LISSINGSCHE 24. <?n lo bezorgen. pC ben toch n- WuJifcfsr. meerder vorige der etrekkcbjk den clrooi le M ve van de ware. handelwijze van deeling niet lc n den 20 dezer ?t'ge door gcnJ latter van hel gesit vaars na nissc igl en naanle, "de de Schatter hoogen dunk vao cjcnai[iiigngc, twijfelende aan! Donderdag 25 Februarij. De Goessche Courant. {Vervolg van N°. 22.) niet kon vcre.enh hil van me'eningi is gehragt nasi ldaar door wegi volgens het zcj, I vang der weging, roleur eene mengt lijksten ziglbaar v rmcenen dutbi' hoog gespannen, on onderdrukken* Maar, in die-scholen waar het lager cn Gods- „«^iislig leerstellig onderwijs gegeren werd, zouden, n den Heer Oor yQOr Z00veel de Rooroscbgczindcn betreft(meent de le te hebben waai QoegSche schrijver voor de rust van den Slaat gtDaarli/ke beginselen aan de jeugd worden inge- pïenl cn hij tracht dit te bewijzen door lc her inneren aan hetgeen cr op dc Instituten lc Pelsen en Kuilenburg zoude zijn voorgevallenhetwelk Z. M'i vijf jaren na deoprigting, reeds verpligtte, die ioslellingeii wederom op te hellen. 'De schrijver verwart hier wederom de zaken. Hij sprak van lagere scholen, in welke.door schoolon derwijzers van de R. C. Godsdienstzou worden onderwezenen dc voornoemde instituten waien allen bestemd ter voorbereiding van jonge lieden dat, toen er 350/ die tot de R. O. eeredi enst werden opgeleid, en as, en de schaal, ii dit wel dóór, of onder het opzigtvan R. C. dc werd opgelikt.iic<«eestelukeii. ur tpleurge.stelde'neH Wat men zich op die Instituten kon veroorloo- kendemaar datl» Jen (gesteld zelfsdat cr niet zóóveel op de be- wi pond in «Ie sdjHjbuhliging viel af te dingen, als dit door R. C. ceren der schalen, «ckrijvers beweerd wordt dat zou men be— bleef staan, de ^waarlijk op de lagere scholen hunnen of zelfs doel- latig achten; want dc schrijver zal zich herinneren, Jat wij het lager onderwys op welke scholen ook in geenen dcelc aan het toezigt der regering geheel lebben willen onttrekken*, hetgeen trouwens ook wel ieiw aar lijk zou kunnen wanneer het uitvoerig ver- llag, door den Koningvolgens art. 224 der (gew.) grondwet, van den slaat der hooge middelbare en Lmvs. -ooVioton jaarlijks aan de SS. GG. to geren maar cenigzins naauwbeurig zijn moest; en in dit geval, zou hel aan een' schrander', Schoolopziener uili of een waakzaam Plaatselijk Bestuur, wel niet lang entgaanwanneer aan dc scholieren voor de rust .van den Slaat gevaarlijke beginselen werden ingeprent. I Daarcnboveorbe"slond destijds, gelijk ook nu de door ons voorgestane meerdere vrijheid van het lager onderwijs niet?n de schrijver zal het met ons wel niet als onaannemelijk beschouwen dat de R. C. feestelijkheidinceocnde hare Godsdienst door het Stelsel van lager onderwijs bedreigd te zien poogde een tegenwigt daar te stellen in het hoogere onder wijs, voor hetwelk zij meerdere vrijheid genoot. detie aan de eenewekt reactie aan de andere Iiijde: dit leert de dagclijksche ervaring onwedcr- Wekelijk. Hier komt nog bij dot de wet, bij welke meerdere 'rijheid in bet stuk van het onderwijs verleend werd teer wel deugdelijke bepalingen kon bevatten legen bet misbruiken dier meerdere vrijheid en bijge volg werd zoodanig misbruik bewezen lc bestaan de wet daarop slechts behoorde te worden toege past, om hetzij de school, waar zulks plaats vond, te kannen doen sluiten hetzij den onderwijzer voor altijd do bevoegdheid te ontzeggen tot het geven Van onderwijs. Waar de toet veroordeelde daar zou het er verre lijk beangstigd gen itroep het is er zijnde cn dc cd 1 pond vol arde bepaald indien dezelve sir of «-elnon egingen een dan slechts in ude gevallen zijn; met ons _t besluit le trekW zijnen onvermot, 'igen persoon van het Slagloee Inj beid en naauwkeui.. Gen. nlcvidcn, huiden Ok Mercator jUuufciik Iwcrpen oijjev.iren dt' me Ctemcncc, 'I lie f v iVieherdina de öecfï Grace kolfij. afgekomen en v.i» stukgoederen M,ircl eren Princes Viclor'ul passagiers. cnticn. ontvingen AI, de Heer GEfo op eergisteren dtf van bijna 70 jsj age is overleden. WILL"'. FAGGp Mede uit naam W Broeders cn Zus" I d '4 b zijndat zulks zoodanigeu schijn van onder af drukking of van willekeur kon aannemen als dit 1>J een Koninklijk hevel