VLISSIiVGSCIIE COURANT. VERVOER, Donderd.Tg 9 Mei. 10 Jaargang. KWESTIE DER WEEffiVERPLEM. BMNLMCHE TlJDim Middelburg en li liggende plaatsen, VAN ROTTERDAM 6 's morg. 8 7 ö!- 8 9.— 9 9,— tGEN TE ROTTERDAM, 1.35, 8.25, 9,55, 11.30,2II) 120, 3.35,6.10, 8.40,10.2(i' 50, 10.32, 12.-. 2.05. J15, 2.55, 5.55, 8.10. kch-diensten van en naar Ik—Goes, Zijpc—Zierikztc, _rnsdag Iderdag plburg en Zierikzee. J Staatsspoorweg. urdt aangelegdof af- en IziERIKZ. N. MIDDELS, Bandag 6 3s morg. 5 terug 7,30 i, 10.- Jnsdag 7 n 6.— terng 8.- 10.- |ocnsdag 8 7.. 's midd. 2.- Ijndcrdag 9 2.; jterstand voorbehouden) ziji .li iu korrespondentie op en iet op de hierboven aangckoi- en van het spoorwegstath ior de reizen vau MiddelburrJ I reizen van Zierikzee. maart de boot niet verder Wester-Sehelde. voorm. 6.— u. nam. 4.—t, 6.30 4.30 VRIJDAG EN ZATERDAG. :n voorm. 7.30 u. eiiakerke 10. ert 10.30 Icenskerke 1] 10 30 's midd. 12. 's nam. 12.30 ZONDAG. MAANDAG. i. 7.30 u. voorm. 7.30 n. 8.— 8.- 10.— 11.30, 10.30 'smidd. 12 - 11.-a nam. 12.30 11.30 Jhid. 12 lm. 12 30 1.30 2. pingen en Rotterdam I van Ylissiugcn naar Rolj uzen en Vlissmgen. t vareD, VAN VI.ISSINGEN: franndag 6 linsdag 7 's morg. J\'oensdag 8 9,85 Bonderdag 9 10,—J al—Middelburg. 12.S 4.45 8.SO o. 12.IS 4.59 10 12.32 5.25 3 12.42 5.40 12.55 5.57 1.1 6.8 !l 1.11 6.24 !7 1.16 6.30 ,4 1.32 6.47 1.43 7.7 10.4 13 1 52 7.21 10.21 !3 2.81 7.4 10.28 11 2.15 7.49 10.35 1.30 2.-- 3 30 8.40 S.54 9.4 9.17 9.23 9.33 9.38 9.54 loosendaal. MO 9 21 12.13 4 41 u, 7.18 9 28 10.24 4.51 r. 7.33 9.43 12.43 5.9 7 40 9.52 1.2 5.23 10.9 10.16 10.21 10.31 10.37 10.50 11.51 21.15 11.23 1.22 5.42 1.30 5.50 1.39 5.57 n 1.54 6.10 u 2.1 6.16 2.21 6.34 2.45 6.54 3.— 7.9 9 3.10 7.20 gestopt, wanneer daar reizig£r| uzenGent. van Neuzen: 6.20. 10.30.4 enMechelen. 6.30. 10.15. 2.16; 6.— 6.50. 10.40. 1.45. 5.50. JHIFFER TE VLISSINGEN. IH72. N° 37. de Nieuwendijk, wijk H no. 101. VLISSINGEN. Advertentiën gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure; du prijs van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents. BUREAU: F. H. SCHIFFER. Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondags uitgegevei, Abonnementsprijs per drie maanden 1.—, franco per post f 1,15. Afzonderlijke nummers 5 Cents, hl en Abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-Directearen. Onze lezers weten dat in de jongste zitting van den ;emeeuteraad een brief van het roomsck katholiek •mbestuur is ingekomen waarin het te kennen geeft blijven persisteeren bij de vroeger gedane verkla ag van afscheiding, en dat burgemeester en wethou- ■vs daarop een voorstel indienden, strekkende om die „ededeeling voor kennisgeving aan te nemen en de •egenten van het gasthuis van de voogdij over de :atholieke weezen te ontheffen, en ten andere om met Januari 1873 de administratie van het burgerwees huis af te scheiden van die van het gasthuis en over .et burgerweeshuis nieuwe regenten te benoemen. Hot eerste lid van het voorstel lokte verzet nit van don kant van den heer Kleijnhens. Deze wenschte de :aak op nieuw door een kommissie te doen onder deken. Van den beginne af hebben we ons bij het bespreken ïzer aangelegenheid geplaatst alleen op het stand punt van de wet en konden we ons nooit met de wetsuit- jleggingen van