•JAVHio:» :in:isr»vissi ii w11z mmm 'immivitwm 'm5ivz rosopmw pa 3ijimsimii M MJOI,pnB„aog r,q - 'oniaaxsaanyv 0 ~~'ol 'PP!its, Bijvoegsel van de VLISSINöSCHE COURANT van Donderdag 13 December 1872, n», 99. Zitting van Maandag 9 December 1872. Aanwezig al de Leden, Voorzitter de heer J. G. Hector", Wethouder. De uitgestelde behandeling van het voorstel van den heer Calfenfels (in ons vorig nummer vermeld)' wordt geopend door de navolgende rede van génoo'mdT lid, waarin hij aldus zijn voorstel nader uiteenzet Mijn heer de Voorzitter: Om het geschil tussehen de gemeenteraad en het r. c. armbestuur niet méér ingewikkeld te maken, heb ik gemeend tot bij bet doen van mijn voorstel, over eeno zaak het stilzwijgen te moeten bewaren, die nogtans ra. i. aan het licht behoorde te worden ge bracht, en, naar mijne overtuiging, te worden gewij zigd en verbeterd. De zaak in dat voorstel aangeduid is de bezitting der r. e. weezen, welke voortvloeid uit liet testament vau wijlen de heer Frieseu. Bij dat testament nu, dd. 22 Januari) 1844 is aan die weezen een legaat bemaakt van tien Russische obligation, elk groot 1000.— Het gemeentebestuur is, cp ver zoek van bij dat testament over genoemd legaat be noemde beheerders, en op uitnoodiging tevens van den gouverneur dezer provincie om voor de vervulling dei- bestaande voorschriften, ten opzichte der aanvaarding van dat legaat te zorgen, krachtens raads besluit van 18 Junij en 10 Julij, overgegaan om gedeputeerde sta ten van Zeeland te verdoeken de vercischt wordende authorisatie bij het hoóger bestuur te willen aanvra gen, (Missive 20 Julij 1844). Die authorisatie nu, is blijkens extract uit het verbaal van gedeputeerde sta ten van Zeeland dd. 11 October 1844, door Z. M. verleend bij hoogstdeszelis besluit van 19 September 1844 no. 70 en wel op de commissie uit het arm- en kerkbestuur der r. c. gemeente te Vlissingen, zoowel ter beheering als ter aanvaarding van meergenoemd aan de r. c. weezen bemaakt legaat. De wetsbepaling, waarop die koninklijke magtiging steunt kan geene andere -zijn dan art. 947 B. W., waarin .-.geschréven staat» dat makingen hij'uiterste wilsbeschikking, ten behoeve van openbare instellingen, godsdienstige ge-" stichten, kerken of arm in rich tingen geen-gevolg heb ben, dan voor zooverre do. koning aan de bewindvoer ders dier gestïcjiten' do magt zal hebben, verleend om die aan te nemen"en wie moeten dus 'magtiging' vragen en kunnen die alléén erlangen. De wet zegt duidelijk de bewindvoerders der instellingen, waaraan bemaakt is. En waren in deze kerk- en armbestuur, of vertegenwoordigers uit die beide ligcharhen, bewind" voerders eerier instelling óf gesticht Voorzeker neen. Ze waren en z^ zijn- nog niets anders dan beheerders van het fonds Frieseri; van het jemaakt legaat. Maar wie zijn dan de bewindvoerders? zoo iart.