VLISSINGSCHE COURANT.
1875. N°. 10.
Zondag 7 Maart.
13de Jaargang.
GEMEEiNTE BESTUUR.
KENNISGEVING.
KENNISGEVING.
BINMMANDSCHE TIJDINGEN.
Nieuwendijk, wijk H n°. 101.
VLISSINGEN.
Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk
Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure;
De prijs van 1—4 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents.
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondagsuitgngeven.
Abonnementsprijs per drie maanden 1.franco per post f 1,15.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
Men Abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren.
Abonnementen voor België 1,55; Breukrijk 2,10; Duitschland 2,80 per 3 maanden.
No. 26. NATIONALE MILITIE.
Dienstneming bij de zeemilitie
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Vlissingen;
gelet op art. 150 der wet van den 19den Augustus
1861 Staatsblad no. 72)
noodigen bij deze uit de lotelingen, welke mogten
verlangen bij de zeemilitie te dienen, biervan aan
Burgemeester en Wethouders vóór den lsten April
aanstaande kennis te gevenen brengen, voor zooveel
noodig, ter hunner kennis, dat de wet, onder meer,
bepaalt, dat elk die bij de zeemilitie is ingelijfd, vier
jaren na den dag zijner inlijving een bewijs van ont
slag uit de dienst ontvangt, en dat de loteling, die
zijn diensttijd bij de zeemilitie volbracht en een be
hoorlijk paspoort bekomen beeft, in tijd van vrede van
de dienst der schutterijen is vrijgesteld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 4 Maart 1875.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd
WINKELMAN.
De Secretaris,
A. F. SCHATTENKERK, L. S.
DE COMMISSARIS DES KONINGS IN DE
PROVINCIE ZEELAND,
gelet op art. 11 der wet van den 13en Juni 1857
(Staatsblad no. 87);
maakt bekend, dat, volgens het daartoe door heeren
Gedeputeerde Staten genomen besluit van den 26sten
Februari 1874, no. 113,
1°. de jacht op houtsnippen en waterwild op den 15en
Maart en die op watersnippen op den len April
van dit jaar zal gesloten zijn
2°. het weispel van kwartelen alléén van den len Mei
toten met den 15en Juli dezes jaars zal geoor
loofd zijn;
3°. de visscherij van den 15en Maart toten met den
15en April aanstaande zal gesloten zijn, doch dat
het visschen in het Nederlandsch gedeelte van
het Kanaal van Neuzen en Gent en in de Axélsche
vlakte, ook gedurende den gesloten vischtijd zal
geoorloofd zijn
4°. dat gedurende den gesloten vischtijd, in de wate
ren waarop de sluiting der visscherij toepasselijk
is, het visschen van paling, doch alleen met aal-
korven van wisscben of teenen gevlochten, zal
mogen plaats hebben.
Middelburg, den len Maart 1875.
De Commissaris des Konings voornoemd,
R. W. VAN LIJNDEN.
Aan de aanbesteding van 10.000 meter
kardoessaaiwelke aangekondigd was
tegen den 19en Maart a. s., zal geen ge
volg worden gegeven.
Vlissingen, 0 Maart.
Een bij de Eegeering ontvangen telegram
ttt Indië van den 25en Februari bevat een
bericht van generaal-majoor Pel, dat de
cholera te Atjeh verminderde.
Had bet nieuwgebouwde en doelmatig ingerichte
stoomschip Groningen van de Rotterdamsche Lloyd in
den loop dezer week, ondanks eene soms vrij scherpe
voorjaars koelte menigeen naar onze binnenhaven ge
lokt, ten einde het prachtige schip in oogcnschouw te
nomen, eene talrijke menigte bevond zich heden mid
dag ter plaatse, waar de uit Harderwijk komende
extratrein met militairen, onder bevel van den kapi
tein J. H. Thieme moest aankomen.
