- gen.Ik gebruik daar't woord behoefte,maar dat is Jt goede woord zelfs nog niet, want meestal is 't geene behoefte, maar eene be geerte. Hoe menigmaal staat iemand voor eenen winkel stil en ziet een voorwerp dat zijne begeerte opwekt en hij moet,hij zal 't koopen; en is 't eenmaal in zijn bezit, dan gaat het daarmede als met zoo menige bloem, die zeer kort na 't plukken wordt weggeworpen. Welnu, op dat fluitje kunnen ouders op verstandige wijze opmerkzaam maken en er op wijzen, dat men van dat overgeble vene geld een nuttiger gebruik hadkunnen maken en zelfs misschien anderen die niets hebben, nog een genoegen verschaffen Een tweede vereischte bij 't geven van zakgeld, is. de verantwoording', die van 't ontvangene geld behoort te worden afge legd. Daardoor krijgen de kinderen reeds bij voorbaat een levensbeeld te aanschou wen, want alles, wat we hebben, is toever trouwd goed, waarvan we eenmaal reken schap moeten afleggen en door niets wordt het recht gebruik van geld en goed, van tijd en kracht, van aanleg, talenten en ge zondheid, gemakkelijker en duidelijker ge maakt dan door de vaste overtuiging, dat wij bestuurders, rentmeesters, maar géén onbepaalde eigenaars van de dingen dezer wereld zijn. Van de zijde der ouders be - hoort er wijsheid toe, om deze verantwoor ding met ernst en nauwgezetheid af te vra gen en toch den kinderen noch 't vertrou wen noch 't gevoeleener vrije beschikking te ontnemen. Toorn, berisping, straf hij een verkeerd beheer deugen hier niet. De straf behoort niet anders te zijn dan de ge volgen, die hunne onbezonnene handel wijze als van zelve na zich sleept Geen medelijden; integendeel, de kinderen moe ten de onaangename gevolgen dragen, want zoo zal 't later in de werkelijke we reld ook gaan, en hoe eerder ze dat leeren, des te beter. Wanneer de verhouding tus- schen ouders en kinderen is, zooals die be- zijct zoon* en doed alles wat maar in zijn macht stond om het lot van den ongelukki ge te verergeren. Openhartig gezegd, ik heb dien wildon, bijna waanzinnigen haat nooit kunnen begrypeu. Als men weet boe Berg- fcld gezocht is geworden en misschien in zijne verdediging slechts ééne enkele schrede t« ver is gegaan, kan men hem niet zonder ver schooning veroordeelen. Mijn oom vernam dat alles; hij bleef echter werkeloos en toch ver loor hij in zijn zoon slechts den orfgenaam van zijn naam werkelijk lief beeft hij hem nooit gehad. De adjudant maakteeene toestemmende beweging. »Ik heb er ook van gehoord. Zij konden het niet goed met elkander vinden en hunne verstandhouding werd van jaar tot jaar slechter. Bovendien was de levenswijze van uw noef zoodanig, dat elkeen en niet het hoort te zijn, dan behoeft men ook niet te vreezen, dat een kind tot bedrog en leugen zijn toevlucht zal nemen, teneinde eene be gane dwaasheid te verhelen. Men moet zich in den toestand van een kind weten te verplaatsen, om 't niet als eene staatsmis daad te beschouwen, wanneer een lekker bek een koek koopt, teneinde zijne lusten te bevredigen, maar aan den anderen kant moet men zulk eene uitgave niet onopge merkt laten voorbijgaan, als iets, dat zeer natuurlijk is. Voor een goed opgevoed kind zal deze waarschuwing voldoende zijn«koop nu voortaan niet meer iets, dat gij mij niet zoudt durven bekennen/' En nu 't derde punt. Ieder, die verant woording zal afleggen omtrent gehouden beheer, moet boekhouden. Al is 't zakgeld nog zoo gering' en al is 't geheugen van een kind zoo uitmuntend, dat hij, bij ont vangst van een nieuw zakgeld, haarfijn op zijn vingers kan narekenen, waaraan hij zijn geld heeft besteed en wat hij heeft overgehouden, toch moet hij door dit kleine begin zich de uitmuntende,onschat bare gewoonte eigen maken, om geen cent uit te geven, zonder op te schrijven, waar aan die besteed is. ...Geef het kind een boekje, waarin ont vangsten en uitgaven behoorlijk worden opgeschreven, en laat hem dit elke week en is hij wat grooter, dan elke maand too- nen, maar herinner hem er tevens gedurig aan, dat hij elke uitgave dadelijk often minste aan den avond van eiken dag moet opschrijven. Zoo'n boekje leidt een kind tot vergelijken, vooruit berekenen en een begrip van huishouden. Sta nooit toe dat hij, waarvoor dan ook, ergens borgt; laat het niet onopgemerkt voorbijgaan, wanneer hij zich sommige uitgaven niet weet te herinneren, en houd hem gedurig voor, dat iemand, die goed huishoudt, niet alleen van de