m
No. 85,
Zondag
33 October 1881.
19de Jaargang.
B i n 11 e n 1 a 11 il»
4 Bi EDEN WO-
Brieven met
Ben iD gewacht.
YELTUUIJS,
PBCTBIN.
ober.
l/apct. 658/4
79V4
102Vs
\/a
ll67/8
l/a
803A
27Vb
523/4
Uu/w
103A
65
657/8
66i/8
.ZEELAND.
a Ooideren
a Queenboro.
p.lu uur; of weina
trein, die te 10 uur
JJNST
issingen v. v
1.20, 3.30, 7.—.
2.30,4.45, 8.—.
|nst
fcterdam v. r
KOTTEjIVDA. 5.1
17 's inorg. 10,--
10.—
21
0.-
Inst
iorikzee v. r
ZIEUIKZEE:
i7 's jnidd. 3.30
3.30
s Biorg. 11.—
(5,30
6.30
7.30
7.30
1881.
10.30
11.—
10.30
11.—
rein welke
dien dag.
M 515,40
,25 6.101*6.50
t,la 65,61*8,50
3,251*5,2018,10
1,15 *6,— 9,5
9.22
|9.4S
lat dat op hot
to vau het tra-
ou 2do klaa
gaat Vrijdag
BÜRUÜ:
N i e n it e n d ij Siwijk El a O 8.
Advertentiën gelieve men aau den Uitgever in te zenden
uiterlijk Woensdag- en Zaterdag voormiddag 12 uren.
De prijs van 14 regels 40 Cents.
Voor el keu regel meer 10 Cents.
UITG EVER:
F. D„ SCÜSFEEK, te Vllsslngcn.
Dit blad verschijnt 2 maal per week, Donderdags en Zondag
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,—, franco per
post 1,15. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Men
abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirectenren
EENIG AGENT VOOR FRANKRIJK: DE FIK MA G. L. DAUBE Cu., 'IE PARIJS.
A li o i) 11 e nt c sa t c n v o o b» ii e 0 g i na 8 t 0 c 111 n» 18 E t» e ibi <1 cu graukrijte f 1,05 pet «lrle m 9 a n il c M
Gemeentebestuur.
N°. 90. KENNISGEVING.
Inrichtingen loelke gevaarschade of hinder
kunnen veroorzaken.
De Burgemeester eu Wethouders van Vlis
singen;
Gez'en de art. 6 en 7 der web van 2 Juni
1875, (Staatsblad n°. 95) lot regeling van het
toezicht op lielopricliten van iurichtingeuwelke
gevaar, schade of hiuder kunnen veroorzaken.
Doen te weten
dat op heden ter Gemeente Secretarie ter
visie zijn gelegd:
een verzoek niet bijlagen van GEBROEDERS
IIUSON tol het oprichten eenev stoomplankeu-
zagerij iu het kadastrale perceel B n°. 42, nabij
het midden-reduil.
dat op Zaterdag den 5 November 1881 des
namiddags ie 2 uren gelegenheid zal worden
gegeven om togen het oprichten dezer inrich
ting bezwaren in te brengen en deze monde
ling en schriftelijk toe te lichten, en dat zoowel
de verzoekers.nls zij,die bezwaren hebben in te
brengen gedurende drie dagen voor evenge-
uoemd tijdstip op de Secretarie tbr Gemeente
van de ter zake ingekomen schrifturen lcunuen
kennis nemen.
Vlissingen, den 22 October 1881,
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. SMIT.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
Vlissingen 22 October.
Voor de tweede maal binnen een tijdsver*
loop van slechts enkele dagen wordt door den
heer J. Spanjaard, inspecteur over het loods
wezen, enz. alhii-r, een beroep gedaan op de
milddadigheid en mensclilievendheid der inge
zetenen van Vlissingen; ditmaal ook mede
ten behoeve van verscheidene weduwen en de
talrijke weezen der opvarenden van den in den
stunn van den 13 dezer verongelukten Goe-
reeschaii loodskotter 110. 8, die hun dood in de
golven hebben gevonden.
