VLISSINGSCHE COURANT.
No. 8*.
ien.
Zondag 19 October 1S84.
FgyiLilTQM.
EEN ONGELUKKIGE MEDEMINNAAR.
El. I.oiiiuikii,
9 alhier.
t op tic I.CVCUS-
Fruukliu zoidu
sverzukuriug is do
or om voor do toe-
n. Hot is onbegrij-
dat do meu-
voov bun woning,
waren en dio alio
3 vaak uulatoii, but
Llsof hun leven dan
voor hun
waarde en belang
leren,*
Vlissingen vv.
bt. 8.—, 9.20+ 10.-
1.30, 3.30,+4.30, 5.30
9,-, 10.—+ II,-,
j ,30, 4,3t+ 5,30, 6,30,+
do vertrekuren meteen
tussclii'ustatione Abeel»
NST
do Buiteuslixis,
G.10, 6.35 (unnr koer-
45, 9.1o (via kcer-
]1~45. Namiddags l.BU
5, 3.30, 3.55. 4.3u, 4.55
)b (via keersluis), A5
I 6.20, 7.20, 7.50, 8.10
1130. Namiddag
3 40, 4.05, 4.4u, b.lu
DIENST
rg en Botterdam
plaatsen
tin October.
van "Vlissingen.
lG vvoorm. 7,20
Saterdag 18 n 7,i
21
Duudcrd 23
22ste Jaargang
7,30
7,30
naar Vlissingen.
luuderd. 16 voorm. 8,30
Jag 18 8,30
20 y 8,30
'lusdag 21 8,30
23 8,30
["DIENST
en Zierikzee v.v.
van zierikzee
16 voorm.
17
6,80
7-
7,30
7
3,
Zaterdag 18
Zoudag 19 a
Maandag 20
Maandag 20 nam.
Dinsdag 21 o,—
Wocusdag22 3,—
Donderd 23 3,—
afvaart van Vlissinge
ielburg vertrekken.
lELDE.
*1,— 3,30
1,30 4,—
12,37 moet aankomen
"Woensdag
ju Zaterdag.
t 7,30 nm, 2,45
8,- 3 15
10,30
11,w
6,— midd. 12,—
6,30 nm 12,30
lig voor dien dag.
*11.45 5,30
*12,45 5,58
9,15 1.25 6,10 I
II,t* 2,15 6,56 i
12,15 5,20 *8,18
1,15, 6,10 I
1,40 6,25
2,45| 7,-. I
beteekeut dat op het
gedeelte van het tra*
en 1ste cn 2de klasse
1 gaat Vrijdag door to
BUREAU:
Kleine Markt I N°. 187.
Prijs per drie maanden 1,Pranco per post 1,15. Afzon
derlijke nummers 10 cent. Men abonneert ziek bij alle Boekhande
laren en Postdirecteuren.
UITGEVER
F. VAN DE VELDE Jr. fce Vlissingen.
PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 1 tot 4 regels 0.40.
Elke regel meer 10 cent. Clichés en groote letters worden be
rekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Eenig agent voor Frankrijk, de firma G. L. DAUBE
Co., te Parijs.
Verschijnt WOENSDAG- en SATERDAG-AVOND.
Abonnementen voor België, Duitsckland, Engeland en
Frankrijk f 1,65 per drie maanden.
GBMBBülTBBBSTBlUI,
BEKENDMAKING.
De burgemeester en wethouders van Vlis
singen,
brengen ter kennis:
dat zij die eventueel bezwaren mochten
liebben tegen:
lo. den afstand in huur van 192 M2 ge
meentegrond aan het de Ruijterplein alhier en
2o. tegen den afstand in hoop van 21 M.
grond in de Kaaskade, alhier, grenzende aan
een der laatst gebouwde huizen aldaar,
daarvan ter secretarie der gemeente
schriftelijk of mondeling kunnen doen blij
ken vóór of op 22 October 1884, des voor
middags elf uur.
Vlissingen 18 October 1884.
De burgemeester en wethouders voorn
A. SMIT.
De secretaris,
P. FORBES WELS.
BINNENLAND.
Vlissingen, 18 October.
