Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeland.
Het damte-probleeDL
De bekeuring van Bob Pretty.
No. 2983
^Saterdag 18 October 1919
30e jaargang
IN VALIDITE [TS WET.
FEUILLETON.
Buitenland.
A BONNE'MENTSPRUS:
Per 3 maanden 90 cent, voor het buitenland met verhooging
der bijkomende porto's.
Advertentien worden aangenomen bjj de Redactie, den boekhandelaar
M. De Jonge te Ter Neuzen en den drukker A. P. Huubbegsen te Goes.
ADVERTENTIEPRIJS:
Van 1 tot en met 5 regels 60 cent; elke regel meer
12 cent. Bjj abonnement aanmerkelijk ver
minderd tarief. Grootere letter naar plaatsruimte
Redactie-AdresPostbus, Goes.
TW. vftraehiipt eiken yrUdasay-QUd en wordt uitgegeven door de N. V. Zeeuwseh Nieuwsblad, gevestigd te Ter Neuzen.
II.
In ons vorig artikel over de Invaliditeits
wet eindigden w(j met een opmerking over
zegels en het stellen van aanteekemugen van
de rentekaart. Deze aangelegenheid dient nog
nader te worden toegelicht.
Op de rentekaart mag absolunt niets ge
schreven, noch teekens gesteld worden, be
halve in enkele gevallen.
Art. 289 zegt, dat na het verstrijken van
de geldigheidsdnur der rentekaart, het aantal
zegels moet worden berekend en getotaliseerd,
waarbij verminkte, onherkenbare ot om andere
reden ongeldige zegels niet mee worden ge
rekend. Welke zegels zjjn nu ongeldig?
Ie. Zegels geplakt over weken, welke ge
heel bniten den dnur van de geldigheidsduur
der kaart vallen;
2e. Zegels, waarop teekens gesteld zgn en
geschreven is, behoudens dateering en paraaf,
waarover straks meer;
3e. Zegels die niet gedateerd zijn.
Het dateeren der zegels wil ik eerst be
spreken.
Art. 272 bepaalt dat door den werkgever,
onmiddellijk nadat het zegel geplakt is, op
de daarvoor bestemde plaats van elk zegel,
dag, maand en jaar, waarop dit plakken
geschiedt, in letters of cijfers met inkt ge
schreven of gedrukt moet worden5
a wordt uu 1 zegel geplakt, dan moet
hieiop de datum van plakken vermeld worden;
b. worden meerdere zegels geplakt, dan
krijgt elk zegel de dagteekening van plakken,
terwijl het laatst geplakte zegel geldt voor
de laatste week (waarin de dagteekeniug valt)
en de andere zegels voor onmiddellijk daar
aan voorafgaande weken;
c. worden meerdere zegels geplakt over
reeds verstreken weken, dan krggt elk zegel
de dagteekening van plakken en het laatste
zegel bovendien de dagteekening van den
laatsten dag der kalenderweek, waarvoor het
zegel geldt
d. worden meerdere zegels geplakt, ter
betaling van premiën over weken, niet on
middellijk voorafgaand aan de week, waar
over het laatste zegel wordt geplakt, dan
krijgt elk zegel dagteekening van plakken en
bovendien dagteekening van den laatsten dag
der kalenderweek, waarvoor het zegel geldt.
Waar echter Art. 232 toelaat het dagtee-
kenen der zegels, ook in gevallen waarin het
niet is voorgeschreven, wil de volgende regel
mij het eenvoudigst voorkomen:
„Dagteeken elk zegel met den plakdag en
dagteeken zegels, geplakt ter betaling van
premiën over andere weken dan waann ge
plakt wordt, met den laatsten dag der week,
waarvoor het zegel geplakt wordt-
Voor werkgevers, die veel arbeiders in
dienst hebben, is dit dagteekenen tijdroóvend
en daarom kan den werkgever, die geregeld
minstens 25 arbeiders in dienst heeft, op
verzoek door het Bestuur der Rijksverzeke
ringsbank vergund worden, niets te dagtee
kenen, mits de rentekaart berust bg den
werkgever en de arbeider in de werkplaats
arbeidt. De werkgever is dan echter ver
plicht de eerste 6 zegels, en bjj teruggave
der kaart, het laatste zegel te dagteekenen.
En behalve deze dagteekening is alleen
nog toegelaten het parafeeren der zegels.
