VLISSIÏVGSCHE M C 0 U R A IV T N Donderdag 9 September. Jaargang. KENNISGEVING. GEMEENTEHAAD VAK VllSSlMif Mechelezi. 10.20, *1,45 6.55. 10.40, 1.45, 6.10,9.»» a a s.s S.S o a D 5.40 6.10 5.48 G,20 5.52 5.59 6.14 6.23 6.35 6.42 6.47 6.57 7.3 7.18 4.15 7.31 4.28 7.45 4.40 7.55 1875. N°. 72. 13 de Nieuwendijk, wijk H n°. 101. V LIS SING EN. Advel'tentiën gelieve men aan den Uitgevomn te zenden uiterlijk "Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure; De prijs van 1—4 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents. BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondags uitgegeven. Abonnementsprijs per drie maanden 1.franco per post 1,15. Afzonderlijke nummers 10 Cents, Men Abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren. Abonnementen voor België, Puitschland en Engeland 1,65; Frankrijk 2,10; per 3 maanden. Ter provinciale griffie van Zeeland, in de abdij te Middelburg, liggen ter lezing de voorwaarden, waarop gal worden aanbesteed 1°. door het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, idea 14en Septembera. s.: De levering van het papier, in onder, scheidene soorten, benoodigd voor de dienst der Algemeene Landsdrukkerij, gedurende de jaren 1S76 eu 1877. 2°. door den Schout-bij-Nacht, Directeur en Kom- mandaut der Marino te Amsterdam, op den 15en September a. s.: Het naar aanwijzing uitbaggeren van het Marinedok te Amsterdam. ZITTING van 7 September. Voorzitter de heer Winkelmand-burgemeester. Secretaris de heer P. Forbes Wels. Afwezig de heer C. J. van der Hijden. Alvorens tot de behandeling van zaken over te gaan, ggen de herbenoemde leden van den raad, zijnde de heeren Scbraver en Kleijnhens, na door den secretaris te zijn binnengeleid, den voorschreven eed af en nemen zitting. De Voorzitter wenscht de heeren Scbraver en Kleijnheus geluk met hunne herbenoeming en twijfelt er niet aan, of zij zullen de belangen der gemeonte naar plicht en geweten behartigen. Hierna worden de notulen der beide vorige raads zittingen gelezen en goedgekeurd. Wordt overgegaan tot de benoeming van een wet houder. Bij de le vrije stemming, bij welke tie beer J. G. Hector volgens de gemeentewet zich buiten stemming meende te moeten houden, welke meening door den Voorzitter en de overige leden van den raad niet werd gedeeld, verkregen de heeren J. G. Hector 2, Kleijn hens 2, Pot 3, Quakkelaar en J. J. P. Hector 1 stem, terwijl drie leden blanco hunne stem hadden uitge bracht. Bij de 2e vrije stemming verkregen de heeren J. G. Sector 3, Kleijnhens 3, Pot 3 en Quakkelaar 1 stem blanco 2 stemmen. Hierop volgde eene herstemming, bij welke de hee ren J. G. Hector, Kleijnhens en Pot ieder 3 stemmen verkrijgen. De heeren Hector, Kleijnhens en Pot hadden zich buiten stemming gehouden. Ka eenige uitvoerige discussiën over de vraag, of uit dit drietal tot eene loting, of tot eene herstem ming diende overgegaan te worden, werd ten slotte met 9 tegen 2 stemmen en 1 stem in blanco beslist, dat eene herstemming diende plaats te hebben. Alzoo tot eene herstemming en dus tot eene vierde stemming overgaande, verkregen de heeren J. G. Hector 4, Kleijnhens 3, en M. Pot 2 stemmen. De "Voorzitter meent, dat er nu eene stemming diende plaats te hebben tusschen de heeren Hector en Kleijnhens, waartegen de heeren Pot en Verkuijl Quakkelaar zich verklaren en de heer Callenfels een beroep doet op het reglement van orde. Met acht tegen drie stemmen wordt wederom na niteenloopende discussiën besloten, tot eene 5e stem ming over te gaan; bij welke de heer Kleijnhens 5 en de heer Hector 4 stemmen verkreeg, terwijl 1 stem blanco was uitgebracht. De heer Klcijiihcn» verzoekt den Voorzitter, hem in beraad te laten nemen, of hij al of niet de be noeming zal aannemen. De heer JU G. Hector zegt, dat hij geen genoegen neemt in de uitspraak, die hier plaats gehad heeft, als zijnde strijdig met de wet, en