rLISSINGSCHE COURANT. P R IJ Z E j kikelen le MIDDELllJ Waart 1841. „I flcdcrlandsclu 1,3oj flavor [,oo)Boe!inci(. .ooiZoeuws. nroo„o Fr» J I I P'iardeboïncn .oo.lclcm Diiivcljooncii 165"tV. Koolzaad [oojZ. Koolzaad Ho Kanariezaad Loo Raap-OJie loo Palent-OIic 7s l ijn-Olie Cijnkocken jo.'oo dRaapkooten - oo.oo '7 ccnf. BlasfeliiinlroJ ji3 en cen halve cent. Dingsdag '"\Vi 'wfzri SpwV; -» V 1841. 9 Maart. fttttiftt. Óver het honen of beleedicjen van den Persoon des Ko?ii?igs. Wij hebben op hel voetspoor der A. C. in een N0., ons gevoelen gcuil, omtrent bet beginsel, :lk bij den Hoogcn Raad schijnt te zijn aan- :n, dat men handelingen eencr openbare magt feïkc strafbaar of hatelijk zijn niet als zóódanig beoordeelcn en signalerenten zij men een of authentieke acte kan produceren ten be- van de gegrondheid der lelastlegging dier dingen. -v,ij wezen op de gevolgen der toepassing van Ul TTEN [f 00 K E'Xi\\ ecn beginsel, en hetgeen daarbij van de grond- Maart 1 4 diwc|' XOu kunnen worden. in de S.jcidl i Wij willen nu een oogenblik stil slaan bij het Vdinsgelijks, 700 'i schijntdoor den Hoogen Raad jangenomen beginseldat wie der regering logen- staande en gelegen |,aa[ je iasie legt of durft beweren dat de zoo- i Kousteenschen Dijkjanjge in eene Koninklijke boodschap voorkomt, of N°. 87. lie°/cgl, dat de Hooge Regering de grondwet ung voor een ieder IcL^ntllzich aan hoon en beleedigiug jegens den ss< F. T. ZETTEI.ERI r. C. C. RUTSAERI en s. J. SMITH, Wed. J. G. FAGG.' 1841. 'en 0 ric uren I IJzeren Brii<r bi aalf >°1 söo/j des Konings schuldig maakt, omdat bij de [njiwet de Hooge Regzring aan den KonIng rprCEDRAGEN. Js deze laatste stelling juist? In art. 72 der gew. grondwet komt wel is waar de Koning alleen besluit": maar dit zegt de Koning alleen regeert. 10 Maart 1841 Vlissingen alle Open.- I ultimo December l^kii twee lot vier urctc i)«?°.r. De eerste zinsnede van dit artikel zegt reeds iten Slaapkribben tf ®e KoninB brens' ler "'"""ei"? Mj llc" Raa'1 1 n'ian Slate alle voorstellen, door hem aan de den 24. Maart1$ platen-Generaal te doen, of door deze aan hem nrecies id- gedaanalsmede alle algemeen e maatregelen van en aan de mccslbtó inwendig bestuur Tan den Staat en van deszelfs be- Interen te Vcrkoopen"Hingen in andere wcrelddeelen." RIBBEN staande co Dit is nog wel gecne directe mede-regering van jsau Gemeente Bresl den Raad van State maar toch eene stellige ver- ïal geschieden. yliyting aan den Koning opgelegd om zich door dage des itnmidda*$f0®r de wet on llunne eer verantwoordelijke AHA ill N01EK/ii^mmm te ('oen voorlichten: waardoor cen gewig- hefaling en in de sM*gcl' gev0'g verkregen wordt, dan men veelal op- worden gepresenteerd: perrlakkig veronderstelt; namelijk ditdat, wan- een WERKPAARD ncer 'n ('cn Staatsraad maar cén of twee onaf- jllEWIELSKAR fi 0(li'\bankclijke stemmen zijn welke zich doen hooren 300 MUD AARDAI'noc'' ('c honing «och Zijne Ministers immer tot eene daatl kunnen overgaan door welke de grondwet of de wet zou kunnen geschonden wordenzonder 1 daartegen te zijn gewaarschuwd en zonder dat dien ten gevolge, dc verantwoordelijkheid van laatst bedoelden daardoor aanmerkelijk moet Worden ver zwaard. .Art. 74 der gew. grondwet, (art. 75 der O. G.) zegtDc Koning stelt Ministeriële Departementen y in benoemt derzelvcr hoofden en ontslaat die naar k welgevallen. vni Die benoeming is alzoo niet facultatief gelaten w |j zij is verpligtend gemaakt er moeten hoofden van midcl. I ®eParlemenlcn benoemd worden, nm. MJ'Fn waartoe moeten nu die hoofden van departe- w ijmenlcn aanwezig zijn? Ora mede te regeren, of w wiet? Om uitvoering (c geven aan dc wetten, be- 'Jtelóilen en bevelen of niet Om iets meer dan lijdelijke louter onderdanige en gehoorzamende we lwas le zijn of niet? Art. 78 der gew. grondwet (O. G. art. 70) zegt Onverminderd den verderen inbond Vafnt'rfeiï è'è'il, lEN VAN HET wc"<e« de Koning goedvindt aan de hoofden van ministeriële departementen en gewone of builen- IJAGT gewone Staatsraden voor le schrijven wordt hün daarbij opgelegd getrouioheid aan de grondwet y te zweren; en bij de wet was gezorgd dat, n( v AAI»T I schonden zij dezen eed zij naar verdiensten konden Van Kollcrriam. gcslrafl „orden. Dingadag 9 's mor»!