den heer Kleijnhens vereenigen; ook nu zijn wij verplicht met hem in gevoelen te verschillen. Hoewel de heer Kleijnhens thans een stap nader tot [de beginselen der armenwet is gekomen, blijkt hij toch nog niet geheel met die beginselen verzoend. "Wel erkent hij het recht der kerkelijke armbesturen om eene wees-inrichting in het leven te roepen, maar be twist hun die bevoegdheid dadr, waar eene hurger- mjke instelling tot dat einde bestaat. Van die beperking intussehen, is in de geheele [armenwet geen spoor te vinden; daar wordt zeer algemeen bepaaldde ondersteuning der armen wordt overgelaten aan de kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid, {art, 20) Uit dit artikel, waarin het hoofdbeginsel der ge heele wet is neergelegd, vloeit voort zooals de regee- riug in de memorie van toelichting duidelijk te ken nen gaf, dat het burgerlijk bestuur alleen ter verzor ging van armen mag optreden, waar blijkt dat de kerk het niet doet. Waar dus eene burgerlijke instelling bestaat, daar moet het gemeentebestuur tot de ophef fing er van zoeken te geraken, zoodra de kerk den armenlast daaraan verbonden, wil overnemen. Juist tegenovergesteld aan 't geen de heer Kleijnhens wil, die het bestaan van een burgerlijke wees-inrichting beschouwt als een hiuderpaal voor het tot stand brengen van een kerkelijk. Dat onze beschouwing de juiste is, blijkt uit hetgeen de hooge regeering naar aanleiding der armenwet heeft verricht. Zij hief het burgerlijk weeshuis te Veenhuizeu op, als grond voor die opheffing aanvoe rende, dat naar de beginselen der armenwet weezen- verpleging geen onderwerp van direkte staatszorg is. Niet minder in strijd met de wet is het denkbeeld dat hot recht der kerkelijke gemeenten in deze afhankelijk is van een besluit van den gemeente raad en dat het gemeentebestuur aan een weesbestuur een kerkelijke inrichting kan geven. Volgens de wet heeft het gemeentebestuur alleen het recht kennisgeving van het tot stand komen van eene nieuwe inrichting te erlangen met overlegging van mededeeling der bepalingen omtrent beheer en hestuur. Ten andere, het standpunt waar de heer Kleijnhens den gemeenteraad op plaatsen wil tegenover de subsi die-kwestie, komt ons ook evenmin voor door de be ginselen der wet te worden aangewezen. De spreker wil aan het katholiek armbestuur de subsidie voor de weezen geweigerd zien om daarmee in beginsel uit te maken dat iedere godsdienstige ge zindte hare weezen onder eigen beheer kan krijgen als zij die geheel kan onderhouden. Dat een weigering van subsidie aan de katholieken, terwijl de stad ai de andere weezeu geheel moet onder houden, moeielijk van onbillijkheid zou zijn vrij te pleiten, zal ieder toegeven. Inmiddels de raad heeft het recht subsidie te weigeren. Maar daarmeê het be ginsel willen uitmakengij kunt uwe weezen niet ver krijgen of gij moet ze geheel kunnen onderhouden dat kunnen we bezwaarlijk met de beginselen der wet overeenbrengen, 't Ligt in den geest der wet dat de burgerlijke besturen zich pogen te ontheffen van een armenlast, die de hunne niet mag zijn; daartoe dieneu zij de bereidvaardige pogingen der kerkelijke gemeente te ondersteunen en zoo spoedig zij kunnen op deze al is het een deel van den weezenlast over te dra gen. Maar waar wil men ouzo stad toe