VLISSWGSCHE COURANT No. 99. Vrijdag 1844. 16 Augustus. De uitgavo dezer Courant geschiedt geregeld driemaal per vreet. De prijs van het abonnement is voor drie maanden f a,a5, en franco per po>( I a,.So. Advertentie» worden geplaatst 4 30 Cl. de regel, uitgezonderd Huwelijk»-, Geboorte- en Doodbekendmakingenwaarvan de prijs van i tot 6 regels f i,ao is, en voor eiken regel daarboven 30 Ct.behalve 35 Ct. zegelregl voor iedere plaatsing. Uien abonneert zich bij allo Boekhandelaren en Postdirecteuren in liet Rijk. Brieven franco. Onze Hooge Scholen. Zoo er onder onze goed-geloovige landgenooten nog menschcn zijn die de jaarlijksche verzo- kcringen der Provinciale Staten dat aan onze Hooge Scholen met toenemenden ijver onderwezen cn gestudeerd en ook hier de roem des vader lands gehandhaafd wordt voor goede munt op nemen dan is het der moeite wel waardig eens een enkel artikel aan de beschouwing dier in stellingen te wijden. Dat de regering zekere waarborgen vordert van hen die als advokatcn of motliciores (loctnae een zoo overwegenden invloed op de stoffelijke en zedelijke belangen der maatschappij zullen uitoefenen zal niemand afkeuren dat zij die a fortiori vraagtxoodra zij aan de beoefenaar van eenige wetenschap bepaalde regten toekent en vaste emolumenten verzekert spreekt van zelve. Van hier de exatncn's waaraan de staat vor dert en vorderen mag dat elk zich onderwerpe die openlijk als beoefenaar van eenig vak van wetenschap verlangt op te treden en de regten aan zulk eenc wetenschap verbonden verlangt te genieter». Maar hier is dan ook de grens welke dat regt van den staat beperkt. Van zijne individuele vrij heid behoort ieder slechts zooveel op te offeren als ten beste der maatschappij in welke hij leeft volstrekt noodzakelijk is. Dat iemand met wijsgccrige regts- of godgeleerde letter- of ge neeskundige kennis toegerust belet worde die kennis aanstonds tot zijn voordeel en dat zijner medeburgers aan te wenden is cene beperking zijner natuurlijke vrijheid. Maar niet ieder is in staat te onderzoeken of iemand die voor geeft in dit of dat vak de noodige bekwaam heid te bezitten werkelijk daarmede toegerust zij. liet is dus in het belang der maatschappij dat er zekerheid zij dat iemand die ecnig vak van noodige wetenschap wil uitoefenen of onder wijzen hetzelve wezenlijk versta. Ter gunste van dat belang moet zich de individuele vrij heid cenige beperking getroosten en kent dc staat zich zei ven het regt toe naar de bekwaamheid van een' zoodanige een onderzoek in te stellen en hem eerst daarna te vergunnen datgene te doen wat hem anders uit den aard der zake van zelve zou vrijstaan. Het is bekenddat vroeger diezelfde voorzorg niet alleen hij de zoogenaamd wetenschappelijke vakken maar bij ieder handwerk, bij elk bedrijf genomen werd. Het was het hoofdbeginsel der gilden dat niemand in eenige stad of land eenig bedrijf mogt uitoefenen wanneer hij voor be voegde regters zijne bekwaamheid cn geschikt heid daartoe niet voldoende had doen blijken. Het was ook hier eene beperking dor indivi duele vrijheid in liet belang der nlgcmeene ze kerheid. Maar elke vrijheidsbeperking brengt hare eigen aardige nadceligc werking voort zij is waar zij niet dringend noodzakelijk was even onraad zaam als ongeoorloofd. Men begreep weldra dat in de meeste gevallen elk individu genoegzaam in staat was de bekwaamheid van den werkman of handelaar, met wieri hij contracteerde, cn de deugdelijkheid van zijn werk te beoordeelcndat aan den anderen kant het geringe leed dat hier en daar een' individu werd toegevoegddie met zijne keuze bedrogen uitkwam niet opwoog tegen het onberekenbare nadeel dat de maatschappij er bij leedwanneer dc