Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland. Zwart en Rood. MARESSA. No. 2991 Saterdag 20 December 1919 30e jaargang FEUILLETON. Buitenland. A B O N N£E;M E N T S P R IJ S Per 3 maanden 90 cent, voor het buitenland met verhooging der bekomende porto's. Advertentien worden aangenomen bij de Redactie, den boekhandelaar M. De Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. ïïuubeegsen te Goes, ADVERTENTIEPRIJS: Van 1 tot en met B regels 60 cent; elke regel meer 12 cent. Bij abonnement aanmerkelijk ver minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte Redactie-Adres Postbus, Goes. Deze Courant verschijnt eiken Vrijdagavoild en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwsch Nieuwsblad, gevestigd te Ter Neuzen. In een vergadering van de af deeling Rotter dam van de Ubristelgk-Historische Unie heeft de heer Prof. Dr. Slotemaker de Bruine ge sproken over: Zwart en Rood. Men moge over het min of meer elegante van dezen titel van meening verschillen, aan duidelijkheid laat zulks weinig te wenschen over. Althans voor ons. De geachte spreker denkt er een weinig anders over. Hg begon met te vertellen, dat bjj de laatste verkiezingen het liberalisme weggezonken is. Wat niet geheel vrg van overdriving is. Daarna betoogde hg de wenschelgkheid, om naast de beide groepen, Zwaut en Rood, een derde te houden. In den gedachtengang van Prof. Slotemaker de Bruine zou dit moeten zgn de Chris telijk-Historische Unie! Misschien dat de Anti revolutionaire Partg zich daarbjj zou mogen voegen, maar het zou voornameljjk het protes tantisme zgn, dat aldus als middengroep moest dienen. Spreekt men van Zwart en Rood, dan ver staat men onder Rood de socialisten en de communisten, en onder Zwart de clericalen van verschillenden huize, de Roomsch-Katho- lieken, de Anti-Revolutionairen en de Chris- telg k- Historischen. Clericaal is hg, die godsdienst en staatkunde vermengt, die den godsdienst op het terrein van de staatkunde brengt en omgekeerd. Cle ricaal, of, om met prof. S. de B. te spreken, Zwart, is zeker de Christelijk-Historische Unie, die in art. 4 van haar program van beginselen den eisch stelt, dat Nederland bestuurd moet worden als een Christelgke Staat in Protes- tantschen zin. In hoeverre van die zjjde die Protestantsche zin bevorderd is door het samengaan, in coa litie of in anderen vorm, met de Roomsch- Katholieke Staatspartij, laten we nu maar in het midden. Wg constateeren slechts, dat Prof. S. de B. en zjjne naaste geestverwanten ons land, met zjjn op godsdienstig gebied zoo verdeelde bevolking, in den zin van een be paalden godsdienst bestuurd zouden willen zien. In den tjjd van het districtenstelsel trokken de Christelijk-Historischen, al waren er bjj, die dit met looien schoenen of ook heelemaal niet deden, als één man met Baron van Wjjn- bergen en de zjjnen op. Het heette toen te gaan om >dec Christelgke beginselen. i. Het circus behoorde toe aan Paul Chester, een groote, gespierde man, die Italiaansch bloed in de aderen had. Zijne vrouw was blond en blozend. Op het program heette zij »La Favorita«, in het dagelijksche leven Mary. Zij voerde de gevaarlijkste nummers uit. Paul was de meester. Hij hield alles in orde en maakte dat het circus bloeide. Er was dan ook heel wat te doen met vijftig personen en de noodige dieren. Maar zijn leven be vredigde hem niet en op zijn veertigste jaar gevoelde hij dat er een scheidsmuur tusschen hem en zijn vrouw was gekomen. Zij zelve scheen voldaan. De harde arbeid, dien zij te volbrengen had, liet niet veel tijd tot droomen overmaar in het diepst haars harten bleef de liefde voortduren, welke zij Paul geschonkeu had, toen zij nog weinig meer dan een kind was en zij trachtte dat te bewijzen door voor zijne zaak te doen wat zij vermocht. Zij