Ter bestemder tijd arriveerde de trein aan het
haven-station, alwaar de aankomenden opgewacht
werden door eenige officieren on het militaire muziek
gezelschap van het garnizoen.
Na uit de waggons onder een luid hoera te zijn ge
stapt, marcheerde de troep, vporafgegaan door voor
meld muziek naar de Groningen, op welke zich eene
groote menigte verzameld had, om aanschouwer te
zijn van het inschepen devgeneu, die wellicht binnen
korten tijd voor beeter vuur zullen gebracht worden,
dan wij ooit zullen te zien krijgen.
De inscheping geschiedde met de meeste orde. Aan
boord gekomen, wachtte den manschappen een goed
middagmaal, dat voorzeker niet onwelkom zal geweest
zijn.
Onmiddelijk na de inscheping, zagen wij dikke
rookwolken uit de schoorsteen van de Groningen stij
gen en toebereidselen maken, om zoo spoedig moge
lijk onze haven te verlaten en op de reede den tijd
van vertrek af te wachten. De afvaart op morgen be
paald zijnde, zal het stoomschip, aan welks boord een
50tal passagiers eerste en tweede klasse benevens 125
militairen zich bevinden, de /eis naar Southampton
aanvaarden, om van daar, na steenkolen ingenomen
te hebben, de reis naar Batavia, Samarang en Soera-
baya voort to zetten.
Alhoewel wij niet gaarne een afgod maken van het-
gene onze zinnen streelt, of van wat buiten ons ge
west en onze stad zoo al gedaan wordt, om den menscb
zoowel ter zee als te land het recht op zijn gemak en
naar zijn zin te maken; zoo moeten wij toch eerlijk be
kennen, dat de gebeele inrichting van de Groningen
ons bijna zou verleiden den wensch te uiten, eens een
reisje met zulk een bodem mede te maken.
Naar bet inwendige te oordeelen toch, is alles zoo
comfortable ingericht, dat men onwillekeurig nu en
dan zich waant te bevinden in een onzer voornaamste
hotels. Een salon in pracht en sierlijkheid niets onder
doende voor een verblijf, dat het kenmerk draagt, dat
de eigenaar aan geen ding gebrek heeft, waarachter
de hutten en badkamers der passagiers eerste klasse
worden aangetroffen, getuigen toch van eene woelde,
die wij nog niet aan boord van cenig schip hebben
aanschouwd.
En is er voor de hebbenden" goed gezorgd, de rei
zigers, die zich met wat minder moois moeten verge
noegen, zijn ook in geenen deele vergeten. Het verblijf
der passagiers tweede klasse, dat 22 personen kan be
vatten, is daarvan een bewijs. Door eenvoudigheid en
degelijkheid uitmuntende, biedt het al die gemakken
aan, die ons bijndTal de gevaren zouden over het hoofd
doen zien, die aan eene zeereis onafscheidelijk verbon
den zijn.
Worden de verblijven der passagiers en van een
deel der bemanning alleen boven deks aangetroffen,
om die der mindere schepelingen en krijgers, te kun
nen bezichtigen, moeteu wij een paar trappen afklim
men. Tusschendeks aangekomen, ontwaren onze blik
ken het logies van Jan Maat en dat onzer krijgers, die
in de tropische gewesten de eer onzer vlag zullen
moeten gaan ophouden.
Vinden wij voor ons zeiven daar weinig begeerlijks,
het tevreden gelaat en de aangename stemming, die
wij onder onze Hollandsche jongens aantroffen, lever
den het bewijs, dat men ook dóAr zich gelukkig en
tevreden kan te huis bevinden, waar eenvoudigheid en
zindelijkheid heerschen en overigens nietsoutbreekt
aan de middelen, om den inwendigen mensch te ver
sterken.
Is alzoo alles, wat dient, om het dobberen op de
golven van den Oceaan minder onaangenaam en ge
makkelijk te maken, naar den eisch des tijds ingericht,
het kolossale stoomschip, dat 3000 ton inhoud heeft,
is niet minder te roemen, wegens de geheele con
structie.