brengen? Om zoolang mogelijk den weezenlast te blijven dragen en het de kerkelijke gemeenten zoo goed als onmogelijk te maken dien last over te nemen, 't Zou hier niet ge noeg zijn dat eene kerkelijke gemeente de stad van de helft der zorgen voor de weezen zou willen ontlasten neen alles of niets, 't geen in de praktijk zal neer komen op niets. De hervormden hebben genoeg mild- dadigen zin en genoegzame krachten om binnen be trekkelijk korten tijd in staat te zijn voor een gedeelte hunne weezen te onderhouden zoo goed als de katho lieken. 't Zal hun echter dan niet meer haten; neen, zal do stad zeggen, eerst al de enorme fondsen bij een brengen om den geheelen weezenlast te dragen, eer geven wij u de weezen niet. Is dat nu niet, ook van de rijkste en meest milddadige gemeente, het onmoge lijke vragen, althans voor een aantal jaren? Wie kan op eenmaal zulke groote kapitalen als ernoodig zullen zijn, bij een brengen Wat zal het gevolg wezen dat de stad door niet mede te werken oorzaak is dat zij zeiven in strijd met de beginselen der armenwet al de uitgaven voor de weezen langer dan noodig is zich moet getroosten. En zoo moeten we het plan van den heer Kleijnhens ook uit financieel oogpunt bestrijden. Waarom ouzo gemeentekas blijven bezwaren met een uitgaaf voor het geheele onderhoud der weezeu als slechts de helft zou gevorderd worden Onze financiën staan ongun stig en daarom gelooven we dat het in het belang der gemeente financiën zou zijn zoo de raad door het toe kennen van subsidie de kerkelijke gemeenten prik kelde om de weezeu eerst gedeeltelijk en later geheel voor eigen rekening te nemen. Dan zal ten minste eenmaal de gemeente-kas verlost worden van een zeer groote uitgaaf die naar het tegenwoordige staatsrecht niet voor hare rekening moest komen. Vlissingen, 8 Mei. Het bevrijdingsfeest te Veere, dat, zooals wij in ons vorig nomrner mededeelden, Donderdag jl. was aangevangen, met het vereeren eener banier aan Vlissings ingezetenen, is Vrijdag d. a. v. voortge zet door het houden van een optocht; waaraan mede werd deelgenomen door deputatiën uit Vlissingen en Middelburg, en eene eerewacht van landlieden uit aangrenzende gemeenten. De stoet omstreeks 2 ure uit Veere vertrekkende, keerde eerst te 7 ure aldaar terug. Ook het anders stille Gapinge, dat even als Veere, als het ware, overversierd was, zag zich op eens door de feest vierende menigte vervuld; en bijna verwonderlijk is het, dat onder de menschenmassa geene ongeluk ken hebben plaats gehad; en de goede orde geen oogenblik is gestoord geworden. De Zaterdag sloot zich waardig aan de vorige dagen aan: Volksspelen en muziekuitvoeringen hielden de volksmenigte aangenaam bezig, jammer, dat de wind de illuminatie, welke, naar de toebe reidselen daarvoor gemaakt, schitterend beloofde te zijn, op vele plaatsen, en ook aan het stadhuis, deed mislukken; het vuurwerk, dat omstreeks te 10l/2 ure ontstoken werd, is echter uitmuntend geslaagd; en nog lang na den afloop werd de feestviering op gepaste wijze voortgezet. De afgeloopene dagen hebben weder doen zien, dat ook, bij beperkte middelen en betrekkelijk kleine bevolking, mogelijk is, goede uitkomsten te verkrijgen, indien geestdrift en overeenstemming hand aan hand gaan. Dat de vriendschapsband, der zustersteden