van ooiiog 490 lot 0,000 man ler«ijl l leveren. Rijnprovinciën uit /.ij it den 29 en 30 ilc krijgsreserve der den 27" uit Berlijn t echte bronnen ver- is geworden n telegraaf liet be ad-protocol der Con- t de organisatie van grenzen bezig hield, n overeenstemming toegestaan worden niet aanneming der te verklaren. Reeds uissische Rijnprovin- taren den 29" was innen acht dagen zul- an oorlog /ijn (250 sene nieuwe bcvcsti- isatio der Pruissiseho de grootste geest- onreglc op eeue mis- jendeel verlangt ieder des konings te regl- niet getrouwe verwacht iutusschen heslaan op hel spel Alles is hier op voet i zijn dezen morgen in g, op de parade, heeft ongezegd binnen 4 vijfden dag te kunnen morgen vertrokken zoo dat niets is over- recdcn ban der lund- ic groole menigte ge wordt en dat men viandcren der nieuw t alle voorbereidselen rustingen der Russi- Circas i?rs gerigt zijn. rij >i Het eiland Nes- vergezeld van zwaren i bijna vernield zijn verii dien dag van 4 »cu. Daar die dijk in ii zoo loopen de be en roof der baren le lauwer loterij hebben een secretaris van het prijs van 900,000 fl tels van een twaalftal quisilie op den iudex merkt daaronder niet over het Leoen van A. de Lamurtine Philippoli hield ee ne acht bezig. De Gou- even den griekschen iet leven te brengen et huis in brand doeu ukkigen, die de han- vrcesselijkc pijnigin- tich de grootste opofferingen te getroosten om eene" vrije en van alle monopolie verloste Scheldevaart te erlangen. Met een woord ieder bier is overtuigd dat het Belgische gouvernement zonder zijnen ondergang en zijner oneer te teekenen hel laatste protokol der conferentie niet mag aannemen. JSlrngflingm. 1>F ONTKETIMNGDER KRANKZINNIGEN DOOR PINEL TE PARIJS IN 1792. Vervolg en slot van onze vorigo.) PM is C""3'" h" vicrt '°k,ib,c' da! .Ch"?"3/- be- V .vs'i.ci'l.ii'n ccoe der merkwaardigste van dezen dag is. i, >°>d«' '»j do E™"''1" l,ad ,le1cbu eeb™1 X dienst dal van dronkenschap: was zijn hoofd eenmaal door den wijn i" ,Un werd hii twistziek, kwaadaardig, en zoo veel tc gevaarlijker, bcvangei L»uiit«g:~,"on groot was. Om zijne menigvuldige huilcnsporig- K d j -êrd hij "il de dienst ontslagen, en hij had spoedig zijne geringe eldmiddelcn verkwist. Vervolgens ontmoedigden hem de schaamte en het Hek zoo zeer, dal zijn verstand er door gekrenkt werd: hij meende, in zijne waanzinnigheid dat hij Generaal was geworden sloeg hen die zijnen ranr niet wilden enkenncnen het was ten gevolge van eene vrijhevige vecht partij dal bij naar Dcetre gebragt werd in de woedends te opgewondenheid. Uij was sedert ïojaren geboeid en zorgvuldiger dan zijne ongeliiLsgenootcn omdat hij menigmaal zijne kluisters alleen door de kracht van zijne handen verbroken had. hens, onder andoren, toen bij zich op deze wijzeecnige oogenblikken bevrijd had, daagde bij al de gezamenlijke oppassers uil, om hem in zijn hok lo doen terug Loeren, voordat hij ze allen lusschen zijne becnen had la ten doorgaan en inderdaad voorde hij deze onbegrijpelijke daad uit op de acht mannen, die zich van hem mcesler wilden maken. Van dien tijd af was zijn sterkte ten spreekwoord geworden in Bicetrc. Reeds had Pinelbij zijne herhaalde bezoeken in Chevingt cenen uitmun tenden aanleg onder deze onophoudelijk door eene maar al tc wreedc be handeling geprikkelde opgewondenheid