w
fea
(r'm
e -»
ra:; ra
mum mi
|gp
Pi ra .y
ra ra ra
Er werd herig gestreden en de Ruyter wistdoorzijn
beleid, den vijand de loefzijde te doen behouden, hetgeen,
«regens den sterken wind zeer in /ijn nadeel was. Het
Engelsche Vice-Admiraalschip der witte vlag werd geno
men zoo ook nog twee anderen dat van den Schout-bij-
nacht Harman geheel ontredderd en in den brand en
nog 9.en ander groot schip iri den grond geschoten.
Wij hadden dien dag het verlies te betreuren ran den
dapperen Zeeuwschen L'. Admiraal Cornelis Eyertsen.
Hen volgenden dag reeds vroeg zette onze held den strijd
voortmet den middag ontzette hij met eigen groot gevaar
den Admiraal Tromp, zeer ter goeder ure, die met nog
drie andere schepen door eene groote vijandelijke magt
geheel omsingeld was.
Na tweemalen door de vijandelijke linie te hebben door
gebroken zou een derde aanval door den held geschieden
toen de Engelschen de wijk namen door de onzen met
hevigheid vervolgd wordende.
l)en 13. geraakte, door zijne overhaaste vlugthet schip
the Royal Prince, van den Admiraal Ascue met (520 kop
pen en 92 stukken, op eene zandbank vast, hetwelk zich
aan Tromp overgaf, en daarna op last van de Ruyter
werd in brand gestoken,
Hen 14. Junij nadat de Engelschen met 23 schepen on
der Prins P.obert waren versterkten nadat de Ruyter
7. jne onderbevelhebbers in krachtige taal tot den strijd
had aangemoedigd werd deze wederom hervatmet dat
gevolg dat de Engelschen onderscheidene hunner schepen
zagen genomen of in den grond geboord en zich tegen
den avond door de vlugt moesten redden waarin zij door
een en dikken mist werden geholpen.
Hen volgenden morgen geen vijand meer door de Ruy
ter ontdekt wordende keerde hij nog 60 schepen bij
zich hebbende, naar het vaderland terug.
Hit was de voor ons vaderland roemrijke afloop van den
vermaarden-vierdaagschen zeeslag, in welken onze held op
nieuw de schitterendste blijken van zijne kunde beleid
moed en vaderlandsliefde gegeven had.
Beu 4. Ju lij verscheen hij reeds weder in zee met eene
4 loot van 88 schepen twintig branders en eenige ande
re kleine vaartuigen en op den 4. der volgende maand
werd de vijandelijke vloot aangetroffen sterk 90 schepen
onder de Admiraals Prins Robert en Monk.
Hoor windstilte werd de Rutter die met eenige sche
pen van zijn eskader tot in het midden der vijandelijke
linie doorgeslagen was van het gros der Vloot afgeschei
den en het was nu dat hij met deze kleine magt een
gevicht doorstond en volhield, dat in den volsten zin weer
galoos te noemen is terwijl de aftogt den volgenden dag.
ongeacht de vervolging door eene driedubbele overmagt
door hem bewerkstelligd als een meesterstuk van krijgs-
en zeemanskunst, beschouwd werd betuigende zelfs de En
gelschen dat deze terugtogt schooner wasdan de roem
rijkste overwinning zijn kon.
Be Engelschen verloren in deze dagen 6 schepen en
wij slechts 2 doch zij konden zich beroemen de zee
tegen de Ruyter behouden te hebben. Daarenboven
sneuvelden de dappere Admiralen Jan Eveutsen en
Tjerk IIjddes de Vries.
1 romp werd van zijnen post ontzet, als de Ruyter
niet naar belmoren bijgestaan maar een afzonderlijk ge
vecht hebbende geleverd: -
In September 1666 verscheen de Ruyter weder in Zee
met eene vlcot van 70 schepen doch kon daarmede
niets uitrigten alzoo de Engelschen hoewel sterker den
strijd niet wilden aannemen.
In het begin van Junij des volgenden jaarsstak hij
echter wederom met eene vloot van 63 schepen die nog
van tijd tot tijd versterkt werd, in zee, op welke zich
nok bevond de ruwaard Cornei.is de Wit, en kwam
ten anker voor het Konings Diep, waar de rivier van
Chat tam zich ju de Theems ontlast.
Zeventien der ligtste schepen met eenige kleinere vaar
tuigen en 1000 man landingstroepen aan boord vorm
den een smaldeel dier vlootonder hevel van den Lt. Ad
miraal van Ghent, hetwelk zich den 19 Junij onder zeil
begaf en tegen den middag van den 20. voor den mond
der rivier van Rochester post vatte alwaar het terstond
bet fort Scheerness zonder moeitedoor de lafhartigheid
zijner verdedigers, bemagtigde met de 16 stukken ge
schut en een groot magazijn scheepsbehoeften (die mede
genomen of vernield werden daarin aanwezig.