zich zal wenden tot gedeputeerde staten, aangezien de meerderheid reeds verkregen was bij de 4e stemming. Na de vergadering zijn dank betuigd te hebben voor het vertrouwen, dat hij jaren lang genoten heeft, uit hij den wensch, dat ziju opvolger datzelfde voorrecht zal ten deel vallen. Iu het volle bewustzijn dat hij zijne krachten gewijd heeft aan de belangen der ge meente, verlaat hij de vergadering. Voor een lid iu'de commissie van financiën, wordt het aftredende lid, de heer Scbraver, met 7 stemmen Dezelfde heer wordt in de commissie van den Micl- delburgschen rijweg met 5 stemmen herkozen. Bij do 1° vrije stemming, die plaats heeft voor een lid in de commissie van fabricage, ter vervulling der vacature, ontstaan' door het overlijden van den heer van Reijn, werden uitgebracht op den heer Schraver 5, en op den heer de Groof 4 stemmen. De heeren Kleijn hens en Pot verkregen ieder 1 stem, terwijl 1 stem in $)auco was uitgebracht. Bij de 2e vrije stemming erlangden de- heeren Schra ver 5 en de Groof 4 stemmen.De hoeren Pot en Kleijnhens verkregen ieder ééne stem. Niettegenstaande de heer Sclnvivei1 verzocht bij de 3de stemming hem niet moer in aanmerking te doen komen, wordt hij met 5 stemmen gekozen. De heer de Groof verkrèeg 3 stemmen,f terwijl 1 stem iu blanco was uitgebracht. De heer Schraver zegt, dat alhoewel hij weet, dat ieder lid het lidmaatschap vau eene commissie moet aannemen, hij wenscht ontslagen te worden van de hem opgedragen taak. De zitting gaat hierop over in eene zitting met ge sloten deuren. Na de heropening der zitting, had de heer de Groof zich verwijderd en deelt de Voorzitter mede, dat recla mes zijn ingebracht tegen den hoofdelijken omslag'van eenige ingezetenen, welke niet ontvankelijk zijn ver klaard, waarna wordt besloten tot de vaststelling van het suppletoir kohier tot een bedrag van f 1062,84A/S. Wordt voorgelezen een ingekomen brief van de hoofdonderwijzers Sitsen en van Kamer, in welken be zwaren worden ingebracht tegen de uitvoering van het raadsbesluit, waarbij met ingang van 1 Januari 1876, viermalen 's jaars op de scholen leerlingen moe ten worden aangenomen. De plaatselijke schoolcommissie kan zich met hunne bezwaren vereenigen, daar het ook haar voorkomt, dat daardoor te veel afdeelingen in do scliool gevormd worden, waaraan de talrijkheid van het onderwijzend personeel niet geëvenredigd is. Vooral heeft zulks be zwaar voor de laagste klasse, daar voor kinderen, die met 1 April eu 1 October op school komen, geheel nieuwe afdeelingen gevormd moeten worden, met dat gevolg, dat de werkkracht van den onderwijzer te veel versnipperd wordt, zoodat hij aan elke afdeeling te weinig tijd besteden kan, om dezelfde vruchten van het onderwijs te kunnen plukken, als tot nu toe. Dientengevolge geeft de pl. schoolcommissie den raad in overweging, of het niet wenschelijk zoude zijn maatregelen te nemen, dat gehandhaafd kan worden het raadsbesluit van 29 December 1872, dat bepaalt: dat slechts met 1 Januari en 1 Juli kindereu worden aangenomenen mocht hiertegen eventueel bezwaar bestaan, dan toch in ieder geval voor zooverre de laagste klasse betreft en ook voor kinderen, die van andere plaatsen komen en nog geen onderwijs hebben ontvangen. Verder acht de pl. schoolcommissie het ook nood zakelijk, dat de toelating van kinderen op school G slechts met zevenjarigen leeftijd, kan plaats hebben. De Voovzittci» vraagt, of de raad, na het ge hoorde, Jwenscht terug te komen op het laatst ge nomen raadsbesluit, betrekkelijk het 4 malen toelaten van leerlingen op de lagere scholen. De heer de ftfiiijff kan niet voor intrekken van het genomen raadsbesluit stemmen on wenscht zijne stem te motiyeeren. Indien, volgens spreker, slecht^ tweemalen 's jaars kinderen op de lagere scholen ktin nen worden toegelaten, dan zullen de ouders van vele kinderen, die niet gezind zijn tot