-.947. in, dege jmpet worden *-in- toepassing gebraqht, dan zijn dé bewindvoerders, idepersonên die de r. c. weezen vertegenwoordigden .(tijdens hun het legaat werd geschonken, de persotfen'. onder wier voogdij zij destijds stonden, dan zijn het régenten vau het arm-, gast- en weeshuis. Naar mijn bescheiden oordeel, zijn de eigenaardige bestanddeelen der kom missie van beheer over het legaat, de veV'eenipng uit kerk- en armbestuur de oorzaak geweest dal het ver zoek tot magtiging om aanvaarding en beheer is be schouwd als gevraagd ten behoeve eener godsdienstige instelling of gesticht, en is dwaling in de zaak, uit hoofde van dequaliteit van personen, oorzaak geweest van eene onjuiste beschikking vau Z M. Die dispositie bestaat en blijft bestaan, zoolang zij niet is vernietigd, maar behoorde naar mijne beschou wing, als verkeerdelijk gegeven, vernietigd te worden. Eene andere vraag echter deed zich hierbij aan mij voor en wel deze behoefde er eenige magtiging tot aanvulling van dat legaat te worden gevraagd en erlangd om gevolg te kunnen hebben, om aangenomen kunnen worden Die vraag, meen ik, ontkennend te moeten beantwoorden, en zulks om de eenvoudige reden dat bet legaat niet aan eene gesticht of instelling is bemaakt maar wel aan de r. c. weezen. Deze weezen nu stonden ongetwijfeld, voorzoovorre zij in het gods huis waren opgenomen, krachtens de wet, onder voogdij van regenten van het gesticht, waartoe zij behoorden, en mitsdien ten jare 1844 vau regenten over het arm-, gast- en weeshuis. En wat nu schrijft de wet den voogden voor in acht te nemen, zoo den minderjarigen, waarover zij gesteld zijn, eene erfenis, ik zeg niet slechts een legaat opkomt, want een legaat is geen erfenis: Eenvoudig dit gebod, dat hij' die erfenis niet moge aanvaarden dan onder het vootregt van boedelbeschrijving, het zelfde voorschrift wordt teruggevonden in den titel over het aanvaarden van erfenissen, waar mede staat geschreven dat er erfenissen aan' minderjarigen ge trouwde vrouwen en onder curatele gestelde personen opgekomen, niet wettelijk kunnen worden aanvaard dan met in achtneming der bepalingen, welke d;e personen betreffen; terwijl nog uit de tweede alinea van art. 1092 B. W., waarbij gewag wordt gemaakt van erfstellingen bij attt. ,947 vermeld, vermoeden zou kunnen ontstaan, dat onder benaming van making (schoon dat ik erken dat dat woord zeer algemeen is) wel- erfstelling en wat meer van zoodanige bemaking bevat, maar piet het, mindere,, zooals legaat moet Wor- cEe.it3 begrepen.'Dé rpdén voor dié-voor waarden van koninklijke goedkeuring, is1 dan ook deze, opdat niet ligt'de familiën al te zeer zouden worden benadeeld door overdreven liefdadigheid van den erflater jegens instellingen, noch in"de