VLISSI \(i NCHE C0UIIA NT.
N°. 80.
Zondag 3 Oetober ?880.
18 57175 1 2051
I. 1876. 3 4„ 8
1853(69 3 51
jlmlil 1865 5 gi
dito 1869 6 6i J
5 59»|!
UK5 GO»/
al»5 60'j
)ct. 5 601,
.taten 1877 4.
.to 1876 4'|a logs'
Pacific. 6 110»/'
-MAATSCHAPPIJ
LAND".
or Personen en Goeders
SSC11EN
leu via Quceuhoro
en: dc3 avonds 9.15 u
it Loo den:
.40 uur. 1
.38 u des avonds.
.35 I
OOTDIENST
JRG en ROTTERDAM
(VAN ROTTERDAM:
Zaterd. 25 's morg. 11,3
Maand. 27 11,3
Dinsdag 28
Woenid.29
Vrijdag 1
ARGEDIENST
URG en VLISSINGEJ
.enliqqende plaatsen.
E L IJ K S
eg. 's morg. 6.15, 9.15
I.—, 3.30, 7.—.
:n. 's movg. 8.11."
2.30, 5.—, 8.—.
an Middelburg I
INCEDIENST
.et de Breskansche en
izensclie Boot,
25 CENT per peraooo
HET „HOTEL GOES"
us 11 en 's namiddags 4 uo
omboot naar het spoor
a f 0,15 per persoon
BOOTDIENST
m WALZOORDEN. v.
g met den Staats-Spoorweg
N EN ROOSENDA
geudienst van en naar Hulst
I8'1' Jaargang.
BUREAU
Nienwendijk wijk II No. 101.
Advertentie» gelieve men aan den Uitgevei in te zenden uiterlijk
Woensdag en Zaterdag voormiddag 12 uren.
De prijs van 14 regels is 40 Cents.
Voor eiken regel meer 10 Cents.
UITGEVER;
F. D SCOIFFCR, te Vlissingcn.
Dit Blad verschijnt tweemaal per week, Donderdags en Zondags.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,franco per post 1,15.
Afzonderlijke Nummers 10 Cents.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
EENIG AGENT VOOR FRANKRIJK: DE FIRMA G. L. DAIBE Co., TE PARIJS.
Abonnementen voor Rclglc, Dnitscliland, Engeland en Frankrijk f 1.C5 per 3 maanden.
Binnenland.
Vlissingen, 2 October.
DE MOORD TE >S GRAVENHAGE,
q. 9,30, nam. 2,15, 6.45
NDIÏÏNST
leu vm. 5,10,eu nm. 8
1st na aankomst der Boot.
3RSCHELD1
R 1880.
6,-
i. 1,15 en 8,45.
1,45 4,15.
n. 7.30 nm.
8.—
10.30
11.—
6.— 12.-
6 30 12.30
uren op den trein
12,50
3,35
12,35
3.—
t .',50
2,45
4,43
3 -
6,40
3 U
5,35
5 1
J.22
7.8
6,23
57
7.25
8,6
8,35
9,6
10,25
10,35
8.45
1
9.15
8,28
9,12
12,25
1,25
9,29
1,42
13,
2,5
'i Let traject
De mededeeling door den heer J. A. De
Bergb, gisteren in een naamloos schrijven
ontvangen, in verband met den moord op den
zoon van den heer Bogaardt, was van den vol
lenden inhoud
„Twee personen S. en K. zijn omstreeks 6
iren door het binnenduin gekomen en hebben
de verte bet geschreeuw van een jongen
vernomen zoodat de een tegen den ander zei
,de koddebeiers hebben zeker een jongen te
kken",
Met achting heb ik de eer te zijn,
Uw Dw. Dr.,
die u Zondag den weg naar den
vlonder gewezen heeft.
Onmiddellijk na ontvangst van dezen brief
heeft de heer De Bergb alle pogingen in bet
werk gesteld om den schrijver daarvan te ont
lokken. Wel herinnerde bij zich op weg raar
le plek van den moord iemand te hebben ge
sproken, zonder echter naar zijnen naam ge-
fraagd te hebben.
Gisteren mocht het hem gelukken dien heer
enig te vinden en toen bleek het te zijn een
lejaard man, de heer H., die dikwerf in de
uinen wandelde en aan wie de personen S. en
l de bovenbedoelde verklaring hadden mede
led eel d.
