AMSSIMSCHE COURANT. 13Js Jaargang. 1811111 dl© zacSa voor liet asaesa- 6 E M E K'N'T 15B 15SI U U li. iU K8THLSGRAAF. BESTEDING. KENNISGEJING. VLISSINGEN. 1875. N°. 39. Nieuwendijk, wijk II n°. 101. Adverteutiön gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure; De prijs van 1—4 regels is 40 Cents, voor olkou regel meer 10 Cents. BUREAU: F. H« SCHSFFER. Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags eu Zondags uitgageven. Abonnementsprijs por drie maanden 1.franco per post 1,15. Afzonderlijke nummers 10 Cents. Men Abonneert zicli bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren. Abonnementen voor België, Dutsckland en Engeland 1,65; Frankrijk 2,10; per 3 maanden. we Kwart:»:sl >»egiaaaaeaade iiiet B° Jlaunari, op de VLSSSaRfGSCHE COIIRANlf aHasiaaaeereaapsatvaaagcu de nog vei'ScBajjEicnVlc Blaiasisnea's van (iel loopcoide kwavjtaai fiRÓIS. No. 81. SCHOOIWEZES. Aanneming van leerlingen op de school voor on- en minvermogenden. De BURGEMEESTER van Vlissingen maakt be kend dat degenen, welke hunne kinderen met primo Januari 1876 wensehen geplaatst te zien, op de school voor on- en minvermogenden in dezs gemeente, zich ten dien einde zullen bekoorea aan te melden ter Gemeente-Secretarie tot en met den 14 December aanstaande. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 9 December 1875. De Burgemeester voornoemd WINKELMAN. ■No. 82. §ÏH«»J,WE2E». De BURGEMEESTER van Vlissingenmaakt be kend dat degenen, die hunne kinderen met primo Janu ari 1876 wensehen geplaatst te zien, op de school voor on- en minvermogenden binnen deze gemeente, zullen moeten verschijnen in de zitting dor Plaatselijke Schoolcommissie, op Woensdag den 15 December aanstaande, des avonds te zes uren ten Raadhuize, ten einde daaromtrent te worden gehoord. Vlissingen, 11 December 1874. De Burgemeester voornoemd, WINKELMAN. MINISTERIE VAN FINANCIËN. Op Vrijdag, den 17en December 1875, des voormid dags te 10 uren, zal, onder nadere goedkeuring, dooi den Commissaris des Konings in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een der leden van de Ge deputeerde Staten, eu in bijzijn van den Hoofdingeni eur var_ den Waterstaat in het 11de district, aan het gebouw van het provinciaal bestuur te Middelburg-, worden besteed Het onderhoud van Rijkstelegraaflijuen en gebouwen in de provincie Zeeland, gedurende het jaar 1876, in acht per- ceelen. De besteding geschiedt alleen bij inschrijving, vol gens art. 10 van het bestek.1 Het bostek ligt ter lezing aan het gebouw van hot Ministerie van Financiën te 's Gravenhage, aan de lokalen der besturen van de onderscheidene provin ciën, en is voorts op franco aanvrage, togen betaling der kosten, te bekomen bij den boekhandelaar M. Nij- koff, Raamstraat no. 49, te 's Gravenhage, en door zijne tussehenkomst in de voornaamste gemeenten des Rijks. Den 6eu en 3en dag vóór da besteding wordt de noodige aanwijzing op de plaats gedaanvoorts zgu nadere inlichtingen te bekomen bij den Hoofdingenieur van deir Waterstaat te Middelburg voor de lijnen enz. 'n het algemeen en bij de ingenieurs van den Water staat te Middelburg, Goes, Zierikzes, Sluis en Neuzen, voor de lijnen enz. tot ieders arrondissement behoo- rende. 's Gravenhage, den 19cn November 1875. Voor den Minister, d Secretaris-Generaal, BARTSTRA. Ter provinciale griffie van Zeeland, in de abdij te Middelburg, liggen ter lezing, de voorwaarden waarop zal worden aanbesteed: 1°. door het Ministerie van Justitie, op den 16en December a. s. De levering van winkelwareu, levensmid delen enz.voor de Rijksgestichten Ommerschans en Veenhuizen, gedu rende 1876. 2°. door het Departement van Marine, op den 21en December a. s. De levering van houtwaren, van patent ruw glas enz. Is uzelfbeperking" eedc dougd te noemen bij ieder, die door spreken en schrijven, invloed op anderen kan of wil uitoefenen, een eerste vereischte mag die wel genoemd worden bij hem, die de taak op zich genomen heeft een verslag te leveren van eene voordracht, zooals die, welke de heer mr. A. Kerdijk uit 's Hage op Woensdag avond hield in de flmk be zette zaal van den heer Kuijpers alhier. En dat wel te meer, als in aanmerking genomen wordt, dat de ruimte van het blad, waarvoor hij schrijft, niet gedoogt, dat in breede trekken worde uitgewijd over alles, wat den vollce onder de aan dacht wordt gebracht en waarvan men zeggen kan, dat het in meer dan één opzicht da hartader van het volk raakt. Wordt hij alzoo uit den aaTd der zaak gedwongen, zoo belftiopt mogelijk weder te geven, wat de aan dacht van zoo vele hoorders en hoorderessen heeft geboeid, dan mag hij wel eenigszins wat rekenen op de toegevendheid der lezers van de courant, die een paar kolommen aan de voordracht van mr. Ker dijk wijdt. In eene geïmproviseerde