maatschappij te veel goederen den handel zouden onttrokken worden, waarvoor wel bij erfstelling maar niet zoo zeer bij legaat gevaar be staat. Ook' het onlangs genomen K. B. dd. 3 Nov. 1872 Nn. 112 pleit voor dit gesteld vermoeden, dat legaten aan gestichten bemaakt, behoeven Kon. authorisatie want heeft de wet er zonneklaar in voor zien, dan kon die zaak nimmer bij K. B. zijn geregeld geworden en dezelfde bepaling in ons tegenwoordig B. W. opgenomen vindt men terug in den Code Ncv- poleon ten jare 1818 bij ons van kracht, en.nu dat K. B. van 1818 is afgeschaft volgt daar nog niet uit dat de magtiging den koning volgens de wet toekomt, daaromtrent zegt dat besluit in geenen deele iets en kon dit ook niet. En de oorzaak voor het verschil der formaliteiten buiten Kon. magtiging in het algemeen in achttene- men, met betrekking tot het één of het ander dat den minderjarige opkomt ligt, dunkt my, voor de hand. Die een legaat ontvangt (een legataris) is geen erfge naam en is nimmer voor de schulden der nalatenschap, waaruit hij bevoorregt is, aansprakelijk, terwijl de erfgenamen, die een erfenis aanvaard hebben, niet alleen de schulden van de nalatenschap moeten betalen, maar zelfs de bemaakte legaten uitkeeren. Nimmer dus kan er voor den legataris tegenover derden nadeel ontstaan door aanvaarding, alléén winstderving tegen over erfgenamen. 'noiaoqaijum: zong o? sScppimeu uajn 8 3} .map nasp nap S; ptuuoq diqosraoójs jajq -Sma) nadianjny 100a SnpuoZ no jipejqajL^ap qodirazna^; na.unaifj u3p nm, pu61)s 13l( nM ^cpjajEZ si ofumruv]^ :|ooqaioo,9 aqospSug 3(j PJ00q so[[y 'oosscaipnv 'Tl a JspMd^Bzsg ■jsp.'/jMOfi dups^eq ?3({ n -3„UEE SJ33A ntü ptqsquapaj^ a, si uajajsigjsg -aq napjoM pSipnipaS èffs Som pftijs ap JmZq puajajliqos uaa jjaaq ipg n, s,?,pEidxo sg "®lnqisPPÏH J004 uaqpiq gnipm voo m ra4Eqwq«r3 qfqa^iau, 'quspLsiuo aosJ1!T ''hi "It «prtonSuraS 'LLw j duio" -ificq ,aq pjasiiiwaS oaSuissi[A a, si gep'jajuz l!knTi'HaS,S T 'ÜI°0U'1 'H »P»oX?8^ 5 -jHq sipspSujj ap 'gjbbjd ozap jooa Smmmais -aq ?ain uorno^ uoabij ap m joiqje S[ 2bpubuh •jaqtcteoaci II 4 noSmssixA IMIflflI aUDSOHlVMa •^f.i0l{0s9ü ^iclootjtoca ?in[saq cjoq 'sbav üoqipCAUOA o<) praqSrauizdioqos ufiz uva s(vooz ijggq 'jopgjj' jopnoqqoAi op 4ió^ -qoo jo^iz.iooa a^fifapfp 0(j •uourouaSnct: nrcqs onoo uba pioqiopiooniopioui uioxopoAi pfmivf 0p sjnjuof "IB0 PISjooa qoij si Sui^tzspBBi o^bbj op nj MHOKRftflH 'pmteudQ-s-uvp/ygg d(j 'laisraipj nop iooA 'ZL 81 -laqmoAo^; jg 'OSbiiuoabjq s, 'SOO0 0} -)BB?SJ9!)C^ nap uva moiugSuj nop f(q no U0P utïA .TnoraaSnipjooT-j nop liq nomoqoq op nohuipijoijni oiopun nftz spiooA ^UBBpo/5 spBBpd op do SmzljAttrBB oStpoon op ppioAi ^ntpopsoq op jopA hhp nopioiA no nopsoz no(j *sqfip[ sop nopuooin ■QS opsuiBBiuooA op ui psiüo^oaqossnp onfizioop uo o«BqnoABir) s( op 0p. 