De thans bekende wegwijzer van den heer
De Bergb die op den dag van den moord even
ureneen beer in de duinen zag been en weer
oopen, beeft reeds vroeger van die bevinding
oededeeling aan de justitie gedaan.
Waarom de persoon S. en K., twee jagers,
ier namen bekend zijn, hunne verklaring
uiten de justitie om, aan een derde moesten
fleggen, ia eenigszics raadselachtig. Alleen
wensch om met de justitie niet in aanra-
ing te komen wettigt de mededeeling van
ia ander.
Overigens blijft het aantal geruchten, aan-
«nelyke en ongegronde, welke omtrent do
'eeselijke gebeurtenis in omloop worden ge
tocht, legio en sluiten zich als van zelf min
meer aan vroegere verhalen aan.
Zoo is heden bijv. opgehelderd waarin het
itschil van signalement lusschen den eersten
etdachteu en den tweeden vermoedelijken
ader moet worden gezocht.
Üe koetsier die onbewust het kind tot nabij
de slachtbank voerde, heeft in den beginne
pertinent verklaard dat de heer, die aan liet
rijnspoor-station in zijn vigilante slapte, was
een tenger pcivoon, met zeer mager en lang
gezicht. De man zeide „dat de verdachte
moordenaar nauwelijks een gezicht had" laag
hoedje, bruine demi-saison en zwarte onderjas.
Toen hij hem tot nabij de school bracht
stond daar voor de deur een rijtuig van mevr.
v. d. B., wier echlgenoole gelijkertijd zijn
zoontje afhaalden. Genoemde dame schijnt
den persoon die naar den jongenheer Bogaardt
vroeg nauwkeuriger te hebbon opgenomen
en zijn signalement te hebben omschreven,
gelijk het nu laatstelijk is bekend gemaakt.
Ook de koetsier die het rijtuig b stuurde
dat voor de deur stil hield, kan dien heer die
uit de vigilante stapte, in het aangezicht heb
ben gezien
Overigens heeft Looijeustein, de voerman
in wiens rijtuig de onbekende met den jonge
heer Bogaardt plaats hadden genomen, beide
tot de laan van Meerdervoort gereden en later
op last van zijn passagier tot aan de Beeklaan.
De koetsier heeft toen bij de nabijgelegen
boerenwoning lucifers gevraagdom zijusigaar
aan te steken, keek nog even roud, maar van
heer en kind was geen spoor meer te ontdek
ken.
De heer J. A. De Bergh te Hage meldt
nog:
Door mij is heden nacht een zeer belangrijke
nieuwe getuige ontdekt, die Marius in het
rijtuig zag stappen en door den knaap tot den
vermoedelijken moordenaar, hoorde spreken
//Nu, ik had je niet meer verwacht."
Deze getuige boorde griffels rammelen iu
den koker vanjde school tascb, van Marius. (1)
De justitie heeft deze getuige terstond ont
boden.
Het vrij algemeen gerucht omtrent de arres
tatie van zekeren baron A., aanverwant van
den heer Bogaardt, dat zoowel in den Haag als
elders geloopen heeft en in verband werd ge
bracht met den gepleegden moord, is onge
grond. De justitie heeft den heer De Bergb
gemachtigd, dat gerucht tegen te spreken.
Een correspondent van het Utr. Lil. te Am
sterdam meldt een gerucht, dat in de hoofd
stad de ronde doet. Een heer, L., zou een
paar dagen vóór den moord, van Arnhem naar
Amsterdam zijn gereisd, in een coupé 1ste kl.
(1) Deze bijzonderheid Leeft belang, omdat daaruit
blijkt dat de getuige dichtbij stond.
met een vreemdeling, die erg onrustig was, en
liet den heer L. vrij angstig maakte door zijn
verhaal, dat hij naar den Haag ging om zich
te wreken op eene vrouw, die hij in Indië uit
liet oog verloren bad, maar wier verblijf hij
na een vergeefsche heen en weerreis naar Ba
tavia eindelijk had opgespoord, en die nu zijn
wraak niet zou ontgaan. Mocht dat zoo zijn
dan zou hij zich zei ven van 't leven berooven.
Dit zeggende,zou de vreemdeeen revolver heb-
beu geloond, wat den heer K. versterkte in de
meening, dat hij bf een half krankzinnigen M
een dronken man voor zich had. Daar hij de
eenige medereiziger was, had hij den hemel
gedankt, toen hij zonder onheilen te Amster
dam was aangekomen.
