VL1SSINGSCHE MU/m
COURANT.
i
Wi
i Jen spoon™,
I Ilol fiPlj| jj0|
- De nota's «clR
;in <Jc i\.ipi lsclio rcof.
-oote l>cdrijvic|leijJ
(jelirajjl. Me,, r
laan eener bohin»
Oostenrijk.
II res I nil iinngekornp
afschaffing ile. sraa|
Engeland in y.ooic
fjeltl aan theen
.ren. Dc onderlij
aken worden niet
inch zich bereids jr.
lege
A 1st
dat nog 5ooo ziett.
(stoomboot) i
i. Do llerloj
den Hertog rt
II nislerie' is nog
den Keizer van Mi,
ift eene gralificali
[cn.
ri den 6. dczeriijn
Londen
stuk
>rk, niet katoen
itlc, niet steenkolen,
t fruit; Annette
Gun yes, van Charleston
New-Castle,
skomcn e
fit.
flio. 44.
1840.
'/.alurdag
11 April
Oe Uitgave deiev Courant geschiedt des DingsdagsDondcvdags en Zalurdags. De prijs van liet Abonnement voor drie maandenis i,iS cn franco per post a,5o. De Advertentie!»
bfbooren op ongezegeld papier te worden ingeleverd. Dezelve worden gerekend tegen ao ct. de regel, uitgezonderd Huwelijks-, Geboorte- cii Doodbekendiuakitigcnwaarvan dc prijs, van
lol 6 regels, is f i,ao cn voor iedcrcn regel daarboven 20 ct.behalve het, voor olkc Advertentie, aan bet Rijk verschuldigde Zcgelrcgt van 35 ct. Bicrven enz. franco.
<3(irhbrsrl)outt)tng.
minlimet ballast;4
schors,
durende de nfgelooj
zen gepasseerd
ontvangenlc «Kt
naar Genten dcra
Nooidsch bout,
Van de 8 ui
■aren 6 met suiker jj
de 2 andere in ball
lijd schijnt cr veel a
pen voeren een oni
ndcr Hanoversclie, ïo
een onder Hambiirj.
tipliauser vlag.
e maand Maart, zijni
wacht alhier ingekou
goederen 32 met Zuil
9 met Houtwerk,
en Koolzaad ,3.
iel Teer1 mei fe/#,
fitf onder rVrf-.iUui1
Uitgevaren: Gi i
i Boonen, 7 molk
iCans, 8 met Hooi
1, 43 met Haard»
en Raapkoeken, 3
21 inet Stukgoede
en Zouleviscli, 8
en 44 onder Belgisch
;clio Vlag 02
'lag 7
3g6 Schej
ihuUlcischers van
lel beschrijving ar
jufvrouw M/1RI
TSTA BARE LU
1 te Vlissiogcn
ij deze opgeroeprr
1840, des voortniil
5 van den Heer
aan le hooien
11 verantwoording
n wegens hun be-
order indien gee
ling hunner vordc
;t beloop van
worden overgcgaai
EIT-UREN VAN Dl
STOOMBOOT
ÖsdjcÜJc
Bijdrage tot herziening der Grond
wet, in Nederlandschen zin door Mr.
Groen van Prinsterer. Leiden, S. en
J. Luchtmans 1840.
(Vervolg van onzo vorige.)
Oordeelt men, dat de geestelijkheid van zeker
kerkgenootschap naar bepaalde vaste beginselen en
worschriflcn handelt: dat er éénheid bestaat in haar
dreven en hare bedoelingen,hel slaat aan ieder,
ja aan alle andere kerkgenootschappen gezamenlijk
ij, zich door eendragl te versterken, om poging
tegen poging éénheid tegen éénheid over te stellen
doch inen menge noch den vorstnoch de slaats-
magten in deze pogingen. Komt men hier toedan
tïjn de gevolgen onberekenbaaromdat alsdan die
raagten haren zedclijkcn en politiekcn invloed hebben
afgestaanom anders dan als partij bemiddelende
tusschcn beiden te tredenom hcillooze botsingen
en jammerlijke uilersten le verhoeden.