Van 11 tot 17 October zijn alhier van
Queenboro met de mailbooten aangekomen
538 en daarheen vertrokken. 644 passagiers-
Gisteren morgen vertrok, na gedane repara
tion, tengevolge der aanvaring van jl. Zondag
avond, bet stoomschip Prins Hendrik, van
de fabriek der kon. maatscb. de Schelde, naar
de ponton, om dienzelfden avond den dienst
te hervatten. Door aanhoudend dag en nacht
door te werken, verkreeg men dezen spoedi-
gen afloop. Hoewel de betimmering nog niet
geheel is kunnen gereed komen, is het schip
echter weder zeewaardig.
Zr Ms. stoomkanonneerboot Hydra, is we
der van Iiellevoetsluis alhier gearriveerd, en
heeft bereids zijn gewone ligplaats ingenomen.
Dinsdag 21 dezer, wordt te ongeveer 6 uren
des ochtends, in de buitenhaven verwacht, het
Eng. jacht Osborn, aan boord hebbende
Z. D. H. den groothertog van Hessen met fa
milie en gevolg, die, per aansluitende boottrein
de reis naar hunne bestemming zullen voort
zetten.
Men ingang van den 18e dezer wordt te
Westkapelle een rijkstelegraafkantoor met be-
uit het Engelsch
3.) DOOR
FRANK PARK.
Als knaap placht ik in zokoren zoölogischen
uiu to spelen, die bij mijn vaders woniDg
gelegen was. Onder de dieren daar was ook
eon peccarie of »Chiueesch varken,* zooals
wij joDgens hein noemden. Dit dier was zoo
verraderlijk on woest, dat het de hand van
den knecht boet, die hem dagelijks kwam
voeden.
Het eenige teeken,"dat hij van zijn voor
nemen te kennen gaf, was te knarsetanden,
daarna greep bij zijn slachtoffer. Hotzelfde
geluid als de peccarie maakte, boordo ik in
dien Septembernncht.
Toon ik mjjn boofd omwendde en door het
perkten dagdienst, ingericht met telephoon-
dienst, voor het algemeen verkeer geopend.
De afdeeling Goes der centrale liberale
kiesvereeuiging in het district van dien naam
heeft op de voorloopige candidatenlijst ge
plaatst de heeren J. M. Kakebeeke (die reeds
had bedankt), mr. L. A. Bijbau, burgemeester
van Colijnsplaat, en jhr. A. P. C. van Karne-
beek, oud-commissaris des konings in Zeeland.
Omtrent de Nisero schepelingen verhaalt
de correspondent van the Standard te Suez,
die een onderhoud met hen had aan boord van
de stoomboot Ajax, het volgende:
De overgeblevenen zijn zestien in getal,
waaronder de eerste officier Chricbton, de
tweede en derde stuurman, de eerste machinist
Wilson en de derde machinist, de hofmeester
en een Chineesche kok. Een van de twee Ita
lianen aan boord, stierf te Tenom, de tweede
is, direct na aankomst te Port-Saïd, ernstig
ziek in het hospitaal aldaar opgenomen.
De veel besproken stranding werd den cor
respondent als volgt verhaald:
z/De JSisero vertrok van Soerabaija den 27n
Oct., met bestemming naar Engeland' door
het Suez kauaal. Kapitein Woodhouse had
plan Oleh-Leh aan te doen om kolen in te ne
men. Uomgo Gugcn nu licü v.oi lircK iau ouoni—
baija werd het weer mistig en de zee onstuimig.
Omstreeks middernacht van den 9n November
hoorden wij een gekraak en bleek dat het i
schip op een rif was geïoopen en zich snel met
water vulde. Een boot werd neergelaten. Uit
de peilingen bleek dat bet water overal zeer
ondiep was en dat het schip behouden zou zijn,
als het water maar niet hooger steeg. Tegen
het krieken van den dag zag men land en
werd een deel der bemanning in de booten
naar 't strand gezonden. Het was een laag
strand met boschjes tot dicht bij de waterlijn.
In bet bosck zag men gedaanten zich bewegen,
en aan land gekomen, zagen wij ons door een
groot aantal inboorlingen omringd. Uitgeno
men het feit, dat wij gestrand waren op de kust
van Sumatra, wisten wij overigeus niets van
de plaats en vernamen later dat wij waren
aangeland in bet district Panga in 't gebied
van den Radjah van Tenom."
