VIJSSI\(iSCIIE C01I
N°. 19.
Donderdag 30 September 1880.
I®11" Jaargang.
BUREAU
Nicnwcudijk wijjk U No. 101.
Advertentiëu gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk
Woensdag en Zaterdag voormiddag 12 uren.
De prijs van 1— 4 regels is 4-0 Cents.
Voor eiken regel meer 10 Cents.
UITGEVER;
F. H SCHIFFEK, tc VlissiugCII.
Dit Blad verschijnt tweemaal per week, Donderdags en Zondag-'.
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,franco per post 1,15
Afzonderlijke Nummers 10 Cents.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
EENIG AGENT VOOR FRANKRIJK: DE FIRMA G. L. DAL BE Co., TE PARIJS.
Abonnementen voor België, Bnitscliland, Engeland en Frankrijk f 1.65 per 3 maanden.
Gevonden en aan het bureau van politie
alhier gedeponeerd EEN PORTEMONA1E
met eenig geld.
Als naar ouder gewoonte is dezer dagen
door de pers weder het hare gedaan, om den
volke niet alleen te verkondigen, wat bet ge
ëerbiedigd Hoofd van den staat bij de ope
ning der zitting van de beide kamers der sta-
t en-generaal heeft gesproken, maar ook om
den indruk weer te geven, welken de zooge
naamde troonrede op hare penvoerders heeft
Zoo als trouwens altijd bet geval is, en wel"
altijd zoo zal blijveu, vond de een dit, een an
der wat anders op het gesprokene «oord des
koniugs aan te merken. Eu geen wonder.
Met niet zeer vele woorden, die op het aller
zorgvuldigste gekozen worden, zegtloch de
troonrede zoo min mogelijk en niet meer dan
noodig is, om het al of niet houdbare stand
punt der regeering voor het aanstaande zit
tingjaar aan te duiden.
Als gewoonlijk werd dan ook nu weder ge
wezen op de voorrechten, welke het Neder-
landsche volk geniet en opgesomd al het
schijnbaar rooskleurige, dat Nederland op
levert.
Van de schaduwzijden, welke het tegen
woordige staatsbeleid te vertoon en geeft, ech
ter geen woord. Evenmin sprake van den
weerzin, met welken zoo niet het grootste
deel der natie, dan toch voorzeker een aan
zienlijk daarvan, de wet op het lager onder
wijs zal aanvaarden. Van de uitbreiding van
ons gebrekkig kiesrecht, dat slechts door be
trekkelijk zeer weinigen wordt uitgeoefend,
geen tittel of jota. Minder nog van gewagma_
king van vermindering der drukkende lasten,
onder welke de Nederlandsche burger meer
dan ooit gebukt gaat. Integendeel werden
tengevolge van de toeneming der staatsuit
gaven versterking van 's rijks middelen noo
dig geacht, om hot raderwerk van den staat
niet tot stilstaan te nopen. Niet genoeg, dat
bij de ontstane te korten in de staatskas de Ö-
nantiën der gemeenten doodende onderwijs-
of liever partij wet jaar bij jaar milli penen zal
gaan eischen, zullen nog nieuwe voorstellen
tot verbetering van waterwegen aan de staten
generaal worden aangeboden. Welke die wa
terwegen zijn, wordt echter niet vermeld.
Niettemin is het tusschen de regels door te
lezen, dat het geene andere zijn dan die, wel
ke in hoofdzaak Amsterdam en Rotterdam
moeten baten,
En is dit zoo. dan mag voorzeker thans wel
.neer dan ooit de vraag gesteld worden, of het
in de gegeven omstandigheden en bij de we
tenschap, dal Nederland in Vlissingen een
der beste zeehavens vau Europa reeds bezit,
wel verantwoord zou wezen nog meer rail-
lioenen in den Rotterdamschen Waterweg
onder het zand te gaan begraven, uitsluitend
ter wille en len genoegen van een deel der
natie, voor hetwelk reeds meer dan genoeg,
zonder eenig praktisch nut, miliioenen uit
den staatsbuidel zijn opgeofferd.