Waar zulk een beroep gedaan wordt op de
ingezetenen eener zeeplaats, uit welke, voor
zoover wij weten, niet één van de honderden
Van deze stad afvarenden in den jongsten
storm zijn leven verloor, zal wel niemand in
gebreke blijven een offer van dankbaarheid
te brengen op het ahaar der liefde, dat, hoe
gering ook, daulcbaar zal worden aanvaard.
Mocht tevens deze ramp met al bare gevolgen
de van hier vareude zeelieden aansporen, om
zich niet langer te onttrekken aan het deelne
men in de biel' beslaande Zeemans-en Vis-
schersbeurs, die niet alleen zich ten doel stelt
den zeeman op zijn ouden dag een onbekrom
pen bestaan te verzekeren, maar ook de we
duwen eip weezen van deelnemende ledeu niet
onverzorgd laat.
Van 15 tot 22 October zijn alhier uit Queen-
borough met de uiailbooten aangekomen 452
en daarheen vertrokken 627 passagiers.
Door bet stoomschip Zeemeeuwdat eergis
teren avond te Hellevoelsluis teruggekeerd is,
van £6ii leropspoiing van kotter 110.8 onderno
men tocht, zijn iu zee een steng eu meer arti
kelen van dien bodem afkomstig aangetroffen,
waardoor het vermoeden bevestigd wordt, dat
liet vaurluig en de bemanning in den jongsten
storm gebleven ziju.
De St.-Ct. bevat het volgende velslag van
het ryks-toeziebt op de spoorwegdiensten
omtrent het ongeval op het station Rotterdam
Delftsche Poort, in den avond van 3 October
1881.
In den avond van 3 October 1881 werd om
streeks half tien uren aan hetstationRoiterdam
Delftsche. Poort.een telegram ontvangen van
het station Haarlem, houdende bericht dat
achter goederentrein 213 der Hollunilsche
IJzeren spoorwegmaatschappij, welke van daar
11a den personentrein 27 vertrok, een faculta
tieve goederentrein zou volgen, van welk te
legram de onderstationchef van Veen het
betrokken stationspersonee!, met inbegrip van
dea wachter II. A. Rijsterborgh, bedienende
den uitersten wissel uo. 1 naar de zijde vau
Schiedam, deed kennisnemen en voor //gezien"
teekenen.
Te half elf uren werd de buitendienst op
hel station overgenomen door den onderstati-
onchef G. J. de With, die ten 10 u. 48 m. eeu
telegram ontving van station Leiden, houdende
bericht dat de facultatieve goederentrein van
daur achter sneltrein 31 zon volgen.
Dit telegram werd door den onderstation-
chef ter hand gesteld aan den voorman B.
Broekhuysen, met lastgeving het eerst te bren
gen bij den uitersten wisselwachter eu verder
bij de overige betrokken beambten.
De voorman is daarop gegaan naar het goede
renterrein en heeft den inhoud van het tele
gram uit Leiden uchiereeu volgens medegedeeld
aan den rangeerder A. Permantié en den wis-
selwflchter II. Auemaet, welke beide beamb
ten den voorman goed hebben begrepenhij
beeft zich vervolgens begeven naar den wissel-
wachter aan den overweg van den Diergaard-
singel, J. van Agteren, aan wien hij heeft
gevraagd, of deze het wist van den facultatie-
ven goederentrein. De overwegwachter van
Agteien, aan wien evenmin als aan Permantié
eu aau Auemaet door Broekhuysen het tele
gram werd vertoond, meende dat de boodschap
eeue herhaling was van het telegram uit
Haarlem en gaf derhalve, ouder herhaling van
den jinlioud van laastbedoeld telegram, een
bevestigend antwoord, zeggende, dat hij er
alles van wist en daarbij voegende, dat het
telegram, zoo door hem als door den uitersten
wisselwachter, was geteekend.
De voorman Broekhuysen, die met het
eerste telegram niet bekend was en beweert
gezegd te hebben, dut de facultatieve trein zou
komen achter trein 31, geraakte hierop in de
dwaling, dat het personeel reeds met de om
wisseling in den treinloop bekend was, wes
halve hij liet onnoodig achtte om naar den
uitersten wisselwachter te gaan, wiens stand
plaats op ongeveer 275 meter voorbij den
overweg is gelegen, en terugkeerde naar den
oudei'slatiouchef, aau wien hij berichtte dat
alles iu orde was."
