\s,J.
YLISSINGSCSIE
O U R A N T,
zij is behouden gi-U
ai liet bevattetwPp
vlammen geworden
betreurd worden dat
xihuis het vevbrai,
ouw gevonden li
de bewoners van liet
Hoe de/e ongolut
ene wijze de brand ui.i
iet met zekerheid
onderzoek gedaan,
October. Men verin
Kamer der Slalen-Ge»,,
dezer, door den heer
gedaan is lot wiji
Reglement van orjf
en van don 27. Or|(
odor de Palemb;
de hoer liocliusft.it
gekomen,
(Spanje) is zoo to-
water staat. De
•rwoest.
NOEN.
No. 132.
Vrij lag
cT,vv
\ai if .'ij
1842.
k- 'V»G
November.
De uilgavc dezer Courant gcsc'iiedl geregeld driemaal per
abonnement is voor drie maanden f 2,25, cn franco per post
zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in het Rijk.
week. De prijs van het
f 2,5o. Men abonneert
Advertenlien worden geplaatst
cn Doodbekendnukingpnwnarvai
regel daarboven 20 Cl. behalve
Igpzooderd Huwelijks-, Goboorle-
regels f 1,20 is, en voor eiken
iedere plaatsing. Brieven franco.
'genoi
riek van louwen uil
ten volle de Kuslliar
ingenieur Cuatiti.
en duurzaamheid lui
J00 lot 12 in deziji
"lb>en om de icnigl;
de ijzerd raden cikj
dezelve dikker te nui
k zou zijn zulk een
tinnen dragen van oU
is niet dikk- r dan
cwoonlijk water put.
eloof in de middclwi'
ommige edelgesteente
bijzondere heilzaam
de dat de srnaragi'
agaat welsprekendli
spts sterkti' de au
de koralen hcsclit
aan den vinger gpdra:
ontvouw werd of
eenig gevaar of on;
veiiigde tegen alli
de katteii"°g
gevaarlijke drill des
topaa9 tegen krank
wanneer er vergift in
of aan deze eigenschai
/10e dikwijls ook de
had gilogeiistrait
ENTIE.
zal zoo spoedig mog
TIEN.
rijdag den 11 No vu.
8 uren precies
Alliance, aan dn IJ
aau van den Notaris
VE staande en gek
het (irocitewoud
No. 809 laatst bc
DEiWhSEN.
n OBLIGATOIRE
groot 500.a, 5. p(
te MlDDKLIll'üG I
Wijk A. Nu. 71), k
ad Het Prieel van !t<
"edel van H EA'l) li
twee dagen vóór
en en omtient alles
Kantore van geine
GEN.
Sedert den ay Oct. zija .il ve
INGEZONDEN STUKKEN.
VrijlscitS van Godsdienst.
Er is lusschen eenige dagbladen in ons rijk een hoog-
loopend geschil ontstaan omtrent het al dan niet grond
wettige en geoorloofde van het door den Minister van Jus
titie voorgedragen^ art. A van den tienden titel van liet
nu aanhangige gedeelte des welhoeks van Strafregt.
Het Journal Je Limbourg beroept zich in zijne aanklagt
tegen genoemden Minister op het art. der grondwet
waarbij de vrijheid der eeredienslen wordt gewaarborgd.
Doch het Journal zal zich herinnerendat een ander
artikel bepaaltdat elke Godsdienstige gezindheid zich moet
houden binnen de grenzen van de wetten van den Staat
en dat de Koning speciaal met de zorg hiervoor belast is.
Dat artikel doet middagklaar zien dat men bij het con
stitueren van onzen Staataan de Godsdienstige gezindheden
geene onbeperkte vrijheid in alles heeft willen toestaan
dat men iedere gezindheid behoudens de gen aai borgde vrij
heid van getoois-begrippen voor ieder ondergeschikt
heeft willen maken aan de wetAau den gewonen wet
gever werd bij de grondwpt het vertrouwen geschonken
dat hij met anders dan wijze eii doelmatige wetten 7.ou
maken of in stand houden binnen welker grenzen de
Godsdienstige gezindheden zich zouden behoeven te houden.