Treurige ervaring onzer dagen voorwaar,
dat men open oor en oog schijnt te hebben
voor allerleisoort van kansberekeningen wan
neer het de bevoorrechte sleden van ons Va
derland geldt, en daartegenover elke bron van
welvaart, welke hier en elders leven en bedrij
vigheid zou verspreiden,op allerlei wijze tracht
te sloppen.
Moge het echter niet alzoo blijven, maar
nog bij tijd3 worden ingezien en erkend, dat
een verkeerde weg wordt bewandeld op wel
ken alleen teleurstelling op teleurstelling zal
zijn te wachten.
Wil men waarlijk volksbelangen beharti
gen, welnu dan, men sta de vrije ontwikkeling
der zeehaven Vlissingen niet stelselmatig in
den weg, maar strove er naar, die te doen be-
antwoordeu aan het doel, waartoe zij werd
aangelegd, en late varen die werken, van wel
ke niets anders kan gezegd worden, dan dat
zij de finantiën van den staat ruineeren.
Binnenland.
Vlissingen, 29 September.
Aan het dagblad van Zuid-Ilolland en
's Gravenhage van 28 September ontleenen
wij de volgende bijzonderheden, betreffende
den te 's Hagegepleegden moord:
Gisteren ochtend heeft de justitie bij aan-
plakbilletten bericht verzocht omtrent een
vroegeren huisknecht van den heer Bogaardt,
doch deze persoon heeft zich dadelijk aange
meld, zoodat die aauplakbilletten kort daarna
weder zijn vernietigd. Ook. hebben nog een
paar andere aanhoudingen plaats gehad, doch
de gearresteerden ziju dadelijk weder in vrij
heid gesteld,
Een gedeelte van den eersten brandbrief
waarvan wij gisteren inzage namen, heeft ons
den indruk gegeven, dat hier alleen aau chan
tage moet gedacht worden. Met schrift is
klein en met achterover staande zoowat
Fransch ronde letters geschreven. In dien
brief kwamen 9 taalfouten voor. O. a. schreef
liet individu het woord Neen zonder de laulste
n) maehine slaat geschreven als machiene, enz.
De schrijver spreekt in dien brief van een con
fraterdie evenwel van niets wist en bij het
in ontvangst nemen van het geld in den waan
zou verkeeren, dat hij een pak brieven van een
vroeger meisje zou ontvangen.
Als ziju zaken later meer zouden opfleuren
zou hij het geld teruggeven, terwijl, mocht de
politie in de zaak gemengd worden, hij het
kind zou laten verhongeren en ten prooi geven
aan de-kelderrotten. Kreeg hij daarentegen
';et geld, dan zou liet kind met den trein weer
te huis komen.
Het staat dus onzes inziens vast dat de
f 75,000 hier hoofdzaak waren, waarmede de
dader zich waarschijnlijk wilde uit de voeten
maken en waarna hij het kind zou hebben
teruggezonden.
De politie heeft nu, na een meer nauwkeu
rig onderzoek, een nieuw signalement opge
geven, dat onze lezers hieronder zullen vinden.
Een onafzienbare menigte bewoog zich
heden ochtend in de stralen, welke men ver
moeden kon dat de lijkstoet, waarmede het
ongelukkig slachtoffer ten grave gebracht
werd, passeereu zou. Niet het iniust nabij de
ouderlijke «ouing op het Plein 1813. Daar
was het aantal belangstellenden en nieuws^
gierigen z<55 groot, dat de passage er letter
lijk gestremd was.
