niet .meer.zingen. _Khetl( jods de ouvertures van op-, -orden dat de gemeente h„ Belijdt het vrij. kei als de meisjes zullen |)rk iij hunne godsdienst kenne zonder die voor L noodzakelijke kennis. Ii of vindt gij liet beier dal Loral de laatsten op den du. t bloot blijven? het is niet jc-rtalen een ieder brengt Llischc lessen te kunnen i ook de gronden (Ier god9iliej ior afdwalingen beveiligen lloofsleer te zondigen. Simeholh Hatborah." Df op dezen dag is bet dal U hein ten deel gevallen riingrn behaagd heeft het jjren volk te maken hen schenken om voor hen te verstrekken. Geenep Lrez.elil van on geregeldheid eoriiszins fatsoenlijk en g< Let het kenmerk van dieni parten ziet» ontboezemend ange het onwolvoegelijl allig handelv'ii maarniet^ rusalem." Eene der grod het hield oj> als een Uit vrees dat bij «Ie verin rd wordt de letters agen of het zoo ondoclim 0 voorstelddat op iliei irdtmogen wij niet in jeroepen Jesaj.i 111 de kerk." leder weet dall Ier Ketsiiluiha door de n niet doelmatig dat ia ili de godsdienstigheid v< verpliglmg voor heide (3) nulstaal." Dikwerf is daait letoogd zoo'Jat liet ons ien voorbijgaan alleen nu-;' rle gelegenheid geweest rijn e hezo-ken waar het 1 voorgestelde reeds vroege weinigen nlgemcei in den heer Susan predicatie welke hij de moedertaal van viel het Zijn E<rw. natiu die alle lof verdient Paar No. 92. VLISSINGSCHE Woensdag 1842. C O U R A N T. 3 Atieustus. De uitgave de/.et Courant geschiedt geregeld driemaal per wee!<. Pe prijs van hel abonnement is voor drie maanden f a.if», en franco per post 1' 2,5o: fllen aboniicert zich bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in hei Kijk. Adverienlien worden geplaatst Doodlietendmakingenvvanrva "et daarboven sn Ct. behalve i 20 Ct. d 35 Ct. 'y.r; itge/ondrrd Huwelijks- 6 regel, f i.ao is er r iedere plaatsing. Brn INGEZONDEN STUKKEN. LASTER TAS HET JOURNAL DE LA HAÏE. /at meer zegt: Zijn [ge lieden aangezocht en van dergelijke Ir wijst meer: de ondervindi» i, mijnheer J. t. P. »eacht het meer aan goh ig te volgen of alle put en genoeg te hebben nangeio grond dc lage aanvallen li Everdienenden heer Hertzv bh moeten getroosten jen de dankbaarheid Ifs van welke zijne leerlir dat sedert MozC des geep grooti-r man iso. rd in den ban gcdi sche bestuurders hunne gi eemaal gevangen ge/et; ieder geleerde als een ?n begrippen aangevoerd •lie van den laatsten J slotte roepen wij u rt terug van uwe verlttf niet tot eenen duren pligt dienst wilt maken da' nile vermijden ons tul t wij tot behuild van bet jrstellerv gij mag liet It u w hart eetnigt hot godsdienst gehechte Is"> afgeschaft maakt daan l lork beslui ,1e keer tv w et Lende w de/el' volvo. p hebben (jelud bij l«cl bij' bij de limine volgend N°. DINGEN. Sedert den 27. dezer zij" itdrldbia kaïoon Provid'» j Cii.11 les qui ut A. J J11"" ia, L. Gr audi, Odessa, va houlwaren Injjrlo Searpolo INap'li New-Casllo, s 'eenliolcu. i York olie polaschv Sunderland steenkolen. A. W. VAN BIERES. In zijn N°. van 29 Julij II. gelieft het Journal diegenen welke art. 4 der grondwet anders willen begrepen hebben, dan dat blad te bestempelen als Ceux qui voudraient sacrifier au* étrangers notre dig- nité nationale, notre repos et notré sécurilé ipterieüre dat isals 'dezulken, welke onze. nationale waardigheid onze rust en onze inwendige veiligheid aan de vreemdelingen zouden willen opofferen. Wil de Arnhemsche Courant wil het Handelsblad de Tgdgcnoot liet Journal du Limbourg