door de feestvieringen versterkt zijn is onze wensch. Het kieskollegie derNcderduitsche hervormde ge meente te Schoonhoven heeft het volgende zestal van predikanten opgemaakt: de heereu W. Callen- bach, te Hardenberg; H. W. Creutzberg, te Vlissin gen; E. B. Gunning, te Nuspeet; S. S. de Koe, te Lienden; W. Meuse, te Bodegraven, en M. Sjoers, te Ophemert. De Staats-coura?it van 5 en 6 dezer bevat het koninklijk besluit van den 12en April jl. betrekkelijk de aanneming der toetreding van de Duiische regee ring, ten opzichte van Elzas-Lotharingen, tot het traktaat van handel en scheepvaart; tussclien Neder land en Pruisen, zoo voor zich als namens de ove rige staten van het Duitsche tolverbond, op den 31en December 1851 gesloten, en goedgekeurd bij de wet van 26 April 1852 {Staatsblad n°. 95); alsmede het koninklijk besluit van den 28etl April jl. tot intrekking van het koninklijk besluit van 30 Maart 1871 {Staatsblad n°. 17) en tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 November 1862 Staats blad n°. 190), een en ander betrekkelijk het regle ment van policie voor het kanaal genaamd de Keul- sche vaart, van de rivier de Lek te Vreeswijk tot Amsterdam. De kadetten der Koninklijke Militaire Academie te Breda, zullen gedurende den aanstaanden kamp- lijd, ook in de bediening der veld-telegraafpractisch worden geoefend. Het standbeeld, dat ter eere van de nagedachtenis van Boerhave, nabij het nieuwe akademische zieken huis te Leiden, zal worden opgerigt, zal, naar wij vernemen, op den 26sten Juni, den eersten dag van de aldaar te houden algemeene vergadering van de Nederlandsche maatschappij tot bevordering der geneeskunde, worden onthuld. Volgens gerucht zouden er zich slechts 18 aspi- Tanten hebben opgegeven om geplaatst te worden als kadet aan de Koninklijke Militaire Akademie. Naar aanleiding van hetgeen] geschreven is over het toenemend gebruik van het oxyhydriek licht buiten 's lands, en de koncessie door onzen stad genoot, den heer Piccaluga, aangevraagd, om ook de hoofdstad het genot van dat uitmuntend licht te verschaffen, vernemen wij heden, dat, terwijl hij hier te zijnen huize, Kalverstraat bij de Taksteeg, iederen belangstellende gelegenheid geeft het te zien, hij ook te Rotterdam en Utrecht proeven heeft getoond. Bij naauwkeurig onderzoek en onpartij dige vergelijking door bevoegde deskundigen te Utrecht, bleek dat het verschil van gewoon licht aldaar met het oxyhydriek licht, als 16 tot 40 was, of met andere woorden, dat zestien bougies gewoon gas gelijk stonden met het licht van 40 zoodra de heer Piccaluga het oxygenium in de vlam van het kolengas aanvoerde. Wij hopen dat Rotterdam of Utrecht ditmaal Amsterdam niet voorga in de toe passing. Van wege den minister van binneulandsche zaken is ter algemeene kennis gebracht, dat eene gedeelte van liet vaarwater in het zoogenaamde Vuillegat bij de quarantaineplaats de Tien Gemetenmet vier roode tonnen zal worden afgebakend tot het nemen van proeven met touwversperringen; men zij ge waarschuwd, niet tusschen de tonnen te ankeren of door te loopen. Vaartuigen van de Oost komende, moeten de roode tonnen aan bakboord, die van de West komende, de roode tonnen aan stuurboord houden.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1872 | | pagina 1