gehecle industrie aan ban den gelegd en het vrijheidsbeginsel, altijd'zoo rijk aan de gezegendste vruchten, verkort werd. Zoo trad de vrijheid in de plaats van het gilden-wezen. In enkele vakken echter hield de beperking stand en onder anderen bij de zoogenaamde vijf faculteiten men begreep dat hier vooreerst de controle voor den individu uiterst moeijelijk wasen ten tweede dc nadeelen die uit de on kunde en onbedrevenheid van onbevoegden zou den kunnen voortspruitenzoo gewigtig waren dat hier het algemeenc belang stellig de beper king vorderde. Tegen die beperkingtegen die van hoogerhand uitgeoefende controle komen wij dan ook geens zins op maar wij geloovcn dat uit het gezegde blijkt, dat de staat, door het uitoefenen van die controle, door het vragen van die waarborgen van een exceptioneel regt gebruik maakt en in haar belang cene opoffering vraagt van een deel der natuurlijke vrijheid aan dengene wien zij aan dh> controle onderwerpt. Het gevolg isdat vooreersthet absolute be lang de zekerheid der maatschappij de eenige basis zijnde van het regt dat de staat oefent, zij geen stap verder mag gaan dan dat belang, die zekerheid vordert. Ten tweededat het examen in het belang zijnde van den staat en niet in dat van dengene die er zich aan onderwerptaan dezen alle onnoo- dige moeiten en kosten moeten bespaard worden. Men vergelijke deze voorstelling der zaak vol gens welke evenmin de waarheid als het regt van den staat verkort wordtmet den loop dien zij aan onze llooge Scholen neemt. Dc bespottelijke formaliteiten de groote en geheel noodelooze kosten waaraan elk onderworpen is die aan een onzer akademiën den doctoralen graad vraagt zouden ons in den waan brengen dat er voor al die moeite en al dat geld ecne groote gunst ge kocht wordt en welke is deze gunst Dc vrij heid zijne gaven tot nut zijner medeburgers te mogen besteden cene werkzame betrekking in de maatschappij te mogen vervullen de eerste pligt van den burger jegens den staatmaar welker vervulling mogelijk te inaken ook van den anderen kant de eerste pügt van den staat jogens den burger is. Maar (cn hierom vooral hebben wij deze be schouwing aan het hoofd onzer aanmerkingen op de inrigling onzer Hooge Scholen geplaatst) daarin vooral worden de beginselen die wij op den voorgrond steldenmiskend dat men het ver krijgen van den doctoralen graad niet alleen door vele noodelooze bezwaren en kosten bemoeijelijkt heeft j maar, uitgaande van hetzelfde denkbeeld dat men een gunst uitreikte waar men een regt beperkte daarenboven dien graad als een premie gesteld heeft op het bezoeken der Hooge Scholen en het opvolgen der aldaar gebruikelijke veror deningen terwijl men dengenedie zijne we tenschap elders verkregen heeft, den weg ter uitoefening van zijn vak ter besteding zijner ga ven bijna afsluit, door van hem oneindig meer te vorderen als waarmeè zich bij anderen de zorg voor het belang en de zekerheid vdn den slaat te vreden stelt. Zoo slicht men het dwaasste en onmogelijk ste van alle monopoliën een monopolie van we tenschap. Zoo doet men van de eenc zijde onregt door in het eene geval meer of in het andere minder waarborgen te nemen dan noodig is zoo worden van de andere 7,ijde de llooge Scholen een last in plaats van een weldaad een hinderpaal in plaats van een hulpmiddel voor de beoefenaars der we tenschap. Wij zullen weldra zien hoe doodend dat be ginsel dan ook op geheel hare instelling en toestand gewerkt heeft. NIEUWSTIJDINGEN. DDITSCHLAND. KEULEN, den 11. Augiutus. Deo 4. dezer ifl te Wee- nen op den Donau een groot ongeluk gehenrd. Eeno kompagnle pionoiers da rivier in drie pontons overstekeode werd een dier vaartuigen door het hoog opgezwollen