willen wyzelven en allen, welke in art. 4 lezen wat er staat, en er gecne voorwaarde bijgevoegd willen hebben die er niet in te vinden is daardoor de belangen des lands aan den vreem deling opofferen Willen wij het publiek ministerie, de rcgterlijke magt werkeloos gemaakt hebben ten aanzien van vreemdelingen «elke ziel» aan vergrijpen tegen do rust en de veiligheid van den Staat schuldig maken Waar leest het Journal dit Waarmede bewijst het zulks? Zoo nergenszoo met nietswaarom lastert het ons dan? Of bestaat er geen openbaarministerie, geene rog- Jerlijke magt? Zoo ja, waarom konden deze dan niet handelen even goed als het gouvernement of de Minister van Justitieom zulk eenen vreemdeling schadeloos te maken Heeft het Journal ons het tegendeel gezegd en hevve- «n en hebben wij daarop volhard in onze meening? Immers geenszins En'zoo wij dan verlangdon dat een vreemdeling welke ?«h aan vergrijppn of aanslagen tegen de rust en veilig heid van den Staat schuldig maaktdoor den bevoegden gter zou worden geoordeeld is dit de rust en veiligheid aan den vreemdeling willen ten ofler brengen Zoo neen dan immers heeft het Journal gelasterd Ten anderen willen al,«<hv von-n genoemden'nietdat bel gouvernement ecne grondwettige of wettige magt in bandon liebhe om in voorkomende gevallen snel en krach- ig tegen gevaarlijke vreemdelingen te kunnen handelen Zoo ja, willen z>j willen wij dan het land opofferen? Ziet het Journal niet, dat liet al zijne tegenstanders maar om de wettigheid van het beginsel, niet 0111 de. zaak ij) zichzelve te doen is? dat ineu eerbied voor de uitdrnk- '.clijkc bepalhagen der grondwet hij den Minister wil, die zelf wel eens in vroegemi tijd zich over schending der grond wet, door anderen, beklaagde? En wat wordt er nu van art. 4 dor grondwet waar men leest Allen die zich op het grondgebied van het rijk'bevindt# liet/ij ingezetenen of vreemdelingen hebben gelijke aan spraak op bescherming van personen en goederen wan neer de Minister van Ju-titie daarbij de clausule mag onder de inits echter dat ut de vreemdelingen lioschermd wil hebben. Anders kunnen zij gegrepen en op myne hevelen het land uitgezetworden Is dit dan gelijke bescherming nis de ingezeten volgens t. Ki7 der grondwet geniet? bescherming ook tegen wciler nfcngolijkc ministeriele willekeur, ten aanzien vair persoon f» goederen Immers er is dan nu voor den vreemdeling geene bescher- mg tegen zoodanige willekeur want heeft het Journal gelijk dan zou zelfs dc Hooge l\aad hier niet tusschen wiien nioscn treden, om te onderzoeken en te beslissen. Alles kwam «lan op de billijkheid, op den wil van den Minister aan. De woorden dtr grondwet waren volstrekt '"mier heteokenis geworden zoodra de Minister (lil ver- «'tgile. Niemand beschermde den persoon en de goederen tavreenidelinüs legenden Minister of kon dit doen. Hij die zóó redeneert en wiens overtuiging hem dw ingt rit niet anders te redeneren is deze daarom een verrader "zijn vaderland die de rust en het geluk van hetzelve üm don vreemdeling wil opofferen Zon neeii dan. wederom heeft het Journal de la' Ilaye 'ÏUSTÊRD'. Het is dande Grondwetgever, die door gelijke beschèr- "ing voor den vreemdeling als voorden ingezeten, in hel h^eieen en zonder voortcanrde hoegenaamd 'in de grondwet Ie drukken de rust en' veiligheid van den Staat aan !p|i vreemdeling ten .offer hragt. Niet z>j die zulke duidelijke ""Milon in de Grondwet lezende besluiten dat zij eene !r"ii(lwettigp