I8T3 J
8. Donderdag 4 Januari. I0de Jaargang,
VLISS1 \(iSCHE COURANT.
nr.
Nieuwendijk, wijk H no. 101.
VLISSINGEN.
Adverted të" gelieve men aan den Uitgever in te zenden uiterlijk
\foensdag- en Zaterdag voormiddag 10 ure;
de prjjs val 1—4 regels i* 40 Cents, voor eiken regel meet 10 Cents.
BUREAU:
F. H. SCHIFFER.
Dit Blad wordt tweemaal per week, Donderdags en Zondags uitgegeven.
Abonnementsprijs per drie maanden ƒ1.franco per post ƒ1.15.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
Men Abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post-Directenren.
PLAATSELIJKE BELASTINGEN.
De Bnrgeneester en Wethouders van Vlissingen, doen.te weten
daf dcor den Raad dier Gemeente, in zijne vergadering van den 22 December
1871, is vas£esteld de navolgende verordening:
pdlSLUlT tot de voortdurende heffing eener plaatselijke
belasting op voorwerpen van verbruik in de (ie-
meente Vlissingen.
DeGemeenteraai van Vlissingen:
f gezien de wetvan den t0 April 1866, (Staatsblad no. 66), waarby aan de
■Gemeente ylissingea, hehoadens koninklijke goedkeuring, voorniet langer dan,
Sot ultimo (December 1871 vergunning wordt verkend tot het heffen van ver-
bruiksbe^iiig op het gemaal, het geslagt, de brandstoffen en het gedisteleerd
H gezit-n echter zijn besluit van den 10 October 1870, waarbij &an Burgemeester
.w e\houders wordt opgedragen om zich bij adres te wenden tot Zijne Mujes-
feU' den Koning, met verzoek om bet tot stand koinen van een wet te willen
t vorderen, waarby aan de Gemeente Vlissingen worde bewilligd het voortdu-
>rend hefftn eener plaatselijke belasting op bev gemaal en betgedisteleerd-,
Gezien de missive van Burgemeester en Weibouders, dato 17 October 1871.
/no 870, san Heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland, waarbij ter goedkeuring-
wordt ingezonden dc bij Raadsbesluit van den 14 der zelfde maand vastgestelde
1 Gemeente-begrooting voor 1872, waarin kennis wtrdt gegeven, döt de-Raad
gemeend heeft bij voorbaat daarop een post voor de opbrengst van verbruiks
belasting te moeten brengen
Gezieu eehe missive van Gedeputeerde Staten van Zeeland dd. 23 November
1871 no,3«8954, waarbij wordt berigt dat Zijne Excellentie den Minister van
Staat cn van Binuer.laudsche Zaken een wetsontwerp heeft doen opmaken
waarbij voorgesteld wordt aan de Gemeente Vlissingen verguuniog te verleeneu
zoo noodig tot ultimo December 1876, de thans nog bestaande belastingen op
gemaal en gedisteleerd te blijven heffen
Gezien een missive van Zijne Excellentie den Minister van Staat en van
Binnenlamlscbe Zaken, dd. 16 December 1871, no. 224, (2d0 afdeeiiug), waarbij
wordt te kennen gegeven, dat, wanneer het door de Tweede Kamer der Staten
w Generaal aangenomen voorstel tot afwijking van de regels der Gemeentewet, voor
'"'•"deze Gtiticcuu. tot wet tiiogt «-ordou verbuven, tea einde elsdan neg "tijdig dc
I - Koninklijke goedkeuring zou kannen worden erlangd, het nu reeds noodig is,
y dit de Raad zoo spoedig mogelijk besluiten neme tot bestendiging der thans ge-
i beven wordende belastingen op gemaal en gedisteleerd
G Overwegende, dat met betrekking tot dekking der plaatselijke uitgaven, het
I vooralsnog niet mogelijk is de Gemeentelijke verbruiks-belnstiug verder te be-
jperken, en de dringende noodzakelijkheid bestaat tot bestendiging der thaii3
geheven wordende belasting op het gemaal en gedisteleerd
4 Besluit:
Voortdurend van kracht te verklaren met de daarbij betrekkelijke verordenin-
(ng«u op de invordering de navolgende verordeningen tot heffing vaa plaatselijke
Belasting op voorwerpen van verbruik in de Gemeente Vlissingen;
1°. Üp het gemaal, van den 10 December 1855 en 16 Maart 1861, goedgt—
iJceurd bij Kouinklyke besluiten van den 20 December 1855, no. 79, en
22-Inlij 1861, no. 51.
2°. Op het gedistilleerd, van den 23 Jan narij 1865. gewijzigd bij beslnit van
den 28 Maart 1866 en den 2i-Juuij 1869, goedgekeurd bij Koninklijke
besluiten van den 27 April 1866 no. 57) en van den 19 Augustus 1869,
no. 23.
Vlissingen, den 22 December 1871.
De Gemeenteraad voornoemd,
De Voorzitter,
WINKELMAN.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
Behoort bij Koninklijk besluit van den 28 December 1871, no. 47.
Mij bekend
Yüoï den Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken,
De Secretaris-Generaal,
(get.) HU BR ECHT.
('i Accordeert mvt het origineel,
Je Secretaris-Generaal bij het Ministerie van binnenlandsche Zaken,
- (get.) BUBREUHT.
1 Ij» hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 29 December 1871,
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WINKELMAN.
