VLISSIAGSCHE COURANT. 1874. IN". 80. Zondag 4 October. I2',e Jaargang. 7,1 GEMEENTE-BESTÜÜR. GEMEENTERAAD VAN VLISSINGEN. de "Wester-Soheloe, LIJKS. U. St. ens, voorm. 6.— natn. S,_ ngeD, 6.30 NSDAG, VRIJUAG. iorsselen voorm, 'euzen poedekensk. lansweert alzoorden lansweert 'a midd. 12.- loedekensk. nam. 12 30 lenzen i_ Jorsselen voorm. 10.30 lissingec 11.-. 7.30 a. 8,— 10.30 11.- 11.30 ANDAG. V. st. t •len voorm. 7.30 m 8.— ikensk. 6.voorm 11 veert 6.45 midd, 12 mrden 7.15 nam. 12 weert 7.45 i :kensk. 8.15 2 in 8.45 ielen 10.30 ingen 11.— ierdag, zaterdag. U. M. r elen voorm. 7.30 nam. n 8.- ikensk. 6.voorm. 11 veert 6.45 lorden 7.15 veert '7.45 =kensk. 8.15 sn 8.45 11 elen 10 30 midd. 1; ngen 11.— Dam. li en zullen er retonrkaartenafe; oor Je ZONDAGEN. provinciale stoomboot te Keu or verzonden worden, moet op abovvd, het gewicht en de «ar nderhevig, daareuboven moelts voorzorgen loopen zij gevaat te worden geweigerd. Neuzen en Ëags niet varen. VAN VLISSIUGÊO 10 I Vrijdag 2 J Zaterdag 3 s raidd, Middelburg - VI issinger .iggende plaatsen. AN VERTRER. 6.30, 10.ure; nam. I-, irdag echter 1.10 nam. inplnti lien voorm. 8.40. S.11.ore; nam. 2,-, lien voorm. 9.20. Vlissingen en Rotterd ackt dagen 's Maandag en omgekeerd. 3endaal—Vlissingen. .2* 10.7 a. 10.13 10.23 10.28 9.20 12.— 9.30 12.13 9.43 12.35 9.52 12.45 1.— 1.6 1.16 1.21 10.39 1.81 J0.49 1.42 10.57 1.30 11.12 2.5 11.18 2.11 11.21 4.50 5.8 5.50 6.6 6.26 6,37 6,55 7.191 7.361 7.49' 8.14 8.28 1 !7 feO -nJE 40 11.30 2.25 4.30 8.45 'n—Roosendaal. 8.50 12.20 3.10 5.40 6.- 9.— 12.31 3.20 6.49 6.10 9.21 12.41 5.52 9.28 12.54 5.59 9.43 1.19 6.13 9 52 1.40 6.23 10.8 1.55 6.36 10.15 2.4 6.44 10.22 2.13 6.50 10.32 2.29 7- 10.38 2.36 7.6 10.53 2.57 7.21 11.6 3 24 7.34 11.17 3.39 7.45 11.26 3.50 7.55 mde treinen loopen: Middelburg 's avonds 6,—1 Vlissingen 6-3° Heen gestopt, wanneer daar"" el aten. T euzenMechelen. Vlechelen: 6.30, 10.20, 6. lenzen7.—, 10.40, 6.» Neuzen—Gent. 4.40 van Gent: 8.17 1- SCHHTER TÉ VLlSSl^1 Nieuwendijk, wijk H n°. 101. VLISSINGEN. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure; De prijs van 1—4 regels is 40 Cents, voor elke regel meer 10 Cents. BUREAU: F. H. SCHIFFER, Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondags uitgegeven. Abonnementsprijs per drie maanden f 1.franco per post ƒ1,15. Afzonderlijke nummers 5 Cents. Men Abonneert zich bij alle Boekbandelaren en Post-Directeuron. No. 71. BESMETTELIJKE ZIEKTEN» Bekendmaking gedane aangiften van Roodvonk. De Burgemeester van Vlissingen, maakt bekend: dat sedert den 26 September tot op heden door do roodvonk in deze gemeente zijn aangetast 7 personen, en dat aan die ziekte zijn overleden 5 personen. Eu is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 3 October 1874. De Burgemeester voornoemd WINKELMAN. ZITTING van Woensdag 30 September 1874. Voorzitter de heer Winkelman, Burgemeester. Afwezig de heer Schraver. Onmiddelijk na het resumeereu van het behandelde in de vorige vergadering, wordt op voorstel van den Voorzitter besloten tot het houden eener geheime zitting. Na heropening der vergadering, wordt overgelegd de door burgemeester en wethouders opgemaakte ge meente-rekening over het jaar 1873, sluitende dezelve met een kwaad slot van /12136,74s. De Voorzitter deelt tot toelichting mede dat dit kwaad slot is veroorzaakt door mindere ontvangsten dau waarop bij het opmaken der begrooting was gere kend; aangezien daardoor