Wanneer n.l. tusschen werkgever en arbeider
Verschil bestaat over:
le. Al of niet verzekeringsplicht
2e. Of de werkgever of de arbeider de
premie moet betalen;
3e. De loonkiasse, waarin prentte betaald
moet worden.
Dan is de werkgever bevoegd de zegels
te parafeeren.
Ter toelichting van punt 2 zjj vermeid,
dat volgens art. 188 de arbeider de premie
betaalt:
a. indien de arbeider en diens werkgever
beiden verklaren, dat de arbeider zijn loon,
voor zoover dit uit geld bestaat, uitsluitend
van derden ontvangt, of bevoegd is, dit ge
heel at te houden van hetgeen de arbeider
ten behoeve van zijn werkgever van derden
ontvangt;
b. indien de arbeider bevoegd is te Ver
klaren, dat hij niet meer verzekeringsplichtig
is (dit kan zgnr omdat hjj bjjv. meer dan
f20U0 verdient);
c. over weken waarin hg geen werkgever
heeft.
In een volgend artiuel stel ik mg voor iets
mede te deelen over loonkiasse en premiën
en over het bewaren van de rentekaart.
Al wat verbruiker is, gevoelt den ernst van
dit probleem. De Regeering gevoelt dezen
ook. Dit blijkt uit de instelling eener Staats
commissie. Ook de gemeentelijke overheid
houdt zich met dit vraagstuk bezig.
Wij zullen over de beteekenis daarvan geen
breedvoerige beschouwingen geven, daar ieder
er thans wel van overtuigd is, dat het een
zaak is die èn economisch èn politiek voor
onze maatschappelijke orde en onze staats
inrichting van gewicht is en van alles over-
heerschende beteekenis kan worden.
Wat wij tot dusverre over de besprekingen
lazen en vernamen, geeft ons echter niet den
indruk, dat de producenten en handelaars
voldoende begrijpen hoe hoog ernstig deze
vraag is voor den goeden gang van zaken
in ons land.
In de practijk schijnen de voorbrengers en
verkoopers tegenover de verbruikers te staan
als een aaneengesloten massa, die zich het
recht om den verbruiker af te nemen wat zij
wenschen, niet laat ontnemen. Zij beschul
digen elkaar over en weer wel van te groote
winst te nemen, maar wat verdiend wordt,
blijft geheim. De winkelier is dé oorzaak niet,
ais de winkeliers spreken. Zij werpen het op
de grossiers of fabrikanten. Deze houden op
un beurt vol, dat ook zij de oorzaak niet
rijn. Bij al dit geschermutsel blijft ééne zaak
volkomen in het duisterhet percentage van
winst, dat deze verschillende categorieën zich
veroorloven.
De fabrikanten noemen de door hen aan
hunne afnemers berekende prijzen niet; want
zij weten, dat deze dan naar andere leveran
ciers zullen omzien. Dit ééne feit bewijst, dat
het publiek nooit zal weten, hoe de prijzen
zouden kunnen en mogen zijn.
Wij vragen ons af, of de handel en industrie
niet begrijpt, dat zij op deze wijze de ver
bruikers noodzaakt zich als vijandige macht
te gaan gedragen. Blijft het zooals het tot nu
is, dan draagt de tot nu gevolgde gedragslijn
steenen aan voor een revolutie, die dezen
handel en industrie heel wat meer schade
zou berokkenen, dan inperken van winst
bejag nu.
Daar het zich niet laat voorzien, dat de
betrokken menigte van winkeliers, grossiers
en industrieelen vrijwillig opening van zaken
geeft, is het van groot gewicht, dat de Règee-
ring wettelijke verplichting schept om boeken
en bescheiden en al wat op de handelszaken
betrekking heeft, open te leggen voor staats-
en gemeentelijke-duurte-commissies.
Willen de betrokkenen dit niet, dan dienen
zij terstond van taktiek te veranderen en op
te houden met de revolutie in dé hand te
werken, zooals zij nu doen. E.
Naar het Engelsch van W. W. Jacobs.
1. o
De oude boer zat op zjjn gewone plaats
voor de dorpsherberg: «De roode Os». Een
reusachtige bierkan stond naast hem en hg
rookte met smaak zjjn lange gouwenaar.
De knapzakken van twee touristen lagen
onachtzaam op de tafel, en de wandelaars, die
hier een weinig wilden uitrusten, leenden' een
gewillig gehoor aan de «spraakzaamheid» van
den gemoedelgken grgsaard.