op voordragt van eenen Ministerb. v. het geval moest zijn. En wat zou men dan in de wel stellen?" Wanneer de wetgever van de waarheid doordron- ;en was welke wij in een vorig artikel mcencn letoogd le hebben dat hel opwekken van haat te- R is getrokken of DOO. WE DIS DE SWARÏ jen andere Godsdiensten bijzonder ook in de har ten der kinderen onmisbaar haat legen de belijders Van deze moet ten gevolge hebben: dan kon de wet zeer wel het verbod tegen het opwekken van loodanigen haat door middel van het lager onder- Wijs bevattenhetzij dit plaats vond door tnonde- Ung oiiderrigl door hel onderwijzen uit school- O Do schrijver zal hieromtrent weder nadere opgaaf en toelichting, kunnen erlangen in de C. N. Stemmen van zo dezer N», 8. (t) Dit laatste zouden ook do kerkgcnootschappelijkc llijven. boeken, welke daartoe de strekking had Jen of daar toe bevorderlijk konden zijn het zij door geschrif ten prenten voorbeelden of anderszins. Vorderde de R. C. kerk oppermagtig (iels waar van wij oog niet geheet en at overtuigd zijn ,J dat die haat moet worden geleeraard men leerare den- zelven dan leo minste alleen aan volwassenen die het oordeel des onderscheids bezitten. Men bepa- le die binnen dc kerkgebouwen doch wijde daar aan niet dagelijksop dc lagere scholen reeds voor kinderen eenige uren toe. Wij gaan zelfs nog verderen zouden liet eene zeer zedelijke en heilzame bepaling in hel aanhan gige strafwetboek vinden welke dengenen met eene evenredige straf bedreigde diein openbare ge schriften van welken aard ook in de lagere scho len of op openbare plaatsen bniten de kerkgebou wen zou getracht hebben haal tegen andere in het rijk bestaande, Godsdienstige gezindheden op te wekken. Dit zou eene bepaling zijn welke ten al lerduidelijkste van den geest van verdraagzaamheid des wetgevers getuigdeevenzeer als van dien der regering om aan alle in het rijk bestaande godsdien stige gezindheden veiligheid en die gelijke bescher ming lc verleeuen welke de grondwet waarborgt. Het zou eene beperking zijn van de vrijheid der drukpers, het is waar; maar eene beperking, .die als van veel dringender noodzakelijkheid is te be schouwen dan die tegen den lasterten aanzien van bijzondere personen omdat hierdoor slechts cn kele individu's kunnen getroffen worden doch door haat tusschen de verschillende Godsdienstige gezind heden op le wekken dc rust en het geluk van den ganschen Slaat kunnen worden in gevaar ge- bragten dc eendragt der burgers schier noodza kelijk moet worden verstoord. Ook de vrijheid der drukpers beslaat doch daarom hebben de grondwet en de wellen niet nagelaten le zorgen dat hel misbruik dier vrijheid kon wor den gestraft en le keer gegaan. Gij vreest dan toch ook gevaarzal de G. schrijver ons toeroepenwaarloc anders deze voorziening Wij achten mogelijk dat hel gevaar zou kunnen ontstaan vooral dan wanneer vele» in den geest gingen schrijven, als in welken hij zelf debuteerde. Dan kon er gevaar ontslaan» niet maar aan èène maar aan meerdere zijden cu wij zouden het niet overbodig achten dat er dan middelen voorhanden waren om de harlslogtelijken en onverdraagzamen in loom to houden." Dc schrijver kan niet* toegeven dalzoo als wij beweerd hadden het verbod (in vroegere dagen 7an treurige gedachtenis,) om zijne kinderen te la ten onderwijzendoor eenen leermeester van de zelfde belijdenis, voortsproot uit de onverdraag zaamheid der heertellende kerk van dien tijd en geenszins uit het Godsdienstig onderwijs zeloe op de scholen gegeven wantzegt hij de kinderen der heerschende kerk ontvingen toch wel degelijk onderwijs van meesters tot haar behoorende(vroe ger had hij gesteld dat het onderwijs in dien tijd zich geheel in de handen bevond der geestelijkheid dus wederom niet consequent want door meesters kan men hier bezwaarlijk iets anders verstaan dan schoolmeestersen dat onderwijs hield in waar Rome heerschledat de Onroomschen ketters wa- n renen waar Geneve zegevierde, dat de Room schen afgodendienaars waren." Maar is" nuvragen wij, de oorzaak daler zóó danig onderwezen werd te zoeken in hel onder wys-zelve v of in dc voorschriften der heerschende kerk dat er zóó moest onderwezen worden Im mers hel laatste' was het geval De meesters