ontdekt: hij had hem beloofd, spoe dig zijn lot tc zullen vcrbclercn en deze belofte reeds hein kalmer ge maakt. hinilclijk kondigt Ptncl hem aandat hij gcenc ketenen meer zal dragen: u En om tc looncn dat ik vertrouwen in u stel," zegt hij tol hem n en dat ik u beschouw als een' mau voor hel goede geschapen zoo zult gij mij helpen, oin deze ongclukkigcn le bevrijden, die lain verstand niét hebben zoo als gij en indien gij n zoo gedraagt als ik reden heb te hopen zal ik u in mijne dienst nemen, eu gij zult mij niet meer vcr-j laten." Nooit had er bij een' mcnsch ccnc schielijker en volkomcncr omkeering in het verstandsvermogen plaats de oppassers zelve worden vervuld van eer bied en verwondering voor bet looneel hetwelk Chevmge hun geeft naau- welijks bevrijd, zoo is hij voorkomend, oplettend en volgt met bel oog al de bewegingen van Pinel, om zijne bevel uil le voeren, even handig als gedienstig daar spreekt hij tot de krankzinnigen verstandige en goedhartige woorden hij die zoo even niet hen nog op eene gelijke hoogie stond, maar boven welke hij zich nu verhoen gevoelt met zijne gcheelc vrijheid. Deze man die in hel beste van zijn leven door de kluisters is ontaard geworden, en die zonder twijfel zijn gansche leven in dezen langdurigcn staal van bewusteloosheid zoude hebben gesleten deze man wordt van nu aan een voorbeeld van goed gedrag en erkentelijkheid: meer dan eens redt hij in die benarde lijden liet leven van Pinel, en op een' dag verlost hij hem uil de handen van eene bende doldiifligen die hem reeds voeren naar de lantaarn als kiezer van 8g. Gedurende den tijd dat er gebrek aan le vensmiddelen hecrschleverlaat hij iederen morgen Bicètre en keert niet le nig dan met' overvloedige!) voorraad, dien men zich door geld zelfs in dik logeublik niet kan verschaffen; in hel kort geheel zijn leven is niet dan :ene bestendige toewijding aan zijnen bevrijder. Chevmge levert meer dan eene groole les voor de wetenschap op het is jok de zegepraal van eene regtschapcne inborst op eene afschuwelijk mishan- it °"i n'ct zon,fer ogene ontroering, dat ik in dit tafereel, liel- 'nooi vv 'CtS' nai"n wedervind van een' bediende, die later de deel- e hcrinncrin^enminIj?ier'"^S d° spc'cnc" d'c n>'j «hefbaar gebleven is bij Nabij Chevingi, in een hok, grenzende aan het zijne, bevinden zich drio igelukkigc Pruissiseho soldaten, die sedert acht jaren aan ketenen zijn go udenzonder dal men de redenen weel van zulk eene hardheid. Zij zijn orgaans rustig en niet boos, en worden slechts driftig onder elkander, spre- in eene taal, die voor ieder onverslaanbaar is. Men heeft hun ten nde i nsle den eenigen (roost gegeven waarvoor zij vatbaar schijnendien na- dijk van bij elkander tc leven in dcnzelfdcu rampspocdigcn slaat. Zoodra zij rondom zich een' ongewonen toestel bespeurenverbeelden zij :h misschien dal men komt met kwade inzigtcncn zij verzetten zich he lp tegen het losmaken der ketenen: ontkluisterd zijnde, willen zij niet uit nnc gevangenis gaan, cn blijven in hunne gewone houding. Hetzij luste- isheid, hetzij verstandeloosheid, doze ongelukkige vreemdelingen schijnen gevoelig voor de vrijheid, welke zij smaken kunnen. Na hen volgt een zonderling persoon, een dier mannen, wier waanzin- 'heid des le hardnekkiger isomdat dezelve zich slechts hecht aan een kcle