Nadat hg hen met allerlei eigenaardigheden,
gewoonten, deugden en ondeugden van zijne
mede-dorpsbewoners had beziggehouden, scheen
hg zich te herinneren, dat hjj verzuimd had,
van een voornaam punt melding te maken,
want na een poos gezwegen en een flinke teug
uit zjjn kan genomen te hebben, hernam hg
op vertrouwelgken toon, gewoonlgk aan oude
praatzieke menschen eigen:
«Weet je wat hier in den omtrek erg ach
teruit is gegaan? 't Stroopen. 0, neen, dat
kan niet in de schaduw staan van wat het
in vroegere dagen was!.... Zeg, heb jullie
dien kerel wei opgemerkt, die zooeven hier
voorbjj kwam en «Dag ouwe Kletsmejjerl»
tegen me zei? Dat is d'r nog een van
't oude soort. Dat is een van de bjj-de-handste
stroopers, die ik ooit gekend heb 1 Bob Pretty
heet hg, en van al de gocheme, gewikste
kerels, die hier te (Jiayburg wonen, is hg de
slimste; een die nooit 'n hand uitstak om
te werken eu toch fdtjjd goed gespekt was.
De slimste tyd dien Bob meemaakte was kort
na 't overljjden van den ouden dorpsheer, met
name Brown, toen een schatrgk heer uit Lon
den, 'n zekere Rockett zgn landgoed kocht,
en hem dfts als dorpsheer opvolgde. Hoewel
hg een groot liefhebber van alle jachtsport
was, hield hg toch 't meest van de fazanten-
jacht.
«Maar juist die vogels werden toen hoe
langer hoe schaarscher, en de veldwachters
waren bjjna radeloos, omdat hun heer hen
alleen daarvoor verantwoordelijk stelde, en
hun het leven schier ondragelgk maakte.
«Elkeen wist, dat Bob Pretty en een paar
vaa zgn kornuiten uit omliggende dorpen, er
de hand in hadden, maar men kon hem niet
snappen, en ten einde raad ging de landheer
er zelf met twee veldwachters op uit, om hem
dag en nacht in de gaten te houden.
Bob Pretty zei, dat zóó iets onmogelgk
waar kon zgn, want dat men dan bepaald op
'n dwaalspoor was. En Zelfs toen men hem
bewees, dat de veldwachter Lewis hem overal
achterna liep, antwoordde hij, dat de man dan
zeker toevallig denzelfden weg uit moest dan
hg. En somwglen stond hg in 't hartje van
den nacht op en ging een loop maken van
vgttien mglen, omdat hg zoo'n geweldige
taudpjjn had! en dan moest de veldwachter
(die volstrekt geen tandpijn had!) hem na-
loopen, tot de man er bgna bjj neerviel.
Daar de landheer merkte, dat die veldwachter
zoo slecht loopen kon, dreigde hg hem met
ontslag.
Maar niettegenstaande gaf men de waak
zaamheid jsgens Bop niet op en zoo sprongen
zg op zekei en dag, dat hij zich ter hoogte van
een afgelegen hotstede bevond, op hem toe
en vroegen hem wat hjj in zgn zakken had.
«Da's mgn zaak, mjjnheer Lewis» was Bob's
De handel met Frankrijk.
Door het dalen van den koers der franken
heerscht sedert de laatste dagen in Frankrijk
een andere stemming tegenover Duitsche
producten, welke nu waarschijnlijk m groote
hoeveelheden naar Frankrijk zullen worden
kunnen gezonden. In de laatste dagen hebbeii
Duitsche machinefabrieken aanzienlijke op
drachten gekregen voor Fransche rekening.
Men verwacht, dat nog meer bestellingen in
alle artikelen zullen volgen, welke de Duitsche
industrie in concurrentie naar Amerika en
Engeland kan leveren. Op het oogenblik ver
toeven talrijke vertegenwoordigers voor Fran
sche firma's in Duitschland tot het doen van
aankoopen. De Duitsche financieele en han
delskringen verwachten van deze leveranties
aan Frankrijk een zekere verbetering der
valuta, die waarschijnlijk spoediger zal komen
dan de Duitschers durven verwachten.
Loonsverhooging productie
vermindering.