hielp hem met boekhouden, bedacht steeds nieuwe toeren en was onvermoeid en onverschrokken, waar het gold het publiek te bevredigen. Ook zocht zij steeds naar nieuwe sterren voor het spei. Maressa was eene nieuwe ster. Hare voorstellingen waren geheel ongekend €ti vielen bijzonder in den smaak. Zij voerde Nu wy het stelsel van evenredige vertegen woordiging gekregen hebben en de clericale heeren elkaar over en weer bij de stembus niet meer noodig hebben, ja, zelfs felle concurren ten zjjn geworden, begint men zich voor elkaar te schamen. In politieken zin dan altjjd. De Roomsch-Katholieken hebben hun dertig zetels binnengehaald en zullen wel zorg dragen, die te houden, zoo niet in aantal uit te breiden. De beide andere clericale partgen trachten nu de banier van het Protestantisme te ontrollen. Daarop past onzerzgds een: laat af! De hand, zooeven losgekomen uit een zeventien jarige omarming van de Roomsch-Katholieke Staatspartij, is niet de eerst-aangewezene om het geuzenvaandel te omvatten. Men wenscht een middengroep tusschen Zwart en Rood, Dat willen ook wg. Maar dan zal die middengroep of middengroepen slechts bestaan uit hen, die noch Zwart noch Rood zjjn. Dat zullen de vrijzinnigen bljjven. Niet alleen om de negatie van de beide uitersten, maar bovenal om het positieve beginsel, dat in het parool »Vrgheid en Vooruitgang* ligt besloten. Daarenboven zjjn het de vrjjzinnigen, die hunne beginselen in de wetgeving hebben neergelegd en zjjn het de vrjjzinnige gedach ten, welke zelfs de andere partgen, wanneer deze zich tot practische politiek zetten, leiden. Rood verkoos tot dusver geen enkele poging zelfs te doen om zgn beginselen in daden on> te zetten. Men gaat die daar nu eerst nog eens bestudeereu. Zwart was sterk in wetsontwerpen, in wet ten minder. Hoe zou ook het »in protestant- schen ziu* verwezenljjkt kunnen zjjn, waar men Van Wjjnbergen c. s. steeds naar de oogen had te zien? Door het »Zwart en Rood* heeft Prof. Slotemaker de Bruine zichzelf' en zgn geest verwanten opnieuw ingedeeld. V. De doodsstrjjd van Oostenrjjk. De Temps, een Parjjsch blad, bevat een artikel, waarin op het helpen van Oostenrjjk wordt aangedrongen. Het blad wil geen ver zachtende omstandigheden pleiten voor het verleden. Het regime van Frans Jozef heeft te veel tranen doen storten en bloed doen vloeien, dan dat men er in zou slagen het ooit te verontschuldigen. Men bewjjst zelfs een slechten dienst aan de bewoners van het nieuwe geen aangrijpende, gevaarlijke kunsten uit als La Favorita; maar werkte eenvoudig met een ouden witten poney en een ouden zwarten hond. Maressa had iets beschaafds over zich. Er lag iets heel origineels en betooverends in de wijze waarop zij haar kunstjes wist uit te voe ren. Zij had daartoe een leege estrade noo dig, zonder iets dat haar in den weg stond en dan vertelde zij heele verhalen en acteerde daarbij alleraardigst, terwijl zij Marco, den poney, en Mac, den hond, daarin wist op te voeren, op eene wijze, die alle toeschouwers in verrukking bracht. Het publiek droeg haar letterlijk op de handen en zij behoefde slechts te verschijnen, om met daverend gejuich te worden begroet. Meestal zelfs oogste zij vrij wat meer bijval dan La Favorite, die zij altijd op het program opvolgde en toch ook zeer bemind was. Op een avond, nadat zij haar viervoetige medewerkers naar de stallen achter de groote tent had teruggevoerd, vond zij Paul, den meester, met over de borst gekruiste armen aau de deur staan. Gf{ hebt uw rol heel goed gespeeld, kleintje, zeide hij. Zij kreeg een kleur van pleizier. 