Wij voor ons danofschoon in vollen gemoede de
eerstellingcn der Christelijk Hervormde Kerk aan
gevende, oordeelen het niet anders dan verderfelijk,
k kerk als kerk van den staalals heerschcmle
nationale kerk, of onder welken naam men
dan ook den begeerden voorrang zou willen
nrlecnenen op hocüanige wijze men ook dien
roorrang in de toepassing zou willen doen gelden
lij de le wijzigen grondwet te verheffen. Wij achten
bel verderfelijk voor dc Christelijke eensgezindheid
onderlinge verdraagzaamheid, verderfelijk voor de
•taalkundige en burgerlijke belangen der ingezetenen
het algemeen in strijd eindelijk met de bil
lijkheid en regtvaardigheid en met de wettig ver-
Itegene region der leden van al de overige kerk
genootschappen.
Wij ontkennen de ongodisterijeener wet
welke aan alle staatsburgers als zoodanig volmaakt
gelijke staatkundige en burgerlijke regten verzekert,
nclkc aan ieder' mensch dc vrijheid zijner Gods
dienstige begrippen aan iedere Godsdienstige gezind
heid gelijke bescherming waarborgt, en aan de regering
de magt in handen geeftom te zorgen dat ieder
derzelvc zich houdt binnen de palen van gehoor-
laamheid aan de wellen van den slaat.
Bij zulk ecne wet toch kan elke Godsdienst blocijen;
iwttU elke verdrukking en vervolging geweerd
kunnen dc burgers van verschillende geloofsbelijdenis
noglans in broederlijke eendragt leven; kan het rijk
in licht en waarheid, van zedelijkheiddeugden
«schaving, zonder dwang of botsing, worden uitge
leid,kan ieder mensch zich in zijtic overtuiging
plukkig bevindencn zich voorbereiden voor tlicn
bogereu staalwaar de Godsdienstgeschillen welke
her de mcnschen kerkelijk verdeeld houden
«iet meer zullen worden aangetroffen.
Van Brcskens.
dag 9,v. 7.30 n fr'
10,
pg 11
12,
n,
14>
dag 15
S DE SWART.
8.
8.31
9.31
10.30
U
nni. .12-3'
wel
Wij komen nu tot de beschouwing van het gezag,
Ho als dit volgens den schrijver voor het geluk van
Nederland aldaar zou moeten gevestigd worden doch
"loeten betuigen zijne verschillende denkbeelden
hieromtrent geuitniet best te kunneu zaraen rijmen.'
Na de denkbeelden, wier onjuistheid bij het
minste nadenken blijkt, uil den weg geruimd te
bebbenzal de aard van hel vorstelijk gezag hier
te lande niet twijfelachtig zijn. Er is hier" zegt
'•i schrijver geen patrimonieel rijk." [waar eeti
'derfi/k gezag geldende is.]
Veel minder eene onbeperkte souvereiniteit.
Allerminst eene revolutionaire autocratie.
Maar wat is dan de aard van het Koninklijk gc-
Mg, zoo als dit door den schrijver begeerd wordt?
Hij [de Vorst is het eminente hoofd van den
5taat, eens vooral builen afhankelijkheid van de Stalen
[dc vertegenwoordiging alzoo] en boven alle an-
dere staalsmaglen gesteld." [blatlz. 76.]
De Vorst heeft, krachtens het erfregl van zijn
huis, door de opdragt van 1813 nader uitgebreid
en bevestigd \alzoo niet door den toil der natie
hersteld of vernieuwd een zelfstandig gezag
voor welks vrge uiloefeniug hij aan God alleen
maar ook voorzeker aan God, verantwoordelijk blijft:
overigens gehouden aan de algcmeene wet van regt
en billijkheid, aan de eerbiediging van al wat zij
daargesletd hccflen meer bepaaldelijk aan de
zorgvuldigfe inachtneming der regels en vormen
die in dc grondwet opgeteckend en vastgesteld zijn."
