f
iHELDE.
Pi
ile in sluw- en in stotitl,
uil in tie voile beleekcuin
van onder het lijf gcstoli
de provincie, een Icerli
r dagen te paard, (hel hocsi
7.ag er zeer goed uii) n;
hij was nog niet tot aan'
toen twee geheel jnl
hem toetraden de een gi
en de andere sprak liemali
ohecru in uw vermaal
f te stijgen." En waan
egt te voldoen dit paarj
maar ik heb het geliuui
rimurder vc-rmogl cr niet;
rd was, bene'ons al ii
men eti 'tal zoo straks woei
LISSINGSCHE
els hiertegen in te breng»
voet naar zij neut terug,
rhtiunlcr. Hij geelt
en verwijt hem de onaa^
hom heeft blootgesteld-
duidelijk. Hel paard is
en uu wordt hij nog
oces lol schadevergoeding
ITENTIEN.
C.- van DUUREN DUTIÜ
J. WINKELMAN,
oor Vrienden en Bekenden.
in Huur te verkrijgen bij
li EC HER tegen civiele
rSISSAïTTElT
gcineict Infanterie.
Maandag
COURANT.
29 Mei.
pe uitgave dezcj Courant geschiedt geregeld driemaal per week. De prijs van hel
bonneinenl is voor drie maanden f a,i5en franco per post -f 3*,5o. 31on abonneert
li bij alle Boekhandelaren en Postdirecteuren in het Rijk.
AdveMenticn
eh bondbekend:
regel daarboven
«orden geplanlsl a 10 Ct. de regel, uitgezonderd Huwelijks-, Gehcorle-
nakingen, waarvan de prijs »an 1 lol 6 regels f i,ao is, en voor rlkea
ao Cl. behalve' 35 Cl. zcgeliegl voor iedere plaatsing. Brieven franco.
den 29 dezer in IA BELl
Als cel o bij J. BOM.
lij gunstig weder.
HWERP VAN WET OP UET
FOOS VOOR DEN LANDBOUW.
in.
einde men ons niet de woorden van den Franscben
et Boilbau te geiqoet voere
La critique est aisée
Mais l'arl est difficile."
wij nu trachten aan te toonon hoedanig men beter
oelmatiger kon handelen dan men bij het ontwerp
itelt te doen.
Wie het doel wil, moet ook de middelen willen."
jngen de veehouders van den gcesel der longziekte
jil te worde» verlangen zij wanneer de ramp hen
krachtdadige ondersteuningdan moeten zij ook
i eene tijdelijke opoffering voor dat doel niet opzien.
.Memorie toont aan datbij de tegenwoordige be-
het fonds niet meer aan jaarlijksche inkomsten
fao ruim f 200,000 dat de. uitgaven daarentegen,
men slechts f 25 per rund op zijn hoogst vergoedde
dat jaar nog beliepen circa f 500,000, hetgeen een
ort van circa f300,000 aanwijst,
anneer eene belasting van 10 cant per rund of paard
•tal schapen en het jongere vee naar evenredigheid
gemiddelde opbrengst geeft van f 120.000 (zoo als de
orie zegtdan zal eene belasting van 50 cent op-
gen fG00,000.
erbij gevoegd de renten van ƒ2,975,000
Ct. inschrijvingen W. S73,925.
VAN DE STOOMBOOT
1842.
Van Bresken9.
i
Vrijdag 27nm.
Zaturdag 28, -
Zondag 29
Maandag 30-
Dingsdag 31
Jutt'j.
Woensdag 1 vin-
nm.
Donderdag 2-
mar NEE ZEN en term
ure. Terug nm. 2 ure.
JPJNGEIN.
Sedert den s4 dezer zij"
Bfcniix wijn; Jeannetle, E.
pnberforce, J.-Slran.icbAnl«"|
k,«cederen en passagiers HopC1
>n The Mary, P. Cress Live'f
e tonden stukgoed en pastfj
Zoppenamen hout.
i rogge Josephine JlariaW'i
el.Ie afgekomen en va» «t«*
Avontuur WilhtTforce J
n beide stukgoed tonden
W. Knoop, beide ballast, Ka*"
N P R BJT Z E N
trlikelen te Middelbos»,
i84z.
I De Nederlandsche muJi
Boekweit
I Zomer gerst
i Winter Gjrst
I \V. Witte Boonen
W. Bruine dito
i W. Paardonlioonen
R
pol ie
•iitolie
o 54 5>:
«57.
dc i"'
l.ij nolie
Raapkoeken
Lijnkoeken
»1 19 cent/ MaslMuinbrood '1
ih en een halve cent.
