VLISSÏXbSCHK
COURANT.
1875 N°. 88.
Donderdag 4 November.
13Jo Jaargang.
NUMMERING DER VAARTUIGEN.
WEKELIJKS BERICHT AAIV ZEEVARENDEN,
BIMLANDKCUE TIJDINGEN.
Nieuwendijk, wijk H n°, 101.
VLISSINGEN.
BUREAU:
F. Hi SCHIFFERi
Advertentiëu gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk
Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure;
De prijs van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents.
Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondags uitgegeven.
Abonnementsprijs per drie "maanden 1.franco per post f 1,15.
Afzonderlijke nummers 10 Cents.
Men Abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post-Directeuren.
Abonnementen voor België, Putscbland en Engeland 1,65; Frankrijk 2,10; per 3 maanden.
Het BESTUUR der Visscberijen op de Scbelde en
Zeeuwscbe Stroomen, zitting houdende te Tholen,
In aanmerking nemende dat bet nummer bedoeld
in art. 8 van bet Reglement op bet bevissehen der
Scbelde en Zeeuwscbe Stroomen, vastgesteld bij
Koninklijk besluit dd. 17 Juliji., (Staatsblad no. 134),
op verscheideue Vaartuigen niet in bet midden van
bet groote zeil is geplaatst.
Beveelt aan allen die liet aangaat
om bet NUMMER, in het boven aangehaalde artikel
bedoeld, midden in het groot zeil van bun
Vaartuig te plaatsen, en, wel zoodanig, dat, wannoer
men de piek laat vallen en de bals van bet zeil opge
haald is, bet bedoelde nummer toch duidelijk zichtbaar
blijft.
Belanghebbenden worden aangemaand om aan den
inhoud van deze bekendmaking te voldoenbij ge
breke waarvan zij zich zelf de gevolgen zullen te wijten
hebben.
Gedaan te Tholenden 27 October 1875.
Het bestuur voornoemd,
C. J. DE VÜLDER VAN NOORDEN,
Voorzitter.
DE CASEMBROOT, Secretaris.
UITGEGEVEN DOOR DE
Afdccling IVcd. Ilydrograpliic.
30 Oct. 1875. N°. 6.
De lengte wordt gerekend vau Greenwich.
Bijdemaximum lichtafstanden wordt verondersteld 4'/a meter
voor de hoi.gte van hot oog des waarnemers.
De opgegeven zeemijlen zijn minuten of Engelsche mijlen vau
ili Geographische of Duitsche mijl.
HOEK VAN HOLLAND.
Baar nieuwe Maasmond.
20 October 1875. Iu de afgeloopou week is de
waterstand op den droge voorden water weg be
vonden bij gewoon laag water,(of 7 decim. A.P.)
als volgt:
Langs den Noorddam 39,5 decim.
Op de geleide lichten lijn. 38
WESTER -SCHELDE.
Wrakton gelegd bij Batli.
In de kromming van Bath ligt in het vaarwater 150
meter van de witte tonskant tusscben n°. 26 en 27
wit, eene vischsloep gezonken met de mast nog boven
water zichtbaar.
Tot aanduiding van dit wrak is aan de oostzijde
daarvan eene wrakton, zwart en wit geblokt,
gelegd in 9 meter gewoon laag water op de merken.
Meestoof bij Rilland eene spaakslengte bewesten den
noordlicbtopstand van Rilland.
Middelste buis op de havendijkte Bath eene spaaks
lengte benoorden het Douanenhuis.
VLIELAND.
I'Sgging telegraafkabel, llarliiigcn Vlieland
Volgens bekendmaking van bet bestuur der Rijks
telegraaf ligt de herstelde telegraafkabel thans van
het Noorder bastion te Ilarlingen in W.N.W.lijke
richting, ombuigende N.W.lijk naar de Blauwe Slenk;
50 met. benoorden zwarte ton n°. 8, 25 met. beoosten
twarte ton n°. 7, 50 met. zwarte ton n°. 6, verder 50
toet. bezuiden witte tonnen n°. 4 en 3 en 50 met.
benoorden witte ton n°. 2.