eene ontvangst tot aan de andere moet weten rond te komen, maar ook daarenboven iets voor den kwaden dag moet trachten weg te leggen, en is in de plaats uwerinwoninggeen schoolspaar- bank of andere dergelijke inrichting, help liem dan, om dat penninkske op eene ge schikte wijze ter zijde te leggen. Zonder deze drie bepalingende nood zakelijkheid, om in eene gedurig weder- keerende behoefte te voorzien, het doen van rekening en verantwoording en eindelijk het boekhouden, werkt zakgeld eerder na- dart voordeelig en 't zou beter zijn, het in minst de generaal zich daarover ergeren moest. Hij is, niettegenstaande zijne gestreng heid, een door en door eerbiedwaardig man, die nauwgezet zijne verplichtingen vervult en zijn zoon was juist het tegendeel.* »Hij is dood*, zeide Felix ernstig. >Dat verzoent veel, wat hem als hij loefde niet zou te vergeven zijD, maar ik heb door zijn dood reeds te veel gewonnen om niet te vreezen niet goed begrepen te worden, wan neer ik mijne overtuiging uitspreek dat bij door eigen schuld viel. Ik kon toen geen besliste getuigenis afleggen, want het gan8che voorval duurde alechis enkele secou- den. Of Bergfeld werkelijk toegestooten heeft, of Robert in woede zelf in zijn degen ge- loopon is, weet geen der getuigen; dat weet misscbien zelfs de dader niet eens en toch bing daarvan alleen de beslissing af. Als men aanneemt dat noodweer geoor- 't geheel niet te geven. Ikwil hier nog niet spreken van die dwaze ouders, die hun kinderen een buitengewoon hoog zakgeld geven en daardoor bij hen een geest van royaliteit en verspilling opwekken, die la ter noodlottig moet worden; maar dit is zeker, dat hij of zij, die als kind reeds ge leerd heeft, verstandig met geld om te gaan, het aantal hedendaagsche slacht offers van verregaande verkwisting en zorgloos geld uitgeven niet zal vermeer deren. Vlissingen, 14 Februari. Door de Vereeniging voor Volksvoordrach ten en Volksvermaken alhier, werd voor dit wiuterseizoen gisteren haar eerste voordracht gehouden. De voorzitter, de heer H.Louman, deed de mededeeling, dat door bijzondere om standigheden dit eerst heden kon plaats vin den, omdat véór den winter beslist was ge worden, dat mejufi'r. Groote vanAmsterdam de eerste spreekbeurt zou vervullen. Genoemde dame trad dan ook voor eene stampvolle zaal op en was zij, daar dit de tweede maal is, geen onbekende voor ons, De novelle, die door haar werd voorgedragen, was getiteld Grootmoeder.'" Deze naar 't leven geteekende toerende geschiedenis bracht bij de toehoorders een diepen indruk te weeg, eu wist mej. Groote zelfs bij de voorstelling yan hoogst eenvoudige zaken, de aandacht uitermate te boeien, hetwelk duidelijk bleek uit de adem- looze stilte, die steeds in de zaal heerschte. Na de pauze werden ook eenige dichtstuk ken voorgedragen, waarbij ook in dat opzicht haar meesterschap aau 't licht kwam. Na het volksgedicht „Huibert en Klaartje" van B. ter Haar, werden nog voorgedragen „Een Rij- toertje", van Van Zeggelen, „In den val en er uit", van Ds. Laurillard en „Het boertje vau Heemstede" door N. Beets. Dit alles werd voorgedragen uit het hoofd, zonder eenige aanteekening of boekwerk, een voudig staande bij een tafel. Het moet voorwaar een sterke oefening zijn geweest, eu mej. Groote moet wel het grootste zelfvertrouwen hebben, om op deze wijze ver schillende karakters sprekeude op te voeren, waardoor ze voor de toehoorders leven en ge stalte verkrijgeu. De hoorders waren dan ook zeer voldaan en gaven bij herhaling door hanne groote toejuiching daarvan telkens blijk. loofd is, dan zijn alle mogelijke verzachtende omstandigheden voor hem by te brengen bestond er opzet, dun moest hem do zwaarste straf treffen. Men heeft het laatste aange nomen I Misschien zouden de gezworenen an ders beslist hebben, maar Bergfeld was sedert den laatsten oorlog tot oflicier bevorderd eu dus werd zijne zaak voor den krijgsraad be handeld. De invloed van mijn oom is daar niet te vergeefs werkzaam geweest; genoeg, zijn vonnis was zoo hard, als het maar ziju kon. Hier werd het gesprek voor een poos af gebroken en toon zeide Weidenau met een blik op de vesting, die zij iban3 naderbij- kwamen: »Weet ge dat de veroordeelde hier is?« >Hier in K, ging Felix voort. »Iu da vesting, waarvan mpn oom kommandunt is Onmogelijk »Hebt gij mjjn oom reeds gezien?* vroe

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1885 | | pagina 1