\ Ec" Ko,,inB Dtl "elkc la bunnen regeren Vrijdaf" 12 ccn'§e o'gemeenc daad van regering le kunnen Dingsdaglo', J P'f gcn beperkt is t 'ijdaw 19 ,_eenen Staatsraad, als adviserend^lig- L D E. 1841. Van Breskens. Zalurd. 0, Zondag 7, Maandag 8, Dingsdag 9, Woensd. 10, Doiulei'd. 11 Vrijdag 12, aar NEUZEN entert ure. Terug nm. 1 WEDTS Dn. SWAiil'- Art- 78 °P <Jo .reglert, Urafvordcring. cn 175 der gew. grondwet; art. 92 der we organisatie. Art. 518 van hel wetboek vai Art. 114 van hel Code Pénal. chaamwelks leden den eed van getrouwheid aan dc grondwet hebben moeten zweren en welken de grondwet en de wet strafbaar stellen wanneer zij hunnen eed mogtcn schenden. 2°. door Hoofden van Departementen welke mede regeren door al of niet(want zij kunnen het ook weigeren cn evenzeer hunne opvolgers uit voering le geven aan koninklijke bevelen staande ouder denzelfdcn eed en onder nog strenger be dreiging der strafwetdan de leden van den sfaals- raad, wanneer zij inbreuk maken op dc staatsregeling. - Een Koning, op dc voorschrevene wijze in zijne regering niet maar alleen beperkt maar ook voor zichzelven en Zijn Huis gedekt, zal men op goe den grond kunnen beweren dat aan Hem in die positie de begering (uitsluitend de begering want dit is de stelling cn zoo neen dan gaat zij manicbij tie grondwet is opgedragen. Z. M. is Iloojd; maakt deel en een niet ongc- wigtig deel uitvan de regering en al liet goede dat dc regering doet moge tijdgenoot en nakome ling veilig aan Hem en aan Hem alleen dank wij ten want zeker is het, dat Hu dat goede gewild heeft. Maar liet kavade, bét verkeerde, dal tot stand komt al ware het dc wil van den Vorst zclven dat heeft liet vaderland niet aan Hem le wijlen want de grondwet had Hem verpligt zich door verantwoordelijke dienaren le doen omringen vol gens hunucn eed gehouden Hem voor le lichten cn le weigeren, uitvoering te geven aan bevelen, welke in strijd waren met de grondwet, met de wellen, de regten en ware belangen der natie. Na dit alles zegge men nu door de regering le honenvan scheuding der grondwet le be- schuldigen hoont en beleedigt men den persoon des Konings omdat de grondwet de Hooge re it gering aan den Koning opdroeg." Wij zeggen goed rond goed Zeeuwsch: dc grond wet deed dit niet. Zij opentic hel ruimste veld aan den Koning tot verrigting cn daarslelling van het goede zij beperkte llern binnen 7ecr enge gtenzen daar, waar Hij het kavade mogt willen en waar de dienaren door welke Hij zich moest doen omringen eerbied hebben voor hunnen afgc- cgden eed. Maar," zegt men eene koninklijke BOODscn.vp is afkomstig van den Ii'uning-zeloen de zooda- nigc kan men niet voor logcnachlig verklaren, zonder den persoon des Konings le honen." Deze stelling zal zóólang onjuist hoogst gevaar lijk voor de vrijheid, voor dc rust van ecn volk, voor de gclrtkkigc regeling van ecnen Vorst zelven zijn zoolang er geene zekerheid beslaat dat zulk eene boodschap niets bevallen zalhetwelk voor ge gronde tegenspraak, voor tegenbewijs, hetwelk aan de verlichte meerderheid des volks als een zonne straal in het oog valt- vatbaar is. Een wijs, echt constitutioneel Vorst zal er slecds verre af blijven, zelfs eene boodschap eene kabi netsorder of schryocn voor Zijne verantwoording te nemen. Hij weet«lal de natie in hel heilige denkbeeld is dat van zijnen kant geen kwaad geen willekeurgeen logen komen kan. Maar nu, eene koninklijke boodschap, eene ka binetsorder bevat onwaarheid beveelt wetsverkrach ting; en dit kanzoo klaar als de dag worden aangetoond. Vragc nu, (ja wij vragen bet aan den Hoogcn Raad zelven wat zal dc natie doen Moet zij zwijgen zich onderworpenmoeien zij die hel zien dat er onwaarheid gezegd wordt dat er wetsverkrachting plaats heeftzwijgen als de visschen of eenen vijf-jarigen kerker binnen tredenomdat men zich over iels wat van den Vorsl-zelocn afkomstig schijnt niet ongestraftzoo als de waarheid vordert, mag uitlaten? of zal