A. w. VAN BIEREN.
Zamen f673,925.
dit inkomen zouden naar het ons toeschijntde
regelen kunnen worden ter hand genomenhier
door ons op te geven. Om echter nog meerdere
he/d te bezitten dat bel gouvernement krachtig kon
voorthandelen wanneer de uitgaven daartoe ver
honger liepen, zou dc wet, (welke slechts tijdelijk
werken voor hoogstens twee jaren worden vastgesteld
ijJers blootelijk op het geval der longziekte van loepas-
tou zijn de hoegrootheid der belasting op 50
stellende den Koning behooren te magtigen óm bij
beslaande bchoefledezelfde belasting over bet
waarin de behoefte voorkwam ten twecdemale te
heffen.
geval van alsdan no? bestaand te kortzou dit van
uorhanden kapitaal morion worden' afgeschreven,
rinits de te nemen maatregelen niet maar alleen de
ndcrs tegen gewigtige verliezen zouden waarborgen
ook de verhuurders of verpachters van landen mits-
1 de hypotheekhouders op dezelve zouden in veilig
stellen tegen non-valeursten gevolge van het on-
»gen der door de longziekte getroffen veehouders,
oldoening hunner pachten of renten behoorde de wet
ginsel aan te nemen dat de belasting ofschoon van
H'ehotider gevorderd wordendevoor de helft door
zou kunnen worden verhaald op de eigenaars der
of hypotheekhouders, pro rato van hu» evenredig
bij de landen bij den belastingschuldige i» gebruik,
opkomende geschilleh konden Gedeputeerde Staten
tommige Provinciën vooral daar waar de longziekte
iferscht zal men in deze belasting vel eenig bezwaar
mi uien zal vermeenen bij de roor te stellen maat-
n geen belang te hebben.
echter de veehouders in die Provinciën zoo
to? zijn kunnen zij o»k te gemakkelijker iels voor
gzlioffene mede-veehouderï afzonderen en daaren-
lirbhen zij wel degelijk belang bij de uitrocijing der
in de andere Provinciën als waardoor deze verli.it)-
*ordtuit de laatste io de eerste te worden over-
n zij op die wijze geheel van de ramp ver-
dan zullen zij ten slotlt veel gelukkiger zijn
veehouders in de getroffene Provinciën die reeds
verloren hebben en toch ook nog de belasting moeten
""tn. Hier komt nog bij dat die gelukkige Pro-
ltaar deel genieten in de verhooging van den
Pfjs van het vee en de producten van hetzelve
do longziekte ook voor een voOrnaam gedeelte 'te
>bragt hetgeen de houders van vee eene hooeere
duet bezitten en grootcre inkomsten moet verschaf-
rian zij anders hadden zoodal zij daardoor de hehis-
gemakkelijkcr kunnen dragen waartoe ook boven-
wij hoogere marktprijzen van andere producten
l*rthonwbij vorige jaren vergeleken hen te eer
n 'li staat stellen,
tan men eene tijdelijke opoffering van 50 cent of
per rund of paard inderdaad niet als zoo bezwa-
eschoiiwe». Hoevrlen betalen vrijwillig meer om
4c longziekte enz. gedekt te zija en die dit dsu
nog in geringere mate zijn dan wij nu zullen voor
stellen 1
Zijn de gebruikers van het vee onbelaste eigenaars der
landen welke zij gebruiken dan kan eene tijdelijke belas
ting van f 30, '40 of /50, naar gelang zij getallen vee
van deze hoegrootheid bezitten wel zoo geen knellend
bezwaar opleveren.
Zijn zij pachters, of zijn hunne landen met» hypotheek
bezwaard dan wordt hunne belasting in vele gevallen
nog ongeveer de helft minder en moet het gouvernement
slechts éénmaal en dus slechts 50 cent per rund of paard
heffen dan zal zulk een pachter met 80 runderen en
paarden niet meer betalen da» f7.50, en daarvoor tegen
de ramp der longziekte in hoofdzaak verzekerd zijn.
Zullen dan de door de ramp getroffene «f slechts be
dreigde veehouders niet alle gaarne zulk eene belasting
be)aien wanneer zij daarvoor den waarborg kunnen ge
nieten dien wij zullen voorstellen
Wat hadden zij onder de wet van 1840? Hoogstens
/2S per rund, dat was in vele gevallen »/5of nog
niindervan hun verlies. Dit kon waarlijk geene hulp
genoemd worden. Onderscheidene lieten zich daarom nog
verzekeren; maar die verzekering viel, juist wegens het
gevaar en bij gebrek aan algemeene deelneming doorgaans
vrij kostbaaren ook dan waren zij nog niet volkomen
gedekt tegen schade. Nu zullen zij tegen eene veel ge
ringere betalingmaar waarin alle veehouders deeleo
bijna geene schade hebben. Kan dan de keuze voor deze
veehouders twijfelachtig zijn?