Nemen wij hierbij in aanmerking den goeden geest,
die onder de bemanning schijnt te heerschen en voe
gen wij hierbij de welwillendheid en bereidvaardigheid
door de meerdere schepelingen aan den dag gelegd,
om op eene ongekunstelde en belanglooze wijze de
vele ongeuoodigde bezoekers tot gids te verstrekken
en voor te lichten, dan kan het niet anders, of de gun
stige indruk van het schip en de bemanning, welken
ieder met zich droeg bij bet verlaten van de Groningen
zal ook die zijn van hen, die op het punt staan de
soms zoo onstuimige golven van den Oceaan met dien
bodem te gaan door klieven, als de zeereis voorspoe
dig zal zijn volbracht.
Onze beste weuschen vergezellen dan ook de Gro
ningen met allen, die or op aanwezig zijn. Roepen wij
hun allen een hartelijk vaarwel toe, het is niet zonder
den wenscb, van het schoone vaartuig met zijne ge
beele bemanning ter bestemder tijd een even hartelijk
welkom in de Vlissingsche haven te kunnen toeroepen.
Beroepen tot predikant bij de Nederduitsche
hervormde gemeente alhier, de heer F. J. Magen
dans, thans te Slijk Ewijk.
Wij vestigen de aandacht onzer lezers op de lezing,
te houden door de heer J. Coenraads Pieterse, van
Middelburg, op Maandag a. s. in de zaal vau de
heer Kuijpers alhier.
Wij vernemen met genoegen dat de heer T. L.
Pinto te Middelburg, is aangesteld als Dentiste in
het R. C. Weeshuis alhier, waar hij onlang-- geheel
belangloos voor mondgebreken geraadpleegd,belang
rijke diensten aan de weezen beeft bewezen.
Donderdag avond is omstreeks 10 ure door het
kanaal langs Middelburg alhier gearriveerd, het
stoomschip Eliza, geladen met stukgoederen, bestemd
voor het stoomschip Groningen.
De sociëteit, onder de zinspreuk: ,/door de Wa
pens vrienden" van het kader der dd. Schutterij te
Middelburg, zal op Maandag 15 dezer, haar 20-jarig
bestaan vieren.
Daartoe is door de leden een concert georgani
seerd, uit te voeren door het muziekkorps der schut
terij, onder leiding van den luitenant-directeur, de
heer A. de Jong, in de groote zaal van het Schutters
hof de Edele Handboogaldaar.
Behalve de officieren der schutterij en infanterie
te Middelburg, zijn ook de officieren en het geheele
kader der schutterij alhier met hunne dames, tot
bijwoning van het concert uitgenoodigd en naar
men ons mededeelt, zal het meerendeel van deze
uitnoodiging gebruik maken.
In de Staafs-courant van eergisteren is opgeno
men een staat van nalatenschappen, die in den loop
van het jaar 18*3, tengevolge van het overlijden van
manschappen, behoord hebbende tot de koninklijke
Nederlandsche marine, zijn opengevallen, en, als
niet opgeëisc door de erfgenamen, in bewaring bij
het departement van marine en bij het korps mari
niers zijn gebleven.
Als in Zeeland geboren komen daarop voor: M.
Kosten, ait. Dreischor, en J. van der Krecke, uit
Wolfaartsdijk, beiden marinier le klasse; A. Lip
pens, ait Overslag, marinier 2e klasse; A. Louwe-
ret, uit Groede, matroos 3e klasse; E. Verberk-
moes, uit Zuiddorpe, marinier 2e klasse, en A. P.
Hoogstrate, uit Driewegen, matroos le klasse.
Bij beschikking van den minister van marine van
3 dezer wordt de adjunct-commies bij de directie
der marine ie Hdlevoetsluis C. Admiraal met Mei
a. s. overgeplaatst naar die te Amsterdam, en bij