meen to don voorsteller niet duidelijk voor oogon ligt?
Zoo straks heeft de Kaftd'van de 800, als geraamd
havengeld op do begroeting voor 1875 gebracht, weder
400 prijsgegeven. Gaat het zoö voort,'dan bestaat,
e? weinig lcg.QS op. een beteren toestand in het vol
gende jaar. Integendeel zal meil zich dan gelakt
achten, indien nn-n kan zeggen, alsdan in gelijken
toestand te vorkeerendoch dit zal geen plaat;
kunnen hebben, tenzij men met den meest mogelijke
zuinigheid en -met vermeerdering van sommige
inkomsten te werk gaat. Wordt daar niet op ge
werkt, dan kan hot niet anders, of de hoofdelijke
omslag zal in 1876 met 10 a 12000 moeten wor
den verhoogd, waaraan spr. niet wil medewerken.
Men vevgete toch niet,dat voor 1875 in de begrooting
slechts ongeveer 2000 als nadeelig saldo voor een
afgesloten dienstjaar werd gebracht, en op de begroo
tiug van 1876 het nadeelig saldo van het afgesloten
dienstjaar 1873 ten bedrage van ruim ƒ12000, terwijl
wij aan het einde vau 1876 vooreen nadeelig saldo zullen
staan, dat nu reeds geraamd is op ƒ20000. Spr. vraagt,
of het ons niet past met dit tafereel voor oogen
alle mogelijke omzichtigheid te gebruiken. Het spijt
hem voor den heer Siegers, dat door het verminderen
der havengelden zijn eollecteloon en alzoo zijne in
komsten verminderen. Waren de financiën der stad
gunstig, bij zou bereid zijn hem te gcraoet te komen,
nu echter acht hij het een eersten plicht van den Raad,
geen gelden meer uit te geven, dan noodig is. Voorts
vraagt spr. of de havenmeester, voor hetgeen hij in
zijne betrekking te doeirheeft, al dan niet behoorlijk
wordt betaald? Met volle overtuiging zegt hij, meer
dan dat. Op dit oogenblik toch geniet hij, behalve
100 als sluismeester, nog een salaris van f 300 als
havenmeester, benevens 10% van de havengelden.
Spr. herhaalt de vraag, of zulks niet eene voldoende
beiooning is voor de weinige moeite, welko de zoo
luttele scheepvaart in onze Westevhaven te weeg
brengt. Tegenover de beweering, dat een man van
den stand als den tegenwoordigen havenmeester beter
moet worden bezoldigd, voert hij aan, dat het niet
aan. hem ligt, dat die stand op het oogenblik nietge-
ovenredigd is aan de betrekking. Menige haven zooais
Vlissingen kan spr. noemen, waar do havenmeester
niet anders genietdan het verpachte havengeld of
anders een zeer gering inkomen. Kwam op dit oogen
blik do betrekking van havenmeester vaceeren, zou
er zeer zeker een gepensioneerd schipper of ander
oudgediond zeevarende gevonden worden, die voor de
helft van de tegenwoordige beiooning de zaak even
goed zou kunnen bedienen, als de tegenwoordige
titularis. Spr. haalt tot voorbeeld nog aan, de haven
van Zierikzce, alwaar de beweging in scheepvaart vrij
wel gelijk kan gesteld worden met onze gemeente-
havens, en waar de vaste jaarwedde van den haven
meester 150 bedraagt, met l/4 der havengelden, te
zamen bedragende ruim ƒ200. En moeten wjj dan te
Vlissingen, gedrukt als wij zijn, in onze financiën voor
dergelijke betrekking nu twee malen zoo veel ten
koste leggen als te Zierikzee?
Spr. ziet dat niet in, en zal dus stemmen tegen het
voorstel en voor het behoud van de tegenwoordige
beiooning van den havenmeester en collecteur.
De heer vau Ui je Pictcrsc stemt volkomen in
met den heer Kleijnhens,en acht het in den tegenwoor
digen tijd volstrekt geeue zaak daarin eenige verande
ring te brengen, te meer, daar de moeite aan de be
trekking verbonden veel minder is, dan vroeger. Hij
zal dus ook stemmen tegen het voorstel van den heer
Hector.