01 zeide zij, om hare verlegenheid te verbergen, de menschen houden van mijne dieren. Het is niet dat zij mij toejuichen. Van waar komt gij toch, kleine? vroeg de chef. Gij zijt zoo verschillend van de anderen. Vraag daar niet naar 1 s >rak Maressa. Laat mij mijne taak volbrengen en mijn loon ontvangen. Laat hetgeen voorbij is, rusten. Oostenrgk, wanneer men tracht het medelgden, dat het inboezemt, te gebruiken om de oude monarchie dèr Habsburgers te herstellen. Maar aan den anderen kant heeft men niet het recht de zeven millioen Oostenrijkers van thans in een hel van honger en ellende in den steek te laten onder voorwendsel, dat zjj solidair zgn met die enkele mannen, die bggedragen hebben tot het ontketenen van den wereldoorlog en die sedert bgna allen een heenkomen hebben gevonden, hetzg in de vergetelheid en in een zachten dood, zooals de oude keizer, hetzg in een aangename verbanning, zooals graaf Berch- told, hetzij zelfs in den Pooischen ministerraad, zooals Bilinski. Het is niet toelaatbaar, meent het blad, dat de politiek der Geallieerden er op uitloopt, dat de onschuldigeu er door ljjden. Wg hebben om te overwinnen de gerechtigheid ingeroepen. Als wjj de vruchten der overwinning willen behouden, moeten wij niet toelaten, dat men de gerechtigheid tegen ons kan inroepen. Inderdaad krggt telkens, als erin Weeneneen klein kind van ontbering sterft, onze vrede een schok. Het blad gaat dan na waarom de Geallieer den zich, terecht, verzet hebben tegen een aansluiting van het Duitsch sprekende Oosten rijk bjj het Duitsche Rijk. Men was van mee- ning, dat die annexatie slechts beantwoordde aan de eerzucht van sommige socialistische agitatoren, die in een groot marxistisch Ge*" manie, een waardiger tooneel meenden te vin den dan het beperkte van Weenen. Ook meen den de Geallieerden, dat een onafhankelijk Oostenrjjk in de moderne beschaving een rol zou kunnen spelen, waarvan het belang niet beperkt bleef tot zgn zielental en zjjn opper vlakte. Gewoon zelfstandig te schitteren, om ringd door provincies, die^er al eeuwen mee verbonden zgn, kaD Weenen het ipiddelpunt zgn van een eigen Germaansche cultuur, van een meer vredelievende, meer kiesche, men zou haast kunnen zeggen: meer Europeesche cultuur dan die waarvan Duitschland, heen en weer schommelend tusschen twee uitersten, een voorproefje heeft gegeven. Doch Oostenrjjk moet leven wil het een brandpunt van beschaving, een element van vreedzaam evenwicht en vreedzamen vooruit gang worden. Het sterft echter. Den nood in Oostenrjjk schetsend, wjjst het Franscbe blad er op, dat men de naargeestige ontdekking heeft gedaan, dat de kindersterfte er neiging toont te verminderen, omdat de Zou het u anders verdrietig maken? Ja, het is waar, men kan zelden zonder pijn aan het verleden terugdenken, mompelde hij. Zij verwijderde zich om zich te gaan ver- kleeden en dien avond spraken zij elkander niet weer. Een tijdlang viel er verder niets meer tus schen hen voor. De tent werd weer elders opgeslagen. Paul was nalatig geworden in zijn taakhet zwaarste gedeelte kwam nu op zijne vrouw neer; maar zij nam ook dat op zich en hield zich alsof zij niets bemerkte. Het was haar voldoende dat het werk moest wor den verricht; het succes was een last, die op de schouders genomen moest worden. Zoo zij slechts vrouwenschouders bezat, zij waren ten minste sterk. Paul was veel om en bij Maressa. Hij was begonnen haar bij Mary te vergelijken, wat niet ten voordeele van de laatste uitviel. Gij werd opgevoed tot iets beters dan dit, zeide hij op zekeren dag' Misschien, gaf zij ten antwoord, maar alles is nu eenmaal zoo. Ik denk liefst niet aan 't verleden. Hebt gij eenmaal iemand liefgehad? Mogelijk wel. Gij hebt van avond woorden bij uw spel gebruikt, die mij stof tot nadenken geven. Ik dacht dan ook aan iets. Waaraan? Aan liefde. Maressa's hart begon luid te kloppen. Zij had heel wat liefdewoorden aangehoord van degenen die zij door het lot tot metgezellen had gekregen in het circus. Zij