Dal de Koning onverantwoordelijk is voor zijne
daden jegens eenig meDschelijk gezag hoe ook ge
naamd zal iedereen den schrijver gaarne toestem
men, gelijk daarom met hem algemeen do onmis
baarheid van een verantwoordelijk Ministerie op
den voorgrond wordt gesteld.
Maar dat ook het eminente hoofd van den slaat"
buiten afhankelijkheid gesteld is van de vertegen
woordiging, wil cr althans bij ons niet in dan alleen
voor zoover de schrijver wil erkennen dat de staat
kundige handelingen van den Vorst niet de Zgne
maar die van zijn Ministerie zijn in welk geval wij
evenwel komen zouden lot den toestand door den
schrijver, als het gevolg der revolutionaire beginsels,
zoozeer verfoeid dat de Vorst de Griffier der
«Tweede Kamer of der Ministers de speelpop der
factiën zij [bladz. 76] hetgeen hij uogtans zegt
dat men hier te lande niet wil.
Is nu b. v. bet voordragen eener nieuwe leening
eener belastingswet niet maar het werk der Minis
tersvan hetwelk de boodschap ten geleide alleen
door hunnen Griffier" met zijne handleekening is
gewaarmerktis die voordrag! eene handeling van
den Vorst zeioen die althans zegtdal het dc
zijne is waar blijft dan de onafhankelijkheid van
den Vorst ten aanzien der Statenindien zelfs nog
maar do oude grondwet, die de schrijver wil gehand
haafd hebben in wezen bli jft
Kan de Vorst den door Hein verlangden maatregel
in werking brengenzonder de toestemming der
Slalen-Generaal cn zoo neen bestaat hier dan gecne
afhankelijkheid van het Koninklijk gezag, en van
deszclfs handelingen van de Statcn-Generaal
Of wil de schrijver dezen toestanddal, wanneer
een wetsontwerp wordt verworpen hel voor dc natie
zij als ware de voordragt slechts een werk van hel
Ministerie zonder toestemming of goedkeuring van
den Forst doch wordt een ontwerp aangenomen
dat dit wordt beschouwd als liet werk van den Vorst
alleen Inderdaad, de natie zou veel moeite hebben,
bare denkbeelden naar dezen vorm le plooijen.
In weinige woorden in het oog der natie en van
geheel Europazal het voordragen van een wets
ontwerp worden beschouwd of als het werk als dc
begeerte als de handeling van den Vorstver-
eenigd met zijn Ministerieof als hel werk van zijn
Ministerie alleen
In het eerste gevalzal men de afstemming van
een ontwerp moeten beschouwen als een bewijs der
afhankelijkheid, ook van den Vorst, van de Slalen-
Gencraal. In het laatste geval zal men niet kuuiicn
nalatendc magtdc zelfstandige magt van den
Vorst in zijne denkbeelden op den achtergrond tc
plaatsen on die van het Ministerie lc beschouwen
als daarboven predominerende.
Het zijn twee volstrekt met elkander slrijdigc
denkbeelden: een zelfstandig, onafhankelijk vrij uit
geoefend gezag en een gezagdat door een aantal
grondwettige bepalingen beperkt, en met opzigt tot
lij tic gewigtigsle middelen om zich lc kunnen doen
gelden de financiën onder anderen van eene
andere magt is afhankelijk gemaakt.
Een zelfstandig, onafhankelijk, vrij uitgeoefend
gezag is dusia eencn constiluliooelcu staaton
denkbaar ten zij alleen het gezag der wetten.
