IJSSIMiSIII
1880 IV0. S3.
[880.
5
'-MAATSCHAPPIJ
LAND".
or Personen en Goederen I
jSSCHEN
leu via Oiiecuboro.
is avonds 9. v5 \\»r I
lit L o a d e
.40 uur. I
Zondag 14 Maart.
I8a° Jaargan
VRGEDIENST
JRG en VLISSINGEN
enliggencle plaatten.
EtlJKS:
's liiorg. 6.15, 9.15,
3.30, 7.—.
38
des avonds.
BUREAU
Ntenwendljk vtjk a No. 101,
Middelburg 1.10
*CEDIENST
t de Breskensche en
zensche Boot,
25 CENT por persoon
:ET „HOTEL GOES"
en 's namiddags 4 uur.
mboot naar het spoor
a f 0,15 per persoon.
jidrertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk
Woensdag en Zaterdag voormiddag 10 uren-
De prijs van 14 regels is 40 Cents.
Yoov elke u regel meer 10 Cents.
OOTDIENST
1WALZOORDEN. v. v
met den Staats-Spooryyeg
DN EN ROOSENDAAL
mdieust van en naar Hulst
Uren van vertrek
morden voorin. 6.45,
:e 7.20, nam 1.30
soorden 9,30, 4.25
3weert nam. 6.
DIENST
jlzoorden voorm. 5,20 en II,
i aankomst der Boot.
R-SCH 1'ILDË.
8AN DEN
jMAANDAG, WOENSDAG
en ZATERDAG.
UITGEVER;
ïX SCBLlffFEIi, te VlSssJugeai
Dit Blad verschijnt tweemaal per week, Donderdags en Zondag».
Abonnementsprijs per 3 maanden ƒ1,franco per post 1,15.
Afzonderlijke Nummers 10 Cents.
.Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren.
EENIG AGENT VOOR FRANKRIJK: DE FIRMA G. L. 1DAUBE Co., TE FRANKFORT.
AbonnemciitciD voor HïeHgië, Ehiitscliland, Eiigelatid ets F a- je oi Si y ij ik f 2.65 per 8 inaande u.
6.— 's midd. 12.—
5.30 nam. 12.30
[rlijk 2 uren
■omen.
y. 7.20
n. 2.30
7,35
3,41
6,38
35
2,40
40
3,—
50
4,45
20
5,59
5
6,40
fi.50
1
5,1
6.20
16
6,30
7,5»
7,8
7,57
8,45
8,55
27
7,25
9,12
9,21
,50
9,35
,57
9,41
.14
9,51
,20
9,56
,32
10,7
,43
8,G
10,18
,53
,9
10/26
10,41
,20
8,35
9,6
10,50
11.-
,30
8,45
9.15
7.15
10,55
10,40
6,50
8,5
11,50
8,30
2, ,5
8,55
12,40
9,15
1,3
9,23
1,12
9,30
1,20
Ter Neuzen opgeofferd." Deze schijn-
veelbeteekenende en betrekkelijk aan-
ilijke woorden vindt men aan het hoofd
een door mr. E. Fokker, in de Mid-
ugsclie Courant van 9 dezer ingezon-
stuk, welks inhoud blijkbaar de strek-
heelt, om, ingeval de overeenkomst
Belgie ten opzichte van liet kanaal
zen—Gent, in verband met de over-
van bet Ccntraal-Belgisch-spoor op
itland's grondgebied, niet in het belang
Ter Neuzen gewijzigd wordt, de leden
2de kamer aan te zetten, die overeen-
al te doen verwerpen.
I man als de heer Fokker er toe
•men is, om zulk een in de gegeven
aadigheden gevaarlijk stuk de wereld
zenden verklaren wij, met zoo menig
irfcijdig beoordeelaar dezer zaak, niet te
begrijpen. Kenden wij den heer
beter en waren wij niet van het
ndeel overtuigd, zouden wij allicht ge
il worden, om hem dienaangaande ge-
verkeerde dvijfveeren toe te dichten.
