VI tl No. 1 zonder het reglement te verkrachten,het woord verlaten in den ruimsten zin kan en mag wordeu toegepast. Moeten hier twee kinderen minder goed opgevoed worden, omdat men precies aan een letter hangt Kin deren, die zooals deze, feitelijk verla ten z ij 11, behooren verpleegd te worden, en zal het dan toch wel in het belang der kinde ren zijn, dat zij die verpleging in het weeshuis krijgen; d r staan zij onder goede controle, d d d r kunnen zij tot nuttige en oppassende menschen worden opgevoed, opdat zij later hun eigen brood verdienen dan zullen zij niet eeD dankbaar hart aan Vlissingen denkeu en zal de raad zoowel als regenten, voorzeker met vreugde zien, dat zij hunne verpleging waard zijn geweest, terwijl, als die kiuderen door par ticuliere uitbesteding het slechte pad opgaan, verliederlijkt raken enz., waartoe zeker onein dig veel meer kans bestaat, dan dat zij in het weeshuis waren opgenomen, zullen de raad en regenten dat dan niet met leedwezen vernemen, temeer, daar het misschien te voorkomen zou geweest zijn, door eene ruime uitlegging van het woord verlaten kinderen. Mij dunkt de regenten zullen dat zeiven niet willen volhouden en laat toch niet vanVlis- singen gezegd wordeD, dat daar twee arme kin deren van oppassende, buiten hun schuld diep ongelukkige ou ders, niet op de best mogelijke wijze ver pleegd zijn. Verder merk ik op, dat het zelfs, voor wat de financiën betreft, niets voor de gemeente zou schelen, ja, eerder goedkooper zou zijn, dan wanneer men hen bij particulieren uitbesteedde. Ziedaar, mijne lieereD, de kwestie, ik maak mijne excuses, dat ik zoo lang ran stof ben ge weest, doch de zaak ging mij Ier harte. Ik heb van mijne zijde gedaan, wat ik gemeend heb te moeten doen. Ik hoop, dat een misverstand buiten eenige bedoeling ontstaan tusschen culb-ge van burg. en weth., en dat van regen- te:' "ver het weeshuis, niet van invloed zal zijn op iiei lot dier arme schepsels Ik beveel ze dus in uwer aller welwillend heid ten zeerste aan. Ik heb gezegd." De heer Kalbfleisch brengt hiertegen in bet midden, dat hij, na de ontvaDgst der agenda, zich onmiddellijk naar het stadhuis begaf, teneinde de desbetreffende stukken in te zien. Deze waren echter tot zijne bevreem ding niet ter tafel aanwezig, wat alzoo had behooren te zijn. Nu hebt, zegt spreker, U wel zoo goed geweest een gedeelte van onze gevoerde correspondentie aan te balen, maar geheel en al verzwegen een tweeden brief van burg. en wetb. aan regenten van het weeshuis, met bet daarop aan het da- gelijksch bestuur door hen toegezonden ant woord. Na het voorlezen dezer beide brieven, deelt de heer Kalbfleisch nog mede een brief ont vangen te hebben van den burgemeester, houdende verzoek, tot het overleggen van een staat van vroeger in het weeshuis ver pleegden, aan welk verzoek werd voldaan. Naar aanleiding dezer correspondentie zegt spreker Mijne heeren ,/Na het voeren dezer cor- .uspondentie heeft het dagelijksch bestuur ge meend deze zaak ter tafel van den gemeen teraad te moeten brengen. Van daar dat ik U vraag, of het oorbaar is, dat zulk eeu col lege als het dagelijksch bestuur, dat toch in de allereerste plauts de bestaande regle menten moet eerbiedigen, een door den ge meenteraad aan een college van regenten gegeven reglement, waarin aan dat bestuur de bevoegdheid wordt toegekend te beslissen over opnamen etc., voorbij gaat, en persis teert om deze kindergn op te nemen, ter wijl vroeger in soortgelijke gevallen zulke kinderen bij particulieren werden besteed. Hoewel de gemeenteraad natuurlijk vrij is om vau het reglement af te wijken, moet men toch bedenkeD, dat bet, ua de gevoerde correspondentie, eeu slag in het aangezicht van regenten zou gegeven zijn, bij aldien zij gedwongen werden om die kinderen op te nemen. In het college van regenten zijn perso nen, die reeds vele jaren zitting hebben en dus kunnen beoordeelcn, of het wenschelijk zou zijn, het bestaande reglement zoodanig uit te breiden, dat in dergelijke gevalleu kinderen zouden kunnen opgenomen worden. Het i3 bun nooit voorgekomen, dat zulks nuttig zou zijn, aangezien tijdelijke verple