VLISSINGSCHE COURANT. 1874. N°. 95. Donderdag- 20 November. 12de Jaargang. GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. Nieuwendijk, wijk II n°. 101. VLISSINGEN. Ad verten tiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Woensdag- en. Zaterdag voormiddag 10 ure; De prijs van 1—4 regels is 40 Cents, voor elke regel meer 10 Cents. BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondags uitgegeven. Abonnementsprijs per drie maanden f 1.franco per post/" 1,15. Afzonderlijko nummers 5 Cents. Men Abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren. Bij deze Courant beboort een Bijvoegsel, bevattende het vervolg en slot van het ver slag van den gemeenteraad. De teerling is geworpen. Met 9 tegen 4 steramen werd in de gemeenteraadszitting van 21 Nov. de post van den hoofdelijken omslag op f 34090 ge steld, dus 2 1000 hooger dan het loopende jaar, waarin reeds de zoowel hier als elders impopulaire hoofdelijke omslag zooveel ontevredenheid wekte. De groote meerderheid der leden van onzen ge meenteraad oordeelde dat de vraag door biide partijen gesteld of de hoofdelijke omslag, tot deze som opge voerd, de draagkracht der ingezetenen overtreft ontkennend moet beantwoord worden, wij bel reu- ren dat votum, want ofschoon wij volgaarne aanne men dal zij die voor het voorstel stemden geloofden aan de treurige noodzakelijkheid daarvan zoo deelen wij hun meening niet, en wanneer Vlissing's burgerij bij algemeene stemming in deze zaak moest oordee- len, dan zijn wij overtuigd dat het voorstel met groote meerderheid zohde worden verworpen. Wij gronden dat oordeel op de algeiïieene ontevreden heid die de aanneming van liet voorstel hier teweeg bracht, en op de meening dat de belasting de draag kracht der ingezetenen wel te boven gaai. Vlissingen heefi op dit oogenblik meer dan eene gemeente in ons vaderland er behoefte aan vreem delingen tol zich te lokken, ons ontbreken middelen en krachten om ue scboom* grüufschcS werken die de S'aat ons schonk te exploiteeren; wij hebben daartoe steun nuodig van buiten en gelooven niet dat maatregelen als deze, die zoodanig op de inge zetenen drukken er toe zullen bijdragen om de toe name van bevolking onzer gemeente te bevorde ren, nu althans is ons reeds gebleken dat de belang rijke verheoging van den hoofdelijken omslag voor verschillende familiën een reden is Vlissingen vaar wel te zeggen, terwijl naar wij vernomen hebben ook onder eenige officieren van liet garnizoen het plan bestaat om het ministerie te verzoeken, het garni zoen uit Vlissingen weg te nemen, gaande de hoog opgevoerde belasting ook boven de draagkracht hunner traktementen. Wij gelooven dat juist op dit oogenblik nu Ylis singen verkeert in een tijdperk van overgang en meer dan ooit behoefte heeft aan toestrooraing van vreemdelingen dergelijke finamiëele druk op de ingezetenen niet moet worden uitgeoefend; de nederzetting alhier moet aanlokkelijk worden ge maakt en de vreemdeling niet door hoogebi lasting op zijn inkomen en eerste levensbehoeften worden afgeschrikt. Was er nu geen ander middel mogelijk om in het te kort te voorzien, dan door het verhoogen van den hoofdelijken omslag wij zouden zwijgen, ons des noods onzen vleeschtand uitrukken en onze zware offers plengen op het altaar onzer gemeente, maar dit is onzes inziens het geval niet en wij gelooven met den heer Pot dat Provinciale Staten, na omtrent onzen toestand te zijn ingelicht, ons geen leening zouden hebben geweigerd en mocht dit nog het geval zijn geweest dan ware nog hooger beroep mogelijk. Buitengewone toestanden billijken buiten gewone middelen, en de regeering toont zich niet ongenegen Vlissingen gunstig Ier zijde te staan, het eigenbelang der regeering