VLISSINGSCHE COURANT. 1875. N°. 23. Zondag 21 Maart. 13do Jaargang. GEMEENTE-BESTUUR. KEPiNIS GJGVIN G. B1NNENLANDSCIIE TIJDINGEN. Nieuwendijk, wijk H n°. 101. VLISSINGEN. Advertentiëa gelieve men aan. den Uitgever in te zenden uiterlijk Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure; De prys van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents. Abonnementen voor België 1,55; Frankrijk 2,10; Puitschland 2,30 per 3 BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondagsuitgegeven. Abonnementsprijs per drie maanden 1.franco per post f 1,15. Afzonderlijke nummers 5 Cents. Men Abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-Direeteuren. maanden. No. 30. HOOFDELIJKE OMSL&O. Ter lezing liggen van het kohier van den hoofdelijken omslag van het jaar 1875. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Vlissingen, maken bokend: dat ter voldoening aan art. 264 der wet van den 29 Junij 1851, {Staatsblad no. 85), ter Secretarie der ge meente gedurende veertien dagen, te rekenen van Maandag den 22 Maart a s.f voor een ieder ter lezing is nedergelegd liet kohier van den hoofdelijken omslag voor 1875 en dat ieder aangeslagene bezwaren tegen zijn aan slag kan inbrengen bij den Gemeente-raad, binnen den tijd voor het ter lezing liggen bepaald, bij ver zoekschrift op ongezegeld papier. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 20 Maart 1875. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. HECTOR, L.B. De Seci'etaris P. FORBES WELS. Ter provinciale griffie van Zeeland, in de abdij te Middelburg, liggen ter lezing, de voorwaarden waarop 1" door het Departement van Marine op den 31sten Maart a. s. zal worden aanbesteed De levering van granen; 2n waarop door het Departement van Binnenlandscho Zaken op don lsten April a. 8. zal worden aanbesteed: Het maken van gebouwen en andere werken op het goederenstation te Rotterdam (Ferjenoord). Naar het uit de ons toegezondene ZieriJczeesche courant van Woensdag 10 Maart blijkt, heeft men zich op Schouwen er aan geërgerd, dat het Brou- wershavensche adres van adhaesie aan het voorstel Kappeijne c. s. den schrijver van het ingezonden stuk in de T lissingsche courant van 7 Maart aanlei ding gegeven heeft, adressanten te beschuldigen van een al te grooten ophef te maken van de deugde lijkheid van Brouwershaven als los- en ladingplaats en te meenen, dat de pretentiën van Brouwershaven nog al overdreven zjjn. Wij zouden, daar de schrijver uit Zierikzee geen enkel punt van het beweerde door X. heeft weder- legd, en het zelfs onnoodig acht het bedoelde adres te verdedigen, er met den Vlissingschen schrijver een speldje bij kunnen stekenware het niet, dat eerstgenoemde zich eene vrijheid veroorlooft, welke wij hem wel gunnen, mits waarheid de grondslag zij en blijve van zijn schrijven, als hij over Vlissingen iets wenscht te berde te brengenen hij de stad, die door zoo menigeen wordt benijd en miskend, geens zins aansprakelijk stelle voor datgene, wat deze of gene ter harer verdediging meent in het midden te moeten brengen. Of zou de schrijver uit Zierikzee soms meenen, dat men zich te Vlissingen maar alles moet laten welgevallen, wat elders ten koste van haren naam en de waarheid den volke wordt verkondigd? Dit zou, dunkt ons, te veel gevergd zijn van het lijdelijk afwachten, waartoe vooralsnog de stad gedoemd wordt, die hare toekomst wel nimmer zal behoeven te bouwen op de verstopping der bronnen van wel vaart van de andere Zeeuwsehe havens. Wat de Scheldestad voor zich zei ven verlangt en begeert, dat verlangt en begeert zij ook niet alleen voor Zierikzee en Brouwershaven, maar voor alle plaatsen van ons Vaderland. Wat zij echter in gee- nen deele verlangt en nog nooit verlangd heeft, is, hare toekomst te bouwen op den ondergang van andere steden. Wij althans hebben ten allen tijde, als wij iets ten gunste onzer stad onzen lezers konden mededeelen, nooit lokale belangen op den voorgrond gesteld; en vooral niet, omdat wij maar al te goed weten, dat de haven— en spoorwerken ten onzent niet om Vlis singen te begunstigen zijn aangelegd, maar uitslui tend in het belang van den Nederlandschen handel, die door al de kunstmiddeltjes, om dien te beperken tot den kring der bevoorrechte steden van ons Vaderland in de laatste jaren alles behalve roos kleurig is geworden. Gelukkig is men in tijds nog tot bezinning gekomen en heeft men Vlissingen, als de voor den handel en de scheepvaart uitmuntendste haven van ons land recht doen wedervaren, en zijn millioenen aangewend, om den Nederlandschen han del voor meerdere kwijning te vrijwaren. Valt er, niettegenstaande de goede en wijze be doelingen der Hooge Regeering, nog op niet veel vooruitgang te bogen; wij twijfelen er tevens geens zins aan, of Vlissingen zal en moet zich gaan ont wikkelen op het gebied van handel en scheepvaart. Allerminst zijn daartoe dienstig de middelen, welke zoo gretig en zoo vaak door atuWen worden te baat genomen, om, kon het zijn, een spaak in liet wiel te steken, ten einde daardoor den