ging bij particulieren zeer geschikt kan ge vonden worden. In een weeshuis moeteu vooral reinheid en orde heerschen en moet elk kind onmiddel lijk het weezen-costuum gegeven worden, wat bij eene tijdelijke verpleging een groot be zwaar is. Ten slotte moet ik het betreuren, dat, waar ik als lid van den gemeenteraad tot voor zitter ben benoemd om het reglement te handhaven, juist door het dagelijksch bestuur in deze tegen het reglement in, wordt ge handeld." Overigens bestrijdt de beer Kalbfleisch de rede van den voorzitter en zegt, dat regenten j van het weeshuis in menschlievendheid in geen geval bij de leden van het dagelijksch bestuur, dat de deur voor insluipen van vele misbruiken wil openzetten, wenschen achter te staan. Evenals vroeger met andere weezen heeft plaats gehad, kon de uitbesteding voor reke ning van het gasthuis bij particulieren best goed plaats vinden. De heer Van Kaalte wenscht van den voor zitter te vernemen, of de raad bevoegd is tegen het advies der regenten in,eenig besluit in deze te nemen. Het overigens volmaakt eens zijnde met den heer Van der Beko Callenfels, die te kennen had gegeven, dat bij aan de verpleging van kinderen in het weeshuis, in plaats van bij particulieren, de voorkeur geeft, wenscht hij echter alvoreus verder te gaan, betref fende zijne gedane vraag ingelicht te worden. De voorzitter beantwoordt de vraag van den heer Van Raalte bevestigend. Volgens de wettelijke voorschrilten 1*9 de raad uitsluitend bevoegd reglementen vast. te stellen of die te wijzigen. Hij voert daarbij aan, dat het volstrekt niet in de bedoeling van het dagelijksch bestuur ligt, de rechten van regenten van hot weeshuis te kreuken, integendeel. Als hoofd der politie is hij echter geroepen te zorgen, dat bedoelde kinderen onder dak gebracht worden. Ieders upinie in deze wen- schende te eerbiedigen, acht hij zich echter geroepen, den raad in deze zaak eene be slissing te doen nemen, aan wien hij alleen de vraag voorlegt Zijn deze kinderen als verlaten kinde ren te beschouwen, ja of neen. De heer Van Kaalte verklaart na het stellen der vraagzijn deze kiuderen als verlaten kinderen te beschouwen, alsuu met burg. en weth. geheel te kunnen me degaan. Hij is het met hen eens, dat be doelde kiudereu in het gasthuis niet thuis behooren. Ook acht hij het evenmin, om meer dan eene reden, niet gewenscht hen bij particulieren uit te besteden. Hij zal dus voor het voorstel van burg. en weth. zijne stem uitbrengen. In antwoord op het aangevoerde van den heer Kalbfleisch, dat de aanneming van bot voorstel van burg. en welb. als eon slag in het aaugezicht van regenten zou zijn te beschouwen, merkt hij op, dat in elk geval een slag moet gegeven worden, of aan burg. en weth., of aan rogenten van het weeshuis. Hoe het echter zij, wenscht hij krenking van gezag van deze kwestie los te maken, eu alleen de vraag te doen gelden moeten deze kinderen gerekend worden te behooren tot do rubriek van verlaten kinderen. Hij geeft daarbij burg. en weth., zoomede regenten van het weeshuis in overweging, bij de uitspraak van den raad zich neder te leggen. De voorzitter verdedigt nader het voor' tstel van burg. en weth. en ziet volstrekt niet in, dat door hen een slag in het aan gezicht van regenten zou toegebracht wor den, daar het slechts de beantwoording der gestelde vraag geldt. De heer Kalbfleisch daarentegen, verdo- lJe neer ivaiuut.ouu o - diet de handelwijze zen regenten, die z.ch vólkomen aan het bestaande reglement b°Den,oorzitter vraagt, al» regenten zich strikt honden aan het reglement, op welken orond dan reeds vroeger door hen anderen elders zijn verpleegd, wat toch ook nergen staat voorgeschreven. De heer Van der Beke Callenfels zegt, zich volkomen te vereenigen met het door den heer Van Raalte aangevoerde en wenscht alleen deu wensch uit te spreken, deze kin deren als verlaten kinderen te beschouwen. - De heer Harder gelooft niet, dat regenten tegpn de opname der kindrren zouden ge kant zijn, indien het reglement eerst ware gewijzigd geworden. De voorzitter voert hiertegen aan, dut bij eune afwijzing van liet voorstel van burg. en