of geestelijken volgden de voorschriften die zij-daartoe ontvingen; en dus was onze stelling juist. Ware er .een lijd voorafgegaan gelijk wij dien beleven van verdraagzaamheid, zoo als de schrijver-die met levendige, kleuren in Zuid-Beveland geschetst heeft en dien hij nu later ook op verreweg het groot ste gedeelte des vaderlands wil hebben toegepast had er een tijd bestaan waarin dc grondwet en de wetten van den Staal aan alle Godsdienstige gezind heden zonder onderscheid, gelijke bescherming ver leenden waarin geenc heerschende kerk bestond die invloed mogl uitoefenen op de wetgeving en de regering van acn staat ware tietuien ten gevuigc aau een ieder vrijgelaten geweest zijne kinderen door onderwijzers van dezelfde belijdenis ook in de beginselen, in het leerstellige van de Godsdienst tc doen onderwijzen; hadden er destijds tevens doel matige bepalingen bestaan om het misbruik van die vrijheid lc keer le gaan; en had dan dit een en ander hel gevolg opgeleverddat de belijders van verschillende Godsdiensten elkander haatten en vervolgden dan maar ook dan alleen zouden de door hem aangevoerde voorbeelden cn bewijzen als geldig kunnen worden aangenomen. Nu echter tusschen de eerst beschrevene lijden en omstandig heden en de tegenwoordige een hemelsbreed ver schil bestaat; nu er schier niets meer hetzelfde is, nu kan ook hetgeen door hem is aangevoerdvol strekt niet als bewijs in aanmerking komen. Dc schrijver doet verder opmerken dat wij bij onze uildrukkiugwij meenden dat het oogmerk was den kinderen Godsdienst le leeren do bij voeging verzuimd hebben van het woordeke leer- stellige Toen wij dat woord weglietenwaren wij ge dachtig aau den Godsdienstigen pligt van alle in ons rijk bestaande gezindheden zonder onderscheid om ook in het leerstellige Godsdienstige onder wijs de liefde tot den naasten als een dér eerste cn Aoo/V/geboden door God aan den mensch ge geven aan de leerlingen in te prenten en de schrij ver moge de C. N. Stemmen veilig opslaan in hoe ver ook sg dien pligl ei kennen en deszelfs vervul ling voor noodzakelijk cn verbindend achten. Doch wij stelden achter die uitdrukking: Volgens den schrijver zou men ongeveer hc- oog en vijandschap jegens den naasten le onder- wijzen;" en zijne eigene woorden: dat roet het leerstellige onderwijs zou gepaaid gaan aan dc jeugdige gemoederen in tc prenten wat haar voor i> altijd van de andere verwijderd moet houden gaven ons regt tot deze onderstelling. Leert men evenwel Godsdienstechte leerstel lige Godsdienstonverschillig bij welke gezindheid da» zal dan moet de liefde tot den naasten cn geenc verwijdering tusschen dezelve, uithoofde van verschil van Godsdienstige begrippen als een der gewigtigste pügten geleerd worden en het is bij deze ome overtuiging dat wij zelfs niet eens de C. N. Stemmen hebben kunnen toegeven hel geoorloofde van hel inboezemen van haat legen an- nere Godsdiensten al gaat dit ook gepaard met het onderwijs van liefde jegens den naasten, omdat het van kinderen cn - minknndigen niet te verwachten is dat zij haal jegens eene ander» Godsdienst steeds zorgvuldig in hunne denkbeel den zullen kunnen gescheiden houden van haat je gens de belijders. Overigens vinden wij in hei N°. 8 der C. N. Stem men i nog al iels tot onze geruststelling dat het met dal aankvreeken van eigenlijk gezegde haat tegen andere Godsdiensten niet zoo ernstig zoo bepaal delijk gemeend is dat men meer het medelijden" wil opwekken en tot de kinderen zeggen Gy moet dus door een minzaam gedrag door een geregeld godvruchtig leven door het beoefenen i> aller deugden die uw Godsdienst voorschryft trachten zoo al niet om hen (de leden van andere gezindheden voor de waarheid te winnen en daartoe hunne voaroordeeten uit te roegen dan ten minste die te verminderen en te ver- li zwakken.*' Ziedaar juist de grenslijn, in ons N°. 21, fuit gegeven na voormeld lV°. der C. N. Stemmendoor ons aangewezenhoever dc mensch gaan kan en mag om andersdenkenden lol zijne Godsdienstige overtuiging over te halen zonder het verhevene en stellige voorschrift der liefde tot den naasten en den pligt der verdraagzaamheid lc overtreden.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1841 | | pagina 1