Waar men het Koninklijk gezagin zoodanigen
staatniet als volstrekt werkeloosmaar als zelf—
handelend wil aangemerkt hebbendaar heeft het
zelve zichbij de erkenning van een andereen
grondwettig gezag tegen over hetzelve, vrijwillig
ontdaan van de eigenschappen van zelfstandigheid en
onafhankelijkheid, - -en het tegendeel le willen bewe
ren kan alleen tot verwarring van denkbeelden en
begrippenniet tot bevordering van orde van het
naauvvgezct eerbiedigen van wederzydsch erkende en
oerkregene regten den weg banen.
Maar nu een gezagondergeschikt aan cn af
hankelijk van de wellen, doch door een geheel volk
plegtig geroepen om deze te handhaven en tegen
elke schending te beveiligen zou dit zooveel minder
kracht, zooveel minder zedelijken invloed, zooveel
minder aanzien in de oogen van dat volk hebben
dan een ander, hetwelk daarboven verheven en alzoo
van hartstogt, gril of luim afhankelijk zou kunnen
zijn
Dit moge onder kinderen of bij onbeschaafde horden
waar zijn. Bij ieder beschaafd volk hetwelk heeft
leeren oordeelen en inzienwal voor zijn belang
voor hel welzijn van het geheel dienstbaar cn be
vorderlijk is, moei dit geheel anderszijn. En men
moge nu scheldnaam op scheldnaam stapelen cn
wat bestemd isom waarborgen tegen misbruik van
magt en gezag daar le stellen als het uitvloeisel
van revolutionaire beginsels brandmerkenmen zal
de natiën niet meer zóóver kunnen misleidendal
zij aan een zelfstandigonafhankelijk, vrij-werkend
gezag boven een gezag, afhankelijk van en gebonden
aan de wetten, de voorkeur geven zouden.
De schrijver zal beweren, dal hij een gezag als
het eerstbedoelde niet verkozen heeft. Maar dan spreke
hij ook niet van een zelfstandig, onafhankelijk,
vrij uitgeoefend gezag, want bij de (laarstelling van
elke wet is dat gezag afhankelijk van eene andere.
magt van een ander grondwettig ingesteld gezag
cn bij de door bem verlangde handhaving dér
grondwet, zou het Koninklijk gezag geene enkele
sport hooger kunnen worden geplaatst, dan waatop
het zich thans bevindt.
Naar mate noglans dat hetzelve zelfstandiger on
afhankelijker meer vrij werkende werdzou de
schrijver meenen dat de vrijheid te beter gewaar
borgd zou zijn.
Laat ons zien wat hij ten betooge hier van aan
voert.
Het is de bestemming niet van eenig Gouver-
nementhetwelk geen uitvloeisel is der Volks-
souvereiniteit enkel te administreren en zich lot
eene bloot uitvoerende magthoe krachtig die ook
in haren werkkring moge zijn tc verlagen, lioo-
ger is deszelfs plaats en meer edel is zijne roeping.
Hel moet slaan aan bet hoofd van eene zich zcfoa
ontwikkelende natie; de openbare meening niet
volgen maar onderzoeken voorgaan besturen
des noods tegenwerken en bedwingen."
Zonderlinge tegenstrijdigheid wederom Eene zich
zeloe ontwikkelende Natie, van welke de openbare
meening des noods zal worden tegengewerkt cn be
dwongen. Zij zal zich zeloe dan ontwikkelen
zoo als dit de regering believen zal.
En dit zal aanwinst van vrijheid moeten hcelen
De openbare meening der natie bedwingen waar
door? Door de meer verkregene zelfstandige magt
door het meer onafhankelijkvrij werkend gezag
van den Vorst Ziedaar een nieuwelot dusver
onbekende weg lot vrijheid op welken de schrijver
ons geleiden wil
Om biertoe bij magie le zijn [om de openbare
meening des noods te kunnen bedwingen moet
niet de Monarch zelf en alleende algemcenc
bestuurder zijn van zijn Rijk: hij moet hel hoofd
wezen van een Monarchaal Gouvernement. Hij
moet zicb met schrandere, kundige, vooral ook
Godsdienstige en brave nienschen omringen. Hij
moet selfwerkendo ambtenaren hebben."
a?