eu sterk stroomende water legen een brug geworpen; de ka pitein en tien man vonden daarbij den dood. De beriglen uit provinciën van Pruissen daden dc tij ding mede, dat de Pregel den 4. dezer uit deszelfi oevers is getreden. De lage gedeelten van Koningsbergen ston den onder water en het Pregeldal geleek slecht» een meer. In Wehlau moest men den 2. dezer de stratea met schuitjes bevaren om zich van de eene naar de amlere plaats te begeven. Volgens berigten uit Polen was de Weichsel op den 5. san het dalen. FRANKRIJK. PARIJS, den 11. Augustus. De berigten, dio men heden uit Napel» ontvangtzijn van eenen zeer treurigcu aard. De onzalige aanslag in Junij jl. door eenige uitgewe kenen van uit Kmfuopde kusten van CalabrW gewaagd, is allerdroevigst afgeloopen. Van de 19 personen die |>ij deze galegcnheid gevangen zijn' gpraakt zijn er 17 ter dood veroordeeld eu van deze zijn er den 23. Julij reeds 9 gefu»illeerd geworden. Ponloise is dezer dagen bet tooneel geweest van eene misdaad die aan den nog zoo kort geleden moord van den Heer Donon Cadot doet denken. Den 28. Julij II. vond een voorbijganger aan den hoek van een bosch een bloedig lijk liggen. Hij haaste zich cr kennis van te gaan geven aan den maira van Pierrelaije die er het geregl verder van berigtle. Het geregt ler plaatse gekomen zijndewerd het lijk. herkend voor d?S den Heer Charles Óhennevitrteen' man van omstreeks <le vijf en veertig jaren. De geneesheeren verklaarden dat de moord in den vorigen nacht moest hebben plaats gehad en volbragt moest wezen met een slomp werktuig het welk den hersenpan verbrijzeld had. Uit alles bleek dat het feit niet op de plaats, waar het lyk was liggende, bedreven wasmaxr dat het lijk daarheen vervoerd was geworden op eene kar waatvan de wielpn duidelijk tu fukenoen sporen hadden achterlaten. Niet» gaf in het eerste oogenblik vermoeden wie de dader kon zijn, maar weldra bleek uit de iostrucliedat Chenneviere daag» te voren te Pontoise was geweestwaar zijne belangen hem bij den Notaris Lamarre geroepen hadden. Het betrof eene som gelds die hij ontvangen moest van eene dame van omstreeks de vijftig jaren die met baren vader eenen meer dan zeventigjarige!) grijsaard te zamen woonde. Een der in de zaak betrokkene personen niet opgekomen zijnde had het geld niet uitbetaald kunnen worden. Chenneviere was zeer verstoord weder .vertrokken zwaro vervolgingen dreigende tegen zijne srhuidenaresse aan welke het ver traag evenwel niet te wijten was. Reeds sedert lang bail hij zich zeer gestreng jegens haar er. haren vader beloond en reeds meermalen had bij hen door deurwaarders doe» insinuet-ren. De beide schuldenaars hadden meer dan eens hunnen kregel ovpr de gestrengheid, welke zij ondervon den aan den dag gelegd. Het vernemen van al deze omstandigheden hragt het eerst op het vermoeden. Maan dag den 29. Julij werd ten huize vao den grijsaard en van zijne dochter een huisonderzoek gehouden en al da delijk vond men er eene kar met veelvuldige bloedvlekken bespat en waarvan het wielcnspoor volmaakt gelijk was aan het door den magistraat opgemrrkte voorts werden er nog moerdere met bloed bemorste voorwerpen gevonden, als onderanderen een touw waarmede het lijk waarschijn - hjk is voortgesleept geworden. De dochter werd onmiddelijk gearresteerd haar vader wal afwezend en kwam niet terug voor in den nacht van den 30. op den 31. Julij ais wanneer hij insgelijks ge vangen is genomen. Het prones wordt thans geïnstrueerd. Van Arles wordt hel volgende geschreven Gisteren terwijl bloed verwanten en vrienden eeoer on gelukkige moeder haar trachten te troosten over hel ver-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1844 | | pagina 1