langzamen maar zekeren vooruitgang te belemmeren. Neen, onze stad heeft geene kunstmiddelen te gebruiken, om hare uitnemende ligging als zee- en handelplaats hoog op te vijzelen. Het algemeen erkende feit, dat zij is de natuurlijkste haven van ons land, maakt dan ook trouwens elke aanprijzing dienaangaande overbodig, en zou het bouwen harer toekomst op de verstopping der bronnen van wel vaart van de andere Zeeuwsehe havens harerzijds, haar meer tot na- dan tot voordeel strekken. Kan zij medespreken van de verstopping harer bronnen van welvaart, zij weet ook, wat het zegt alles ontnomen en daarbij nog verplicht te worden, lasten te leggen op de schouders harer ingezetenen, die daarenboven van het hunne nog moeten bijdra gen, om de grootheid van anderen nog grooter te maken. En is er, wel is waar veel, wat anders zou zijn, bijaldien het laissez faire van vele Vlissingers, die aan geen dings gebrek hebben, plaats maakte voor een streven, om iets tot bevordering van bloei en welvaart te ondernemen of in de hand te werken, voorzeker zou het spoedig gezien en ondervonden worden, dat Vlissingen niet voor zich zelve leeft en nog niet is vervreemd geworden van die Zeeuwsehe deugd, die ten allen tijde en onder alle omstandig heden openbaar wordt, als er sprake is, iets voor anderen veil te hebben en vooral voor die steden, welker toekomstig lot zoo nauw verbonden is met het lot der stad, die ten onrechte door den schrijver uit Zierikzee verdacht wordt hare toekomst te bou wen op de verstopping der bronnen van welvaart van de andere Zeeuwsehe havens. Vlissingen, 20 Maart. Een bij de Regeering ontvangen telegram van den generaal-majoor Pel meldt, dat de gezondheidstoestand te Mjeh in de laatste dagen aanmerkelijk verbeterd is. MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE VAN STAATSSPOORWEGEN. Tolale ontvangsten van 1 Januari tot 4 Maart 1875: ƒ944,217,27, tegen 835,631,32 in 1874; van 5 tot 11 Maart 1875: f 117,217,29, tegen 98,217,367, in 1874. Totaal f 1,061,434,56 in 1875, tegen 933,848,67»/2 in 1874. Gemiddeld per dag en per K.M. sedert 1 Jan. 1875: f 15,32, tegen 13,477, in 1874. Eergisteren is alhier in het marinedok gekomen, de Nederlandsche schooner Adriana Wilhelmina, kapt. Reijnhout, komende van Warkwordt, met kolen voor deze stad. Aan het Handelsblad wordt over de te openen stoomlijn van Vlissingen op Engeland het volgende gemeld Naar mij uit betrouwbare bron wordt medege deeld, schijnt het zeker //1° dat de booteu dagelijks zallen varen en wel op Sheerness; //2° dat zij des morgeus vroeg van hier zullen vertrekken en des avonds laat of des nachts hier zullen aankomen; //3° dat men in Mei zal beginnen met één der booten een aantal proeftochten te doen (van de andere is, zooals men weet de cilinder gebroken) ffHet tijdstip waarop de dienst zal geopend wor den hangt waarschijnlijk samen met de opening der lijn SheernessLonden, welke spoorweg zijne vol tooiing nadert. //Verder wordt medegedeeld dat. de maatschappij reeds toezegging heeft gekregen »ot het vervoer der brieven voor een gedeelte van Duitschland en Rus land. De groote vraag blijft echter of ook Nederland het vervoer zijner Engelsche brieven aan deze maatschappij zal opdragen. Wanneer de dienst een maal zoodanig geregeld is, dat men, des namiddags uit Londen vertrekkende, den volgenden morgen vroegtijdig te Amsterdam kan zijn, zal zeker het brievenvervoer over Ostende, waardoor deze eerst na beurstijd te Amsterdam aankomen, niet langer kunnen behouden worden,- Het zal dan moeten blijken of de snelheid dezer booten en hare gere gelde aankomst ook bij slecht weêr, het ver voer der brieven langs deze lijn boven die van Har wichRotterdam moet doen verkiezeu." Het provinciaal gerechtshof in Zeeland deed gis teren morgen uitspraak in de zaak der 34 beschul digden vau St. Philipsland, de vorige week ter zit ting gedagvaard wegens rebellie, gepleegd door meer dan 20 personen en de 34e beschuldigde ter zake van medeplichtigheid aan die rebellie. Het Hof achtte de schuld van 24 der 33 aanwe zigen niet wettig of overtuigend bewezen en sprak hen dieusvclgens vrijde namen der vrijgesproke- nen zijn: H. J. Verwijs; W. Nelisse; S. Meijer; J. de Kok; J. HengsunengelH. Moeliker; P. Aar- noets; A. Kaashoek; T. de Ruiter; M, Kempeneers; C. Karon; A. BolierG. Kempeneers; A. van den Berge; C. van Dijke Mz.; A. Kunst; J. Büikens; A. Reijngoudt; A. de Graaf Jz.J. Faasse; N. de Rooij; A. Kramer; J. Koster en F. W. S. von Stae- del, burgemeester van St. Philipsland, deze laatste aangezien zijr. schuldplichtigheid in dezen niet be wezen is; de beide eerste wegens minderjarigheid en geen bewijs geleverd hebbende als gehandeld te hebben met oordeel des onderscheids. Verder heeft het Hof schuldig verklaard de vol gende personenW. Moeliker en D. van Bloois en deze veroordeeld tol een correclioneele gevangenis straf gedurende den tijd van zes muanden; T. Bos- ser tot een correclioneele gevangenisstraf gedurende

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1875 | | pagina 1