VLISSINGSCHE COÜRAUT. Aanbesteding. 1875. N°. 3. Zondag 10 Januari. 13,e Jaargang. GEMEENTE BESTUUR. aan te besteden KENNISGEVING. BIMLA1SCHE TIJDINGEN. Nieuwendijkwijk H n°. 101. VLISSINGEN. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zendon uiterlijk Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure; De prijs van 14 regels is 40 Cents, voor elke regel meer 10 Cents. BURE A.U: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt twoemaal per week, Donderdags on Zondagsuitgegeven. Abonnementsprijs por drie maanden f 1.franco por post ƒ1,15. Afzonderlijke nummers 5 Cents. Men Abonneert zich hij alle Boekhandelaren en Post-Directearen. Abonnementen voor België 1,55Frankrijk 2,10Duitschland f 2,30 per 3 maanden. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Vlissingen, maken bekend.' dat zij voornemens zijn op Zaturdag den 33 Januarij 187"5, des namid dags ten 3 ure, ten Raadhuize aldaar, bij enkele inschrijving, in het openbaar Het ONTMANTELEN en 01IV IE UW bekleedea van een GASSTOLP. Het bestek ligt ter lezing ter Gemeente- Secretarie en ten kantore van den Direc teur der Gasfabriek, bij wien nadere in lichtingen zijn te bekomen en door wien aanwijzing zal geschieden den 20 Januarij 1S75, des voormiddags van 10 tot 12 ure. De insehrijvingsbiljetten moeten op den dag der besteding des namiddags vóór 2 ure franco ten Raadhuize zijn ingeleverd. Vlissingen, 7 Januarij 1875. De Burgemeester en Wethouders voornd., WINKELMAN. De Secretaris, P. FORBES WELS. Ter provinciale griffie van Zeelandm de abdij te Middelburgliggen ter lezing do voorwaarden waarop door het Departement van Financiën op den 18en Januari aanstaande, zal worden aanbesteed: Het leveren van IJzerdraad, Ijzer-, Zink en Koperwerk, Papierrollen, Gereed schappen enz., ten behoeve van den Rijkstelegraaf, gedurende het jaar 1875. Vlissingen, 9 Januari. Dinsdag zijn door de politie aangehouden, drie personen, die zich schuldig hebben gemaakt aan het stelen van koper van een stoomtuig, slaande nabij het havenstation. Met het oog op hunne slechte antecedenten, zijn zij te Middelburg in het huis van arrest in voorloo- pige bewaring gesteld. Donderdag avond ten half 7 ure bracht het muziekgezelschap der infanterie alhier eene serenade, en gaf het tooneelgezelschap onder directie van den lieer A. Bakker eene voorstelling ter eere en ten voordeele van den heer Slips en echthenoote, die het zoo zeldzame voorrecht smaakten den dag te herden ken, op welken zij, 60 jaren geleden, in het huwe lijksbootje waren gestapt. Eene eivolle zaal, die netjes was gedecoreerd ge tuigde van de belangstelling, welke de feestvierende echtelingen zoo ruimschoots van wege het publiek ondervonden, waarvoor de heer Stips dan ook namens zijne nog zoo dierbare wederhelft zijnen innigen dank betuigde. Gsiteren vierde een onzer algemeen geachte en beminde stadgenooten, de heer J. W. Hazenberg, medecine docter enz. alhier, zijn 60en jaardag. De grootste helft van zijn werkzaam leven, wijdde hij onvermoeid en als met jeugdig vuur ten dienste der lijdende menschheid. Zoowel in de rijk gestoffeerde kamers der meer gegoeden, als in de schamele woning der armen, was hij steeds de man, die door zijn minzamen omgang en deelneming in het lot der ongslukkigen, die zijne hulp inriepen, door woord en daad harten aan hem wist te binden. Dat hij door zijne kennis en wetenschap nog vele jaren het middel in Gods hand moge zijn, om tot vreugde der zijnen en tot zegen van hem zeiven en der lijdenden werkzaam te zijn, is onze vurige wensch. Heden morgen had eene aandoenlijke plechtigheid plaats. De echtgenoote van den heer B. Esser, post directeur alhier, werd met ha ré beide kinderen, een meisje van 6 en een van 1% jaar, door den dood in de kracht van haar leven overvallen, in den schoot der aarde toevertrouwd. Vele harer vrienden en vriendinnen, met welke zij met de meeste christelijke liefde en zelfopoffering arbeidde aan het heil van jong en oud, vergezelden haar tot aan het graf. De heer A. van Schelven, van Goes, hield bij de groeve eene treffende rede, die op alle aanwezigen een diepen indruk scheen te maken, en door welke hij den bedroefden echtgenoot met alle omstanders trachtte te troostenwaarna door allen werd aange heven het le vers uit het evangelische gezang 187. De treurige plechtigheid werd hierop door een dankgebed door denzelfden spreker besloten. De heer J. J. Esser, uit 's Hage, die nog een woord wilde