gedachtemaar die ongerijmd is en vol hoogmoed. Het is een voor ilig Geestelijkedie zich noemt cn gelooft tc zijn de Christus. Zijn uit- ■ndigo beantwoordt aan al hel verwaande van zijne inccning: hij heeft deftig en afgemeten voorkomen; zijn glimlach, zacht, cn ernstig tevens ert alle soort van vertrouwelijkheid alles, tot aan de schikking van zijn tr, dal lang aan weerszijden van een gelaat vol uitdrukkingbleekscliran- cn onderworpen, nederhangl, geelt hem eene zonderlinge gelijkenis met "dl. natuurlijk verwijt: -- ic'ilie lii- sc'loone hoofd van onzen Heer waarvoor hij zich houdt, bij het wa. leent gij hem van liet stuk te brengen door dit zoo nat lltkUig voor «cn )0 - ,<]jen g.jj 2jjt( jjen gjj j,ewcert te zijnindien gij waarlijk God zijl, ot 70U lij" gesleept» breek dan uwe kluisters cn bevrijd u terstond; zoo antwoordt hij u met K iot dal tie Gou- zedigen trots: Frustra tentuiis Dominum tuum.' Tc vergeefs zult gij jl Der Klein- ®cer ver*°eken! Uingschap 'iaa It is de verhevene taal van den uitzinnigen hoogmoed des menschen. I was verwittigd«>a ot leven van dezen man is geheel cn al een roman waarin godsdien- opbouwen van zeker overdrijving de eerste rol speelt. Uij heeft tc voet de bedevaart gedaan ten einde de Keulen en Rome; daarop is hij naar Amerika verlokken, cn is rondge- vragen veriii- midden onder de wilde volkeren, om hen tc bekcercn. r ZOU kunnen J aar a| Jeze J0„(eni verre van hein af te trekken van zijne heerschende icht uit den weg nau ,chtohebben deze in eene ware krankzinnigheid doen overgaan; en bij ncblte. e teruöhomst in Frankrijk heeft bij openlijk bekend gemaaktdat hij dic- was wiens woord hij uil verre lauden kwam verkondigen. Door do -pTï'TW ,c g°vat cn voor den Aartsbisschop van Parijs gebragt, werd hij als een 1- J-Av dooze en zinncloozc in Bicêire'' opgesloten er werden hem zware hele- al Skrzunec zich vtci'- tan voeten cn handen geklonken, cn sedert twaalf jaren verduurt hij "l 2i. Hl- ,s ;e,l. zo'dzaam geduld deze lange marteling en de aanhoudende hittere >V get. J jietp rn,jcnwaaraan zijne waanzin hem blootstelt. isle gedachte zulke zieken te redeneren is vruchteloos gesproken voor wezens, die u OP IC dragen. n noch willen benriinen nnl P „en d»« d« r'c"cra,!'' hoeftoma* gegeven een vcldlogt is weg tc d waren in order gc- n noch willen begrijpen: ook Pinel tracht geenszins zijn onzinnig denk- te bestrijden mot nultcloozc woorden hij laat hem in stilte ontkluis- on beveelt opzettelijk, dal voortaan ieder, even als hij, zich niet op- mcl cn geen woord spreke tot dien armen krankzinnige. Dit verbod, opgevolgd wordende heeft op dezen over zich zclvcn zoo opgeblazenen eene veel aanmerkelijker uitwerking, dan dc ketenen en het gevangen- oij gevoelt zich vernederd door die verlating de afzondering zoo nieuw "Cm te midllnn - r» 1,» le^CV |ula tc m'dden, van zijn volle vrijheid. Ten laatste, na lang wcife- het Belgiscil o iet men hom uit eigene beweging zich mengen in hel gezelschap van zieken sedert dien dag bekomt hij meer juiste en gezonde denk- k h. die in Belg'C m en in minder dan één jaar is hij genoegzaam hersteld, om zelf al p0\pp cn fa*" ^aas"e,d van zijnen waanzin te bekennen en uit Bicètre te kunnen vcr- eindigen ongelukkig dc aanlecKcningcn van Pinel over dit belangrijke hii een suppl»-01011" 1,2lj lecfcn alleen, dal binnen ccnigc dagen drieënvijftig krankzinni- nfvaren heiast deze wijze van hunne kluisters zijn bevrijd geworden: onderhen e" \ie gc- menschen van allen stand cn landaard werklieden kooplie- Cip >an n "htatren AdvocatenFranschcn Engclsclicn Duitschers en Italianen. 