begon Paul te vreezen. moeders meer en meer sterven alvorens haar kind ter wereld te brengen. Men zal niet mogen zeggen, dat de politiek der Geallieerden tot die ramp heeft geleid. Men zal niet mogen zeggen, dat de regeering van Oostenrgk tot aftreden ia genoopt en dat de provincies van Oostenrgk gedoemd zullen zgn, om te kunnen leven, zich los te maken van Weenen en zich radeloos te werpen, de eene in de armen van Zwitserland, de andere in die van Beieren, waardoor ze bg Duitsch land zouden worden gevoegd. Welk een pres tige zouden de Geallieerden houden, welke kansen op duurzaamheid zou hun vrede behou den, als het vredesverdrag aldus drie maanden na de onderteekening zou te niet gaan in een ditbarsting van wanhoop en verweaschingeu? Laat ons Oostenrgk helpen, zoo besluit de Temps, Laat ons het helpen uit een geest van mensehlievendheid. Laat ons het helpen uit een geest van politiek. Onze belangen zullen eerst dan in veiligheid zgn, wanneer ons gebeten gerust is. Terugkeer der krg gsge van ge n en. De Duitsche pers drukt met vreugde een bericht uit Pargs af, dat de Oostenrgksche krijgsgevangenen spoedig bevrijd zullen wor den, maar stellen er het feit tegenover, dat de Duitsche krijgsgevangenen, wier onmiddellijke repatrieering reeds veel vroeger was beloofd, eerst na de van kracht wording van het vredes verdrag zullen worden vrggelaten en meent, dat uit het besluit van den Franschen minister president, om de Oostenrjjkscae krijgsgevan genen vrij te laten, big kt, dat het smadelijke vasthouden van de Duitsche krijgsgevangenen niet op werkelijke of rechtsgronden berust, maar uat de oorzaak daarvan is te zoeken in het Fransche plan om Duitschland te kwellen met bjjzonder uitgezochte martelingen. Het feit, dat ook in Engeland nog bgna 4000 Duitsche krijgsgevangenen versmachten, wordt weer levendig door het verzoek van den volks bond ter bescherming van de krggs- en bur gerlijke gevangenen aan de nabestaanden van de nog in Engeland vastgeboudenen ter her vatting van het atgeoroken briefverkeer met K erstmis. Vredeswerk bij Krupp. De fabrieken van Krupp te Essen worden, zooals men weet, geheel nieuw ingericht voor de proluctie van spoorwegmateriaal. De chef der firma, Krupp van Bohleu, heeft daarom trent aan een correspondent verklaard: Daar word ik geroepen door La Favo rite, zeide zij en snelde van hem weg, voor dat hij een woord meer had kunnen uiten. Zij en La Favorita konden het best samen vinden. De oudere vrouw bezat veel onder vinding. Als zij een oogenblikje tijd had, sprak zij altijd woorden, die Maressa behartigens waardig voorkwamen. Gij zijt heel handig, Maressa, zeide zij eens. Indien mij een ongeluk mocht overko men, zoudt gij juist geschikt zijn tot het leiden van dit spel. Ik heb er genoeg van en Paul ook. Mannen worden de zaken altijd 't eerst moede. Maar men moet voortgaan met wat men niet van zich af kan schuivendat neeft het leven mij geleerd. Dat is waar, zeide het jonge meisje. - Maak dien knoop wat vaster voor mij Zool Dat is juistI Gij zijt handig, Maressa; gij bezit een sterken pols en hadt voor mijn werk opgeleid kunnen worden, toen gij een kind waart; maar niet ieder kan hetzelfde doen en het spel heeft heel wat aan u te dan ken. Paul ziet het niet in; maar ik kan nu heel wat geruster slapen. Vóór uwe komst ging het slecht met het geld. Dienzelfden avond, een uur voor de voor stelling, liep Maressa het veld in, waar de groote tent opgeslagen was. De frissche lucht scheen een hoop in haar hart te doen her leven, die haar bijna voor goed verlaten had. Zij' ging over een hek leunen en keek naar de zee. Eene stem achter haar deed haar op schrikken. Slot volgt. NIEUWSBLAD.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensch Volksblad / Zeeuwsch Nieuwsblad | 1919 | | pagina 1