Een lid van het corps diplomatieque in den
Haag ontving eergisteren avond het Vader
land met een litographisclien afdruk van den
brief van den moordenaar, in couvert. De
brief was door toevallige omstandigheden uit
de courant gevallen en in de bus blijven lig
gen. De meid, den brief vindende, liep er out-
hust mede naar haren heer, met het bericht,
dat er een brief voor den beer Bogaardt in de
bus was bezorgd. Heden morgen vervoegde
zich de diplomaat op het parket, om de ont
vangst mede te deelen, meenende, dat zijn
aanwijzing onze politie wellicht op het spoor
zou kunnen helpen. (N. R. Ct.)
De. Grondwet deelt nog het volgende
mede:
Een paar dagen geleden werd zekere Char
les Jean-Bapt. Brijer te Brussel aangehouden
en te Esschen door de Belgische politic over
de grenzen gezet.
"Wijl de commandant der maréchaussée
alhier nog geen bevel tot gevangenneming
ontvangen en 't eerst opgegeven signalement
niet juist overeenkwam met gezegden B.,
werd hem verlof gegeven zijns weegs te gaan;
zoodra de wachtmeester der maréchaussée
alhier terug kwam vond hij een bevel tot aan
houding en gevangenneming van gemelden
B. Het gelukte onzen wakkeren wachtmeester
bem nog tijdig op de Belgische grens te ach
terhalen en bem gevankelijk naar bier over
te brengen.
Deze Brijer is door zekeren P. T. alhier
bekend dezelfde persoon te zijn, door wien
hij Vrijdag avond, fe Vroenhout, een gehucht
dezer gemeente, werd gevraagd, of er te
Rosendaal reeds iets bekend was van een kin
derroof te Parijs gepleegd en die verder voor
gaf naar Amsterdam te moeten reizen. By
die ontmoeting droeg bij nog een dunnen
knevel, welke bij zijn aanhouding echter ver
dwenen was, alsook een demisaison, welke hij
nu niet meer bezat,
Toeu hij over de grenzen was gezet, ver
haalde hij met zijne nicht te verkeeren en
daarom naar Brussel wilde. Hij is geboren te
Tiel, oud 19 jaren en woonden in den laat-
sten tijd te 's Hage. Zoo de aanhouding van
dezen Brijer in eenig verband staat met den
moord in den Haag, dan zou men mogen
vragen, of het meisje dat volgens de Haag-
sche politie op 23 dezer aan de school van
den //heer Ubbens kwam vragen of aldaar da
jonge heer Bogaardt was", zijn nicht zijn kan.
Gemelde Brijer is door de politie naar 'e
Hage overgebracht.
Onderstaand schrijven, dat wij gisteren na
middag outvingen, komt ons voor zulke nut
tige weuken te bevatten, dat wij het gaarne te
dezer plaatse onder de oogen van het publiek
brengen
„Nu de justitie den wijzen maatregel geno
men heeft om, door bet publiceereu van het
fac-similé van den bewuslen brief, de mede
werking der geheele bevolking tot de ontdek
king van den schrijver daarvan te verkrijgen,
is het nog noodig om die bevolking duide
lijk te maken hoedanig die medewerking, ook
in een ander opzicht, kan en moet verleend
worden. Niet alle menschen zijn even ont
wikkeld en, zelfs onder dezen, niet allen even
indachtig om alle bijzonderheden nauwkeurig
te overwegen en logisch tot de uiterste gevolg
trekkingen door te denkenhet is du» noodig
denzulke doelmatige wenken tot bandelen
te geven.
Het fac-similé van den bewusten brief kan
in liooge mate, met medewerking van het al
gemeen, de ontdekking van den moordenaar
bevorderen. Ieder, in liet bezit van schrifturen
zijnde aan het onderhavige gelijk, moet ze
nauwkeurig vergelijken en, bij wantrouwen in
eigen doorzicht, ze aan 't oordeel van experts
of der politie onderwerpen. In het betrokken
fac-similé zijn tal van aanwijzingen te vinden,
bv. de krullen aan vele hoofdletters, de wijze
hoe dg geschreven zyn, liet bijna constante
gebruik van 't in plaats van het en menige
andere bijzonderheid, welke aan den opletten
den onderzoeker niet ontgaan kunnen. Boven
dien schijnen schrijfttrant en styl, alsmedr
eenige in den brief voorkomende uitdrukkin
gen, ontegenzeggelijk aan'te duiden, dat de
schrijver uit Indië afkomstig is. Diegenen
onzer medeburgers, die in dat land vertoefd