De heer ©citer» is verwonderd over het voel ge
sprokene door den heer Kleijnhens. Hij vermeent, dat
aan den heer Siegers wel degelijk de belooning toe
komt, welke wordt voorgesteld. Hij zegt, dat de heer
Kleijnhens vrij wat schermt met hooge sommen-van
12000 en ƒ20000; maar dat hij dan toch moet op
merken, dat bij de behandeling der begrooting, toen
de financiëele commissie voorstellen deed tot bezuini
ging en het wegzenden van overtollige menschen, de
heer Kleijnliens dit alles heeft tegengewerkt.
De heer lilcijulicns zegt, dat de heer Ockers
eene beschuldiging tegen hem inbrengt, tegen welke
lij moet opkomenon het voorkomt dat de heer
Ockers zich iet wat opwindt. Hj is dat van hem niet
gewoondoch die opwinding brengt te we6g, dat, wat
gebeurd is bij de laatste beraadslagiug over de begroo
ting hem niet meer heldor voor den geest staat. De
beschuldigingen van den heer Ookers noemt b j erns
tig cn vereischen daarom zijnerzijds gezette refutatie.
Heb ik, vraagt spr. bezuiniging tegengewerkt, ik,
rlie bj die gelegenheid met den meesteu nadruk heb
in het licht gesteld, dat alleen van bezuiniging en het
zoo mogelijk milder doen vloeien van de inkomsten
der gemeente eenige beterschap was te hopen? Of is
de heer Ockers hc-t vergeten, dat ik m jne afwjzende
stem heb gegeven b j één der eerste posten van die be
grooting, namelijk liet presentiegeld voor de leden
van den Raad? Altijd stemde spr. daarvoor, ditmaal
echter tegen en waarom om de kracht te hebben van
dan ook to stemmen tegen al do posten, welke niet
waven overeen te brengen met het betrachten van
zuinigheid in hot besteden der gemeentegelden. Maakt
zoo vraagt spr., de heer Ockers mj soms een verwjt,
dat ik een woord gesproken heb om den raad over te
halen het traktement van den heer Becker op do be
grooting te laten. Ziet, daaromtrent is zjn geweten
gerust en klopt zjn hart nog kalm. Schoon de uitgaaf
bij het vaceeruu dor betrekking van muziek- en dans
meester op dit oogenblik minder gewettigd zou schij-
non, rustte eenezedel jke verplichting op de gemeente,
om dien braven en jverigon man zjn loon niet te ont
houden. Trouwens werd. die post met algemeene
stemmen, waaronder ook die van den heer Ockers,
aangenomen.
Maar spr. zou medegewerkt hebben, om menschen
te behouden, die de fin. commissie had voorgesteld
weg te zenden. Doelt dit op het voorloopig behouden
van al do tegenwoordige beambten voor het innen
der verbruiksbelastingen, dan merkt hj op, dat hj
het voorstel der» commissie alleen wat ontijdig vond,
omdat de Raad met hoegenaamd geen grond kon oor-
deeleu, hoeveel en welke beambten konden worden
gemist. Ook hj wil, en heeft dit uitdrukkelijk ge
zegd, hj wil overtollige beambten ontslaan, hoe
onaangenaam het ook voor zjn gevoel moet zjn, om
menschen als het ware aan den djk te jagen. Aan
B. en W. is door hem bj die gelegenheid verzocht die
zaak te onderzoeken en aan den Raad het resultaat
zoo spoedig mogeljk medetedeeleu. En dat dit hem
ernst is, zal straks bijken, als hj dienaangaande eene
vraag tot het dagelijksch bestuur zal richten. Dit
meent spr. te zjner verdediging te hebben moeten zeg
gen tegen de bewering van den heer Ockers, die hem,
vooral van zjne zjde, meer dan gewoon heeft ge
griefd.
De heer Schravci* is, als ieder overtuigd, dat de
financiën der gemeente ongunstig zjn. Gaarne wil
ook hj bezuinigen doch meer is hj gestemd voor de
bezoldiging volgens gedaan voorstel van den haven
meester, dan voor die nuttelooze post van presentie
geld voor leden van den Raad, die hj steeds ais niet
overeenkomende mot de waardigheid van lid van den
Raad zal bijven beschouwen. Hj zal dus voor het
voorstel stemmen.
Na eenige opmerkingen van de heeren van Uje
Pieterse, Klejnhens en J. J, P. Hector wordt de be
raadslaging over dit punt gesloten, en brengt de
Voorzitter het voorstel in omvraag, dat rnet 6 tegen
4 stemmen werd verworpen. Voor stemden de heeren
J. J. P. Hector, Ockers, Schraver en Pot. De heeren
J. G. Hector en van der Hjden hielden zich buiten
stemming.