het tijdstip van toe lating te wachten, hunne kinderen, naar eene bijzon dere school zenden, dat tot nadeel der financiën van de gemeente leidt. Daarenboven heeft oen ander hoofdonderwijzer, bij wien hij onderzoek gedaan eu deze zaak besproken heeft, verklaard, dat hij voor zich, geen bezwaar maakt leerlingen 4 malen 's jaars op zijne school te nemen, zooals op verscheidene plaat sen, o. a. ook ta Rotterdam plaats heeft. Met het oog op het een on ander, wenscht hij het vroeger raadsbe sluit gehandhaafd te zien. De heer Pot zegt, dat de hoer do Kruijff in zijn geest heeft gesproken. Hij doet opmerken, dat het verzoek slechts van twee hoofd-onderwijzers uitgaat, en de oudsto onzer hoofd-onderwijzurs met eene 40javige ondervinding achter zich, de bezwaren zijner ambtgenooten niet deelt. Volgens dien onderwijzer veroorzaakt het tweemalen aannemen van leerlingen iu het jaar deu burger ongelegenheid on dor. onder wijzer moeielijkkeid. Spr. acht verder bet tijdstip, om kipderen vau 5 of 6 jaren uit afgelegen wijken iu Jauuari voor het eerst naar school te zenden, onge lukkig gekozen. Hij gelooft ook niet, dut de bezwaren van dien aard zijn, dat zij invloed zullen uitoefenen op den goeden gang van het onderwijs. Vandaar, dat hij handhaving van bet genomen raadsbesluit wen schelijk acht. Mocht het later blijken, dat verande ring in dezen noodzakelijk is, wil hij gaarne daatoe medewerken. De heer van Uijc Pïetea*sc zegt, dat de heeren Pot en do Kruijff niet in zijn geest gesproken hebben. In de eerste plaats merkt hij op, dat twee hoofdonder wijzers, de heeren Sitsen en van Kamer, hunne be zwaren, die door de pl. schoolcommissie gedeeld wor den, tege?i het raadsbesluit bij deu raad indienen en vraagtMoeten deze niet worden gehoord Wanneer twee hoofd-onderwijzers, wier zienswijze de pl. school commissie deelt, bezwaren maken tegen een genomen raadsbesluit, heeft hij voor zich alle vrijheid aau dio bezwaren te gemoet te komen. Werd het besluit van den raad gehandhaafd, dau zou het volgens spr. zeer nadeelig werken op het geven van goed en degelijk ouderwijs. Ook neemt hij de vrijheid iu herinnerino- te brengen, dat hij aan bet genomen besluit niet heeft medegewerkt, omdat bij het nietiu het belang heeft geacht van een deugdelijk onderwijs. Wel wil hij eene uitzondering maken voor vreemdelingen, die zich hier vestigen. Hij zal dus voor intrekking van het raadsbesluit stemmen, te meer nog, omdat rechtgeaarde ouders vooraf overwegen, wanneer zij hunne kinderen naar school zullen zenden. De heer Catlemfels is het eens met den heer van TJije Pieterse. Reeds vroeger heeft hij ziju gevoelen dienaangaande bekend gemaakt. Spr. had liefst geen. namen genoemd. Nu echter de heeren Pot en de Kruijff gesproken hebben van het gevoelen vau een ander hoofdonderwijzer, zegt hij, dat dit is van den heer Fret. Hij merkt op, dat de heeren van Kamer en Sitsen bezwaar maken tegen het raadsbesluit, omdat door hen in de aanvangsklasse gevolgd wordt de leer wijze van Bouman, volgens wolke een kind iu 6 maan den lezen leert. In de le klasse, die uit afdeelingen bestaat, werkt een hulponderwijzer. Wanneer men nu nog meer leerlingen in die klasse bijbrengt, dan wordt ook meerdere hulp vereischt. 3 uist in de aan vangsklasse moet men met aanbrengen van leerlingen voorzichtig zijn. De heer Klcijnlicns meent, dat het nog niet zoo lang geleden is, dat besloten is, tweemalen 's jaars leerlingen op de lagere scholen op te nemen. Dat be sluit is onlangs gewijzigd, en heeft men bepaald, dat 4 malen 's jaars leerlingen zullen worden aaugeno- men. Vreemd vindt hij het, dat men nu weder met nieuwe bezwciren voor den dag komt. Eene andere vraag is bet, men nu zoomaar voetstoots moet terugkomen op oen genomen raadsbesluit, zoo ja, dan houdt volgens spr. niets meer stook.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1875 | | pagina 1