Wij gelooven dusdat eene lijdelijke belasting als de
voorgedrageneom zulk een waarlijk groot, algemeen en
heilzaam doel te kunnen bereiken niet op goede gronden
door de Statcn-Gencraal zou kunnen beweerd worden, een
onoverkomelijk bezwaar te zijn.
Maar tegen over zulk eene belasting en ruimte aan de
regering ingewilligd zouden ook rerpligtingen bij de wet
aan deze moeten worden opgelegd.
Tegen over dc bepaalde straffen op het verheime
lijken van de ziekte (aan de handhaving- van welke be
palingen men ten strengste de hand zou moeten houden
zouden premien moeten worden uitgeloofd aan zoodanige
veehouders welkein eene tot dus ver onbesmette ge
meente of die zulks gedurende zekeren tijd b. v. van
zes maanden geweest was een door de longziekte aangetast
ruudonverschillig in welken stal of weide aan het
plaatselijk bestuur zouden hebben aangewezen voor zoover
dit aan dc daarmede belaste zaakkundige» zou blijken,
werkelijk die ziekte te zijn. Gevaardat men daartoe
opzettelijk besmette runderen zou aanvoeren kan men
wei niet duchten
a. wegens de vrees voor de strafbij het wetboek be-^
paald ingeval van het ontdekt worden
b. wegens de verdere gevolgen met opzigt tot de be
lemmering in zijn beroep voor den eigenaaraltijd uit
het ontstaan der longziekte onder zijn rundvee voor hem
moutende voortspruiten
c. wegens de policie-verordcningenwelke men nemen
zou tegen den vervoer van besmet vee uit besmette ge
meenten.
De genoemde premien zou men kunnen stellen op f25
telkens en nog f 10 daarenboven zoo de eigenaar ter
stond bij het vermoeden van ziekte hot zieke rund of
runderen zorgvuldig bid afgezonderd zoodat 11a de kennis
geving de ziekte bevonden werd nog niet i» hevigen
graad te bestaan.
In Gemeenten welke besmet zijn of dit binnen de laatste
zes maanden waren en waar zich vooreerst op eenen stal
of onder de kudde van eenen veehouder een ziektegeval
openbaarde, zou bij dadelyke aangifte en afzondering van
een of meer besmette runderen eene premie van 15 of
20 kunnen worden verleend.
Deze premien zouden zoodra het werkelijk bestaan der
ziekte was geconstateerd dadelijk uit de gemeente-kas bij
voorschot moeten worden betaalden de restitutieop
aanvraag des bestuursuiterlijk binnen eene maand uit
het fonds voor den landbouw moeten worden verstrekt.
2°. De wet zou aan den Koning opdragen liet vaststellen
binnen den kortst mogelijken tijd \an een algemeen re
glement op de veeartsenij kundige policie door dc plaatselijke
besturen in alle provinciën ook hij het heerscheo der
Imgziekte en andere besmettende ziekten, shptelijk op te
vol.en.
De bouwstoffen voor zoodanig reglement kan men vinden
op bladz. 82—99 der verhandeling van den kuiuligen Zeeuw-
schen veearts J. van Hertum van welke verhandeling, zoo
wij vernemen, reeds eene tweede oplage ter perse is mits
gaders in liet provinciaal reglement van Zeeland, grootendeels
naar aanleiding dier verhandeling vastgesteld en reeds in
werking.
De ondervinding heeft de doelmatigheid dier bepalingen
nu reeds in vyftien onderscheidene gevallen op het nadrnk-
kelijksle bewezen, en bij de regering zal best bekend zijn
hoe weinig kosten cr op het zóóveel malen stuiten ra uit-
roeijen dezer ziekte voor het fonds gevallen zijn vergeleken
met de schade welke men in andere provinciën voor vee
fonds en veehouder ondervindtwaar menzonder er in
te slagen andere middelen om den voortgang der ziekte
te stuitente baat heeft genomen.
3°. De wet zou het beginsel vaststellen dat elk long-
ziek rund terstond na het constateren der ziekte mort
worden onteigend en afgeslagten aan de te benoemen
plaatselijk# commissie na voorlichting van den veearts en
keurmeesters tan het vleesch de bevoegdheid worden toe
gekend om fe bepalen of het vleesch zou mogen worden
verkochten de huid onder de te bepalen voorzorgen bij
eenen leerlooijer overgebragt.