heteekenis hebben moeten. Ho gevoelens van de (Joor liet Journal aangehaalde 'Mtsmapnen kunnen het beginsel niet tqteen wettig beginsel "ken. Een aantal gevoelens van niet minder geachte 'sta'atsman- 'nomtrent de uitleggingaan art. 60 en andere der Mndwot gegeven hpï>bèi>-iju£oerien déele hét gduvernement JW|)gcn die artikelen in den geest dezer manuen uit te I de publicist veroordeeld bij n geacht hij weinigen Oor- leggen en toe te passen; en nogtans behoorde dit zoo, 'Zoo ia dan. in Nederlain wanneer de gevoelens van achtingswaardige staatslieden sommigen gevreesd bij velen geacht bij weinige de kracht hadden, een beginsel als wettig vast te stellen. I deelt men hem al niet schuldig aan misdaad, dan tocli Zelfs eene beslissing der Tweede Kamer, in bijzondere I aan wanbedrijf; zoo ook aan dit niet, dan toch minstens m r. r(igj gevallen, kan nfet tot wet verheven worden', verbindend voor de toekomst. Vooreerst, dc leden ^er Kamer wisselen afen ten-andere maakt ook do eerste Kamer ofschoon geen initiatief bezitten de een deel uit der wetgevende magt. Heeft deze haar gevoelen niet uitgehragf dan blijft de zaak het beginsel nog altijd onbeslist. Stilzwijgen op de .cartels lot uitlevering van deserteurs kan voor 't minst nog verdedigers vinden in art. 57 der grondwetmaar waar geen verbond of verdrag bestéat tot uiiz.etting van vreemdelingen die geene deserteurs zijn op welke bepaling*zal de Minister hier die uitzetting uil het lvijk kunnen gronden Het niet wijzigen van art. 4 der grondwet pleit tegen de stelling van liet Journal en niet voor dezelve. Dat art. bleef nu van kracht. Men kan evenzeer aannemen dat het gouvernement Yrcesdc eene vermeerdering van magt jegens de vreemdelin gen niet door de Kamers te zullen zien goedkeuren als dat hetzelve oordeelde, reeds genoegzame magt tc bezitten in zijne steeds hetwistc antecedenten. Wij hopef ons hier voor het laatst niet deze queslie te hebben bezig gehouden. Het Journal moge onzentwege voortgaan ipet den strijd. Wil het echter op nog eenige achting blijven aanspraak maken het neme dan niet de tocvlugt tot liet voor elk regtschapen mensch onwaardige middel om zijne tegenstanders als Verraders of vijanden van de ware belangen des lands te lasteien.of in verdenking te brengen. l»c E°sib8icist. Gij zijt dan publicist geworden mijn vriend dit heeft in zekere zaak uwe belangen niet bevorderd maar tegen- gestaan." Ik kern er' voor uit het eerste gedeelte van die periode uit penen briefmij van eene vriendschappe lijke hand geworden trof mij oneindig meer dan hel laatste toevoegsel \vant wie als ik reeds vroeg stond achter de schennen- van liet tooneei voor dien is de illusie reeds lang verloren alleen gegund aan de toeschouwers, gezeten in het eergestoelte der |og;-s of op de banken van liet parterre. Publicist gewordeii! liet was zoo. en voor de eerste ntaal zag ik mijne gedachte bepaald bij de gewig- tiiif vraag wat is toch een publicist Zal ik dc be antwoording dier vraag overdragen aan de menigte Maar harc^nieeningetr, hemelsbrecdle van elkander verschillende, zijn overbekend. De een- zal u antwoordenhij is de schrik der maatschappij verklaarde vijand van de regering zoekt hij hot staatsgebouw omver te werpen. Zijne schun nige hand ontziet niets hij is een gruwel in den Staat. Stond hetf aan hem do publicist werd verbannen en elk blad van eenige vrijzinnige kleur verbóden want onzin zijn hem de woorden van den Engelschen staatsman die zeide«'bestond er