weth., van eene wijziging van liet re glement eerst sprake kan zijn en sluit de beraadslagingen. Het voorslel van burg. en weth., om de kindereu vnn Christiaanse als verlaten kiu deren te beschouwen, in stemming gebracht, wordt daarop aangeuomen met 11 tegen 2 stemmen. Tegen stemdon de heeren Kalbfleisch en Harder. De heer Kalbfleisch zegt hieropMijn heer de voorzitter. Naar aanleiding van het genomen besluit, deel ik u namens regenten van het burger weeshuis mede, dat zij van af dit oogoublik hun ontslag als zoodanig nemen. De voorzitter zegt, dat het hem ten zeerste verwondert en spijt, dat het gevallen besluit zoo hoog door het college van regenten wordt opgenomen. Ilij geeft nogmaals de verzekering, dat het geenszins in de bedoeling vau burg. en wetb. gelegen heeft, de rechten van regen ten te krenken, maar alleen het voorstel is gedaan, om tot eene zuivere oplossing van het bestaande geschil te geraken. De heer Van Uije Pieterse, die tot dus verre het stilzwijgen had bewaard, omdat hij aan de verdediging van het voorstel van burg. en weth. niets had bij te brengen, verklaart thans, dat het in de verste verte niet in de bedoeling van het dagelijksch bestuur gele gen heelt, regenten iets voor te schrijven, wat met het een of ander in strijd zou zijn. Daar het verzorgen van verlaten kinderen in de wet nergens staat voorgeschreven, hebben burg. en weth. gemeend, vooral, daar bedoelde kinderen in het gasthuis niet kon den worden verpleegd, dat het weeshuis de uitnemendste plaats ter verzorging dier kin deren was. Vandaar hun voorstel aan den raad, dio in de eerste plaats geroepen is reglementen vast te stellen en uit te voeren. Overigens acht hij het wenschelijk het ge daan ontslag van heeren regenten vooralsnog niet aaD te nemen en een schriftelijk indie nen van ontslag af te wachten. De heer Kalbfleisch zegt dat de rede van den heer van Uije Pieterse op hem niet den minsten indruk heeft gemaakt, en hij voor zich bij zijn genomen besluit volhardt. De zitting wordt hierop gsloten. Gremee Vervolg der sitting van De voorzitter, het ging kinderen Chrii brengende, neemt liet ,/Vervolgens wenst to brengen een verst tusschen bet dagelij ineente en de beeren weeshuis alhier, en v opnemen van twee kit met U eerst in het k door en hoe het v de kiuderen zijn en er ons toe geleid bebb als we deden. Sedert 21 October gemeente woonachtig boion te Grijpskerke booten, varende tusscl NHij is gebuwd mot an Wel, geboren te A Den 5 Juli jl. werd 2 del ijk aan verstands ver men in het gasthuis, 1 van dien a.trd werd, da moest worden, en is d dat ik machtiging ver! van de rechtbank on krankzinnigengesticht, v VAN DU VELDE Jr. Vlissingen. S n el p e r s (1 r u 11 0 rij vnn I. VAN Haar man, sedert aan kanker, werd den het gasthuis opgenoi verpleegd en zal naar niet lang meer leven. Er bleven 2 kinderen 15 en een jongen van hunne grootouders van t>x> isixM Ie. -iodo-göcn zich buDuer aan te trek zorgd achterbleven, dn gond zijn. Burg. en weth. ont' van bet algemeen arm hun de zaak werd mede ging, dat het voor het terst moeielijke te verzorgen, en aange: dat hun vader niet lang moeder naar een kranl moeten worden opgez; 1 burg. en weth. in die ve zien. Nu waé hot de vraaj varen die kinderen te zouden zij verpleegd moe eeue spoedeiscbende za in het gasthuis, aan te, de moeder in hetzelfd standsverbijstering lijden dus geen van beide oui beide kinderen te zorge milie,die zich hunner kon den zij niet, dus moest b den verschaft, daar de k fop atraat stonde Van wege het armbes December II. voorloopigi jiioraen. Burg. en weth., i deze kiuderen daar niet k leen in het burgerweesli worden, besloten een bri< regenten van het weeshui hun de zaak werd mede weth. meenden hen te 1 kinderen, welke zij zeer rubriek verlaten k i lo zien gerangschikt, in nemen. Regenten van het wi missive van <1 December 1 niet zonder bevreemding jen hadden,waarbij zij gen leren op te nemen, zoni Ijneéning was gevraagd, t« leslissing vau do al of niet ^aii het college van regen Onzen lezers in de het vervolg deze W« mede.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1882 | | pagina 120