Ons bestek gpdoogt nietal de bijzonderheden van de
schitterende wapenfeiten die hier op volgden te beschrij
ven. Genoeg zij hette herinneren dat men verder in
de rivier doordringendeongeacht de oevers van deze
met batterijen beplant waren dat een zware ijzeren ke
ten dwars over de rivier gespannen was en men in der
baast eenige schepen had laten zinken om ons den door-
togt te verhinderen in een oogenblik een Engelsch
Fregat (door Kapitein van Brakel) werd geënterd en ge
nomen en een ander door den kommandeur eens bran
ders van Rhun, die den gespannen keten aan stuk zeilde,
aan de vlammen werd prijs gegeven dat the Royal
Charles, een fraai schip van 100 stukken, vervolgens
werd veroverd gelijk tegen den avond nog een ander
dat door toeval werd verbrand; dat, den volgenden dag,
drie andere schepen ieder van 80 stukken gedekt en
verdedigd door het sterke kasteel van Upnoronder de
aanvoering van onzen held in persoon werden verbrand
een werk dat binnen den tijd van één uur was vol-
bragtdat men in Londen-ieUe in de hevigste onge
rustheid verkeerdevoor eenen aanval op die stad iets
waarvan vermoedelijk alleen de ondiepten welke zich op
den weg daarheen opdeden en de wijze zorg om onze
vloot die van de landzijde door eene armee van 12.000
man onder aanvoering van den Admiraal Monk den Her
tog van York en den Hertog van Albemarle en van de
rivierzijde door een groot aantal in der haast gereed ge
maakte branders werd bedreigd niet roekeloos in do
waagschaal te stellen die stad heeft verschoond.
Nogtans was onze held alsnu volkomen meester van de
zee zond één eskader met de veroverde prijzen naar liet
vaderland een tweede om op de rijkgeladene naar hunne
havens terugkeerende Engelsche koopvaarders te kruisen;
terwijl hij-zelfmet het derdede gansche Engelsche
kust van Harwich tot aan de Theems blokkeerdezoodat
gees schip uit of in kun,
c.Vnz"'
T H
9
ft - 4»
t?>*3
|:u. Cl|.
iéShs
De beschrevene belangrijke wapenfeiten vonden plaats
op den 19 Ju lij 1667 en volgende dagen en reeds
den 24 Augustus sloot de republiek eenen voor haar voor-
deeligen vrede met het magtige Albion het laatste daartoe
gedwongen door eenen Staat van zooveel geiingeren om
vang maar die door den heldenmoed van mannen als
onzen de Ruyter werd beschermd verdedigd en on"e
luisterd. 1
Reeds weder in 1672, den 7 April, verklaarde Enge
land, alsnu in vereeniging met Franitryk ons op Hieuw
den oorlog hetgeen weldra door den Keurvorst van Keu
len en den Bisschop van Munster werd nagevolgd en
de kloekmoedige de Ruyter nu ongeveer tot Go-jari
gen ouderdom gevorderd, werd op nieuw door liet vader
land opgeroepen.
Een nieuwe parel aan zijne heldenkroon was de
slag, aan de vereenigde Engelsche en Fransclie vloten
door hem geleverd, den 7 Junij deszelfden jaars; - vlo
ten welke de onze in aantal en grootte ver overtrof
fen. Zij werden op de vlugt gedreven verloren, beha.ven
hunnen Engelschen Admiraal Graaf van Sandwich
en onderscheidene andere bevelhebbers minstens 2500 man
aan dooden en gekwetsten en onderscheidene schepen
terwijl ons verlies, met uitzondering van dat van den
dapperen Admiraal van Ghent uiterst gering was.
Een Engelsch Luitenant, gevangene op het schip van
de Ruyter, riep, na den afloop van dit gevecht. de
zen held in zijn doen hebbende gadeslagen'in geest
vervoering uit: als dat een Admiraal? hy is Admiraal
Kapitein, Stuurman, matroos en soldaat; ja in de',
a zen lield vereeniyt zich dit alles Ie zanten."
He Ruyter vervolgde de vijandelijke vloten twee dagen
lang te vergeefsch zij ontweken het gevecht.