Ten ongeveer 11 uren verliet de treurige
stoet de woning van den heer Bogaardt. Een
26lal fraaie bloemkransen, de meeste met witte
rozen en groen, van alle kanten aan de onge
lukkige ouders toegezonden, bedekten de lijk
kist. Achter den deftigen lijkwagen volgden
de schoolmakkers, waarvan de oudsten als
slippendragers fungeerden. De vader, familie,
leden en vrienden volgden in acht rijtuigen.
Langs den geheelen weg dien de stoet name
bleef de menigte eerbiedig stil staan en menig
een ontblootte het hoofd of wischte bij de
smartelijke berinnering oan het treurig einde
van den knaap,eeu traan uit het oog. Op de
begraafplaats Eikenduinen waren maatregelen
genomen om de steeds aangroeiende menigte
den toegang tot den doodenakker te beletten.
Slechts weinige intieme bekenden waren om
den grafkelder geschaard, doch er was er niet
een, die bij net aanschouwen van de aandoen
lijke plechtigheid niet tot in de ziel geroerd
was. De vader vertoonde het beeld van stille
smart, gebogen en gedrukt door den zwaren
slag, die hem en de zijnen getroffen had.
Toen de lijkkist bij de groeve was nederge
zet en familie, schoolmakkers en vrienden
daar bijeen geschaard stonden, hield ds. J.
Romedy van Brammen een treffende redevoe
ring. Spr. wees in de eerste plaats op de zware
beproeving, die het ouderhart gedurende de
laatste dagen te doorstaan had, en op den in
druk, die de treurige gebeurtenis alom te weeg
gebracht. Men stond hier aan de laatste rust
plaats van een kiud, dat door de ruwe hand
eens onverlaats was neergeveld. Veel, zeer
veel, zijn roem, zijn kroon zag de vader hier
in 't graf dalen: een knaap die alles van God
ontvangen had, wat den mensch kon geschon
ken worden, die tot een hoogen trap van ont
wikkeling zou zijn opgeklommen, die ieder nu
reeds genegenheid wist in te boezemen. Dat
Marius geliefd en bemind was door zijn kame
raden, door allen die hem keuden, dat bewezen
de tegenwoordigheid en belangstelling van
zooveien hier en ginds aanwezig, dat bewezen
de bloemen die zijn lijk zouden dekken. God
had de ouders gesterkt, mocht Hij hun ook
verder kracht geven. Dat hij het snood bedrijf
had toegelaten, was zeker omdat hij daarmede
Zijn wijze bedoelingen had.
Eenmaal zou de vader zijn kind terugzien
op een plaats, waar niemand het meer deren
kon, en waar de betreurde doode thans reeds
vereenigd was met een die v<5ór hem in 'tgraf
gedaald was en dien hij zich zoo gaarne tot
speelmakker gewenscht had.
Spr. besloot ziju rede, die den diepste»
indruk op de aanwezigen maakte, met een ge
bed, waarin hij God om krachten voor de be
proefde ouders smeekte en Hem vroeg, dat
Hij ook den onmensch, die zooveellijden en
een zoo zwaar kruis over dat huisgezin ge
bracht had, tot inkeer, berouw en bekentenis
zou doen komen, opdat ook dien een eeuwig
behoud mocht verzekerd zijn.
Na dit innig gebed, trachtte ook de heer
Bouscholte, de onderwijzer van den vermoor
den knaap, eenigo woorden tot den vader le
richten, doch de krachten begaven hem.
Met een snikkende stem wees de heer Bou
scholte de bij hem staande schoolmakkers op
hetgeen in hun kameraad verloren werd. //Hij
was, dit getuigde de onderwijzer, een beste
onder de goeden. Een jongen door allen be
mind en geliefd, een leerling, dien ik nooit le
berispen had, een voorbeeld voor anderen.'
Nog eenige troostwoorden trachtte hij tot den
vader te spreken, doch de aandoening over
stelpte hem. Hij eindigde met de woorden
,/Ik heb het niet kunnen vergoeden, het is
Gods wil geweest."