7er stad Antweri"-^ en maatregel, dien men tot dus verre als ondoenlijk en zelfs als gc- rw»»kkcn mag verla' bad beschouwd volgt eene onvorwachlo verbetering de razonden hel oodo slelsel [eel at le sctieulcn die iedere maand hondcideu houten nappen braker» hielden op kwaadaar dig en driftig te zijn anderen, die hunne klcedcreu verscheurden cn beha gen schiepen in de morsigstc naaktheidwerden zindelijk en welvoegelijk rust en orde treden in dc plaats van onrust cn wanorde er ontslaat ten laatste in de gehccle dienst eene geregeldheid en eene welwillendheid welker invloed zich weldra tot de krankzinnigen zelve uitstrekt. Zoo ziet men na cenige weken nog woedende krankzinnigen vrijwillig zich het dwangjak aan doen of het zich laten aandoen door dc zachtzinnigste gekken. DE LEDIGE VISSCHERSHUT TE OSTENDE. Ostende is eene kleine vrij nette en vernieuwde stad die noch paleizen noch dom of museum heeftmaar evenwel beroemd is om hare blonde vrouwen en groeue oesters. Men kan ze meer als eene visschcrsstad dan wel als eene handels- of krijgshaven beschouwen. Hier ziet men geene lauge fregatten met hunne kanonnenrijennoch dikke koopvaardijschepen, met waren vol gepropt maar des Zondags kan men er twee of drie honderd kleine vaartuigen lellen die even zoo trolsch bunne vischladin- gen met vlaggen tooijen als droegen zij de schatten van Indië, of Cesar en zijn lot. Hoe roem- en winsteloos ook het bedrijf der visschers van Ostende gelijk in het algemeen dat van visschers iszoo heeft het toch zijne gevaren en als gij u aan de vcrsche zeevangst laaft weet gij niet hoe veel moeite uwe lekkerbele gekost heeft gij vergeet dat de oceaan een gierigaard is die niets om niet geeft en menigmaal gruwzame betaling voor zijne geschenken vordert. Moge de eenvoudige doch roerende geschiedenisdie wij onzen cicerone van Ostende na vertellen de onverschillig heid verminderen jegens de armere klassedie haar zweet cn dikwijls haar bloed voor onze genoegens opzet. Hel zi|n nu juist twee jareu dat een man en eene vrouw op eencn winteravondlegen bet laatst van Januarij in eene der minste hullen aan dc haven van Ostende treurig bij eene tafel zalen waar op dit uureen stuk spek cn eene kruik hiep hadden moeten slaan want het was het uur des avondetens. De tafel was leeg iu het verlrek geen vuur. Een zuigeling uit den jongen echt kreunde in zijne "ieg dien een stuk zeildoek slechts onvoldoende beschutte tegen den kouden wind, welke door een gebroken vensterglas indrong. De maneen dier we zens die van hunne geboorte af, aan de keten der armoede geklonken cn tot eeuwigen arbeid gedoemd zijn, zij mogen zei len of ploegen op den oceaan of op hel land een dier we zens die nooit uitrusten noch zich le bed leggen dan, gelijk Montaigne zegt om to sterven kortom een arme vissclier stond van lij«i lot tijd op, trad aan het venster om do lucht le beschouwen en zette zich dan weder neder met de volle uitdrukking der wanhoop. Dc vrouw trots de doodelijksle nood druft nog jong en schoon wierp onrustige blikken nu op baren