Vriend van de de Witten trachtte hij deze mannen om
trent dien tijd, tegen den laster, die men jegi nshen
plengde, te verdedigen, a Ilel moet dan wel ellendig met
llcl- vaderland gesteld zyn(zeide hij toen men' hem
deswege van onvoorzigtigheid beschuldigde dal men daar
a gcene waarheid meer spreken mag; maar ik zal liet
«dien. zoolang deze oogen open zyn." Het faalde dan
ook weinig of zijn huis ware geplunderd en zijne vrouw
en kin leren door het graauw mishandeld terwijl hij-zelf
zich voor 's lands welzijn bezig op de vloot bevond'.
In 1673, streed de ruyter op nieuw steeds met ge
lukkig gevolg tegen onze vereenigde vijanden en dreef
i'eze uit zee; hetgeen niet weinig er toe bijdroeg, dal.de
vrede weder met Engeland gesloten werd.
Vóór dat zulks geschiedde, had nog een drietal gewig-
tige gevechten op onze kusten plaats; als: den 7 Junij'.
waarbij de vijanden weder op de vlugt gedreven werden met
verlies van 14 schepen en eene menigte dooden, terwijl
ons verlies uiterst gering was.
Onze held redde hier weder Tromp, uit het dreigeud-
ste gevaar.
Hen 1 v Junij sloeg hij orize vijanden op nieuw, en
deed hen in de Teems eene wijkplaats zoeken. Hen 21
Augustus streed hij met dezelfde uitkomst en behield
onze held, na een hardnekkig gevecht, op nieuw de
overhand.
In Augustus 16/5, eindelijk, ondernam hij zijnen laat-
sten togt.Hij hadeen vruiuie-L On!(.r Lu. Loo-
ren en was mismoedig dat men hem eene zoo geringe
magt mede gaf, (ter ondersteuning der Spanjaarden tegen
de Franschen)op de ondersteuning van welke eerst He
melden hij weinig rekenen kon.
Eerst den 8 Januarij 1076. kwam het tot een geveeht
dat schadelijk voor de Franschen uitviel, die den volgen
den dag door de Ruyter op nieuw geprangd het ge
vecht ontweken.
Den 22 April daagde de vijand weder op met 31 groote
schepen en 7 branders, aan welke de Ruiter met slechts
1/ schepen had weerstand te bieden. Ilij werd hier door
een kogel aan den voet getroffen die hem tevens de
beide pijpen van het regterheen verbrijzelde hij viel van
het zonnedek en ontving daarbij nog'eene wond aan het
hoofd. Hij leed veel. en stierf, ten gevolge dezer won
den den 29 April 1076, aan boord van het schip de
hendragtin uo haven van Syracuse, in den ouderdom
van 69 jaren.
Zoo immer aan eene nagedachtenis algemeene hulde
door vriend en vijand werd toegehragthet was aan die
van deze onnavolgbaren Zeeheld vvien onder zijne voor
treffelijke hoedanigheden geenszins het minst vereerden
zijne nederigheid en Godsdienstigheid kennende hij steeds
de goede uitkomsten zijner pogingen aan de Goddelijke
Voorzienigheid toe.
V» ij konden slechts aanstippen doch, zoo wij gelooven
genoeg ter herinnering; genoeg ter opwekking, ter na
volging zijner verhevene deugden als krijgsman en bur
ger; genoeg ten bewijze, dat, evenmin de prachtige
graftombe in de Nieuwe Kerk te Amsterdam als liet
Standbeeld hem ter cere thans in zijne geboortestad op-
gcrigt. zijne nagedachtenis onverdiend aan de late nako
melingschap zullen overbrengen, en dezelve dom zege
nen en vereeren,
Ni?. Voor de geabonneerde» ral deze buitengewone Cour,.ut
niet portret in rekening gcbragl word-n a 5o el ten waten.ro
dezelveals met verlangende, terugrond, zullende alsdan door
den uilgever eeue andere Courant worden toegezonden.
VLISSINfJEN den 24. Augustus i84i. Volgens geruchten ron
den door Z. M. den Koning tijdens Hnogsldeszeps verblhf to
Middelburg, reeds eenige benoemingen to! liid.leorde van den
Nederlandscben Leeuw zijn gedaan van de navolgende herrem
]Wr. Ackermans, Prokureur-Genera I illr S rle Wind Vicr-P.esi-
dent, en iMr. lJerklois Raadsheer allen bij Int Provinciaal Gr-
regis hof van Zeeland; Mr. de Buisson lieeius, lid der Gedepu
teerde Slaten van Zeeland SlegtChef ter Provinciale Grilde
van Zeeland; Herklots, Oppersl raidvonder eu Cramer, Predi.
kant bij de doopsgezinde Gemeente. -- Zoo de geruchten der
benoemingen zich moglen bevestigen, zal men damn weder een
ben ijs vau Z. JU. ontwaren om «are vei diensten te b&joouon.
Te Ylissiugcn
bij C. J, HE SWART.