voordracht, welke ge tuigde, dat onderwijszaken den heer Kerdijk met vreemd waren, ving spreker aan, met te zeggen, dat er zaken zijn, die aan den tijd moeten worden over gelaten. Andere daarentegen, die men, zonder zich aan plichtsverzuim schuldig te maken, niet uit het oog mag verliezen en een punt van overweging overwaardig zijn. Onder deze laatste noemde hij het „volksonderwijs" van dezen tijd, dat, wel is waar, aanleiding gaf tot erkenning van veel goeds, doch niet te min bedreigd werd door gevaren van allerlei aard, inzonderheid door die, welke huil ontstaan te danken hebben aan de onkunde der groot e menigte. Uitwijdende over de oorzaken dier onkunde, word daarvan een groot deel op rekening gesteld van de slechte geestelijken van elke gezindte, die hij met den geest van reactie wilde bestrijden door de geestesontwikkeling van het volk, dat in het poli tieke leven recht heeft tot meespreken niet alleen, maar ook tot handelen; tot een zich vereenigen tot één bond en tot het doen gelden zijner rechten als staatsburgers, in zake van verkiezing zijner vertegen woordigers bij de regeering van stad en land. Hoe zal het echter hierbij moeten te werk gaan Of het moet, de staat van Gods genade in bescherming nemen, of de beginselen van den modernen staat meer en meer ingang doen vinden. Daartoe kan de invoering van het algemeen stemrecht strekken, waarvan spreker heilzame gevolgen verwacht. Vooralsnog kan echter hiervan thans nog geen sprake zijn. Het volk is nog niet, wat het zijn moet; het is nog niet genoegzaam ontwikkeld, om zulk een gevaarlijk wapen, als het algemeen stemrecht is, in de hand te geven, ter verdediging zijner rechten. Zullen wij daarom, bij eene werkelijke volksregee- ring, die in aantocht is, stil blijven zitten eu niets doen? Dat zij verre. Bij tijds dienen de dijken opgeworpen te worden,die de vijanden van de geestes ontwikkeling des volks buiten de landpalen houden, en moet ieder het zijne aanwenden, om het volk voor de weggelegde taak rijp te maken, ten einde ons alzoo te vrijwaren voor de beschuldiging vaa het nageslacht, dat wij ons in dezen aan de grootste achteloosheid hebben schuldig gemaakt. Dat dit strijd kosten zal, behoeft geen betoog. Evenwel is strijd onafscheidenlijk aan het menseke- lijke leven verbonden, en niet het minst, behoort die te blijven bestaan op maatschappelijk gebied, dat van leven getuigt. Moet er gestreden worden, dan moet de strijd met edeler wapenen gestreden wor den, dan voorheen. Alsdan zal het spoedig blijken, dat hij de machtigste is, die anderen edeler maakt en alzoo toont do grootste geestesontwikkeling te bezitten, die een bondgenoot is van den werkman. De onkunde des volks moet worden bestreden. Zoolang die het eigendom van het volk blijft, blij ven wij voortleven op een vulkaan, waarvan Frank - rijk door de eommunemannen de wrange vruchten heeft gedragen en nog draagt. Het hedeudaagsche Parijs moge in de voorstaden zich rustig toonen, Frankrijks hoofdstad doet zich van binnen aan den helderzienden blik van den bezoeker, anders voor. Ook Nederland staat voor het gevaar van Frankrijk bloot. Van daar, dat bij ons moet worden gehan deld, om het dreigende gevaar af te weren. Wie daartoe de behulpzame hand niet biedt en niet medewerkt aan de geestesontwikkeling van het volk, werkt revolutie en geweld in de hand. Laat ons echter, zegt spr. niet alles van het volks onderwijs verwachten. De school kan niet alles geven. Wat zij wèl doen km en doen moet, is; aankweeken den zin voor het edele en goede. 'Wee het volk, dat zich hiertegen verzet. Hebben kerk en staat in liet algemeen hunne taak te volbrengen, ook wij in het bijzonder. Ons aller plicht is hetmedewerken aan de stoffelijke en zede lijke verbetering van het volk. Met het oog hierop, wijdde spr. breedvoerig uit over den toestand van het volksonderwijs, dat hij in de eerste plaats, onbevredigend noemde. Ofschoon reedsveel, beweerde spr., was voor de geestesontwikkeling van het volk nog lang niet ge noeg gedaan. Niet over het hoofd ziende, wat reeds door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen voor de ontwikkeling van het volk was verricht en daarbij niet miskennende het vele goede, dat de wet van '57 reeds had aangebracht, was hij niet blind voor den ijver van sommige gemeenten in ons vaderland, die soms verdergaan, dan waartoe zij verplicht zijn; en hield hij staande, dat het onderwijs isgebrekkig, waarvan nog daarenboven een hoogst ontoereikend gebruik wordt gemaakt. Menig feit wordt door hem te berde gebracht dat het bewijs levert, dat spr. zich aan geene over drijving schuldig maaktterwijl hij met cijfers aan toont, dat wanverhouding tusschen de ouderwijs-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1875 | | pagina 1