ook stremming is ontstaan in van gemeentewege te doejit betaling, doet hij een voorstel tot tijdelijke opnaqie eener som van 12136,74s, tegen eene rente van 5%aflosbaar in 1876; hetwelk met algemeene stemmen wordt goed- Door de commissie voor fin anciën wordt ingediend de gemeente-begrooting voor het jaar 1875, waarvan het totaal in ontvang en uitgaaf bedraagt ƒ169501,80; alvorens dezelve zal worden behandeld zal aan elk der leden eene exemplaar worden uitgereikt. Eveneens wordt de ontvangst medegedeeld van de rekening vooi het gasthuis en de Kamer van Koop handel over 1874. Voor kennisgeving wordt aangenomen, een dank betuiging van het hulponderwijzers-personeel hetwelk bij raadsbesluit van 1 Sept. eene gratificatie was toege kend de heer Terwoert, mede hulponderwijzer geeft zijn leedwezen en verwondering te kennen,dat hij hoe wel ook meerdere diensten bewezen hebbende, echter Diet behoort bij diegenen welke eene gratificatie is toegekend; hij erkent dat hij kan over het hoofd ge zien zijn doch verzoekt in hetzelfde voorrecht als de anderen te mogen deelen. De Voorzitter verklaart dat hij den heer Sitse ge boord hebbende, de klacht van den heer Terwoert alleszins gegrond achtwaarom hij voorstelt ook aan hem eene som van 50,als gratificatie toe te ken- nen, waartoe met 'algemeene stemmen werd be sloten. Wordt voorgelezen een brief van den heer Schraver waarin hij verzoekt om ontslagen te worden van zijn lidmaatschap der commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijsmet algemeene stemmen wordt dit ontslag verleend, terwijl daaraan op voorstel van den beer J. G. Hector wordt toegevoegd »met dank betuiging voor de vele dienstendiedoor den heer Schraver ten nutte van het onderwijs zijn bewezen." Van het bestuur over het weeshuis is ingekomen een verzoek om een gedeelte van dit gebouw in te nchten tot eene slaapzaal waaraan groote behoefte be staat, de kosten daarvan worden geraamd op 2000,—dit verzoek wordt gerenvoyeerd naar de commissie van financiën, ten einde daarop bij het opmaken der begrooting te letten. Door den Voorzitter wordt overgelegd een inven taris van het arohief der gemeente. Met algemeene 6temmen vereecigt de vergadering &ch met eeftsjpoorstel van den heer van Uije Pieterse om den Voorzitter dank te betuigen voor de vele werkzaamheden die hij zich getroost heeft om deze be schrijving van het archief samen te stellen alsmede om deze te laten drukken. Door de Kamer van Koophandel wordt aan den Raad een schrijven gericht, waarin wordt verzocht om te doen voorzien in de behoefte van een aanlegplaats voor de stoombooten der provinciale dienst op de Westerschelde; door de eerlang te verwachten sluiting van de marine-dok zullen de stoombooten in de nieuwe haven moeten aanleggen, hetwelk groot onge rief aan de reizigers en nadeel aan neringdoenden zal berokkenen; wordt echter in de Westerhaven de opvil hij het standbeeld van de Ruyterals aanlegplaats aan gewezen, dan wordt in het ongerief voorzien, doch dan moet de Westerhaven door uitdieping enz. (welke f 5 a 6000,zal kosten) daarvoor worden ingericht. Op een door het gemeente bestuur gedane vraag, is door Gedeputeerde iStaten geantwoord dat er geen be zwaar bestaat om het benoodigde terrein af te staan. De Voorzitter wenscht van den Raad te verne men, of deze zaak voor dadelijke behandeling vatbaar is, dan of de daartoe betrekkelijke stukken in handen eener commissie moeten worden gesteld, ten