brengt bovendien mede dat zij onze gemeente zoo nabij hare groote havenwerken gelegen behulpzaam zij om zich uit te breiden en te ontwikkelen. Om al de genoemde redenen hadden wij gaarne gezien dat de gemeenteraad er naar had getracht door een premieleening te gemoet t e komen in de hooge uitgaven van dit jaar, daarbij vertrouwende op de toekomst onzer gemeente die toch belooft zeer gunstig te zijn, zoodat er alle kans bestaat, dat de volgende jaren in staat zullen zijn de kleine schuld van 1874 1875 te kunnen dekken, zonder dat wij daarom ons het schrikbeeld van een bankroet behoeven voor oogen te stellen of langs een hellend vlak ten financiëelen afgrond glijden; onze toestand moet beter worden, daaraan twijfelt niemand, ons geldgebrek is slechts tijdelijk, en wij achten het daarom wenschelijker nu eene kleine leening te sluiten, die men met allen mogelijken grond mag verwachten, binnen kort fp kunnen amortiseeren, dan der burgerij zulk een belangrijken financiëelen drux op te leggen als nu door hoofdelijken omslag en de verbruiksbelastingen geschiedt. De vreemdeling en zij allen die na ons komen zouden dan niet alleen de lusten maar ook delasten onzer gemeente dragen, terwijl nu hoogstwaarschijnlijk slechts de lasten ons deel zullen zijn. Vooral voor den minderen burger en den nering doende is de maatregel zeer drukkend en vooral hier is ook de meeste ontevredenheid. Wij hopen dat het Z. M., moge behagen de ver hoogde inkomsten-belasting niet goed te keuren maar goedgunstig te antwoorden op het request door Vlissingsche ingezetenen Z. M. eerbiedig aan te bieden; mocht dit evenwel niet het geval zijn, dan blijft ons niets anders over dan met de hoop op beter dit jaar onze verhoogde belasting in vrede te dragen en het .votum :r.n ogzen raad eerbiedigen de ons rustig te schikken in het noodzakelijk kwaad en in vermeerdering van energie en werkzaamheid het redmiddel te zoeken om onze gemeente op te heffen uit haar droevige toestand, opdat de toe komst ons schadeloos stelle voor de offers die het heden van ons eischfc. ZITTING- vau Zaterdag 21 November. Voorzitter de beer Winkelman, burgemeester. Waarnemend secretaris de heer Schat ten kerk, griffier. De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een brief van den hoofdonderwijzer W. van Kamer, inhoudende bezwaren tegen de in de vorige zitting vastgestelde som ter vergoeding der kosten van vuur en licht voor school C. De som van 75 niet voldoende achtende voor de verwarming van 5 schoollokalen, vraagt hij meer, dan werd toegestaan. Na eenige discussie over dit punt, waaruit blijkt, dat de bezwaren van den heer van Kamer niet onge grond zijn, besluit do raad op voorstel van den voor zitter voor elke kachel toe te staau 18, en zulks ook voor de scholen A en B en die voor meisjes. Tegen stemden de heeren Callenfels en Schraver. Art. IcZ van Hoofdstuk VIII wordt dus gewijzigd en gebracht van 275 op 308, zoodat thans Hoofdstuk VIII Afdeeling I bedraagt 3110. De voorzitter stelt, daarna aan de orde de vaststel ling der subsidie aan het arm- en gasthuis beuevens die van het weeshuis. De door B. en W. voorgestelde post ad 11345,47s voor subsidie aan het arm- en gasthuis wordt, op voorstel van den voorzitter, na verschillende sprekers daarover gehoord te hebben, met algemeene stemmen verminderd met 650, en alzoo vastgesteld tot een bedrag van 10695,47". Bij de behandeling der subsidie aan het burger weeshuis stelt de heer Verkuyl Quakkelaar voor met het oog op de prijzen vau het brood ook die te ver minderen. De heer Ockers zegt, d it, hoewel hij voor vermin dering van subsidie voor het gasthuis gestemd heeft, hij zulks niet doen kan met betrekking tot het wees huis. Er is voor do