•er3 heeft het alle schijn, dat de lieer
en handje wil helpen, om den intcr-
inalen handel en. scheepvaart nog al
naar elders te doen verplaatsen en
oeade alle hier door den staat aange-
werken nutteloos te maken. Voor
m voor wat toch stelt de heer F. zich
bres? Voor niets meer, maar ook niets
er dan yoor eene gemeente, die wegens
geïsoleerde ligging en bijzondere po-
tot heden toe met den Nederland-
groothandel niets te maken heeft en
aede ook nimmer zal te maken krij-
d werden alle vrome wenschen ver-
Wat de heer F. dus wil, grenst o. i.,
zoowel Nederlaud als Belgie het alge-
belang aan dat van bijzondere plaat-
"•Iden opofferen, voor een groot deel
mogelijke. 01 zou het vooral van
kant van Belgie geen dwaasheid moeten
moemd, indien men, na zich een
van eenige millioenen te hebben
't. voor do verbreediug en verdieping
?t kanaal er bovendien nog toe over-
°Qi de nu reeds zoo lage vrachttarie-
"lailanig in het belang van Ter Neu-
Derminderen, dat eigenlijk het kanaal
*S overbodig werd Doch men zal
Men moet op den winter reke-
ffanneer alle kanalen en ook dat van
^UzenGent onbevaarbaar zijn, als
ecr eon te hoog spoortarief geen belet-
J0ï den transito-handel moet kunnen
Men vergoten echter nipt, dat deze
redeneering geenszins steek kan houden voor
Ter Neuzen, daar toch ook die haven, of
liever de mond van liet kanaal bij ijsgang
ongenaakbaar is, zooals in dezen winter nóg
zoo duidelijk is gebleken.
Overigens komt het ons in alle gevallen
voor dat Neuzen meer belang heeft bij een
flink kanaal dan bij een spoorweg, welks
station ten gevolge der vestingwerken zulk
een ongeriefelijk end evenals helaas pok hier
het geval is, buiten de bebouwde kom der
gemeente moet zijn.
Maar zegt mr. F.Neuzen kan, indien
alle belemmeringen worden weggenomen en
bij alle mogelijke medewerking een handels
haven van den eersten rang worden en hier-
tue mede te werken is niet alleen in het be
lang van Zeeuwsch-Vlaanderen en Zeeland
maar ook in dat van Nederland. Van daar
dat hij de wijsheid inroept der kumer'eden,
die het nu nog in de hand hebben, de over
eenkomst te verwerpen. Maar hoe en waar
om mag men wel vragen, zou Neuzen een zee
haven van den eersten vang kunnen en moe
ten worden? Des winters bij aanhoudenden
vorst even als de meeste havens van ons land
ontoegankelijk, is en blijft Neuzen eene ves
ting, in welks nabijheid het maken van kunst
werken tevens meer en meer ondoenlijk
wordt door de aanhoudende oever-af.-chui-
vingen en verdieping van den stroomDaar
enboven heeft Belgie Neuzen als spoorweg-
haven niet noodig en dat nog minder als de
spoorlijn WoensdrechtAntwerpen gereed
zal zijn, daar deze lija toch alsdan de aller
gunstigste gelegenheid zal aanbieden voor het
transito vervoer van eu naar Belgie. Dit is
dan trouwens zeer te recht door de Belgische
regeering ingezien en begrepen, en in het
nauwst verband gebracht met den verkoop
van den Centraal-Helg. spoorweg, terwijl de
aankoop van dien weg wederom door ons
gouvernement in het nauwst verband staat
tot de belangen der zuiderliju, die, na slui
ting dei overeenkomst, zoo als ze daar ligt,
en na aanleg der lijn Woensdrecht—Antwer
pen, gemakkelijker en tevens veel voordeeli-
ger dan nu liet geval is, zal kunnen worden
geëxploiteerd.
Hoe het daarom mogelijk is, dat een
man, als de heer F. de zoo ondergeschikte
Ter Neuzensche quaestie, een Nederlandscb
belang kan noemen, komt ons medo on
begrijpelijk voor. Men drijft den spot en
terecht met Amsterdam en Rotterdam, als
men van dien kant de lokale belangen dier
steden voor Nederlnmlsche belangen wil doen
aanmerken. Geschiedt zulks echter, dan
is er en blijft het altijd nog voor en ion
bate van vele Nederlnndsche bandelaars,
tere ijl de kunstmatige uitbreiding van Ter
Neuzen ten bate v$u enkele persouenen
bij wel slagen alleen kan strekken om den
handel uit ons land te bannen en dien op
vreemden bodem over te brengen. Dat dit
deu slaat ontzachelijk zou benadeelen,behoeft
geen betoog. Evenmin als dat de niet aan
neming der overeenkomst tusschcn Neder
land en België niet anders dan tot groot
nadeel voor den staat in het algemeen en
voor Vlissingen in het bijzonder strekken
zou» welks haven- en spoorwerken voor een
groot deel alsdan nutteloos zouden gemaakt
worden.