Daarna wordt met 7 tegen 3 stemmen besloten, het
genomen besluit van den Raad te handhaven. Tegen
stemden de heeren Ockers, Schraver en J. J. P. Hector.
Ten slotte vraagt de heer Klejnhens of er al gevolg
is gegeven aan het onderzoek om zoo mogeljk met
primo Mei eene reorganisatie der ambtenaren van de
belastingen te bewerkstelligen, waarop de Voorzitter
toestemmend antwoordt.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
G i X E y T15-B EST IJ II11.
No. 91. HOOI DE LIJKEN OMSLAG.
Ter lezing liggen van het 2cle suppletoir kohier van den
Hoofdelijleen Omslag voor 1874.
De Burgemeester en Wethouders van Vlissingen,
maken bekend
dat ter voldoening aan art. 264 (257) der wet van
den 29 Julj 1851 Staatsblad no. 85) gedurende veer
tien dagen, te rekenen van heden, ter Secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing is nedergelegd het
voorloopig vastgesteido tweede suppletoire kohier van
den Hoofdelijleen Omslag voor 1874,-
en dat ieder aangeslagene bezwaren tegen zjn aan
slag kan inbrengen bj den Gemeenteraad binnen den
tijd voor het ter lezing liggen bepaald, bj verzoek
schrift op ongezegeld papier.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 12 December 1874.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd
WINKELMAN.
De Secretaris
A. F. SOHATTENKERK. L. S.
BIMEVMUË TIJDI\GE\.
Vlissingen, 10 December.
Jl. Vrijdag morgen vertrok van de reede alhier
met een der scheepsbooten, zonder weten van den
gezagvoerder, een matroos, varende op de Engel-
sche brik Aron, kapt. Crimp.
Men vermoedt dat hij zich naar Antwerpen heeft
willen begeven, aangezien hij de Schelde wilde
opvaren, doch door den storm werd hij de Noordzee
ingedreven. Terwijl hij dienzelfden morgen om 9y,
uur buiten Westkapelle nog is gezien, en verder
niets meer van hem werd gehoordis het zeer waar
schijnlijk dat hij op die hoogte is verdronken.
Zondag morgen is uit het dok en heden naar zee
vertrokken, met bestemming naar Riga, hetNedecl
barkschip Riga, kapt. Jörgensen.
Gisteren is alhier met averij in het dok gekomen
de Noordsche brik Anna, kapt. Jakobsen, van Ant
werpen naar Brevig bestemd.
Mede is gisteren in het dok gekomen, de Neder-
landsche schooner Jeanne en Marie, kapt. de Bree
komende van Middelburg.
Den 14 Dec. 1874 is Ie Falmouth (Engeland)
binnengeloopen met zware averij de Engeische
stoomboot Ousel kapitein Sargent, komende van f
Liverpool met bestemming naar Antwerpen.
Volgens bericht was de kapitein over boord <re.
slagen en de stuurman een arm gebroken.
De directeur der provinciale stoombootdiensfc op I
de Wester-Schelde maakt bekend dat de stoomboot I
op den 22en, 23en en 24en alsook op den 29en
30en 3len December niet verder doorvaart dan tot I
Hoedekenskerke en te 11 uvan Hoedekenskerke I
naar Neuzen terugkeert om op den gewonen tijd,I
12 u.naar Vlissingen te kunnen vertrekken, terwijl f
de overige afvaart uren onveranderd blijven.
Volgens het Haagsche Dagblad is de heer J. J, I
van Kerkwijk, ingenieur in algemeenen dienst bij I
de rijks-telegraaf, bij gelegenheid der reorganisatieI
van het personeel op wachtgeld gesteld.
Door de directie der fïollandsche ijzeren spoor-1
wegmaatschappij wordt met 1 Januari a. s. eeol
nieuw tarief voor het vervoer van ijl- en vracht-1
goederen in werking gebracht.
Volgens een opgave inde Friesche courant bc-l
droeg het drankverbruik in 1871 per inwoner i
Groningen 17,88 liter, re Rotterdam 16,93, tel
Leeuwarden 16,86, te Enschedé 16,66, te Enilhovenl
16,32, te Meppel 16,94, te Dordrecht 14,48, tel
Helder 14,45, te Ti el 14,06, te Zwolle 14,04, lel
Arnhem 16,53, te 's Gravenhage 13,36, te UtreclijT
13,19, te 's Hertogenbosch J3,L4, te Nijmegen!