Ruim 500 met. bewesten laatstgenoemde ton ligt
de kabel dwars door het vaarwater in nagenoeg Noor
delijke richting op zwarte tonu0.1 aan, voorts tusscben
dezo en den wal van den Grienderwaard en langs
dezen wal in N.W. en Noordelijke richting tot op een
afstand van ongeveer 500 met. van de ton derPa»-
ncnplaat, verder in N.W.lijke richting door den Vlie-
stroom tusscben tuitte malle ton en Witte JPrinshoek ton
door en over de Vliereede, tot dicht onder den wal van
de Richel of Roode tonnenplaatdaarna langs dezen wal
in Noordelijke richting tot het punt waar de Vehlkaap
zich even bewesten het Telegraafkantoor op Vlieland
vertoond.
Hier is de kabel op de Richel geland en geslagen om
een op dezen zandplaat ingebeiden paal. Tot aandui
ding van de richting waarin de kabel den Vliestroom
snijdt, zijn op de Richel twee Kaapjes geplaatst, die
wanneer men ze zoowel onderling als met de »strand-
kaap" op Vlieland in één ziet, aanduidon dat men zich
boven den Kabel bevindt.
Peilingen miswijzend. 17° N.W. 1875.
Gezagvoerders van schepen, loodsen en wie het ver
der mocht aangaan, worden dringend uitgenoodigd,
het ankeren van schepen op plaatsen waar de Kabel
ligt en iedere beschadiging van den Kabel, op welke
wijze ook, te vermijden.
Zie Bericht aan Zeevarenden" n°. 8/38. 's Graven-
bage 1875.
Nood- en Looda-selnen.
Volgens Koninklijk besluit van 10 October 1875
{Staatsblad n°. 178), iu werkingtredende 1 Jan. 1876,
zijn de navolgende seinei: vastgesteld voor schepen
die in nood of gevaar vckcève n, of een loods verlangen.
NOOD-SEINEN.
De navolgende seinen, betzij afzonderlijk of geza
menlijk gedaan, worden als nood-seinen aangemerkt
en mogen alleen gebezigd worden als bet schip in nood
of gevaar verkeert:
a. B ij d a g
1°. Kanonschoten met tusschenpoozingen van
eene minuut.
2°. Het sein N.C. van het Algemeen Seinboek.
3°. Het afstandsein, bestaande uit eone vier
kante vlag, boven of onder welke een bal
of een voorwerp, dat op een bal gelijkt, is
geheschen.
b. B ij nacht:
1°. Kanonschoten met tusschenpoozingen van
eene minuut.
2°. Een vlammend vuur (als van een brandend
teei- of olievat).
3°. Vuurpijlen of licbtkogels, onverschillig
vau welke kleur of inrichting, die één voor
één met korte tusschenpoozingen worden
ontstoken.
LOODS-SEINEN.
De navolgende seinen, hetzij afzonderlijk of geza
menlijk gedaan, worden als loods-seinen aangemerkt
en mogen alleen gebezigd worden als het schip een
loods verlangt:
a. B ij dag:
1°. De nationale vlag, omgeven door een wit
ten rand, ter breedte van een vijfde van
die der vlag, aan den voortop geheschen.
2°. Het sein P.T. van het Algemeen Seinboek.
b. Bij nacht: P
1°. Blikvuren, die met tusschenpoozingen van
15 minuten ontstoken worden.
2°. Een beid er wit licht, dat on middelijk boven
de verschansing vertoont wordt en met
korte tusschenpoozingen telkens gedu
rende eene minuut zichtbaar is.
Vlissingen, 3 November.