Eene wet dus waarbij aan Godsdienstige gezindheden
beperkingen worden opgelegd, wanneer dit uit liet oogpunt
van het algemeenc staatsbelang geschiedt en wanneer de
vrijheid van geloofsbegrippen niet worJt aangerand kan en
mag niet als ongrondwettig beschouwd worden en is dit
ook-niet. De weigever bevindt zich daar in zijn grond
wettig regt. Men onderscheide hier echter wel.
Wilde de wetgever beperkingen vaststellen in de vrijheid
van Godsdienstige begrippen en zelfs van de individuele
belijdenis derzelve, hij zou buiten zijne bevoegdheid gaan
orn dat die vrijheid aan een ieder door de grondwet uit
drukkelijk wordt gewaarborgd.
Maar de xogze van uitoefening der eeredienstde open
baring dier geloofsbegrippen, het in zigtbare handelingen
hoor- en verstaanbare klanken in het openbaar
rnnuRKEN van hetgpon men gelooft en voor waarheid
11 neemt door geloofsgcnooten tot godsdienstige lig—
chawen vereenigd dit is hit. wat valt onder het toezigt
gebied des wetgevers en hetwelk daaronder moet vallen
'al de rust van den Sta; t cn de openbare zedelijkheid verzekerd
zijn. Hier is men op het gebied van het. jus circa sacra
rwijl het jus in sacra niet verder gaat dan de bepaling
aanwijzing, wat, volgens de leer der kerk in het stuk
Godsdienst, waarheid is de vervulling van welke Gods-
nslpligten de kerk van hare gepstelijken en ledematen
rdertom hen als ware en getrouwe belijders van de
r der kerk tc kunnen aanmerken; voorts ook do be—
■gdheid, om, door alle godsdienstige en zedelijke over-
gs-middelen afgescheiden van openbare handelingen
het toezigt en gebied «les wetgevers vallende, de leer der
l'-rk te onderhouden te versterkenuil te breiden en
Hio.-t le planten.
Dat, in penen Slaat, waar de grondwet, met opzigt
openbare uitoefening van eeredienst naar de teelten
iTrwijsteene regering kwalijk linen ïoii, ledezen et gen-
glig te handelen en voor te schrijven meenen wij boven
ilu redelijken twijfel verheven te zijn en het was om
reden, dat wij vroeger het sluile.n van een concordaat
■k bepalingen inhoudende het jus circa soera betreffende
artoe de wetgevende rnagt niet zou hebben medegewerkt
r onzrn Sla t als onaannemelijk verklaarden. (1)
Dat verder een wetgever hoogst ontaalkundig en daar—
liijrl niet het waaraehligo staatsbelang zou han
den door aan eenige gezindheid meerdere beperkingen
1 de uitoefening harer eeredienst en hare huishoudelijke
«tins op te leggen dan volstrekt voor de openbare rust
veiligheid en de zedelijkheid der burgers in 't algemeen
evorderd werd uordeclen wij almede geen betoog te be
tuig
fliuler
seille stul«(;oc
rrlam suiker,
coff, M. ll.u
ur
Wij hebben ons gevoelen dienaangaande medegedeeld
de benordceling van het Adres der zeven heeren aan
Ned. Hervormde Sijnode.
Een tweetal wagen biedt zich hier nu aan1°. of
ml, p c' beslredenc art. A al dan niet, zoo als. liet gesteld is,
Svlpt grijpt in het jus in sacra in de vrijheid van geloofsbegrip-
in de leerzoo ja dan zou de klagt pecrond en het
ir. strijd zijn nu t de grondwet. Zoo neen, dan komt alleen
'i? de 2P vraag te pas: is hot artikel staatkundigis het
L'| meer beperkend dan noodig ten aanzien der uitoe-
"ine van de eeredienst van de bij hetzelve klaarblijkelijk
'doelde gezindheid
erlami, steenkolen. ■- Na eene onpartijdige beschouwing, kunnen wij niet toe—
;mmen dat het jus in sacra dadelijk door het artikel
jnzaad l.oniseF Jar a worden aangerand.