En al mag het aan den eenen kant te
verklaren zijn, dat men ie Ter Neuzen doet,
'wat men kin, om voor die gemeente een
betere toekomst te zien aanbreken, aan den
anderen kant valt bet toch niet te ont
kennen dat het eene meer dan onverant
woordelijke zaak zijn zou, indien daarvoor
de belangen en eischen der Zuider-spoor-
Iijn, oin van geen audere te gewagen, zouden
moeten opgeofferd worden.
Met het oog op het een en ander komt
het ons derhalve voor, dat de kamer wijs
zal handelen, met de overeenkomst in het be
lang van het algemeen, onveranderd aan te
ne m en.
Binnenland.
Vlissingen, 13 Maart
In de Prccursear van Woensdag avond
wordt naar aanleiding van de protesten uit
Vlissingen tegen het bekende artikel van 4
Maart in dat blad het volgende gezegd
„Wij hebben van de Kamer van Koophan
del te Vlissingen een brief ontvangen, den
volgenden dag gevolgd door een brief van
den geachien burgemeester dier stad» beide
ten doel hebbende ons te vragen, op welke
feiten wij gemeend hebben te kunt.en steu
nen, om tegen Vlissingen de vorwjjten te
richten in ons artikel van 4 dezer getiteld
Van dutvjerpen naar Woensdrecht en Vlissin
gen
sluit mij bij de Kamer van Koophan
del aan, zegt ons de geachte burgemeester
om u te verzoeken de feilen nauwkeurig
aan te geven, waarop gij beschuldigingen
bouwt, waarvan eerst dan de gegrondheid kan
worden beoordeeld, als daaraan het vage en
aigemeene karakter ontnomen zal zijn, het
welk ze tot dusver nog hebben.
Als hoofd van de plaatselijke overheid, en
als eerste magistraatspe soon van de bevol
king, welke gij beschuldigt, heb ik ontegen
zeggelijk het recht beide te verdedigen, en
van u het bewijs uwer beweringen te
eischen.
Wij begrijpen en eerbiedigen Mezen ge
raakten toon van den burgemeester, en wij
zullen hem voor zooveel wij kunnen en de
ons opgelegde discretie ons toelaat, de vol
doeninggeven, welke hij verlangt.
Met betrekking tot deze zaak verzamelen
wij eenige gegevens van algemeenen aard,
welke wij kunnen openbaar maken, zonder
eenig handelshuis in Antwerpen of in Vlis
singen in de zaak te betrekken; want wij zijn
vastbesloten dit debat vrij te houden van
elke personaliteit, en indien iemand er be
lang bij kan hebben namen in dit debat (e
mengen, dan behoeft hij niet op ons te
rekenon.
Het geldt bier oozes inziens eene
quaestie, hoogst gewichtig voor de toekomst
van Vlissingen en hoogst belangrijk voor
Antwerpen, en zij betreft hoofdzakelijk de
onbillijke plaatselijke onkosten, de' lang
zaamheid en den buitensporten prijs der
geringsie werkzaamheden, de ontoereikend
heid van gereedschappen en materieel, en
de fout welke men te Vlissingen beging
om van de stremming der scheepvaart te
willen profiteeren, met 't oog op een tijde
lijk voordeel, in plaats van er aan te den
keu om voor het vervolg de sympathie en
het vertrouwen van den buitenlandschen
handel te winnen.
Op dit terrein zullen wij aan de Kame^
van Koophandel en aan den bargemeester
van Vlissingen eenige inlichtingen van al
gemeenen aard verschaffen, welke naar
onze meening, voldoende zijn om hen, die
in don loekomstigen bloei dezer zeehaven
belang si ellen, te doen wenschen dat men
aldaar eenen anderen weg moge bewandelen.
Indien de Kamer van Koophandel en
de burgemeester er in slagen aan te too-
nen, dat de door ons aangevoerde f iton
zich niet voordoen of een geheel excep
tioneel karakter hebben, dan zullen wij
ons haasten het openlijk te erkennen.
Vaak heeft men den Prêcurspur ver
weten al te guusiig over Vlissingen te
spreken, en onlangs nog, toen wij eenige
beschouwingen maakten, over de yoordee-
len, welke deze stad als voorhaven van
Antwerpen zou kunnen bieden, is er ron
dom ons een geschreeuw van verontwaar
diging opgegaan over de wijze, waarop de
Antwerpsche handelshuizen, die er hunne