De Kamer van Koophandel te Hamburg
is na ampele bespreking tot de overtuiging
gekomen, dat een verbetering Vatt de in-
dustrieele productie in Duitschland slechts
dan mogelijk is, als het gelukt, de arbeiders
weer voor de gedachte van het stukwerk te
winnen. Berichten uit alle takken van nijver
heid' in Duitschland iilustreeren op schrik
barende wijze, dat arbeidsprestatie en arbeids
loon in steeds toenemende mate in een vol
slagen wanverhouding tot elkander komeg te
staan. Deze opvatting motiveert de Kamer
van Koophandel met cijfers, die ontleend zijn
aan een vergelijking van de arbeidsprestatie
en de arbeidsloonen Jn een Hamburgsche
oliefabriek.
antwoord.
Smith, de andere veldwachter, streek nu met
zjjn hand over Bob's jas en voelde er iets
zachts en «hobbeligs» onder.
«Zeg eens, je moet met je handen van
mgn igi blgven» zei Bob; «ik ben een beetje
kort van stotl»
Hg rukte zich los, doch zg grepen hem weer
vast en Lewis stak zgn hand in den binnenzak
van zgn jas en baalde er twee snoeren met
patrjjzen uit.
«Je gaat met ons mee,» zeide hg, hem bjj
den arm grgpend.
«We hebben al heel lang op je geloerd,»
zei veldwachter Smith, «en 't zal ons dus
pleizier doen, je in ons gezelschap te nebben.»
Bob Pretty had daar echter volstrekt geen
zin in, maar zg lieten hem niet los en namen
hem mee naar heb vier mglen verder gelegen
dorp Cudtord; waar de commissaris van politie
White, hem voorioopig voor dien nacht zou
opsluiten. Mgnheer White was haast even big
als de veldwachters en hg waarschuwde Bob
ernstig om geen wooid te spreken, daar ai
wat hg zeide, in zgn nadeel zou worden uit
gelegd.
«0, dat hindert niet,» zei Bob; «ik heb 'n
zuiver geweten, dus kau praten mg geen
schade doen. Ik ben erg big bjj u te zgn,
mgnheer White; indien deze twee degelgke
en ervaren veldwachters me niet by u ge
bracht hadden, zou ik uit mjjzelven tot u ge
komen zgn Zg hebben mgn patrgzen ge
stolen!»
Allen begonnen laid te lachen en zells de
commissaris had moeite ernstig te blgven.
«Daar valt volstrekt niet mee te lachen,»
zei Bob, zich tier oprichtend, «'t Is wat moois,
als een eerljjk man niet 'n versnapering voor
zgn gezin kan meebrengen, zonder dat hjj over
vallen en bestolen wordt!»
«0, dan zjjn ze zeker in je binnenzak gevlo
gen?» zei de commissaris.
«Neen, dat deden ze niet,» antwoordde Bob.
«Ik ben volstrekt niet van plan er om te liegen
ik heb ze er zelf ingestoken De patrgzen
in mgn binnenzak en de kwitantie in mgn
vest-zakje.»
«De kwitantie?» riep de veldwachter verbaasd.
«Ja zeker, de kwitantie,» antwoordde Bob,
hem scherp aankgkend; «de kwitantie van
mgnheer Keen, den poelier te Wickham.»
haaide de voldaan-geteekende nota uit
zgn vest en liet haar aan den heer White zien,
terwjjl de beide veldwachters stikten van
Woede, omdat het nu duidelgk bleek, dat Bob
die patrgzen gekocht had, met het doel om
hun een poets te spelen.
«Ik was nieuwsgierig om ook eens te weten,
hoe patrgzen smatcen,» zeide hg tot den com
missaris. «'t Ergste is. dat mgn arme vrouW
niet zal weten, hoe zg ze klaar moet maken 1»
«Maak dat je naar huis komt!» riep de
commissaris, boos wordend.
«Maar moet ik dan niet opgesloten wor
den?» vroeg met een onnoozel gezicht Bob.
«Ben ik dan dat heele hind ver voor niets
hierheen gebracht, dan om een beetje met een
commissaris te kenveien?»
«Ga naar huis, zeg ik je!» riep mgnheer
White, terwjjl hg hem de patrgzen terug gaf.
Dank wel«, zei Bob, »en nu neem ik u
tot getuige, dat deze twee mannen mij hebDen
overvallen en getracht hebben mg mgn eigen
dom te ontstelen Ik zal er eens met mjjn
advocaat over spreken.c
En met opgeheven hooiè verwgderde hg zieh.
jWordfc vervolgd.)
ZEEUWSCH NIEUWSBLAD