De Secretaris,
P. FORBES WELS.
HOOFDELIJKEN OMSLAG.
1 ?!?ntrtemee9teren Wethouders van Vlissingen, maken bekend!
-187? ïBte snppletoire kohier van den Hoofdelijken Omslag, voor het jaar
LVtvé tHA tiemeenteraad »n vergadering van 22 December jl., is
^1872 vnnr P~ttreadeae^t dagen, te rekenen van Dingsdag den 2 Jannarij
end t i CD er *er Secretnrie der Gemeente ter inzage zal zijn nedergelegd;
lomen w!'fll aan§eslaSeöe binBeQ d>en tijd tegen zijn aanslag in beroep kan
papier deputeerde Staten van Zeeland, bij verzoekschrift op ongezegeld
1311 i8 hiera| afkondiging geschied, waar het behoort, den 29 December 1871.
i De Burgemeester en Wethouders voornoemd.
i winkelman.
j De Secretaris,
P. FORBES WELS,
Vóór ons ligt thans ook het verslag 't welk de Middelburgscke
èourant van de laatste zitting van onzen" gemeenteraad geeft.
Daarin zijn breedvoeriger dan in ons verslag de redenen aange
geven waarop de heer Kléjjnhens zijn voorstel tot intrekking van
alle subsidiën verdedigde.
Meer en meer wordt in ons de overtuiging bevestigd dat 'de
heer Kleijnhens zich in 't opmaken en verdedigen van zijn voor
stel op een onjuist standpunt heeft geplaatst. Hij bewijst met
woorden en redenen van den heer Thorbecke dat subsidiën aan
kerk. armbest. onaannemelijk zijn zoowel in 't belang der ge
meente als in dat der kerk, dat zelfs subsidiën op den duur schaden
aan de Ch. liefdadigheid.
Maar zoo bewijst de heer Kleijnhens wat iedereen reeds alB
aangenomen beschouwt en wat volstrekt niet het punt "in
kwestie is.
Ook de wetgever beeft deze beginselen in 1854 reeds vooTop-
gezet en niet-te-mïn nam hij eene bepaling in de wet op dat
subsidiën mochten gegeven worden.
De argumenten van den heer Kleijnhens hadden in 1854 dienst
kunnen doen tegenover <jen een of ander die verlangde dat ook
buiten volstrekte noodzakelijkheid vergunning tot het geven van
subsidiën in de wet zou worden opgenomen, of tot aanprijzing van
het amendement Elout van Soeterwoude, 't welk volstrekt het
geven van subsidiën wilde verbieden; thans snijden zij geen bout.
Het amendement Elout is met grooto meerderheid verworpen en
de vergunning tot subsidie in de wet opgenomen.
De kwestie is deze: Zijn in Vlissingen, waar tot nog toe op
grond van volstrekte noodzakelijkheid gebruik is gemaakt van do
vergunning der wet en subsidiën zijn verleend, de toestanden zoo
veranderd, dat men na '72 niet langer subsidie mag geven.
De heer Kleijnhens beeft bet bewijs niet geleverd.
De beer van Uije Pieterse beeft zich op bet juiste standpunt
geplaatst. De wet, zoo bewees bij, als regel aannemende dat de
liefdadigheid uit eigen bronnen moet weldoen, vergunt bij uitzon
dering dat dc gemeente kan te gemoet komen waar bewezen ig
dat de liefdadigheid niet toereikend is, Hier in Vlissingen kan de
liefdadigheid onmogelijk in de behoeften der armën voorzien en
nu minder nog dan in 1854, derhalve zou bet onïedelijk zijn nu
op eens alle subsidiën te willen intrekken.
Het rapport over de Kath. vreezen»
verpleging van de liD. lileijnh.ens5
Callenfels, Ockers,
Dc kinderen Hest.
Reeds zagen we in vorige nummers, dat de commissie in haaf
rapport niets over de Kath. weezenverpleging beeft medegedeeld,
wat eenigszins ten gunste van het armbestuur zou kunnen pleiten.
Thans onderzoeken we de bepaalde feiten door de commissie ten
laste van dat bestuur aangehaald.
Wij geven het woord aan den rapporteur der commissie, den
heer Kleijnhens.
i-Maar nu M. H., komen wij tot onze minst aangenóine
t opmerkingen, waaraan wij ons echter om het belang dér
i-zaak niet mogen onttrekken.
»In het begin dezer maand namen wij op de bevolking in
i-het R. K. Weezengesticht en bevonden die te bëstaan,
behalve de vader en de moeder, uit 24 minderjarige ver-
pleegden. Van die 24 genoten 18 als weezen of verlaten
kinderen de toelage van het Arm-, Gast- en Weeshuis
ad 65 's jaars, terwijl voor de 6 anderen, waarovèt
straks nader, niets werd tegoed gedaan. 1
»Bij voortgezet onderzoek bleken er onder die 18 te zijn
i>drie kinderen van J. J. Kest, die, een paar jaren 'ge-
leden, als verlaten kinderen waren opgenomen, tóen
de ouders wegens bedelarij naar één der rijksgestichten
voor bedelaars werden opgezonden. De beide oudera
waren echter-,den 29 Augustus 1870 in deze gemeente
teruggekeerd, en nu meer dan eeu jaar daarna waren de
drie genoemde kinderen nog steeds buiten de ouderlijke
woning en trok het R. K. Armbestuur daarvoor altijd,
edoor de gewone toelage voor Weezen. Bezwaarlijk is bet
A