spreken, was te getroffen, om hierbij nog veel te voegen. Maandag 11 Januari a. s. zal alhier eene voor stelling gegeven worden, door de rederijkerskamer Amicitia in de zaal van den heer Kuipers ten voor deele eener weduwe. Het doel en ook de gunstige wijze waarop de nu te geven stukken reeds vroeger zijn uitgevoerd, zal zonder twijfel genoeg bijdragen om met een talrijk publiek vereerd te worden. Gisteren is alhier in het dok gekomen de.Nederl. brik Clemens en Floretitinus kapt. van Eijk, komen de van Middelburg, in ballast. Woensdag nacht is door de mist bij Bath aan den grond gekomen, het Engelsche stoomschip Sappho, kapt. Graves, van Rotterdam naar Antwerpen, doch met hoogwater weder vlot gekomen en naar Ant werpen opgestoomd. De heer mr. J. H. de Stoppelaar is gisteren mor gen per spoortrein van 9.21 van Middelburg naar Parijs vertrokken, om zich van daar naar Egypte te begeven. De totale ontvangsten van de maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen bedroegen van 1 Januari tot 31 December 1874 6,236,613,67V2 tegen eene ontvangst van 1 Januari tot 31 Decem ber 1873 van ƒ5,828,991,54. In exploitatie gemiddeld sedert 1 Januari 990 K.M, in 1874, tegen 989 K.M. in 1873. Gemid deld per dag cn per K.M. sedert 1 Januari 1874 17,26 tegen ƒ16,13 in 1873. Meer ontvangen in 1874 dan in 1873, 412,622,13Y2> per dag en per K.M. ƒ1,13. Bij het Oost-Indisch leger, zijn dertig le luite nants der infanterie, tot kapitein bevorderd. In de le helft van Maart zal te 's Hage een exa men van onderofficieren van de infanterie worden gehouden voor den officiersrang bij het Nederland- sche en Indische leger. Daarvan zijn respectievelijk 30 en 25 plaatsen opengesteld. Voor de kavalerie en artillerie hier le lande zijn 10 en 6 plaatsen open. In het jaar 1874 zijn van het koloniaal werf depot te Harderwijk naar Indië uitgezonden 181S onderofficieren en manschappen. Daarvan waren 1165 Nederlanders, 137 Duitschers, 251 Zwitsers 177 Belgen, 76 Franschen, 7 Luxemburgers, 1 Rus, 1 Pool, 1 Italiaan, 1 Afrikaan en 1 Ameri kaan. Gedurende dat jaar zijn 2200 personen ge keurd geworden, waarvan er 222, dus een tiende gedeelte, als ongeschikt voor de dienst zijn afge keurd. Omtrent de verpleging, die de kadetten aan de koninklijke militaire academie bij de nieuwe inrich ting van deze instelling genieten, blijkt uit bet in de Slaats-couraht openbaar gemaakt reglement, dat ieder niet gegradueerd kadet ontvangt een gulden, ieder kadet-korporaal een gulden en vijftig cents en ieder kadet-sergeant twee gulden en vijftig cents zakgeld per week, behalve wanneer hij met verlof of vacantie afwezig ishet wordt berekend tot en met den dag van vertrek en van en met den dag van terugkomst bij de academie. Het maken van schulden door de kadetten zal ten strengste worden tegengegaan. Ieder kadet slaapt afzonderlijk in een ijzeren krib, met paardenharen matras, hoofdpeluw en toe- behooren. Het ontbijt bestaat uit gort, zoetemelk, brood en boterhet tweede ontbijt uit soep, bouilli en brood; het middageten uit gebraden vleesch en visch, groenten en aardappelen, waarbij bier wordt ver strekt,; het avondeten uit melkspijzen, brood met vleesch, met kaas enz., en naar omstandigheden met bier, thee of koffie. Des namiddags, op een door den gouverneur te bepalen uur, kunnen de kadetten bier bekomen. Op de geboorte-dagen van den Koning en van de Koningin wordt aan het middagmaal, behalve het bier, aan ieder kadeteen halve flesch wijn ver strekt. De kadetten, die tengevolge van ongesteldheid de lessen niet kunnen bijwoneu, worden indezieken- inrichting opgenomen. Wanneer zich bij een kadet een bedenkelijke ziekte openbaart, geeft de gouverneur hiervan kennis aan ouders of voogden, opdat deze desverkiezende een geneesheer kunnen aanwijzen om met den eerst aanwezende» officier van gezondheid der académie over den zieke te raadplegen. Het wordt aan de ouders of voogden der kadetten vrijgelaten hun zonen of pupillen, die iu de zieken- inrichting zijn opgenomen, naar huis te doen ver voeren, waaromtrent zij zich met den gouverneur der academie verstaan. Ingeval een kadet aan de academie komt te over lijden, wordt aan het lijk dezelfde eer bewezen als aan dat van een onderofficier van het leger, tenzij zijn betrekkingen in overleg met den gouverneur, op eene andere wijze over het lijk of over de begra fenis mochten beschikken.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1875 | | pagina 1