einde een locaal onderzoek in te stellen. De heer van Uije Pieterse is van oordeel dat het hier voornamelijk geldt het gemak en belang der be woners van de overzijde der Schelde. Hij wenscht alvorens tot behandeling over te gaan een financiëel onderzoek te zien ingesteld, daar ook het belang der Provinciale Staten medebrengt, dat de Westerhaven tot aanlegplaats worde gekozen; op plaatsen waar geeno aanlegplaatsen zijn, worden op kosten der Staten stijgers geplaatsthij is dus vRn opinie dat voor de kosten om de Westerhaven tot aanlegplaats geschikt te waken, de gemeente niet aansprakelijk is. De heer Kleijnhens zegt ook dat hier alleen zuiver provinciaal belang in het spel isde provincie heeft stijgers te Walsoorden en Hoedokenskerke doen plaatsen, zonder eenige kosten voor de betrokken gö- meenteu; de gemeente Vlissingen heeft dus zijns inziens niets te doen, dan afstand te doen van het ter rein aan de havende heer Verkuyl Quakkelaar voegt hier nog aan toe, dat de kosten van kolenverbruik veroorzaakt door het binnenvaren van de nieuwe haven in de plaats van in de Westerhaven, der provin cie wel/1000,— per jaar meer zal kosten. Na nog eenige discussie wordt besloten aan heeren Provinciale Staten te kennen te geven, dat is besloten in den geest zooals door de heeren van Uije Pieterse en Kleijnhens wordt bedoeld. De Voorzitter deelt mede, dat is ingekomen van den heer van Uije Pieterse een present-exemplaar van een door hem uitgegeven werk betreffende het notaris ambt. Op zijn voorstel wordt den heer van Uije Pieterse daarvoor dank gezegd. Een ingekomen brief van Gedeputeerde Staten ten geleide van eene nota van bedenkingen op het door den Raad vastgestelde bouwreglement wordt voorge lezen en gesteld in handen der commissie van fabri cage om bericht. Door den heer Pot wordt een behoorlijk onder steund voorstel gedaan tot oprichting van een gym- nastiekschool. Na voorlezing van het voorstel wordt besloten het te zenden aan de commissie voor de be grooting om tegelijk daarmede behandeld te worden. Met algemeene stemmen wordt voorts goedgekeurd een ontwerp-tarief van keurloon en instructie voor de keurmeesters van rij- en voertuigen. Daarna komt in behandeling een verzoek van den heer G. A. Alberts, concessionaris van den stoom- barge-dienst tusschen Middelburg en Vlissingen, om een opril te mogen maken bij de aanlegplaats in het dok te Vlissingen, ter diepte van 1 meter en ter lengte van 3,50 meter. Burgemeester en wethouders stellen voor het ver zoek toe te staan onder bepaling dat vooraf van het Rijk vergunning'verkregen zal moeten zijn om de be schoeiing aldaar een meter te verlageh. Aldus wordt besloten. De Voorzitter doet voorlezen de ingekomen voor- waatdeji yoor de verpachting der tollen op den Mid delburg—Vlissingschen rijweg voor 1875. Daar die voorwaarden gelijk zijn aan die welke ten vorigen jare zijn aangenomen, worden ze, op voorstel van den Voorzitter, zonder wijziging goedgekeurd. Naar aanleiding van het adres van 2 schippers die vrijstelling verzoeken van havengeld ten bate van een beurtveer dat zij, in werking willen brengen tusschen Amsterdam en Vlissingen, spreekt de heer van Uije Pieterse, de wenschelijkheid uit, om de heffing van het gemeente-haven- en kaaigeld in het voormalige marinedok in te trekken. De heer Kleijnhens. Met het oog op den zeer on- gunstigen toestand van de financiën onzer gemeente, is het zoo even door den heer van Uije Pieterse