YLISS1 YGSC II li COURANT.
ERE GOEDEREN,
1873. IN0 7.
Donderdag 35 Januari.
10
Jaargang,
t e n,
JAARS
EEN LAATSTE WOORD.
BINNENLANDSCDE TIJDINGE
zal op Dinsdag- den
des voor middags te tien
per ARY RL'IJSOH, op j]
"Vlissingen 9 wijk H,
oedelbeschrijving aanvaardi
RUIJSCH behoorende, bt
Kleerkasten, Commodf,
andere Tafels, Stoeleo
;t tojbehooren. Gaskrooc
karde-, Blik-, "Verlakt- e;
rvies, Vloerkleeden, Kar
oederen meer.
luishoüdelijk Linnen, eeni;
Nieuwendijk, wijk H no. 101.
V LIS SIN G E N.
Advertentiën gelieve men aan den Uilgever in te zenden uiterlijk
Woensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure;
dn pry's van 14 regels is 40 Cents, voor eiken regel meer 10 Cents.
BUBÏAÜ:
F, H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondags nitgegevo.i,
Abonnementsprijs per drie maanden ƒ1.franco per post 1.15.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
Men Abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-Directeuren.
im; een Koekverkooper b
aanlicht, gemerkt P. V. S.1
van Spohler; Brabantsch
tsersche waterval van Ti
met het wapen van den
Ibel met figuren A° 1551j;'J
ïix van Sint Aldegonde t;
mijne inrichting genezen,
thode). Een Prospectus e
>12 genezen en gratis. Ht
betaald.
{O. 577.)
.HOT, Spraakarts.
JRSTA AN DOENINGEN'
kfort a/d Main, verkrijg:
ct., bij de Apotheketl
GASILLE te Ylissingei
Wes ter-Schelde,
voorin. 6.80 nam. 3.o.
7.— 3.30
vrijdag en zaterdag,
voorm. 7.45 u.
8.15
uskerke, 10.
10.30
's midd. 12.
*s nam. 12 30
ZONDAG.
MAANDAG,
oorm. 7 45
u.
voorin. 7.45:
8.15
8.15
v 10
10.30 f
10.30
H
11.-
11.—
n 11-30
11.30
smidd. 12.—
smid. 12.
nam. 12 30
nam. 12.30
!•-
1.30
2.—
u 2.—
1,
2.3C
en en Vlissingen.
varen.
VAN VLISSINGEN:
aandag 22 namidd. 5.—
nsdag 23 6.—
idag 24 niet varen
baderdag 25 voormidd. 9.—
gen en Botterdam.
in Ylissingen naar Rotterdam
Na al dat we in verschillende artikelen over de hangende kwes
tie der weezenverpleging hebben geschreven, rest ons niet anders
meer dan te antwoorden op enkele bedenkingen die van geachte
zijde ons gemaakt zijn.
Men heeft ons gevraagd, op welken grond het fonds Friesen
buiten alle toezicht van en rekenplichtigheid aan het gemeente
bestuur zon staan.
- Het antwoord is: 1°. omdat het fonds Friesen behoort tot de
instellingen van weldadigheid door de armenwet gerangschikt
onder lett: b en c. van art. 2. Daarin worden genoemd:
b. instellingen eener kerk. gemeente bestemd voor de armen
eenerjbepaalde godsdienstige gezindte en van wege die kerkl. ge-
meonte geregeld en bestuurd
>c. Instellingen door bijzondere personen of door bijzondere,
y niet- kerkel. vereenigingen geregeld en bestuurd."
2°. In art. 8 der armenwet worden aan het toezicht van het
burgerlijk bestuur onderworpen alleen de instellingen vermeld
in de lett. a en d der armenwet, niet die vermeld onder lett.
b en c.
Dit artikel, 't welk alleen de burgerlijke en gemeente instel
lingen aan toezicht onderwerpt, en die van kerkel. en bijzonderen
aard geheel loslaat, vond weinig tegenstand bij de kamerleden,
ofschoon het eene beperking bevatte van art. 146 en 179. lett.
t en ii van de gemeentewet. De heer Thorbecke verzette zich er
tegen. Hij meende, dat dit vrijlaten der kerkel. en bijzondere
instellingen van alle publieke controle, inzage of toezicht, te ver
ging. Het artikel werd niet-te-min aangenomen met 58 tegen
9 stemmen.
Zoo is het gesteld insgelijks met de verantwoordelijkheid der
administrateuren van het fonds Friesen.
Bij art. 19 der armenwet, handelende over de verantwoorde
lijkheid der instellingen vermeld onder lett. a en d, gaf de regee
ring in het antwoord op het voorloopig verslag der Kamer eene
verklaring die als met het oog op 't fonds Friesen opgemaakt
schijnt:
Instellingen, ontstaan uit testamentaire beschikkingen, kunnen
in' den geest dezer wet, niet aan de gemeentebesturen worden
verantwoordelijk gesteld, dan in geval zij, door de bijzonderen
y aard dier beschikkingen, behooren tot die onder art. 2 lett. a
>en dvermeld of gesubsidieerd zijn. In den regel behooren zij tot
>die bij lett. b en c van dat artikel genoemd."
Verdere uitlegging is overbodig. Men ziet dat de stelling der
administrateuren van het fonds Friesen eene sterke is, die niet is
in te nemen.