Dat de wet aan de regering de magt geeftvoorafgaande
age te nemen en daarna al of geen verlof te verlee-
M;
1 Wilson I.
iver; Cl'rilli.tr
dcrsoii .Nund'
>i-if
Tt«\
Steh v
hji»
VAN BIEREN. 'r~
0 Vlitsingscbe Courant van 11 Maart 1841
oen tot afkondiging enz. van stukken van eene buileo-
laridsche geestelijke overheid ontvangen kan nog niemand
verhinderen, zoodanige geloofsbegrippen te behouden cn te-
belijden, als hg heeft, om het jus in sacra uit te oefenen
zoo als wij hetzelve hiervorep omschreven hebben.
Wanneer het J. d. L. aanvoert, dat de vrye gemeenschap
met den Heiligen Sloel eene eerste voorwaarde, en eene
wezenlijke grondstelling der Catholieko. Kerk is dan is
het noodig te definieren wat hier door die tryc gemeen
schap moet verstaan worden. Is het vrijheid van corres
pondentie van medcdeeling en wisseling vin gevoelens
de geloofs-stukken of de geestelijke aangelegenheden der
kerk en de godsdienstige pligten der leden betreflende
welnu daartegen wordt geene straf meer bedreigd, zoo als
tot nog toe het geval was.
Maar bedoelt men door die vrye gemeenschap het regt
aan de zijde van den H. S. tot liet onbeperkt uitoefenen
ook van het jus circa sacra en aan de zijde der gees
telijkheid, de verpligting of bevoegdheid om alle voorschrif
ten aanschrijvingen van den H. S. enz. daarloe betrekkelijk
tc moeten of le mogen ten uitvoer leggen of openbaar maken
dan zou daaruit blijk n dat die vrije genieenschap had
zij ook al vroeger in dien ruimen zin werkelijk bestaan
heden ten dage volstrekt niet meer in overeenstemming is
met de inrigting der meeste Stalen van de Christenheid en
dat dusom hier overeenstemming mogelijk te maken
of die staats-inrigtingen zouden moeten worden gewijzigd
of de Heilige Stoel en de belijders der Catholieke Godsdienst
in zulke Staten levende zich aan oen meer beperkt begrip
van die vrye gemeenschap belmoren te onderwerpen. De
tijden waarin de kerk meer dan eene zuiver geestelijke
magt in de Staten der Christenheid uitoefende zijn voorhij
gegaan. Hel streven om die tijden, te doen wcderkceren
zalgelooven wij wel ijdel zijn.
Gaf het wots-artikel aan de regering of den Minister
het regt, om aan de openbaarmaking of ten uitvoerlegging
van stukken betreffende zaken van zuiver godsdienstigen
aardtot het gebied van het jus in sacra behoorende
hinderpalen in den weg te leggen li"t artikef ware met
de grondwet niet overeen te brengen. Doch het tegeu-
wigtden waarborg vindt uien hier in de ministeriele ver
antwoordelijkheid welk» geen Minister zou veroorloven
ongestraft het artikel der wel aan de schending der
duidelijk bepaalde grondwettige vrijheid van geloofsbe
grippen dienstbaar te maken.
Het is mogelijk dat men dezen waarborg te ligt rekent
docli daar het artikel nog geene toepassing heeft erlangd
moet het neg wel aan- alle grondige bewijzen voor zulk
beweren outbroken.
Het artikel dan hjj het heslaan van den grondwetligen
waarborg togen misbruik van magt door den Minister
kan niet gezegd worden dadelijk in te grijpen in het jus
in sacra in de vrijheid van geloofsbegrippen in de hand
having van de belijdenis der kerk en wij moeten dus
lot de tweede vraag komen- is hel artikel staatkundig?