aan gegeven denkbeeld van overgroot belang. Steeds is het door de regeering dezer gemeente volgehouden, dat zij recht had op de heffing van haven- en kaaigeld, in de marine-haven. Dit recht werd haar nooit be twist, en tot nu toe vindt dan ook die heffing onder goedkeuring der hoogere autoriteiten nog plaats. Wij staan gereed afstand te doen van dit recht en ons eene geldelijke opoffering te getroosten, al komt ons dit waarlijk weinig gelegen. Het kan dus niet vreemd voorkomen dat dit bij mij hot denkbeeld heeft gewekt, of men voor die opoffering niet eenig voordeel zoude kunnen verkrijgen. Al spoedig viel mijne aandacht op eene zaak van overgroot belang voor deze gemeente, op eene zaak waarvan de ontwik keling, ja de instandhouding van het oude Vlissingen, althans van het gedeelte bewesten het voormalige marine-dok, ten zeerste afhankelijk is; ik bedoel een vaste brug over dat dok. Die brug is vooral bij de plannen tot bouwen eener als het ware nieuwe stad, een noodzakelijke vereischte om het tegenwoordige Vlissingen niet te doen afdalen tot eene plaats van kleine nering en verblijfplaats van zeevolk, waardoor de eigenaars van panden en terreinen die nu nog eene goede waarde hebben zeer zouden worden benadeeld, en de stad onzer inwoning langzamerhand den weg zoude opgaan van haar voorgangster het vroegere oud Vlissingen. Veilig kan men dan ook zeggen, dat die brug door ieder Vlissinger sinds lang zeer wordt geweD8cht. Ik zeg sinds lang, ja sedert oen tijdvak van ongevéer 60 jaren, en dus reeds door ons voorge- slaoht. Opmerkelijk is het wat men daaromtrent leest in de /plaatsbeschrijving van Vlissingen door onzen voorzittbr. Daaruit blijkt duidelijk dat men in het begin dezer eeuw van wege de gemeente belangrijke terreinen heeft afgestaan aan het rijk tot inrichting der marine werven, dat tengevolge daarvan onder anderen de zoogenaamde nieuwe weg is gemaakt; doch dat de hooge regeering nimmer eenige geneigdheid heeft aan den dag gelegd om de vroeger door het gemeente bestuur verlangde brug over het natte dok daar te stellen. Als men nu bedenkt dat er geen contract omtrent deze zaak, die dus mondeling schijnt te zijn afgedaan, is gemaakt, en het gemeente archief niets hoegenaamd bevat waarop dezerzijds een recht kan worden gegrond om op rij kskosten de bedoelde vaste brug te makendau ligt het voor de hand dat wat men 60 jaren lang te vergeefs aan opvolgende regeeringen heeft gevraagd, jiu niet zoo spoedig zal verkregen worden. Hoogstens zoude men het motief van billijkheid kunnen in het midden brengendoch ik vreezo zeer dat dit wei nig zal baten, en er eene meer afdoende en degelijke beweegreden of aanleiding zal noodig wezen om een, zoo ik wil aannemen goed gezind minister in staat te stellen eene Voordracht tot maken der bedoelde vaste brug bij de wetgevende macht er door te krijgen. Welnu deze overwegingen hebben mij geleid om aan den raad het volgende voorstel te doen, dat onder steunt wordt door den heer Callenfels en is van dezen inhoud: t> De ondergeteekende stelt voor om het dagelijks bestuur te machtigen, eene onderhandeling te openeu >met het departement van binnenlandsche zaken, tot »zoo spoedig mogelijk maken eener vaste brug over »het voormalige marine-dok, geschikt voor rij- en voertuigen, tegen afstand door de gemeente van haar recht op het tot nu too door haar in die haven geho-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1874 | | pagina 1