Aan onzen stadgenoot, den heer P. J. Terwoert,
is dezer dagen van wege de Maatschappij tot reddin_
van drenkelingen geschonken eene goaden medaille,
voor het op Maandag 16 Augustus jl. redden van
een knaap, die door de menschlievende pogingen
van den bekroonde aan een wissen dood werd ont-
kt.
De medaille vertoont aan de eene zijde een dren
keling, liggende aan den waterkant. Het gevaar,
waarin hij, hoewel uit het water opgehaald, nog
blijft verkeeren, wordt voorgesteld door den Dood,
die, in het verschiet hem bedreigt; terwijl de
Menschlievendheid, onder de gedaante eener naast
hein nederknielende vrouw, hem beschermt en alles
schijnt aan te wenden om het leven weder op te
wekken en te behouden. De middelen, hiertoe dien
stig en het meest noodig, zijn nevens liaar geplaatst.
In het verschiet vertoont zich een openstaand huis,
geschikt en als het ware uitnoodigende om den dren-
drenkeling derwaarts over te brengen en verder te
behandelen.
Het Latijnsche randschrift door den hoogleeraar
Pieter Burinan den tweede opgesteld, luidt aldus:
Redditur Uic enectus aqidspatricegue suisgue, d. i.:
Iu het waier gesmoord wordt hij aan het vaderland
en aan zijne betrekkingen teruggegeven.
De keerzijde der medaille vertoont eene eiken
kroon, zooals de Romeinen gewoon waren te ver
eeren aan hem, die een burger voor den Slaat be
houden of gered had, en binnen welke de naam
van den redder is gegraveerd, beuevens het jaartal,
waarin deze daad door hem is verricht. Een Laiijnsch
randschrift omgeeft de kroon en is van dezen in
houd Ob servatem civem ex dona societs Amstelaed
CIOIOCCLXVII, d. i.Tot belooning voor het
redden van een burger, geschonken door dexlmster-
damsche maatschappij, in 1767 opgericht.
Donderdag 28 October liep het stoomschip W. A.
Scholten, kapt. Jansen, komende van New-York
met een diepgang van 55 decimeter den Nieuwen
Rotterdamschen Waterweg binnen. Spoedig echter
was het stoomschip verplicht het anker te laten val
len en te blijven, waar het was, ten gevolge van
rivierverstoppiug, veroorzaakt door het aan den
grond zitten van vier stoomschepen aan den boven-
mond van het kanaal of de doorgraving, op het zoo
genaamde //Zuiden", die het voortzetten der reis
verhinderde. De Scholtenden volgenden dag wil
lende vertrekken, geraakte met het achterschip aan
den grond, waardoor het schroefraam en het roer
afbraken. Aangezien het schip door deze ramp niet
dau met geringen diepgang de plaats zijner bestem
ming kon bereiken werd onmiddelijk overgegaan tot
lossing van een gedeelle der lading, waarna het door
3 sleepbooten naar Rotterdam werd gesleept.
Naar wij vernemen is het viertal aan den grond
zittende schepen met één vermeerderd.
Wanneer dergelijke feiten en daarbij in aanmer
king genomen wordt, dat de stoomschepen, varende
van Rotterdam op Harwich, in plaats van te 5, voor
taan in den namiddag te 2 uren zullen vertrekken,
hoogstwaarschijnlijk omdat men het niet waagt in
den donker den Waterweg door te varen, dan be
hoeft het geen verder betoog, dat de Rotterdamsche
Waterweg nog niet is, wat hij wel diende te zijn, en
alzoo geen aanspraak kan of mag maken op den
naam van een waterweg, geschikt tot het bevaren
van zeeschepen, van middclmatigen diepgang.
Uit Rotterdam, 2 November, meldt men ons
u De Scholten, die verledene week den Waterweg
met kracht wilde doorstoomen, verloor het geheele
achterste gedeelte van het schip. Het zal, naar men
verneemt, naar Engeland worden opgesleept, om
aldaar tedokken.