nc natie zullen hare tolken mogen zeggen 11 Dat is 11 niet hel werk niet het woord van den Vorst want deze kan geen logenlaalgeene wetsver- krachling willen: het is het werk der regering, der mannen die het Hoofd derzclve omringen i) die mede-regerencn opdat de regering aan wel ft ker hoofd zich de Vorst bevindtniet voortga eene logenachtigoeene icetoerkrachtende regering te zijn, zullen wij baar waarschuwen, haar tereglwij- zenhaar opmerkzaam maken op den afgrond, ft dien zij delft voor cencn Vorst, voor een Huis n dat bij eene billijke eene regtvaardigeeene grondwettige regering niet missen kan de har- ten van alle' ware en opregte Nederlanders aan zijne zijde le hebben cn op het Ncderlandsche ft volk lot in den allcruilcrslen nood veilig le kunnen rekenen." En wanneer men het tegendeel niet wel zal kunnen volhouden evenmin als dot de Koning de Natie uiU- niaaklof hel Lager of den Staatsraad ol de Hervormde gezindheid of den Duilschen bond of de menschheid zelvevan alle welke Z. M. mede een min of meer gewiglig deel uitmaakten wan neer men niet zal durven beweren dat, wanneer cen schrijver iets ten nadecle van deze ecn of an dere gezegd hadhetwelk hij met bewijzen kon staven hierdoor de persoon des Konings zou zijn gehoond of bcleedigd - dan schijnt men ook wel zeer bezwaarlijk tot bet besluit le kunnen komen, dat daai waar de regering (lot welke volgens de grondwet ook behooren cn moeten behooren ver antwoordelijke adviserende Staatsraden verantwoor delijke uitvoerende hoofden van Departementen,) van schending der grondwet beschuldigd wordt - daar hel oogmerk of zelfs de mogelijkheid zoude beslaan om den Koning persoonlijk le honen of te beleedigen. Maar zelfs al wilde de Koning Hoogsldeszelfs bood schappen of kabinetsbevelen beschouwen als per soonlijk alleen van Hem afkomstig zonder mede werking dergenenwelke volgens dc grondwet moe ten adviseren cn uitvoeren dat is mederegeren lot stand gekomen dan toch, mag dit of kan dit, de natie niet tenzij cenc boodschap niets dan waarheid, niets dan goeds behelzc. Hapert er iets aan, dan mag dc natie niet aannemen, dat dit persoonlijk het werk des Konings Z'j zij moet aan nemen dat anderen het gedaan hebben om de eenvoudige reilen, dat do Koning, in politiek, geene onwaarheden zeggengeene verkeerdheden begaan geen kwaad doen kan. Het tegenoverge stelde to willen beweren of bevorderen zou met gevaar gepaard gaan, van den eerbied voor dc Ko ninklijke Majesteitvoor de waarheidsliefde do op- regtheid de rcglschapcnheid van den Vorsl-zelveii persoonlijk in de harten des volks te ondermij nen en wij zouden hel ecnen publieken schrijver euvel duiden, wanneer eene boodschap het licht zag, welke hel kenmerk van onwaarheid van eene val- sclie voorstelling der daadzaken droeg cn die schrij ver zich op deze wijze uitliet. Natie gij moet zwijgen gij moet uw gevoel uwe innerlijke over- luiging omtrent den inhoud dier boodschap, verkroppen gij moogl. daaraan geen lucht geven want het is de Koning persoonlijk welke die boodschap schreef." Dat kon kwaad veel kwaad doen naar onze mecning in de gemoederen van een 7crlicbl volk dat niet eiken dag meer den schijn van het we zen leert onderscheiden en van hetwelk een be langrijk deel, (hel beste cn meest invloed hebbende,) ook zeer wel den zin en bcleekcnis der woorden begrijpt al komen die regtstreeks van den troon. Omzigliger zou daarentegen een publiek schrijver handelen, naar ons inzien, welke hetgeen er op ccné koninklijke boodschap gegronds viel aan te inerkcn aan de regering weetcn die niet wilde toeslem- men dc natie niet in het denkbeeld wilde bren gen of laten dat de Koning persoonlijk zulk werk kon leverenzulke onwaarheden of valscbc voor stellingen kon schrijven. Wij erkennen hethandelingen welke altans bet uilterlijke aanzien voor velen hebben reglstreeks en meer persoonlijk van den Koning te zijn uit gegaan omdat geen minister daarvoor dc verant woordelijkheid heeft op zich genomen behooren ook wanneer men ze aan de regering te laste legt

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1841 | | pagina 1