Legt hetzelve slechts zóóveel beperking op als volstrekt
voor de openbare rust en veiligheid en voor de zedelijkheid
der burgers in 't algemeen gevorderd wordt 1 Eo in
gemoede gesproken kunnen wij deze vraag niet zoo gaaf
in toestemmenden zin beantwoorden
De bedoeling van het artikel is blijkbaar: te beletten,
dat eene vreemde geestelijke magtdie tevens eene wereld
lijke magt uitoefent, van de eerste gebruik make om de
laatste uit tc breiden of altans hare inzigten en wenschen
ten aanzien hare eigene wereldlijke belangen of van de
staatkunde der kabinetten in 't algemeen door al dc
belijders der U. C. Godsdienst zooveel mogelijk te doen
deelen. Men vreest het gevaar van den geestelijken invloed
ook op de zaken van toercldlyk belang en bp den geest
en de stemming dienaangaande der staatsburgers, aan dien
invloed onderworpen.
Maar kon men de vrijheid van regtstrceksche gemeenschap,
en de opvolging van langs dien weg ontvangene voorschrif
ten niet toekennen, en zich teeen het misbruik dier vrij
heid tegelijkertijd wapenen Wij gelooven aan de mogelijk'
heid hiervan.
Dat het Departement van de R. C. Eeredienstóp grond
van het belang van den Staat, hij de zuivere zedelijke
begrippen van deszelfs burgers niet onhekead behoort te
zijn aan de van buiten komende voorschriften enz. zelfs
uitsluitend tot het gebied van het jus in sacrc tot de
zaken van zuiver geestelijken aard behoorende. en geene
verandering in de wijze van uitoefening der openbare er re-
dienst bepalende, meenen wij als zeker te moeten steil-.1
doch nietdat een voorafgaand verlof behoeft verleend
te worden, om aan zulke voorschriften uitvoering te mogen
geven. Wij zouden dan voldoende achten de verpligting
voor alle geestelijken van erkende gezindheden welke
regtstreeks van eene buitenlandsche geestelijke oveihoid
stukken of voorschriften zonden ontvangen, eenig en uit
sluitend geestelijke belangen betreffende en die noch zijde
lings noch regtstreeks eenige politieke handeling eenige
beslaande inrigting van Godsdienstigen of burgerlijken a.ird
hetzij binnen den Staat hetzij in eenig ander rijk aanroe
ren of goed- of afkeuren noch betrekking hebben tot de
louter stoffeltjlse belangen der kerk der geestelijkheid of der
leken of veranderingen voorschrijven in de hestaande eu
door'de wetten veroorloofde openbare eeredienst, - (ie verplig
ting, zeggen wij om van zóódanige voorschriften of stukken
binnen eenen bepaalden tijd afschriften te zenden aan
den Minister van de R. C. Eeredienstmet bedreiging eeuer
liglere strafbij verzuim.
Bepaling daarentegen dat geene stukken andere dan
de omschreveno zonder voorafgaand verlof der regering
zouden mogen worden afgekondigd enz. op de straffen bij
hel ontwerp bedreigd. Wij gelooven dat bepalingen
zóódanig voorgesteld eo zooveel noodig nog in mcerJere
bijzonderheden omschrijvende, teo einde ca9ii quo, den
regter zijne tank des te gemakkelijker te maken wel
nog geen algemeen en volkomen genoegen geven zouden
doch voor 't minst allen redelyken grond van bezwaar zouden
wegnemen voor dc zoodanigen die nu beweren dat door
de voorgestelde bepaling inbreuk wordt gemaakt ook op
liet jus in sacra, als onderwerpende mede de naleving van
louter geestelijke voorschriften aan eeD voorafgaand verlof
van den Minister.
Overigens schijnt het ons toe, dat de ten dezen ver
leende vrijheid aan alle weldenkende Catholieken genoegen
zou geven en dat dc rust en veiligheid van den Staat en
de algemeena zedelijkheid op eene voldoende wijze zouden
zijn gewaarborgd.