wer en moer noodlg dan brood. Daarenboven is het aantal woezen in den laatsten tijd zeer toegenomen. De heer Laernoes heeft ook alles goed nagerekend, en kan het niet verder brengen dan tot 146, Wciar- mede het bedrag der subsidie zou kunnen verminderd worden, eene som, die regenten waarlijk wel disponibel mogen hebben. Het voorstel van den voorzitter om de subsidie van ƒ7186 te verleenon wordt daarop iu om vraag gebracht en aangenomen. Tegen stemden do heeren Verkuyl Quakkelaar eu Pot. Hoofdstuk VIII Afd. II: Armen is alzoo vastgesteld tot een bedrag van 25731,47s. Daarna komen in behandeling de inkomstea. Hoofdstuk II der ontvangsten wordt op voorstel van B. en W. alzoo gewijzigd, dat Art. 1 op 1021,—, v 2 P 2704,—, t> 3 geroyeerd, 4 f> c en 6 stuk gebi Hoofdstuk III AU. 1: Upcenr.en up s xvyas directe belastingen, wordt onveranderd aangenomen, en be draagt: Art. 1 4796,80, 2 229,50, 3 4107,-. Totaal 9133,30. Afdeeling II van Hoofdstuk III wordt op voorstel van den voorzitter aangehouden tot na den afloop der behandeling van de overige posten. Komt dus in behandeling Afdeeling IÏI. Namens B. en W. stelt de voorzitter voor Art. 1Belasting op de dranken te stellen op 9840, en Art. 2Belasting op het gemaal op 32630. De heer Verkuyl Quakkelaar vraagt daarop het woord en zegt, dat hij reeds bij de algemeene beschou wingen van de begrootiug zijne verwon doring heeft te kennen gegeven over het voorstel van B. en W., door dien zij zoowel de inkomsten verminderd hebben op het gemaal, der sterkedranken en op die der haven-, weg- en kaaigelden, als door de commissiën van finan ciën en fabricage in verband met de posten, waarmede zij zich konden vereenigen was bezuinigd; terwijl men wel mag aannemen, dat alleen door den financiëelen toestand der gemeente die bezuinigingen zijn geschied, om daardoor den hoofdelijken omslag te verminderen, en wel tot een bedrag van p. m. 10,000. Door het voorstel van B. en W. is hij in zijn vermoeden en in zijne hoop teleurgesteld. "Wordt toch het voorstel van B. en W. aangenomen, dan zal de hoofdelijke omslag ƒ35,000 blijven. Het klinkt hem vreemd eene bereke ning voor de inkomsten te maken naar wat het loo pende jaar zal opbrengen; altijd heelt men in ontvangst gebracht de inkomsten van den afgeloopen dieustte meer wijst hij daarop, omdat B. en W. niet kunnen weten, dat in het jaar 1875 de inkomsten zoo laag zul len ziju als die van het jaar 1874. Spreker beschouwt dit jaar als het slechtste jaar voor de ingezetenen van Vlissingen. Hoewel hij dit niet met zekerheid kan zeggen, zoo golooft hij toch, dat velen zijn gevoelen zullen aankleven, als bij beweert, dat de groote werken niet langer renteloos kunnen blijven liggen, zoodat hij mag veronderstellen, dat de inkomsten over 1875 allo kans hebben om te verhoogen, althans niet minder dan die van het jaar 1873 zullen zijn, het jaar, dat 1874 in mindere ontvangsten opvolgt, en niet gelijk zullen zijn met die van 1874 door B. en W. voorge steld. Werden de inkomsten beraamd naar den dienst van 1873, dan zou de hoofdelijke omslag aanzienlijk kunnen worden veflaagd. Ook moet men, volgens spreker, niet uit het oog verliezen, dat wanneer er meer scheepvaart en handel zijn, ook veel gemakkelij ker, al moest die zelfs verhoogd worden, hoofdelijken omslag kan en zal betaald worden, dan nu. De zwaar drukkende omstandigheden der ingezetenen van Vlis singen, veroorzaakt door de opheffing der marinewerf en de voltooiiug der groote werken, zonder dat daar voor eenige vergoeding is verkregen, dringen hem tegen het gewijzigd voorstel vau B. en W. te stemmen. .De voorzitter zegt, dat B. on W. het voorstel tot

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1874 | | pagina 1