gepne..oppositie in hel rijk, ik zou voor goud haar koopcu willen." De anderminder gestreng in zijn oordeel, acht het toch minder gepast'dal een ongeroepene zich bemoeit niet de aangelegenheden van den Staat-, alsof hel vaderland geen gemeen eigendom ware Hij vindt den publicist een betweterniet vrij van ver waandheid en dan toch in zekere op/igten gevaarlijk voor liet volk dat zoo drukt hij zich uit. de zaken niet ver staat en voor hetwelk al dip verlichting schadelijk is. Aan de regering en aan de daartoe geroepenen moest tnen de behandeling der zaken overlaten; voor hem is .het onbe grijpelijk, hoe een staatsman als vvn Hogendorp schrijven, kon, dat ook de voorlichting van lien die niet tot de verte gen vvoorJiging belmoren oeil/.aaiii en nuttig is voor do leden der Kamer. Hein is liet betoog eene duistere rede dat daar het land ont<enuvvil en krachteloos is waar de publieke meening zich terug houdt en zwijgt. Een derde steint hot toe dat de regering niet laatdunkend genoeg zich een brevet van volmaaktheid en alwetendheid heeft toegekend dat inlichtingen haar nuttig en welkom zullen zijn dat men het goode bedoelt en het geluk des volks wil maar toch de publicist is in zijn oog een staatkundige dweepcr. Zijn koud gevoel en zijn onver schillige blik bepalen zicb weinig hij die zflken van Slaat want immers daar is tocli niets aan te wijzigen of te ver- 'anderen dat alles schikt zich van zelve en moet te regt komen - bovendien het brengt niets op het geeft niet. O, dat is de ijskoude redenering van het zoo be krompen egoïsme! Een vierde heeft wel meer achting voor den publicistmaar toch hij vindt hem roekeloos en onbedacht. De publicist immers stelt zich bloot aan nadeel en vervolging; en ook hij is niet vrij van zeker voor oordeel tegen den man die de schrik is van zijne mede* Een vijfde waardeert den man der publieke hor: meening op beteren prijs en draagt hein hoogachting toe.. aan overtreding. Het vooroordeel der meerderheid op hem Die overweging is niet zeer bemoedig' waar Die waarheid is hard l Dat doet het hoofd wee moedig leggen iu de hand en den blik treurig voor zich slaan En onder die veroordeelden en in de rije dier mannen staat ook mijn naam opgeschreven 1 en zeker wel met röodcr en grooter letter dim die van anderen, want het vooroordeel drukt zwaarder en het vonnis is strenger naar mate men do vermetelheid bezitzijnen naam te noemen. Die zonde is erger nog dan het naamloos geschrijf! Daartegen vooral is men ingenomen; alsof het opori visier verraderlijker ware dan de geslotene helmet l Neen schrijf in Nederland over kunsten en wetenschap pen schrijf vertellingen en verzinselsschrijf wat gij wilt, schrijf veelheid van romannon die het gevoel beder ven die de verbeobling ontstemmen die het geluk der ■gezinncp verwoesten dit laatste is niet goed maar is slechts wansmaak maar schrijf in 's Hemels naam niet iu dagbladen of journalen werp u niet op als publi cist want de menigte zal u vroezen u tegenstaanu veroordeclen Maar mag dan de publieke meening in Nederland niet geuit worden O ja maar beoordeel wellen en perso nen regering en besturen in de eerste drift van een niet altijd juist gestemd ggieel in gezellige kringen of iu openbare bijeenkomsten Spreek over dat alle9 zonder ct over te schrijven want dat geschrijf in die dagbladen dat is niet rigtig dat hreft hedoplingeii alsof de ge - dachtenlooze rede met schijn van vrijïinnigen ijver geuit geene bedoelingen of verwitziende