Dan volgt een relaas, hoe zij eerst door liet
hoofd van Panga, later door den Radjah goed
bejegend werden; hoe deze laatste op 't strand
een hut liet opslaan vlak tegenover het ge
strande schip, dat leeggeplunderd en de lading
dichte gebladerde gluurde, zag ik eenige voe
ten van mij af een gedaante nedergebukt
onder de laurieren.
Het licht der maan viel op het gelaat
en mnt moeite herkende ik de gelaatstrekken
van kapitein Ashton. Maar hoe veranderd
hoe afschuwelijk waren zij verwrongen 1 de
lippen waren saAmgeperst, de oogen, die op
het onschuldig minnend paar gericht waren,
schenen letterlijk te gloeien door een inwen
dig waanzinnig vuur; het zwarto rechte haar
viel over hot voorhoofd, waarop alle aderen
zichtbaar waren. In het blauwo maanlicht
zag bij er duivelachtig uit.
Charlie en Annie, na nog een wijle ver
toefd te hebben, keerden terug.
Toon het geluid hunner voetstappen weg
stierf, verwijderde de gedaaute naast mij de
takken en verscheen op de vlakte.
Ik hoorde do bladeren en takken onder
•in de hut geborgen werd. Twee geweren
werden den schepelingen gelaten om zich te
gen een mogelijken aanval van de inboorlingen
te verdedigen.
Na een week aan bet strand vertoefd te
hebben werden de schepelingen naar Tenom
overgebracht,waar zij drie huizen ter bewoning
kregen. De Radjah behandelde hen nog altijd
voorkomend, zeggende dat zij spoedig aan de
Hollanders zouden worden uitgeleverd. Den
29n Nov. werd ons verteld, dat Toekoe Nit en
een blanke (de Fransche officier ltoura) waren
gekomen om over 't losgeld te onderhandelen.
Ofschoon de heer Roura den eisch van den
Radjah buitensporig vond, hoopte hij dat de
bemanning binnen een dag of vijf vrij zou ziju.
Donderdags daarna kwam de Radjah van Rigas
en na met den Radjah van Tenom gesproken
te hebben, nam bij kapt. Woodhouse en den
Chinees'ohen kok mee om de onderhandelin
gen over bet losgeld voort te zetten. De gezag
voerder beloofde tot den Radjah terug te kee-
ren. Als hij zijn woord verbrak, zou de Radjah
vrijheid hebben de schepelingen te dooden.
z/De kapitein keerde nooit terug, waarop de
Radjah in woede ontstak en het uiet veel
scheelde, of hij had ons allen laten ombrengen.
Tot. den 9n December hadden wij gebrek aan
die schreef, dat^uTHollanders bereid waren
te betalen. De Radjah werd daardoor weer
wat weder gehumeurd eu zoud ons wat
voedsel.
,/Den 13n kregen wij door een bode heime
lijk bericht dat de ,/Hollaudsche resident
van dat eiland" van plan was de plaats aan te
vallen. Dat deed ons vreeselijk ontstollen,
want op 't eerste gerucht daarvan zou de Rad
jah ous zeker doen vermoorden. Deze werd
met den dag woedender en kwam ons nu en
dan bezoeken, vragende of dat een staaltje
van de eer van een Engelscbman was.
De ellende van de schepelingen werd nu al
grooter en grooter. Een sombere Kerstdag,
waarop een handvol vuile rijst met wat zout
hun eenig voedsel was, werd doorgebracht.
Het relaas geeft dan de bekende bijzonder
heden van de komst van de Pegasus met den
Engelschen consul en den koopman Christi
ansen, de ontsnapping van dezen en de daarop
gevolgde expeditie der Hollanders, die het sein
was om de gevangenen dieper landwaarts naar
Simpang Olim in te brengen. Op dien marscb
en tijdens hun verblijf aldaar leden zij allerlei
ellende en ontbering.
zijn voot kraken toen hij naar het huis kroop.
Niet wetende wat tu doen, verliet ik insge
lijks mjjn schuilplaats en haastte mij naai
de balzaal.