12,96, te Alkmaar 12,88, te Deventer 12,73, fo]
Harlip.gen 12,72 te Leiden 12,66, te Haarlem
12,37, te Gouda 12,30, te Amersfoort 12,29,
Delfzijl 12,09, te Delft 11,98, te Gorinchem 11,9
te Almelo 11,81, te Middelburg 11,71, te Zierikj
zee 11,68, te Vlissingen 11,$9 en te Amsterdam
11,52 liter.
Voor dearrondissements-rechtbank te MaasfricJj
stond Woensdag terecht de oud-notaris.J. E, G.I
vroeger resideerende te Kerkrade, laatstelijk zonde
vaste woonplaats of beroep, beklaagd van het verduisl
teren 1°. van pachtsommen, voor een gezamenlijl
drag van ongeveer 500; 2°. van eene som vaj
f 277,13 hem als bewindvoerder eener onbeheeri
nalatenschap toeverirouwd. Zoowel uit de afgelegd!
bekentenis als uit het verhoor van 19 getuigen bleef
voldoende de schuld van den beklaagde. Het O. Mj
requireerde dan ook schuldigverklaring en verooij
deeling tot de hoogste toepasselijke straf, zijnd!
eene eenzame opsluiting voor den tijd van één jam
benevens 12 geldboeten, ieder ten bedrage
f 12,50. Het wees er tevens op dat in de laaisij
maanden niet minder dan drie notarissen uit lil
arrondissement naar den rechter waren verwezei
en drukte den wensch uit, dat de regeeriug daaril
aanleiding mocht vinden, om, in de toekomst, 1
de benoeming vau notarissen in de provincie Lid
burg, niet dan met de uiterste omzichtigheid l
werk te gaan. Uitspraak in de volgende week.
SLUtS,
Tellier in de
burg en Watt
ontstaan, die
den koewachte
gens heeft hij t
In het tegen
het ongedorsel]
geborgen, dat
is. De koewac
V
u'de
Uit Gouda wordt eene commissie naar Utrecht 1
afgevaardigd om te onderzoeken hoe de nieuw opge-|
richte algemeene vleeschhouwerij daar werkt. Daar-I
na zal men waarschijnlijk overgaan tot hel uetneul
van maatregelen in gelijken geest te Gouda.
BZM
Benoemd
schutterij re
Bevo
de 2de luiten
mariniers C.
ari a. s.
Benoemt
P. F. Dierick.
Opgehev
belastingen,
te Overslag
meenten Overs
trefc de ontvang
toegevoegd aan
in- en uitgaanc
het geriefkanto
te Overslag aa
ontvanger te
tot ODtvanger
gaande rechten
de Weille, tha
Overslag c. a.
BUITEN
Dril
Te Leeuwarden is de hoofdelijke omslag
f 114177,28 opgevoerd, waardoor er perceiM
van het belastbaar inkomen zal moeten g
worden.
BREDA, 12 Dec. Z. M. de Koning heeft voor!
in Juni 1875 alhier te houden provinciale tentooi
stelling van nijverheid enz., een massief goud*
medaille uitgeloofd, en Z. K. H. Prins Alexaüül
heeft een dito medaille toegezegd.
'a GRAVENHAGE, 11 Dec. Z. M. de Konif
zal eenige dagen voor het Kerstfeest van HD. t
ten verblijf alhier aankomt ïi.
LONDEN, 12
-bericht van vers
gevolge van de v<
verscheidene mc
Jersey was de k
l aanbouw zijnde
massieve steeubl
wegen, op eene le
gen werden. E
tweeën gebroken
sfeencn grond w
verbond, en spot
schade op het st
aanzienlijk.
Volgens eei
uit Gibraltar ont
welke totdestoon
tot Woensdag oc.
vlot, dat zij, bov
vaartuig naar dei
hadden sedert Zat<
dus sedert ruim d
schepen voorbij va
bemerkteneen d;
scheepsvolk koude
kelingen hadden a
landsche schooner
opnam. Hetislicb
ten toestand zij i
zij naar behooreu b
in het Gasthuis te
den kapitein van
van Dorp, dat de
dagbladpers is zee
vreemde persoonsr
Carolina van Ams
hedin.
HENDAYE, 11
Wordt bevestigd.
Lorna, zijn geslap
tot Pagollaga. He
begonnen en te 4
zeer bloedig. De Ca
len een charge met
en den weg met lijl
zijn aanzienlijk, die
De generaal Mogrc
Wond. De geestdri
tengemeen.
GEMENi
Men vertelt son
dressuur ofslimheic