Kort daarna werd de sneltrein 31 van Schie
dam itfgeseind; de onderstationchef de With
meende hierop, zonder dut liet telegram uit
Leiden door den uitersten wisselwaehter en
het overige personeel voor gezien" was ge
weekend, na wisseling der voorgeschreven
seinen met den overwegwachter, het venster
van den bloktoestel bij den wisselwuchtcr
wit" te mogen maken en stelde deze zoo-
duende in. de gelegenheid om zijn sein op veilig
te zetten.
Inmiddels was goederentrein 213 ten 11 u.
29 m. op bet slation aangekomen, en waren
de locomotief en bagagewagen op het neven-
liggend spoor, onder geleide van den rangeer
der Permantié, teruggekeerd tot den overweg
met het doel om door den uitersten wissel op
het hoofdspoor te komen eu vervolgens te rij
den naar de draaischijf nabij de locomotief-
loods van den Hollandschen spoorweg.
De rangeerder riep den uitersten wissel
wachter toe of hij er nog doorkon, waarop deze
den rangeerder, door het vi-rtoonen van rood
licht heeft tegeugehouden, roepende, dut hij
juist van het station veilig" had ontvangen
voorden facultalieven trein en verder, dat de
rangeerder zou hebben te zorgen vrij te staan
bij aankomst van dien trein. Permantié
heeft wel den uitersten wisselwaehter hooren
roepen, doch heeft hem niet begrepen, waar.
schijnlijk omdat bij het eerst trein 31 ver»
wnclitte en bij voldoende vrij stond van de
hoofdsporen voor den personendienst, onge
veer ter hoogte van wissel 7.
De wachter Yan Agteren stond op den over.
weg, toen aan dan rangeerder rood licht is
voorgehouden, en beeft, ofschoon ongeveer
100 meter verder van den wisselwachter ver
wijderd dan de rangeerder, de woorden van
den wisselwaehter wel kunnen onderscheiden,
toen deze riep, dat bij den goederentrein ver
wachtte en den rangeerder aanmaande om te
zorgen //Veilig" te staan.
Ongeveer vijf miuuten later is sneltrein
31, die volgens den hoofdconducteur A. Van
Rossurn met hoogstens twee minuten vertra
ging uit Schiedam was vertrokken, den uiter
sten wissel genaderd; die wissel was, zooals
gebruikelijk, normaal gesteld na binnenkomst
van goederentrein 213, die overeenkomstig
art, 1, sub 33 van het seinreglement, aan de
achterzijde voorzien waa van twee, naar ach
teren groen licht gerende Jautuarns, aanwij
zende dat een buitengewone trein na 20 mi-
nuten in dezelfde richting te verwachten is
de wachter beeft den wissel weder voor de
richting naar de goedevensporen gelegd, toen
bet venster van deu bloktoestel door het sta
tion Rotterdam was wit gemaakt.
Immers moest bij uit het geveu van dit
laatste sein opmaken; dat de naderende trein
was de facultatieve goederentrein, aangezien,
indien dit niet zoo waro, hom van bet vooruit
rijden Tan een persouentrein ingevolge in-
siructie van den stationchef te Rotterdam dd,
13 Februari 1879, had moeten ziju kennis ge
geven dooi vijf belshigeu op den wektoestel^
welk sein door hem met een gelijk uantal sla
gen als begrepen had moeten zijn beant
woord,
Door het uit sen en ander ontstane mis
verstand liep de sneltrein op de sporen naar
her goederenlerrein en kwam weldra in bot
sing met den bagagewagen eu locomotief van
trein 213, die zich op ongeveer 160 meter af
stand voorbij deu uitersten wissel bevonden,
eu zulks ondauks de machinist H. O. Keizer,
toen hij op den uitersten wissel den verkeer
den gang van zijn trein opmerkte, tot twee
maal toe liet remsein gaf en deu stoomrem
van den tender in wexkiDg bracht, terwijl de
machinist J. Heusel van de stilstaande loco
motief onmiddellijk ^stoom bijzette en vooruit
werkte, zoodat zijne locomotief reeds eenigs.