man dan op haar kiud en als hare oogen die van haren man ontmoetten poogde de edele ziel haar lijden in een' glimlach te verbergenals wjn{e zij hem eene hoop inboezemendie zij zelve niet had. lk moet toch gaan zeide de arme visscher en de wind neemt niet af; het is een weder, dal een Admiiaalschip op den kop zou zetten." Wacht nog," antwoordde zijne vrouw... Maar or is geen brood meer voor u." Ik heb geen hon ger En ons kind Oh dat zal er minder bi| lijden dan wij en zij wees trotsch de arme moeder op eeneti van nooddruft verwelkenden boezem. Dc man waagde uiet meer te zeggen en ik hij onderwierp zich en wachtte. Op dit oogenblik klonk een harde slag aan de deureen over moedig kloppen als dat van een' ruwen gebieder. Wie is er?" riep de vrouw bevende uit. Het kind ontwaakte plotseling «n liet hongerkreten hooren. Het is de hand des eigenaars zeide de manslechts de huisheer kondigt zich zoo aan... hij komt om ons te manen dat overmogen de huur vervalt. De visscher ging open doen. Inderdaad het was de huisheer een huisheer gelijk er helaas meer zijn. De binnentredende was een vijftiger, zorgvuldig en dik in zijne klecdercn gehuld dc banden in de zakken de voeten wel bewaard in overschoeneneen dikkevette Heer vervrolijkt door de kwelling zijner huurders, gemest met hunne magerheid overladen met al bunne ontberingen eene volle beurs in den zak katoen in de ooren een rooden neus cn barscbcn toon kórtom bel beeld van een' geldman. Voor den duivelriep hij terstond bij het intreden het jonge paar toe ik kom zien of gij ditmaal slipter dan ge woonlijk aan mijne betaling denkt. Gij laat mij altijd op mijn geld wachten onder voorwendsel van den vervaltijd tc hebben vergelen. Deze maand geene vertraging. Ik zeg u nu vooruil, dat uwe huur morgen vervalt ik maak cr u bij tijds opmerk zaam op en vordert dat gij daaraan denkt!" Ach, Heer!" antwoordde do vrouw wij kunnen u op den genoemden dag niet betalen. Wij hebben geld noch werk... hoor slechts wat voor weder het is-" Dal gaat mij niet aan zeide de huis heer. Maar Beer!" voegde «Ie visscher hem angstig toe, geef ons slechts cenc week dat ik tijd hebbe visch te vangen, lk wilde juist voor drie dagen in zee gaan om te winnen wat ik u schuldig ben maar sinds drie dagen kan geen pink zee hou den en de storm wordt van uur tot uur heviger, gelijk gij ziet." Inderdaad was de zee zoo verbolgen dal zij haar schuim tot in het vertrek des schippers wierp. Dat gaat mij niet aan antwoordde dc buisheer roet on veranderlijke koelbloedigheid. En toen hij de vrouw zag scbrei- jen wilde hij bun wel de redenen zijner onbuigzaamheid opge ven gij hadt voorzorg moeten nemen" voegde hij er op va derlijken loon bij, en niet tol den storm moeten wachten... gij zijt luijaards of verkwisters gij had moeten werken toen gij kondlen de gansche maand sparen om mij te betalen." Maar," hernam de visscher, gij weet, dat wij werken zoo veel wij kunnen en van dc hand in den tand leven daar dc opbrengst van het zure wetk elke week door hare behoeften verslonden wordtden dag waarop ik den bakker betaalde kwam ik terug van de vischvangsten wilde terstond weder in zee gaau om mijne huur te kunnes betalen." Dat gaat mij niet aan!., geld of... op straat!" schreeuwde dc huisheer

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1839 | | pagina 3