'ou. pBBjpscnBBpj ^jobflvt -tit iBBppnBquooq nop fiq uouioqoq op 'uopso^ jop Snqup -aq no^op 'oSbiaubb oqnujp do spiooA st no 'gmqpp "P1H 'pniqoo2 uba innpsopp [bbioutaojj pon uba psp ncc 'ugqv>z oqos; 'iB[nonurg; uba o'ijopsimw pon uba AinoqoS poq ubb èuiZ9\ jop pSq ijapsoq popp 'napjijnos -iooA ouoonioSpy iop m sn0gI0A caiAr| -ui opquo liq uopoiqosoS jbz SuipopsoquuB ozoq "if trea ptju-rainaantag xtap nya syjs.iaa qaq iixia m8sq qaq apnaqqriaaq 'jasSaoAftg naaaioOTpq 'qtiranog azsp fig 'sJuoq g sjauiuinn ojjfijJapnozjv 'sri (soa J9d oDüBjj --J J- BIlp iad t(liaifIHln s.cpn„z „3 sSBpjsp„oa 23d r<H 'M 3 J J I H 3 S 'H 'J n v a a n a •K30NTSSrTA ÏX «üji ri 'ss's 'S8'i orot *s '—'z 'os oi 'i •naieqooj^— 'nl'Zl "it"8 oB| •pnao—ne; luSizwi mep jaanoBAv qdopl iri org Z'l 19'Z 19*9 orz W9 tS'9 8*s LVl IS'9 in Il'9 LZ'l 9*9 61*1 CS*S in SS'SI 6S'S i?*sr 9S'9 SS'SI 6fS srsi rs zi*9 ors S SI C« 6*s :g «S'Il •IBrupnoso rol '8VL OS*? ss^ ST* cor 9S'l 05'? 9SÏS rot 952 zziz z' COl 812 9 l*S 9S' 101 CS'9 i'z zr Hl 08'9 919 01*9 £S'S 6t'S S8'S OS'S CC fS'1> or? sri ?s- «S'I S'| rs'i 2'i €11 SS' I L'i df'l IS'Sl SS'1 •Of'Sl ts OS'St Z' OS'Sl os* ■uaSuTSBjiA—i aaüaissij^ ne.\ Sep 'tnBpjQppoH U0 002c TiaSateS nóp ut uee itba U9S.§0iu,bb pojj fpoapsoqutru uopjOAi 'Sjuqjappq^ op inupsog; puiouiAOj^j poq uba AinoqoS poq ubb 'pqiipsip op xi poq ui puupsiopu^ nop uba moraoSui "PJ°°H n9P TlGA nf}zf!q uo 'noptipg op.ioopudoporj op uva nopof jop nao joop 'pioqSizoAvjn oufiz fiq 'jo 'ptiB[092 oionuojd ap ui sSuino^f sop sucssiuiuioaj i nop loop ^lUiitio^pooSojopun jopuo|cjBz 'ojh q-j uaf sêuppnuiooA ^op joqnioooQ yg 4SupfuA Jq n zvp' 01 SepJ 'Slow s, g Sopn lk&q&issiïa. kva 'h9jsa •noSnissixA uo u^ 08*s 9T'S ~~Z •s?*t £?'ST Og'51 *<nea 91 SI e?*rt OS 11 91*11 *11 9?'0T 08*01 sro t 21*8 91*8 s?2 'tfTJOOA n S?*i •ovauvviï *9VUM( 9VZI a Sl'SI 'oiens. i £?'0I sroi Sl'8 'n svi 'ouooa 'ovaaaxvz ns oramA.| org —-L 'g'tnua *n og"9 *raao(^ 'OPIOTIOS-Jepso^ •R}130 01 "am jaSaj na.-jp jooa *s?a»o Qf 6) sfaSaj f—j u,A sfutl a{ ïaJA 01 StepptuuooA Supaa^B^ na -Scpsnao^ 3l"lj3^n a3Pti3z 3? m aaAaSirq tiap ubb uaiu OAajjaS najjuajaaApy 'N39NISSI1A 'TOT '°n H il!iM 'Jjfipaamtiaqsj •aaz^uai^ oca uazia P/n'II°PP!K nnA uaziaj ap froiIBjsSa.ttjoods }aq neA i P'o.pSnee uoAoqaaiq ap do 1 P' <lo 3iiuapuods9j.iojj ui f(a3pnoqaqjooA pastij -ï p'Ol 'Sioms, g raiaaaim -N 'zxisail I US ~fo fo 'pfopGuDB jJ 'SaMaoodss^BEïsl »O25IU0IZ na Sjnqi 3driz 'iao0-l na uba ua;suaip-ua ess's'ors 'sa-s 'ss'-s 'J IS®,®5'1st 'fg ot v „sro'os'i'os'9-si |°U Og II ss'g 'Sg'G 'Hvaasxxoir ax -088 i r iicp] I 0$'8 'Sjotn s, ot ëil Kvauaxxoit NV| •SunSjtji?!» 0,4)1 MoquioooQ zi SupjopnoQ SJnqpopprjfj1 *60 *oM 'ZL81 1 H30AH3A

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1872 | | pagina 1