Verder vraagt men of ten minste de administrateuren van het
fonds niet verplicht zijn rekening te doen en inzage te geven aan
de wettige voogden der weezen, gelijkerwijze de toeziende voogd
rekenschap kan vragen van den voogd.
Wij antwoorden nit niet één artikel van het Burg. Wetboek
is dio verplichting voor de administrateuren van eene instelling als
deze, af te leiden. Artikel 429, B. W. spreekt alleen over voogd en
toezienden voogd. Administrateuren echter van de genoemde in
stelling zijn noch voogden noch toeziende voogden der minder
jarige weezenniets reehtigt dit wetsartikel op hen toepasselijk
te maken; vooral niet daar er niet de geringste pariteit bestaat.
De verhouding tusschen voogd en toezienden voogd is eene geheel
andere dan die tusschen de regenten van de weezen en de admi
nistrateuren van het fonds.
Ten laatste stelt men de kwestieZoo het armbestuur recht
heeft de weezen te verplegen, waarom richt het zich dan tot de
gemeenteraad met een verzoek tot afscheiding.
Antwoord: 1". Men verwarre niet de administratie van het
fonds Friesen met het R. K. armbestuur. Deze zijn twee onder
scheidene administration. De administratie van het fonds Friesen
heeft niets verzocht en heoit niets te verzoeken. Zij heeft eigen
rechten en eigen verplichtingen.
2°. Het R. K. armbestuur heeft eigenlijk niet een verzoek aan
den raad ingediend, doch slechts een voorstel gedaan tot afschei
ding der Weezen van liet arm-, gast- en weeshuis op bepaald aan
gegeven grondslagen.
Deze weg is die der minnelijke schikking, dien men begint in te
Blaan bij eene goede verstandhouding der betrokken besturen. Op
dien weg had het armbestuur de eer het dagelijksch bestuur der
stad te ontmoeten, 't welk bereid was tot eene minnelijke oplos
sing meö te werken.
Worden echter van den kant van den gemeenteraad moeielijk-
heden op dien weg gelegd, dan staat geen andere weg open daü
die van het recht. De oplossing der kwestie wordt dan met zeker
heid verkregen, maar niet zonder stoornis van de onderlinge
goede verhoudingen der verschillende besturen in deze stad.
Aan welken weg is de voorkeur te geven, vooral met het oog.
op de toekomst van Vlissingen, die eene algemeene samenwerking
in de stad zoo wenschelijk maakt
Vlissingen, 24 Januari.
Zaterdag 11., den 20sten Januari, is de eerste proefrid op
den spoorweg tusschen Goes en Vlissingen gedaan en heeft
alzoo het voor Zetland en geheel Nederland merkwaardig feit
plaats gegrepen dat de eerste locomotief met eigen beweeg
kracht Vlissingen, bet beginpunt van den Zeeuwsch-Duitschen
spoorweg, heeft bereikt.
De eerstaanwezende ingenieur bij de Staatsspoorwegen was
's morgens vergezeld van de ingenieurs, opzigters, en aannemers
met eenige rijtuigen direkt van Vlissingen over den Sloedam
naar Goes gereden.
Met de aldaar gereedstaande locomotief, New-York genaamd,
toebèhoorende aan den aannemer van den Sloedam, en een
spoorwegrijtuig werd de togt te Goes aangevangen en kwam
men zonder eenige stoornis, na zich hier en daar te hebben
opgehouden, op het nog in aanleg zijnde haven-station te Vlis
singen aan.
De togt werd door enkelen even ongestoord wederom terng-
gemaakc.
Wij vernemen dat men op het gedeelte spoorweg in de nabij
heid van den Sloedam, dat aan zulke buitengewone verzakkingen
blootstond, nog steeds werkzaam is, ter beveiliging van den
spoorweg tegen den tijd dat de liju voor het publiek verkeer
zal worden opengesteld, hetgeen tegen 1 Maart as. wordt te
g-emoet gezien.
Op de openbare verkooping van den inboedel van wijlen den
heer A. Ruijsch is de schilderij, de Zivitsersche Waterval, van
M. Pouwelsen, verkocht voor /2')0; twee schilderijen, Bra-
bantsche Uitspanning en Boortgezicht van VV. Pouwelsen, voor
f 211; het anthiek horologie, voorheen opgedolven op de
citadel van Antwerpen, voor/ 63; de bronzen schel, vroeger
toebehoord hebbende aan de familie Mamix van St. Aldegonde,
voor ƒ28.
Zondag morgen zijn op de reede alhier iwee sleepbooten der
Belgische maatschappij tegen elkander gevaceu. De eene heeft
haren weg naar Antwerpen kunnen nemen, maar de andere heeft
het op de haven gezet en is tusschen liet Kettinghoofd en den
Oesterput gezonken.
Naar wij vernemen beeft zich in Middelburg een comités
gevormd voor de regeling der feestvieringen bij gelegenheid
der opening van het spoor.
Benoemd tot voorzitters en burgerlijke leden in den militie
raad voor de lichting der nationale militie van 1872 in de
provincie~Zeelandtot voorzitter E. PI. F. W. Mathon en tot
zijn plaatsvervanger H. P. Winkelman, beiden leden der
provinciale statentot lid jonkheer W. A, Jonge en tot zijn
plaatsvervanger mr. N. C. Lambrechtsen van Ritthem, beide
leden van den gemeenteraad van Middelburg.