In elk geval, hetzij de verkoop van een en ander al dan
niet plaats vond zou aan den veehouder der waarde
welko onzijdige schatters zouden verklaren door hot afgeslagto
rund in den gezonden toestand te rijn bazelen worden
vergoed uiterlijk binnen eene maand na de inzending zijner
behoorlijk gecertificeerde aanvraag daartoe strekkende.
De opbrengst van het verkochte vleesch en de huid zou
door het plaatselijk bestuur aan het fonds voor de» landbouw
moeten worden verantwoord.
De vergoeding van zou in ons oog d«n veehouder
genoegzaam schadeloos stellen
1°. Omdat een rund eenmaal door de longziekte aan
getast voor hem eeno veel mindere waarde heeft en boudta
moetdan vroeger.
2°. Omdat hij door de onteigening verschoond wordt
van de kosteu van voeding verpleging en geneeskundige
behandeling kosten die hij anders zou moeten voldoen
zonder dat het rund hem gedurende al den tijd der ziekt»
en soms nog eenigen tijd daarna voordeel verschaft.
3°. Omdat eene vergoeding tot het volle bedrag bij de
mogelijkheid van te hoog opgedreven» schattingen dea
veehouder alligt meer zou doen erlangen dan hij verloor
hetgeen tot verkeerde resultaten altans bij sommigen
zou kunnen leiden.
4°. Nog zou de wet als beginsel moeten vast stellen
dal daar waar de plaatselijke commissie het lid der'com
missie van landbouw en de veearts eenstemmig van oordeel
waren dat het overige vee hetwelk met het afgeslagte ia
aat raking wat geweest en alzoo als verdacht moest worden,
beschouwd, mede behoorde te worden onteigend en afgeslagt,
daaromtrent met den eigenaar eene overeenkomst te tref
fen onder goedkeu rig van den Gouverneur der provincie.
Bij weigering van den veehouder om tot zoodanige
overeenkomst too te treden zou op aanvraag van het
gemeente-bestuur door den kantonregter een tweelal des-'
kundigen als e.rperts worden benoemd, om het verdachte
vee op nemen en te taxeren waarvan verbaal opgemaakt
en bij hel gemeente-bestuur beschikbaar zou worden gehou
den om te dienen in de procedures welke over het geschil
later zou kunnen gevoerd worden.
De onteigening zou inmiddels zonder uitstel voortgang
hebben en daaarloe roor zooveel nood door de bcvocgdo
magt de uoodige assistentie worden verschaft.
De geschillen zouden overigensgelijk alle andere over
onteigening door den gewonen regler worden beslist.
5°. Nog zou de wet premien moeten toekennen aan
veehouders welke
a. Zonder dat de onteigening bepaaldelijk ware gevorderd
desongeacht hun verdacht vee voor dc slagtbank hadden
verkocht en op zoodanige wijze verroerd cn afgeleverd
als bij liet reglement van policie', of wel door den veearlt
in overeenstemming met het lid der commissie van landbouw
en hel pharsclijk bestuur, zou zijn voorgeschreven gewor
den hoedamge premie naar 't schijnt dan zou kunoetv
worden bepaald op 7 of /8 per rund.
b. Zoodanigen verklop van verdacht vee niet gedaan
maar het vee in zorgvuldige afzondering bewaard hebbende
de gezamenlijke stuks gedurende eenen tijd van tes maanden
buiten besmetting zouden hebben gehouden en hiervan be
hoorlijk zouden hebben doen blijken.
Deze premie kon bepaald worden op 5 por rund.
6°. Almede zou de wet de bepaling behooren in te
houden dat geene verdere vergoeding zal wordon gegeven
voor eenig vee aan de longziekte gestorven en alzoo niet
volgens vorenstaande bepalingen onteigend en afgeslagtten
ware de eigenaar kondo bewijzen dat liet niet onteigenen en
afslagten uil; oorzaken of omstandigheden van hem onafhanke
lijk ware voortgevloeid voor welk geval aan het Departe
ment met het beheer van het fonds belastzou kunnen wor
den opgedragen om eene vergoeding toe te kennen tot
minstens de helft dar waarde van liet verloren vee.
Eindelijk 7°. de wot zou aan de regering ten pligt moeten
stellen de voordragt van een wetsontwerp op liet beheer van
het fonds voor den landbouw en de wijze waarop van
hetzelve rekening en verantwoording zal worden gedaan.
Het gebruik van alle andere belastingen door het rijlc
geheven hij ds begrootings-wetten wordende geregeld en
bepaald, kunnen wij niet zien. waarom het gebruik dezer
belasting aan de regering voor een belangrijk gedeelte geheel
vrij zou moeten worden gelaten.
Het lot der veöartsan h. r. schijnt ons toe dringend
cenigo voorziening te tercischeo zullen er op dea duur
I
P
1