Toen ik biuneu kwam waren Charlie en
Annie aan het walsen maar Ashton was ner
gens te zien.
Dien avond kwam hij ook niet weflr te
voorschijn.
Vroeg in don ochtend keerden Charlie eu
ik naar de kazerne terug.
Ashton's kamer kwam op deuzelfdeu trap
uit als onze vertrokken, daar het zijne vlak
boven de onze was.
Do scheidsmuur was niet bijzonder dik, zoo
dat ik bem heou en weer kon hooren loopen.
Dien ochtend echter, hoorde ik niets.
»Hij zal slapen* dacht ik »waut hij moet
reeds lang te huis zijn.*
Twee uren daarna werd ik met schrik
Dat duurde tot 22 Febr., toen de komst
van Maxwell weer eenige verkwikking, maar
geen redding bracht. Een maand later wer
den de schepelingen naar het kleine eiland
in 't midden der rivier overgebracht, waar de
Radjah gewoonlijk verblijf hield. Daar hadden
zij den 24n Maart liun eerste doode, Cosma
Lacacoa, een der Italiaansche matrozen. Met
voedsel bleef ellendig slecht tot 15 Mei, toen
er in kano's 125 kisten proviand voor hen
werden aangebracht. Voor twee hunner kwam
die uitkomst te laat; zij stierven aan cholera.
Van de overige flikkerden de levensgeesten
weer op door het betere voedsel.
Sterker geworden, beproefde de schepelin
gen te ontsnappen; men weet met welk gevolg.
Nog twee hunner stierven (24 Mei en 10 Ju
ni), en toen eindelijk den 16n Aug. het ulti
matum den Radjah bereikte en de redding op
handen was, stierven den volgenden dag (17
Aug.) nog twee kameraads aan de cholera.
Den 6u Sept. kwam de Radjah ons zeggen
dat wij nu aan dé Engelschen zouden worden
uitgeleverd. Werkelijk kwam den volgenden
dag een groot gewapend escorte, dat ons naar
Katapang zou brengen. De andere Italiaan
was daar vroeger reeds heen gezonden, df^
ziju consul 2000 dollars als losgeld voor 1
z/Was de marsch van Tenotv naar Simpang
Olim vreeslijk geweest, hij had slechts één
dag geduurd: deze tocht dinrde vier dagen
en bijna uitgeput kwamen wij aan de kust aan,
maar, Goddank, wij zagen d,i zee eu een En
gelsch schip. Wij werdeii uièjeleverd aan Mr.
Maxwell, die den llu Sept. aan land kwam
om ons te ontvangen.
,/De Radjah zeide tot hem: „Ik geef u uwe
landslieden terug, voor wie ik de laatste tien
maanden zorg heb gedragen". Wij roeiden
naar het schip en Mr. Maxwell bleef alleen
achter in des Radjab's kamp, tot het losgeld
bij onze komst aan boord, aan strand was ge
zonden."
Ziedaar het korte verhaal van de bemanning
der Nisero, zooals de correspondent het uit
haar mond opteekende.
De Willem Barents is gisteren middag te
IJmuiden geschut en naar Amsterdam ver
trokken.
Aangaande den in den nacht van Maandag
op Dinsdag bij Sittard gepleegden moord wordt
nader bericht, dat de vermoorde is H. E. Ca-
wakker. Ik had een akeligen droom gehad,
en het duurde lang eer ik weder in slaap
viel. Terwjjl ik zoo wakker lag meende ik
sluipende voetstappen bij de deur te hooren.
Kort daarop werd Ashton's kamerdeur geo
pend en gesloten en toon vernam ik bóven
mijn hoofd doffe voetstappen.
De vogels zongen vroolijk en de zon scheen
helder door mijn venster.
Waar kan hij toch al dien tijd gebleven
zijn* vroeg ik mij af.
Ik viel zoetjes aau in slaap, totdat Pat
O'Phelim, mijn getrouwe en geduldige op
passer, mij kwuui roepen.
Pat had zeer veel moeite om mij dien
ochtend voor de parade te roepen.
Maar bij was oen man van volharding en
niet licht afgeschrikt, derhalve gelukte het
hem mij ten slotte te doen opstaan, en ik
plaatste mij, half slapende bij mijne mau»