berekeningen hebber» zouden I Maar het geschrevene blijft en liet gesprokene gaat voorhij alsof de driftige woorden van oogenblik- kelijkc on lev reden beid niet zouden worden opgevangen en sclradoloos waren! en als het waarheid is, dat de be handeling van zaken, hij ons. meer plaats heeft buiten de verga leringen dan wel in dezelve, gelooft men dan niet, dat al die publieke wisseling van denkbeelden ooit scjiade kan aanrigten en nadeel doen Misschien zal men deze schets wat hard gekleurd of scherp getcekend noemen ik mag lmpen dat zij dit is ik voor mij geloof het niet. Niet allen, het is zoo doei» van hunne ingenomenheid legen den puulicist openlijk, blijken maar de no esten ook w eten it tin vooroordeel achter verschillende vermommingen Ie verbergen. De geest des tijds heeft hen bedachtzaam gemaakt .en voor/.igtig. Men meciic niet, dat die mindere achting voor den publi cist geen euvel is, dat geen kwaad lit eft veroorzaakt. Het heeft aan veel geschrijf eene verkeerde rigling gegeven. Het heeft menigen goeden aanleg verstikt. Het was oorzaak, dat aan nuttige wenken en aan heilzame opmerkingou geene meerdere aandacht gewijd werd, waarvan do ver waarlozing meermalen ons duur is aangerekend. Daarin ligt eene der mede-oor/aken waarom wij zoo weinig ont wikkeld zijn in de kennis en de geheimen eener constitu tionele, regering; waarom wij van verru. en meestal tc laat, de theorien opvolgen van onze naburen. Of zal onze eigenliefde ons w ijs maken dat wij als op dc hoogte zijn Ik hoop het nietwant de hoogmoed is do vijand der ontwikkeling de begunstiger der onkunde. Zijn Engeland en Frankrijk ons niet verre vooruit? Wat schat van welsprekendheid ontmoeten wij datr hij de wetgevers! Öf is er geen wellust gelegen in bet bijwonen van, dien edelen wedstrijd van tanoilen •waarvan een toch altoos onvolmaakt verslag o.is reeds houdt opgetogen Maar daar ook vindt gij de beoefening der staatswetenschap krachtig ondersteund en aangemoedigd. Daar is aan den publicist ruimer belangstelling bongcre oer en meerder aanzien verzekerd.; Imp «r»i>l is hol verschil niet tusschen daar en hij ons Onregtvaardig en verkeerd is dat voor oordeel tegen den publicist.! Laat hel zijn, dat niet altijd die hooge roeping naar waarde is vervuld dit wettigt gecne algemeenc vercorjleeiiug en waar, of welk is het wapen dat niet wel. eens is misbruikt geworden Neen de ware publicist verdient betere gedachten en hoóger schatting. Misschien dat oppervlakkige kennis vliigtigc ligtvaardige beschouwing voedsel gaven aan het vooroor deel wel ligt dat juister teokening gezetter en" aandach- ligof schets dat; veroordeel opklaren en regtvanrdiger zal doen zijn. Wagen wij ons aan die scheis of teckening. Wat onverpoosde en gezette studie heeft niet dc publicist te volbrengen, alvorens hij het wagen durft, een oordeel over staatkundige zaken of personen- te vellen? Veel, omvattend is zijn onderzoek dat over al de vakken der staatshuishouding Igopeii moet. Geen deel tc.ch van het zelve zelfs niet het geringste mag Item vreemd blijven. Hij moet poge'nzich te plaatsen op dé hoogte van liet geheel. E11 dan, als hij die studie vollfragt en die hoogte bereikt heeftalthans tot zekeren graad, (want de volko menheid is niet gegund aan de aardedan nog is zijne taak slechts ten halve vervult.; dan behoeft hij de noodigo vrijmoedigheid zijne gedachten, oubcwiiupeld ter neder te

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1842 | | pagina 1