Men mag eo moetbij de vaststelling van zulke bepalin
gen niet uit hel oog verliezen dat zij in een zeer teeder
punt betreffen de belangen van een groot miliioen inwoners
des .rijks en datzoo er al geene zekerheid bestaatdat
de meederheid derzelve in alle opziglen deelt in de wenschen
en gevoelens der dagbladen op dit stok, nogtans ook voor
het omgekeerde geene voldoende zekerheid aanwezig is.
Wij kunnen niet ontveinzen dat ons nu en dan de
oppositie van den Tydgen'oot wal tc hard en te scherp
voorkomtwaar 2ij legen de wenschen van de R. C.
pers gerigt is. net kan waar zijn dat deze er aanleiding
toe geeft, door hare oischen te overdrijven. Bezadigde en
gonioedelijkc teregtwijzingen ook, waar het zonder
gevaar kan, de noodige toegerelijl>lieid schijnt ons den
weg toe om het ontstaan van godsdienstige geschillen
altijd zoo onrustwekkend en niet zelden zoo verderfelijk
voor het geluk en de rust van eenen Staatte vereffenen
en de ontstane spanning te doen bedaren.
S5®eli?)C8®3a®:!!w5ïsg.
Over «Ie hervorming van ossy kiesstelsel
doop Mr. J. R. TfiarhockcLeiden bij
BS. van den Keuvel!ÏS4'5.
Vervolg van onze vorige
Maar de eenmaal benoemde kiezersop welke wijze
zullen zij de raadsleden verkiezen
In plaatsen, waar het kies—col legio niet al te talrijk zijn
zou in steden b. v. beneden de 20,000 zielen zien wij
niet waarom de kiezers niet zouden vergaderen. Men zou
aan tot kiezers benoemden eene belasting van f 1 f 2
kunnen opleggen en onder hou die verschenen do totale
som in gelijke evenredigheid als presentie-geld vordeelen.
Dit middel zouden wij reeds als een prikkel voor ouderschei
den beschouwen om niet te huis te blijven.
In grootere steden kon men bij kiesbiljetten verkiezen
doch niet zoodanig ingerigt als het nu dc stembiljetten
zijn. Het briefje, houdende de namen dor verkozene,
zou niet onderteekend, doch wol verzegeld moeten zijn;
en een omslag volgens een daartoe bepaald model zou
dc oridprteekende verklaring van den kiezer moeten bevatten
dat het inleggend biljet zyne keuze behelsde, en li ij zich
door geene giften of gaven of andore eigenbelangzuchtige
oogmerken had laten leiden om zóó en niet anders to
kiezen.
Wie niet zelf zijnen omslag kon onderteekenen znu
geen regt tot medekiezen moeten hebben eo hot 7.011 ten
strengste aan de ophalers der biljetten moeten verboden
zijn die biljetten voor (le belanghebbenden in te vullen
of deze in de onderteekening van den omslag behulpzaam
te zijn.
Bij de opening der naambriefjes zonden minstens een
achttal kiezers b. v. de eerste door het lot aangewezene
v ui de B eerste stem-collegien of in kleinere steden da
twee eerste personen van de 4 eerste stem-collegieu tegen
woordig moeten zijn, en hel verbaal, der stemming mede
omlerteckenen. Op afwezigheid zou hier eene boete bepaald
moeien worden.
Nam men den maatstaf aan van 1 kiezeT op de 150
zielen, en van 10 stemgeregtigden op eiken kiezer, dan
ware voor elke stad de census voor de stemgeregligdheid
van zelve bepaald. Men kende het getal der vereischte
stemgeregtigden en deze zouden zijn do hoogst aangeslagene
in de directe belastingen, na aftrek evenwel der vaste stem
geregtigden, krachtens hunne maatschappelijkebetrekkingen
voor zoover zij niet reeds ook uit hoofde hunner betaalde
belastingen steuigeregtigd wareo.